Gemengde berichten.
Telegrafische berichten.
TER NEUfcEIV, 19 September 1893.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
De J.
bloedende bij den burgemeester kwamen, ging deze
dadelijk, zooals altijd als er iets te doen mocht zijn,
zelf op onderzoek uit, maande het volk, dat zeer
ontstemd over het voorgevallene, onrustig en opge-
woudeu zich op de openbare straat bewoog, tot rust
aan. De burgemeester, den marechaussee ont-
moetende, die met getrokken sabel uit een weide
kwam rijden, maakte zich bekend, waarop die
marechaussee verzocht den burgemeester alleen te
spreken. De burgemeester stond dit toe, doch
toen de marechaussee zeide, er van door te willen
gaan, en de burgemeester hem wilde tegenhouden
om hem in 't verhoor te nemen, bracht de mare
chaussee den burgemeester met zijn sabel een wonde
toe op de linkerhand.
Bij onderzoek is gebleken, dat door het publiek
te 'sGravenmoer niet de minste aanleiding is gegeven
tot het zoo woest optredeu van dien marechaussee,
die met zijn kameraad en den burger uit Dongen
de kermis te Kaatsheuvel bezocht hadden en in
opgewonden toestand van daar kwamen.
Vrijdag avond is alhier een der twee lijders
aan cholera overleden, zijnde Jacob Hendrik Mielen,
nalatende eene onbezorgde weduwe met zeven nog
jonge kinderen. Alsnu blijft er nog eene vrouw in
behandeling, die echter voortdurend herstelleude
blijft.
Overigens zijn nu in de laatste acht dagen alhier
gelukkig geene gevallen van cholera-asiatica voor-
gekomen.
Men verhaalt hier, dat zich cholera-gevallen
hebben voorgedaan op een scheepje uit Ter Neuzen,
thans te Selzaete.
Dit kunnen wij uit goede bron tegenspreken. Het
vaartuig kwam niet uit Ter Neuzen maar uit Gent.
Later vernemen wij, dat de drie lijders aldaar
zijn overleden.
De civiel-ingenieur A. Th. Baert te Ter
Neuzen, is benoemd tot buitengewoon opzichter bij
het maken en stellen van een ijzeren rolbrug over
het binnenhoofd der westsluis alhier.
De heer P. C. Maat alhier heeft voor zijne
benoeming tot onderwijzer aan school 1 te Yerseke
bedankt en die te Hausweert aangenomeu.
De heer A. van Yeen, emer.-pred. van Ravens-
waay, thans woonachtig te De Bildt (Utrecht), is
behalve te Akkooi, ook beroepeu te Heukelum.
De academie artistique, scientifique et litteraire
van Henegouwen (Belgie), heeft op voorstel van haar
president lid der Tilburgsche jury, tot eerelid van
dat kunstgenootschap benoemd den heer G. F. de
Pauw, voormalig Oostburger, thans directeur der
harmonie te Meersen. Tevens schonk zij hem de
medaille le klasse en het groote eere-diploma.
Bij de publieke verkooping van eene kapitale
hofstede te Borssele, in perceelen, werden o. a. de
perceelen 3133, groot 6,77,70 hektaren tiendvrij
bouwland, aangekocht door den heer H. Wolfert
te Ter Neuzen, voor f 225 per 41,68 aren.
Bij herhaling is, zoo in als buiten de Kamer,
geklaagd over den toestand waarin de haven van
Philippine verkeert. Naar het schijnt tengevolge
van herhaalde inpolderingen is het meer en meer
ondoenlijk de verzanding der haven en vaargeul
tegen te gaan en wordt dit thans nog welvarende
plaatsje, dat geheel leeft van den mosselhandel,
met ondergang bedreigd. De belanghebbenden
maken er der Regeering geen verwijt van, dat zij
duizenden hektaren land aan de zee heeft ontwoekerd,
maar meenen dat zij een gedeelte der daardoor
behaalde voordeelen moest besteden om Philippine
schadeloos te stellen en te redden.
Thans zijn het niet alleen de Nederlanders meer
die klagen, maar worden ook van Belgische zijde
klachten vernomen over eene zaak die met den
toestand der haven te Philippine in nauw verband
staat. Het Belgische blad La Reforme namelijk
bevat een artikel, waarin in zeer scherpe bewoor
dingen wordt gelaakt een besluit der Nederlandsche
Regeering, krachtens hetwelk de haven van
Bouchaute, de andere visschershaven in den Braak-
man, verboden is en dus alle producten moeten
worden binnengebracht in de meer en meer onbruik-
bare haven van Philippine. Daardoor worden vooral
de Belgische visschers benadeeld, want aaDgezien
de Hollandsche in den regel voorgaan, wordt voor
hen bet tijdverlies, door den toestand der haven
reeds aanzienlijk, nog grooter, zoodat hunne mosselen
bederven en de voortbrengingskosten in elk geval
worden verhoogd.
Aangezien de haven van Bouchaute ligt op
Nederlandsch grondgebied, maar tegenover het
Belgische dorp van dien naam, beweert La Reforme;
dat de bovenbedoelde maatregel is genomen om de
bewoners van Philippine te bevoorrechten ten koste
der Belgische visschers.
Het blad acht den maatregel bovendien in strijd
met het vredestractaat van 1839, waarbij de Braak-
man werd geneutraliseerd en dezelfde rechten werden
toegekend aan de Belgen en de Nederlanders, een
toestand waarin, naar La Reforme beweert, geen
verandering is gebracht door de toevoeging van
het jaar 1843 krachtens welke het Nederlandsche
gouvernement gemachtigd wordt de losplaatsen aan
te wijzen toegankelijk voor de visschers van beide
natien. Langen tijd, van 1843 tot 1890,zegt
La Reforme heeft de Nederlandsche regeering
van de bevoegdheid om deze piaatsen aan te wijzen
geen gebruik gemaakt, maar toen werd plotseling
een verbod gelegd op de haven van Bouchaute,
^en van de twee kleine havens die de visschers
van de Braakman bezoeken. Een enkele losplaats
werd aangewezen Philippine en zulks met een
zelfzuchtige bedoeling die ten eenenmale veroordeeld
wordt door het vredestractaat en zelfs door de
additioneele bepaling van 1843.
Het Belgische blad eindigt met de wederopen-
stelling te eischen van de haven van Bouchaute
en meent dat wij daartoe verplicht zijn niet alleen
uit een moreel, maar wegens den toestand der haven
te Philippine ook uit een materieel oogpunt.
Ilock. Als een zeldzaamheid van vruchtbaarheid
zij medegedeeld dat Adr. Bedet, alhier, van een
enkele struik aardappelen uitdeed 88 stuks, wegende
samen 9 kilo.
Philippine. Zondag j.l. bevonden zich de briga
dier Van Hecke en de marechaussees De Nocker
en Van Bruggen op surveillance in den St. Albert-
polder (gem. Sas van Gent)zooals ruimschoot3
bekend is wordt daar door Belgische stroopers veel
daan aan strooperij. Het mocht dan aaD onze
ijverige mannen gelukken, Zondagnamiddag twee
dezer minder gewenschte jachtliefhebbers te be-
machtigen. Dit ging echter niet zoo gemakkelijk.
Na eerst door slooten en greppels te zijn ge-
kropeu, om zoodoende hen te omsingelen, bemerkten
de stroopers den brigadier. Hierop verborgen zij
zich achter een hoop opgeworpen aarde en legden
hunne geweren hierover om op den brigadier te
vuren. De marechaussees dit ziende legden aan
en verrasten hen op twee kogels, doch misteu beiden.
De stroopers ziende dat er geen kans meer bestond
te outvluchten, dreigden nog eerst met de woorden
#Blijft staan, want 't leven is zoet
Deze bedreiging hadden ze ook al reeds gedaan
vdor dat de marechaussees gevuurd hadden. De
brigadier verzocht hen de wapens neer te leggen,
doch eerst na lang aarzelen voldeden zij aan
dat verzoek. De marechaussees sprongen hierop
direct toe en sloegen ze aan de boeien, vervolgens
werden ze nog denzelfden avond naar Ter Neuzen
getransporteerd en den volgenden morgen naar
Middelburg om aldaar ter beschikking van den
Officier van Justitie te worden gesteld.
Dat nu een woord van lof deze politiemannen
toekomt behoeft men niet te zeggen. 't Is bet
vorige jaar reeds meermalen gebleken dat onze
politie niet gaarne met die hartstochtelijke jacht
liefhebbers op zoo'n manier kennis maakten.
Zaanislag, 18 Sept. Door kerkvoogden der
Nederd. Herv. gemeente alhier is benoemd tot
kerkelijk ontvanger Mej. de Wed. J. de Yos en
tot secretaris van kerkvoogden de heer P. J.
Wortman, beiden ter vervanging van wijlen den
heer J. de Yos.
Men schrijft ons uit Hulst
In het Hulsterblad van 16 dezer n°. 1481 komt
onder de rubriek Binnenland het navolgende be-
richtje voor
z/Te beginnen met 17 dezer, wordt de tweede
,/postverzending van hier tiaar Belgie en amgekeerd
,/opgeheven, zoodat alleen met den eerstaankomenden
„en den eerstvertrekkenden trein, brieven enz.
„met Belgie worden gewisseld.
»De verzending naar Holland met trein 10.23
z/blijft onverauderd."
Dit bericht wekte nog al wat sensatie. Om
uwe lezers gerust te stellen zij medegedeeld, dat
deze maatregel alleen geldt voor den Zondagsdienst.
Honteuis.se. Ter vervanging van wijlen den
heer H. A. A. baron Collot d'Escury is tot ontvanger-
griffier van het calamiteuze waterschap en secretaris
ontvanger der waterkeering van dat waterschap met
algemeene stem men benoemd, de heer K. J. A.
G. baron Collot d'Escury, rentmeester van het
Kroondomein.
Roewacllt. Toen Vrijdagnamiddag de voerman
E. N. alhier met een zwaar geladen wagen steenen
voor den bijna voltooiden keiweg van hier naar
St. Jansteen op de plaats aankwam, waar hij moest
lossen, wilde hij om gemakkelijker een draai te
kunnen maken voor op zijn voertuig springen.
Hij gleed echter uit en viel met de beenen voor
het wiel. Gelukkig bleven de paarden aanstonds
staan (loch door den val was zijn eene been op
twee piaatsen gebroken. Doordat spoedig geneeS'
kundige hulp aanwezig was, is de toestand van den
voerman tamelijk wel.
Koewacht. Zondagnacht werd bij een inwoner
van het Belgische gedeelte dezer gemeente in den
paardenstal gebroken. De eigenaar, die gerucht
vernam, ging met licht in den stal en zag zijn
paard bebloed op den grond liggen. De onver
laten hadden met een mes twee groote snedeu in
de achterpooten van het dier gegeven zoodat het
paard, waarmede de man zijn brood moest verdienen,
tot alien arbeid ongeschikt is. Maandag waren de
commissaris van politie en de veearts van Stekene
reeds vroeg ter plaatse om een onderzoek in te stellen.
Het schijnt dat men de daders op 't spoor is.
Zuiddorpe, 16 Sept. In de zeer dicht bebouwde
wijk de Molenhoek alhier, werden in den afgeloopen
nacht, bij niet minder dan een 7tal arme werk-
lieden een groot aautal konijnen gestolen. Tot
ons leedwezen moeten wij naar ouder gewoonte
hier weerom nograaals bijvoegen Hard gaan
ze Van de daders niets bekend.
's Gravenhage, 19 Sept. De Troonrede, waar
mede H. M. de Koningin-Regentes heden de zitting
der Staten-Generaal opende bevat o. a. de volgende
mededeelingen omtrent den toestand van lane
en volk.
De betrekkingen met het buitenland zijn van
zeer vriendschappelijken aard. Welwillend is gevolg
gegeven aan verschillende regeeringen tot conferentie
over het internationaal privaat recht.
Hulue wordt gebracht aan de loffelijke taakver-
vulling door de zee— en landmacht.
Door de langdurige droogte in den voorzomer
zijn de uitkomsten van den oogst op onderscheiden
piaatsen minder gunstig.
De toestand van den veestapel is voldoende
die van handel en nijverheid niet merkbaar verandera.
De algemeene gezondbeidstoestand is bevredigend,
bewaard als wij tot dusver bleven van ernstige
uitbreiding van besmettelijke ziekten.
Gedurende het nieuwe zittingsjaar wordt allereerst
medewerking ingeroepen voor afdoening der kies-
wetten en zullen verbeteringen onzer wetgeving
worden voorgedragen.
De toestand der financien is voldoende belasting-
verhooging wordt niet vereischt bij toereikendheid
der middelen.
Verbetering van bestuurs-inrichting in Indie zal
worden voorgesteld, zoomede het ontwerp in het
belang van de veiligheid en gezondheid in fabrieken
en werkplaatsen.
De rechlbank heeft in hare zitting van 19 Sept.
de volgende vonnissen uitgesproken
J. V., oud 17 j., werkman te Clinge, is wegens
diefstal veroordeeld tot 7 dagen gevangenisstraf.
1°. P. J. B., oud 23 j., 2°. J. A. B., oud 20 j.,
beiden slager, wonende te Hulst, zijn wegens
mishandeling veroord. ieder tot 7 dagen gevang.
J. G., oud 37 j., lampenist te Ter Neuzen, is
wegens het plegen van ontuchtige handelingen
vrijgesproken.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag
heeft in de kom der gemeente Noordgouwe een
hevige brand gewoed, waardoor een gevulde schuur
van den heer C. Hocke Iz., twee arbeiderswoningen,
een wageuhuis, de schilderswerkplaats van Verhoeve,
het huis, schuur enz. van A. Dekker Jz., de hout-
loods en timmermanswerkplaats der gebroeders Vink,
benevens een hooi- en twee graanstapels van Vis
in de asch werden gelegd. Het geheel geleek een
vuurzee, terwijl water tot blusschmg ontbrak. De
oorzaak is on bekend.
Dat flesschentrekkers alles kunnen gebruiken,
uitgezonderd wan neer het tegen rembours gezonden
wordt, oudervoud een ingezetene van Doniawerstal.
Hij bood in een vakblad kippen te koop aan en
kreeg o. a. een brief met breeden rouwrand uit
Amsterdam. Eene mevrouw met hoog adellijken
naam berichtte daariu, dat zij genegen was tegen
een bepaalden prijs de kippen op een aangeduide
plaats in ontvangst te nemen. De mand met kippen
werd met de Lemster nachtboot afgezondeu, maar
ons boertje was zoo verstandig tegen rembours.
Na een pat.r dagen kwam de mand met kippen
terug; het deksels met het opschrift„flesschen-
trekkers Toen de mand geopend werd, bleken
de kippen gestorven, zoodat de afzender toch schade
leed, al had ,/mevrouw" zich niet kunnen bevoor-
deelen.
Men zij dus op zijne hoede
Men meldt uit Hardingsveld
Met het bijgeloof of beter gezegd met vrees-
aanjagende praat.jes is het hier bijster slecht gesteld.
Cholera-vrees bestaat hier in hooge mate en het
treurigste is wel, dat men de geneesheeren niet
vertrouwt. Zij hebben, zoo vertelt men hier,
onder elkander een eed afgelegd, dat wie cholera
krijgt, door hen zoo moet worden behandeld, dat
de lijders geen uur meer kunnen leven. En dit
ongelukkige praatje vindt zooveel bijgeloof, dat,
hoe ziek men ook is, de hulp van een geneesheer
niet wordt ingeroepen. Heel wat zieken zijn er
dan ook, die niet onder geneeskundige behandeling
zijn. Tot staving van het praatje haald men volgeud
voorbeeld aan een dienstmeisje heeft eens uit een
fleschje, dat medicijnen bevatte (voor een choleralijder
wordt er natuurlijk bij verzonnen) een paar drup-
peltjes op een zakdoek gedaan en ziet, er was
pardoes een gat in den doek en wat nog erger is,
de meid heeft wat van het vocht aan een kat
toegediend en het dier bezweek er van. De boeren-
dochter geloofde het toen nog maar half en nam
de proef op een tweede kat en jawel, ook die ging
het hoekje om. Dus maar met dat al ligt er
maar menigeen ziek j er zullen wel een paar
sterfgevallen meer koruen dan gewoonlijk.
Nog een treurig geval deed zich hier voor. Vrouw
Lena But, de echtgenoote van een visscher, kookte
in een vlaag van waauzin voor een paar jaar een
kind van haar in een pot water, dien zij op het
vuur had gezet. Vrijdag jl. heeft zij een kind van
3£ jaar dood getrapt. Men heeft in een 8-tal
gestichten getracht haar te doen opnemen, doch
nergens is er voor de vrouw plaats.
Men schrijft uit Bussum
In onze kalme gemeente zijn sedert de komst
van een tiental Amsterdamsche politiebeambten de
gesprekken aanhoudend over den verschrikkelijken
moord, misschien wel dubbelen moord die vermoede
lijk in de naburige bosschen gepleegd is.
Telkens hoort men nieuwe berichten, worden
andere vermoedens geuit, en het is voor uw corres
pondent al heel moeilijk, juist te zeggen wat van
de zaak aan is. Donderdag kregen hier in Bussum
en omstreken alle hotelhouders en koffiehuishouders
een bezoek van de Amsterdamsche politie en ook
verscheidene particulieren, vooral zij die pension
houden, werden ondervraagd. Doch geen wist zich
iets van den gezochten de Jong te herinneren.
De politie geeft het echter niet op, want zij
weet dat De Jong op 31 Augustus jl. 's morgens
alhier is aangekomen en te twee uur aan't station
alhier een telegram aan bood. Dit telegram, welks
afschrift natuurlijk bewaard is gebleven moet, naar
men zeide als volgt luiden
hotelhouder,
Amsterdam.
Kom heden nacht niet thuis. Verhinderd.
De Jong bleef werkelijk dien nacht uit, maar
is den volgenden dag te Amsterdam gezien met
een groot, slordig met bruin papier omwikkeld
pak, dat kleederen scheen te bevatten.
Die nacht moet dus noodlottig voor de arge-
looze vrouw geweest zijn en terwijl ginds, op drie
kwartier afstands, in 't kamp te Laren het feest
werd gevierd, ter eere van den verjaardag der
Koningin, werd hier, in eeu stil boschje, waarschijn-
lijk het ontzettend gruwelstuk bedreven.
Het onderzoek van Vrijdag strekte zich allereerst
uit over den Nieuweu 's Gravelandschen weg, van-
daar ging men naar het terrein rechts van de
spoorlijn en zoo vervolgens naar den Laarder
straatweg en een deel van't bosch van oud-Bussum.
Natuurlijk onderzocht men ook de vijvers, want
hier zal de moordenaar wel het bebloede goed
hebben uitgewasschen, waarbij misschien 't een of
ander uit de zakken in 't water is gevallen.
Bij zaken als deze hangt zeer veel van 't toeval
af. Maar hoe men zocht en speurde, niets werd
gevonden. Wel werd een oogenblik de aandacht
geschonken aan een oud vrouwenlaarsje dat men
vond en een halsdoek, maar beiden bleken niet aan
de vermoorde te hebben kunnen toebehoord.
Tien uur heeft men de onderzoekingen nauw-
keurig voortgezettoen gaf de politie en de
recherche het voor dien dag op.
Er is nu een plan outstaan om eenige bloed-
honden, nit Eugeland te ontbieden, te laten zoeken;
gelijk men weet werden deze dieren vroeger reeds
met zeer veel succes in dergelijke zaken gebruikt,
ja, men noemt een goed rechercheur wel eens
z/speurhond."
De zaak blijft tot nog toe even duister als bij
't begin maar ik hoop dat ook thans zal blijken,
dat de misdaad niet ougestraft blijft en de vrouwen-
moordenaar zijn verdiende straf niet zal ontgaan.
De tocht der Mohammedaansche pelgrims
naar Mekka is een lijdensgeschiedenis geweest,
zooals er niet dikwijls een verhaald wordt.
Uit Tunis vertrokken 6000, uit andere Noord-
Afrikaansche kustplaatsen nog 3000 bedevaart-
gangers en van die 9000 personen keerden er
slechts 2000 terug. De weg van den heiligen
berg naar Mekka, die door een 100,000 pelgrims
gevolgd werd, geleek een slagveld hij was bezaaid
met. lijken en met stervenden, slachtoffers van die
vreeselijke ziekte, die in weinige uren ook de
krachtigste en gezondste personen ten grave sleept.
Een bataljon van 800 Egyptische soldaten werd
afgezonden om de lijken te begraven en de nog
levenden weg te voerentoen het terugkeerde
telde het nog slechts 200 man, de overigen waren
eveneens door de cholera aangetast.
I G E Z 0 I) E STU It Iv E
Mijnheer de liedacteur
Wij hebben dezen brief gesteld en u toegezonden, na over
de onderwerpelijke zaak met onze medearbeiders rijp en breed
gesproken te hebben en tot eenstemmigheid te zijn gekomen.
Geleerd zijn wij niet en evenmin rap met de pen, en daarom
verzoeken wij u de taal- en spelfonten er uit te halen.
Wij hebben alien iets op het hart, heer Redacteur, en het
moet er af.
Zoo goed als de beste en rijkste Ter Neuzenaren, gaat ons
het wel en wee onzer gemeente ter harte. Wij hebben goede
oogen genoeg om te zien, dat hier nog niet alles op zijn
elf en dertigste is, en wij hebben eveneens gezond verstand
genoeg om niet te vergeten dat Keulen en Aken niet op
een dag zijn gebouwd.
Maar het stuit ons tegen de borst te bevinden. dat er in
onze gemeente lieden zijn, die te hooi en te gras alles be-
knibbelen en bevitten wat ons gemeentebestuur doet en niet
doet, en die het vooral op het Ed. Achtb. hoofd onzer ge
meente gemunt hebben, dezen verdacht trachten te maken
en bezwadderen met hun lastertong.
Wij kunnen niet gelooven, dat die lieden echtegeboren en
getogen Ter Neuzenaren zijn. Het zullen wel vreemdelingen
wezen, van elders aangewaaid, rijks-ambtenaren of zoo iets,
die geen hart hebben voor onze veste.
Het is een laag en laaghartig werk, dat zij met hunne laffe
en kleingeestige kritiek uithalen en waarmede zij slechts
ontevredenheid zaaien, verwijdering onder de ingezetenen
veroorzaken en achterdocht en wantrouwen wekken.
En het is ons hier vooral te doen om te protesteeren tegen
hnnne pogingen om onzen waardigen burgemeester de kroon
van het hoofd te rukken, als zou hij in zake de cholera en
de kermis het heil onzer gemeente hebben verwaarloosd, de
belangen van den minderen man hebben miskend en den
rijken lui, den werkgevers naar de oogen gezien.
Wij, arbeiders, weten wel beter. Wij zullen nooit vergeten
hoe hij meer dan eens voor ons soort van menschen is opge-
treden bij geschillen tusschen werklieden en werkgevers.
Iudien iemand hier een aanbidder is van het gouden kalf of
een vereerder der opgaande zon, de Ed. Achtb. Heer Van
Boven zeker niet, dit moeten alle Ter Neuzenaren hem
meegeven.
Wij zouden durven vragen of zelfs het verloop der wer-
kelijke of vermeende cholera in onze gemeente, Z.E. Achtb.
reeds niet in het gelijk stelt, nu hij het gevaar niet aanwezig
heeft geoordeeld of althans minder dreigend dan door anderen
werd voorgesteld.
Dit staat in alle gevallen vast, dat hij heeft voorkomen,
dat onze haven besmet is verklaard en dat wij arbeiders
zonder werk zijn geraakt.
En ware het anders geweest, waren wij dientengevolge bij
gebrek aan werk, broodeloos geworden,zegt
eens gij Bramsen's, Roth's, Van Peuteren's en hoe gijlieden
spijkers-op-laagwaterzoekersvonijnzuigers verder heeteu