Aigemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2988.
Zaterdag 30 December 1893.
DE ZONOEN DER VADEREN
33e Jaargang.
a 4 0 CENT.
Binnenland.
mammm.
Nieuwjaarsadvertentien
voor het extra nummer
van dit blad, dat op Maandag morgen,
1 Januari 1894, zal verschijnen, worden
weder geplaatst
De inzendingen kunnen geschieden tot
Zaterdag, 30 dezer, des avonds te 8 ure.
Ter Neuzen, 26 Dec. 1893.
De Uitgever,
P. J. VAN DE SANDE.
Ten eimle teleurstelliiiff te voor-
koinen, zij medegedeeld, dnt voor de
TER NEUZENSCHE COURANT meteen
lijst wordt rondftegaan oni advertentien.
FFTJILL FTON
30)
In haar oumachtigen toestand moesten de beide
TER \EIZE\SC UE COIIRANT
ABONNEMENT
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,32^.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Post'directeuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels/ 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Ilit blml verseliijnt Uin<Mlai(- en Vrijdwgavoncl '»'j den
uitgever I*. J. TAW II E A V II I. te Ter Menzen.
JPolitieli Overzicht.
Het Kerstfeest heeft een soort van pauze in de
staatkundige debatten gebracht. De Europeesehe
parlemenlen hebben, der traditie getrouw, hunne
kerstvacantie en komen niet v6or de laatste helft
van Januari of het begin van Pebruari weer bijeen,
met uitzondering van het Engelsche, waar de
parlementaire arbeid en het parlementaire steekspel
reeds onmiddellijk na de Kerstdagen weer een
aanvang liemen. Koewel het „vrede op aarde!"
in de dagen van Kerstmis van veler lippen klouk,
moelen wij ons algemeen overzicht beginnen met
eenige bijzonrterheden over den strijd tusschen de
Italiaansche troepen en de Derwischen in Abessynie,
een gevolg van de koloniale politiek der Europeesehe
itaten. Uit Massowah kwam nog voor de sluiting
van het Italiaansche parlement de tijding, dat de
-Italianen 10,000 Derwischen onder aauvoering van
Ahmed Ali hebben verslagen. Italie heeft zich
op een gedeelte van het Abessynisch gebied aan
de Roode zee genesteld, inaar heeft nog geen rustig
bezit van deze streken kunnen neuaen. Ahmed
Ali zelf, vele aanvoerders en 1000 man met hem
bleven op het slagveld bij Agordat. De Italiauen
verloren aan mauschappen een kapitein, twee luite-
nants en 100 soldaten, voor 't meerendeel inboor-
lingen. De legermacht der Italianen, die bij
Agordat in het vuur was, bedroeg 1500 man.
Natuurlijk is de tijding dezer overwinning te
Bewerkt door A MO.
„Ik kom afscheid nemen, eerwaarde heer zei
ze somber, „omdat ik gevoel dat ik weldra de
groote reis zal aanvanrden, ?anwaar niemand terug-
keert. Ik dank God, dat Hij mij nog eenmaal
miju verstand heeft teruggegeveu."
Verschrikt deed de geestelijke een stap terug en
Bernau stond op en trad aan het venster.
„Zou 't mogelijk ziju?" riep de eerwaarde heer
uit. „Zou de genade van den goeden God zich
zichtbaar aan u betoond hebben Maar ik bemerk
rede en orde in uwe woorden geloofd zij Hij,
die uw verstand van de duistemis lieefd bevrijd 1"
^Amen!" viel Trui in. ,/Maar ik kom bij u,
eerwaarde heer, om u voor mijn sterven een geheim
toe te vertrouwen, dat ik niet in het graf kan
mede nemen. Misschien gelukt het u, het duister
op te klaren, dat als een wolk uit het verleden
tot den huidigen dag iets bedekt hield."
,/En wie betreft dat geheim?" luidde devraag.
Mij zelve, mijn ongelukkig kind en iemand
die nooit de elleude der armoede gekend heeft."
De geestelijke voerde de oude vrouw nu iu een
ander vertrek, zoodat Bernau alleen bleef. Deze
liep onrustig heen en weer. Die zonderlinge vrouw
had door haar geheimzinnige woorden een storm
van gedachten in hem wakker geroepen. Hij ge-
voelde bij instinct, dat hij stond voor de oplossing
van een raadsel, waar hij belang bij had.
Rome met biijdschap ontvangen, maar de Tribuna
waarschuwt der regeering tegen verdere uitbreiding
van de Italiaansche bezettingen aan de Roode zee.
Het blad vindt dat voortrukken in de richting
van Soedan zeer bedenkelijk met het oog op de
eventueele botsingen met de Arabieren. Zoo schijnt
ook de Italiaansche Minister van oorlog er over
te denken, want in den Senaat verklaarde hij, den
bevelhebber der Italianen, kolonel Arimondi, nog-
maals uitdrukkelijk te hebben aangespoord tot
voorzichtigheid, zoodat een verder rukken in de
richtiDg van Soedan wel niet zal plaats hebben.
De toestand op Sicilie wordt nog ongunstiger.
Wederom zijn twee bataljons infanterie naar Palermo
gezonden om de orde te handhaven, tengevolge
der betoogiugen tegen de belastingen.
Hadden de Italianen het met de Abessyniers te
kwaad, de Fransche generaal Dodas heeft nog steeds
niet den zwarten Koning Behanzin in handen
kunnen krijgen en den Engelschen is dit nog niet
gelukt met den vorst der Matabelen, Lobengula.
Er is dus in deze dagen wel strijd op het zwarte
werelddeel met den blanken man. Zooals we reeds
vroeger meldden zitten de Eransche troepen den
onttroondeu Koning van Dahomey na. Steeds nauwer
wordt de kriug, dien de ^vliegende kolounes" der
Franschen om den vliegeuden negervorst trekken,
zoodat hij wel spoedig aan generaal Dodds in
handen zal vallen.
Deze zet de vervolging dan ook met alle kracht
door, daar volgens den generaal alleen met de
vangst van Behanzin Frankrijk zich in het ongestoord
bezit van Dahomey kan verheugen. Evenals met
de gevangenneming van Behanzin de tegenstand
der Dahomeyers zal zijn gebroken, zoo zal ook met
het zich meester maken van Lobengula de strijd
met de Matabelen zijn geeindigd, te eer nu
ook dtens broeder Moonlo, eeu der ergste vijanden
der Engelschen, zich met zijne ouderhoorigen
heeft onderworpen. Dat het echter niet gemak-
kelijk gaat in dit seizoeu den vorst in han
den te krijgen, ondervoud kapitein Wilson, die
met zijne raanschappen door het plotseling rijzen
van de rivier Shangcni, van de hoofdmacht
onder msjoor Forbes was afgesneden en toen
onmiddellijk door de in hinderlaag liggende
lijfwacht van Lobengula werd aangevallen.
Eenigen tijd heeft men zich over het lot van
kapitein Wilson en de zijnen ongerust gemaakt,
thans korat echter het geruststellend bericht, dat
het den ingeslotenen gelukt is, de Matabelen op
de vlucht te jager.. Zelfs moest de zwaariijvige
negerkoning zijn vlucht te paard voortzetten, daar
Na een kwartier kwam de geestelijke met Trui
uit het andere vertrek terug. Het gelaat van den
eerwaarde verried de grootste aandoening. Hij
vatte Bernau's hand en sprak bewogen
„Mijnheer, de Voorzieuigheid heeft u in mijn
huis gevoerd en nw taak aanmerkelijk lichter
gemaakt, bier kan geen misverstand zijn. Deze
arme, hard beproefde vrouw is Minna von Heil-
bronn, de moeder van het meisje, dat gij zoekt,
om aan haar te vergoeden, wat de zonde des
vaders aan haar en haar moeder misdeed."
Een kreet van de grootste verbazing ontsnapte
Bernau's lippen. De oude vrouw stond daar als
een marmeren beeld, zonder beweging, zonder ge-
luid zonder tranen.
Vol eerbied traden beide mannen terugdeze
vrouw was door zooveel ongelukken getroffen, dat
het Bernau voorkwam, alsof hij zelf en de geheele
menschheid haar om vergiffenis moesten smeeken.
Deze in lompen gehulde, door ouaerdom en ziekte
vervallen vrouw scheen hem een volmaakt beeld
der menschelijke ellende.
Eindelijk opende de oude vrouw de bleeke
lippen. w Hij is dus dood dood dood
zei ze zacht. „En hij heeft aan mij gedacht en
mijn kind gelukkig willen maken Gezegeud zij
ziju nagedachtenis. En als nu uw geest op mij
neerziet, mijn geliefde, roep ik u toe ,/Ik schenk
u vergiffenis 1"
Tranen stroomden langs haar wangen en de
mannen voelden ook hunne oogen vochtig worden.
Had de oude in vele jaren geeu tranen gestort,
nu nu haar leed zich lucht kon geven nu
stroomden die zilte tranen rijkelijk, onophoudelijk.
zijn wagen in de struikeD vast geraakte. Kapitein
Y\ ilson zet den ongelukkigen Koning verder na
en hoopt hem, zoo luiden de berichten, spoedig
in handen te hebben.
De Koningin en de Koningin-Regentes waren
Zondagavond te 5 ure tegenwoordig bij den Kerst-
boorn, die -in de groote balzaal van het Paleis
geplaatst was. Bij die inwijding van het Kerstfeest
waren genoodigd een aantal hofdignitarissen en
eenige kinderen.
Onder de Kerstgeschenken, die de Koningin
ontvangen heeft, behoorde ook een cadeau van den
Keizer van Duitschland.
leder der genoodigden werd met een Kerstgave
vereerd.
Een aantal nog aanhangige wetsontwerpen
werden in de zitting van gisteren der Eerste Kamer
bekrachtigd, o. a. de provinciale heffing in Zuid-
Holland, na verklaring van den Minister van
Binnenl. Ziken, dat bij afschaffing der tollen binnen
5 jaren tegenover de provincie de billijkheid moet
worden betrachtvoorts het traclaat met Belgie
omtrent de wederzijdsche toelating tot kosteloos
procedeerende overeenkomst met Portugal tot
regeling der verhoudingen van Timor en Solo.
De nadere bepalingen omtrent den suikeraccijns
die meer faciliteiten aan de raffinadeurs verleenen
werden bestreden door de heeren Merkelbach en
Sassen, voornamelijk op grond dat de grootere
winsten door de raffinadeurs te maken, ten nadeele
zullen komen van de beetwortelsuikerfabrikanten,
die bij een ander voorstel aansprakelijk worden
gesteld voor een accijusopbrengst van 8£ millioen.
Ook zou He bcscherming der buitenlandsche raffi
nadeurs ten nadeele uitloopen van de natjonale
industrie en den landbouw. De heer Sassen vroeg
de verwerping om gelegenheid te geven tot een
nader onderzoek van de vraag of de beetwortel
suikerfabrikanten mogen worden gemaakt tot borgen
voor de verliezen der raffinadeurs en de heer
Godin de Beaufort wilde ook uitstel eensdeels wegens
het verband van dat outwerp met dat tot aau-
sprakelijkstelling der fabrikanten voor een tekort
in de accijnsopbrengst, anderdeels omdat het ver
leenen eeuer vrije keuze der grondstoffeu aan de
raffinadeurs geen haast heeft.
Alleen als de Minister kon toezeggen, dat de
fabrikanten wel de meerdere winst der raffinadeurs
in den accijns behoeveu te betalen, zoodra zij voor
de wet stemmen.
mannen haar naar de sofa dragen, waarop zij de
arme vrouw zacht neerlegden.
Toen zij eindelijk weer kalm was gewordeD,
vertelde zij Bernau, dat zij toen ter tijd door een
naamloozen brief kennis had gekregen van den
outrouw van haar geliefde. Door onmiddellijk in-
gewonnen narichten was zij van de treurige waarheid
overtuigd geworden en dienzelfden avond had zij de
stad verlaten, waar zij gelukkig geweest en zoo
ellendig geworden was. Met het weiuige, dat zij
bezat, verschafte zij zich een onderkomen bij een
arme weversfamilie, even over de grenzen. Haar
werd een dochtertje geboren dat Stella genoemd
werd. Een ziekte, verslond haar laatste bezit-
ting. Toen zij niet meer betalen kon, zetten de
onbarmhartige menschen haar buiten de deur, zoodat
zij met haar kind aan de bitterste ellende ten prooi
werd.
Hier hield de oude vrouw een poosje stil. Men
kon zien hoeveel iuspanning haar het spreken
kostte en de herinnering aan haar vreeselijk lijden
overmeesterde haar. Niet bij machte een woord
te spreken en diep bewogen, luisterden de heide
heeren. In stilte noemde Bernau den ouden graaf
gelukkig, dat hij niet kon zien, welke rampen
en hoeveel ellende die eenige misstap ten gevolge
had.
„Zoo dwaalde ik met mijn kind zonder doel
rond, levende van het medelijden der menschen,"
ging Trui voort, „maar liever had ik een eind
gemaakt aan mijn leven en aan dat van mijn
kind, dan iets te berichten aan hem, die ons in
die ellende had gedompeld. In Hamburg, waar
wij bij onze omzwerving kwarnen, woedde toen
een vreeselijke epidemic. Dagelijks stierven er wel
De Minister van financien was niet bereid zijn
ontwerp in te trekken en verdedigde het integen-
deel met nadruk daarbij ontkennende, dat het
protectie beoogt of schadelijk is voor de beetwortel-
suikerindustrie. Mochten meer overponden worden
verkregen, hij zon de fabrikanten ontheffen, maar
verwacht die meerdere productie niet.
Het wetsontwerp werd verworpen met 22 tegen
18 stemmen.
Verder werden goedgekeurd de afschaffing der
registratierechlen op ambtenaars—aanstellingen de
nadere regeling der heffing en bestemming van
kanselarij'leges, beide met het oog op de invoering
der bedrijfsbelasting.
Bij de Indische begrooting klaagde de beer Van
Alphen over den onvoldoenden toestand der Indische
militaire marine, die dringend verbetering eisclit.
Hij keurde de overbrenging van den hydrografischen
dienst naar Nederland af.
De heer Van de Putte deelde die afkeuring
en besprak de verhoudingen van het opperbestuur
tot den Indiscben landvoogd, wiens macht zijns
inziens niet door ministerieele aanschrijvingen moet
worden beperkt. Verder dringt hij aan op ver-
grooting der strijdmackt in Indie.
Naar men verneemt is onder de leden van
de commissie voor de zaak—Neerbosch ernstige
oneenigheia ontstaan ter zake van het uit te brengen
rapport en is dit mede de reden waarom het verslag
zoo buitengewoon lang op zich laat wachten.
Nog geregeld voeren de socialisten Geel,
Samson en Wolring dagelijks eenige werkloozen en
nieuwsgierigen aan, die in optocht door eenige
straten der hoofdstad trekken. Nu had de burge-
raeester Zaterdag jl. dien aanvoerders gezegd, het
niet langer te kunnen toestaan dat in drukke
straten in optocht arm in arm werd gemareheerd.
De socialisten sloegen die waarschuwing echter in
den wind en toen zij tweeden Kerstdag terwijl
natuurlijk de straten toch reeds overvol waren
toch weer aan het hoofd van een troep de
Kalverstraat wilden ingaan, werd hun dit door een
20tal agenten van politie helet. Een inspecteur
van politie trachtte eerst nog de lieden te bewegen
de passage niet te belemmeren. Het antwoord
daarop, uit den troep, was aandringen Een steen
werd geworpen, die den inspectqur aan het hoofd
trofterwijl zijn sabel werd gegrepen. Hun in
specteur in nood ziende, trokken de agenten hun
sabels om de memgte uiteen te drijven. Geel zelf
de man die indertijd een revolverschot loste
op een commissaris van politie kreeg een slag op
het hoofd en een wond aan den pols, waarvan een
honderd menschen en nog meer werden er ziek.
Ook ik werd aangetastop straat zonk ik neer en
de menschen vluchtten van mij weg om zich niet
aan de besmetting bloot te stellen. Ik hoopte,
dat mijn laatste uur gekomen was en de verlossing
nabij zou zijn. Ik bad God dat miju kind in de
handen van goede menschen zou vallen. Ik hing
haar een dunnen ketting om den hals, waaraau
een gouden ring met een grooten diaraantin den
ring was een haarlok van haar vader verhorgen.
Dat aandenken had ik altijd op mijn hart gedragen
en de grootste nood had mij niet kunnen bewegen
het te verkoopen. Toen voelde ik, dat ik het be-
wustzijn verloormijn hoofd zonk op de straat-
steenen, alleen voelde ik de kussen, waarinee de
kleine Stella mijn gelaat bedekte. Bij mijn ont-
waken bevond ik mij in een ziekenhuis. In een
groote zaal stond een rij bedden. Op ieder daarvan
lag een zieke met den dood te worstelen en slecbts
weinigeu kwamen er van op. Ik moest wel tot
de gelukkigen behooren, die er het leven afbrachten
want de doktoreu, die mij omringden, fluisterden
met elkander over mijn spoedig herstel. Toch
had ik viermaal een aanval van de ziekte te door-
staan. Het werd mij niet vergund te sterven, iets
erger dan de dood wachtte mij. In den nacht,
die op mijn ontwaken volgde, werden mijn gedachten
verward, het lijden van de laatste jaren bracht mij
tot waanzin. Toen bracht men mij in een krank-
zinnigenhuis. Hoe lang ik daar geleden heb, weet
ik niet, maar het zullen wel vele jaren geweest
zijn, want mijn lotgenooten kwamen en werden
weer outslajen of zij stierven en werden in stilte
begraven. Ik alleen, de beklagenwaardigste van
alien, ik leefde, ik bleef en de nevel die mijn vei
ns