Gemengde berichten.
Kantongerecht te Hulst.
Bij Kon. besluit van 15 dezer is aan den
heer Mr. C. Pijnacker Hordijk, op zijn verzoek,
een eervol ontslag verleend als Gouverneur-generaal
van Ned.-Indie onder dankbetuiging voor de vele
en gewichtige diensten door hem aan den lande
bewezen en met bepaling dat voormeld eervol
ontslag gerekend zal worden in te gaau met den
dag, waarop hij de functien van Gouverneur-gene
raal aan zijn opvolger zal bebben overgegeven.
Bij Kon. besluit van 15 dezer is benoemd tot
Gouverneur-generaal van Ned.-Indie de heer Jhr.
C. H. A. van der Wijck, oud-vicepresident van
den Raad van Ned-Indie met bepaling dat hij als
zoodanig optreedt den dag waarop hij te Batavia
zal aankomen.
Men schrijft uit Noord-Brabant
Veel wordt er gesproken en geschreven over de
al of niet vermindering van de zout-fraude. Met
eenige zekerheid valt daarover nog weinig te zeggen.
Onmiddellijk aan de grenzen zal de smokkelarij
steeds blijven bestaan. In alien gevalle ligt er in
den accijns van f 3 per 100 kilogram een vol-
doende winst, om het zoutdragen daar voort te
zetten. Eene andere kwestie is het echter of de
smokkelarij verder dan een half uur of een uur
van de grenzen met voordeel kan worden gedreven.
Zoolang er werkloosheid heerscht, zal ook die gang
blijven bestaan beter een kleine winst en veel
gevaar dan niets. De bewoners van het Heike zijn
nu eenmaal opgeleid voor het vak van zoutdragen,
en de zin voor dit avoutuurlijk bestaan wordt niet
op eenmaal uitgebluscht. Toch willen zij wel
anders, nu de accijns is verminderd en de winst
gering wordtmaar zij hebben geen werk. Het
zoogenaarnde Heike, de naam drukt het reeds uit,
bestaat grootendeels uit heide, en daar valt niets
te verdieneu. De besturen van de drie betrokken
gemeenten, waarouder de bewoners van het Heike,
ongeveer 1200 zielen, behooren, doen niets en
laten als maar waaien.
Zij hopen, dat het rijk te eeniger tijd als werk-
verschaffer zal optreden. Het ware inderdaad wen-
schelijk, dat eens van rijkswege werd onderzocht
of in dezen toestand geen verandering kan worden
gebracht. Als de commissie van enquete in zake
arbeid eens een veertien dagen op het Heike zitting
hield, zou zij tal van merkwaardige bijzouderheden
vernemen, hoe men daar aan den kost komt.
TER iXEEZEX, 18 Juli 1893.
Bij de heden gehouden verkiezing voor vier
leden van den gemeenteraad, wegens periodieke
aftreding, werden van de 514 kiezers 358 stemmen
uitgebracht.
Bij de periodieke verkiezing in 1891 was het
aantal kiezers 528 en stemden 435 kiesgerechtigden
bij de herstemming 430. Op 7 Maart 1.1. (vaca-
ture Grenu) stemden van de 493 kiezers, 371 en
bij de herstemming 405.
Te Hoek stemden 89 van 161 kiezers.
Bij Koninklijk besluit van den 14 Juli zijn
benoemd tot plaatsvervangend dijkgraaf van den
Visartpolder de heer J. Lijbaart en tot plaatsver
vangend dijkgraaf van den Magdalenapolder de heer
A. B. Thomaes.
Na gehouden overgangs—examens zijn aan
de rijks hoogere burgerschool te Middelburg o. a.
bevorderd van de 1st" Daar de 2de klasse J. W.
Vooren, van de 2de naar de 3de klasse J. J. Ver-
linde en van de 3de naar de 4de klasse H. J. Vooreu.
Aan het gymnasium te Middelburg zijn o. a.
na overgangs-examen bevorderdtot de tweede
klasse G. A. van der Ilooft, van Ter Neuzen, en
P. J. van Santen, van Breskens.
Bij de j.l. Vrijdag door den Notaris Mr. J.
P. Dronkers in den Van Lijudenpolder gehouden
verkooping, werden verschillende perceelen tarwe
voor f 138 en haver voor 134 per gemet
verkocbt.
schuld geloof," antwoordde hij ernstig." Ook zei
ik niet, dat ik u voor medeschuldige of mede-
wetende houa. Alleen de wensch om de oogen-
blikken te bekorten, die ik voor de vervulling van
mijn pijnlijken plicht noodig heb, deed mij besluiten
dit verzoek tot u te richten. Slechts ongaarne
zou ik hier een omslachtige huiszoeking verrichten,
waarbij tegen mijn wil uw gevoel misschien nog
veel pijnlijker zou getroffen worden."
Een oogenblik keek zij hem verwijlend aan,
toen zei zeffKom mee," en ging door twee
praehtig geraeubileerde kamers hem voor naar een
kleiner, zeer lief vertrek. Aan de weelderige
inrichtiDg en de verkwistende wijze, waarop het
versierd was met allerlei kostbare nietigheden,
herkende men het dadelijk als het boudoir van een
verwende dame uit de groote wereld.
„Hier is alles nog op dezelfde plaats en in den
zelfden toestand, waarin mijn arme zuster het
heeft achtergelaten," snikte Wally met half ver-
stikte stem. //U zult daar alles vinden, wat Josephine
de moeite waard achtte om bewaard te worden."
Bij dezc woorden wees zij naar een sierlijke
schrijftafel, die in een hoek bij het venster stond.
Haar gelaat hield zij echter aanhoudend van Norman
afgekeerd, alsof zij niet kon aanzien hoe hij de
nalatenschap van haar zuster ging ontwijden.
Norman trad op de schrijftafel toe en zag, dat
de sleutels in de sloten staken. Als Josephine dus
niet buitengewoon achteloos geweest was, zouden
hier niet veel geheimen te ontdekken zijn. Over-
Axel, 17 Juli. Zaterdag jl. werd ten huize van
mej. de wed. L. B. A. Rolff alhier, eene vergade-
ring gehouden van voorstanders tot afschaffing der
tollen op de Prov. wegen. Een groot aantal
belangstellenden was aanwezig. De heer M. J.
van Vessem, daartoe aangezocht, had zich bereid
verklaard dit punt op die vergadering inteleiden.
Spreker begon met de opmerking, dat, ofschoon
hij geen persoonlijk belang had bij de afschaffing
der tollen, zulks hem niet belette op te treden
voor de volksbelangen, waar hij dit noodig oordeelde.
Hij had het om die reden in het voorjaar op zich
genomen een adres te ontwerpen, waarin aan de
Slaten van Zeeland de afschaffing der tollen op de
Prov. wegen werd verzocht. Het resultaat daarvan
was aan deze vergadering zeker niet onbekend.
Met 23 tegen 14 stemmen werd op voorstel van
Ged. Staten besloten, afwijzend op het verzoek te
beschikken. Het aantal voorstemmenden heeft even-
wel doen zien, dat er eene sterke neiging bestaat om
de tollen op te heffen en de bezwaren in het adres
vermeld mogen door enkelen overdreven zijn ge-
noemd, weerlegd zijn ze niet. Spreker stelt aan
de vergadering de vraag ,/Zult gij, voorstanders
der afschaffing, in het gevallen besluit berusten,
of zullen door u verdere pogiDgen worden aangewend
ter bereiking van het beoogde doel. Naar sprekers
oordeel, staat berusten in het besluit gelijk met
het bestendigen der tollen.
De heer D. J. Oggel neemt hierop het woord
en zegt dat hij door ondersteuning van het adres
heeft getoond te zijn een voorstander van de
afschaffing, doch hij wenscht niet dadelijk tot eene
nieuwe adresbeweging over te gaan. Niettegen-
staande hij gelooft, dat Ged. Staten die zaak liefst
van de baan zouden schuiven, zou hij het toch
wenschelijker achten hiermede te wachteu tot door
Ged. Staten een nieuw onderzoek was ingesteld,
zooals hun op voorstel van den heer Van Waes-
berghe-Janssens door de Prov. Staten was opgedragen.
Hij hoopt, dat het aantal voorstanders in de najaars-
vergadering tot een 24tal zal zijn aaugegroeid.
De heer Van Vessem repliceerende, zegt, dat
het hem is gebleken, dat de heer Oggel is een
man vol geloof hij daarentegen vol ongeloof
wat betreft het door Ged. Staten in te stellen
onderzoek. Hoe toch zullen, zegt spreker, Ged.
Staten bij een uiuuw onderzoek tot andere resultaten
komen. De zaak is immers, volgens eigen verklaring,
door hen reeds ernstig onderzocht. Spreker wacht
geene verandering in de zienswijze van de leden van
Ged. Staten, mannen zoo uitnemend geschikt voor
hunne taak. Hij betreurt het evenwel, dat zij te
veel als machthebbenden optreden tegenover hunne
medeleden in de Staten, die hunne lastgevers zijn.
Ook worden z. i. de zaken niet steeds met eene
aan de waardigheid dier vergadering passenden ernst
behandeld. Het komt hem zeer wenschelijk voor
gebruik te maken van het recht van petitie, teneinde
daardoor in de najaarsvergadering eenigen aandrang
uit te oefenen.
De heer Oggel, op nieuw het woord verkrijgende,
kan zich volkomen vereenigen met het door den
heer Van Vessem gesprokene. Oorspronkelijk was
hij van meening, dat het doel der vergadering
was, onmiddellijk te requesteeren. Dit zou hij
wel wat voorbarig achten. Hij is er evenwel sterk
voor tegen de najaarsvergadering bij de Staten een
adres in te dienen, waarin de bezwaren tegen het
behoud der tollen nogmaals worden uiteengezet.
Ook de houding van Ged. StateD tegenover hunne
medeleden wordt door hem ten zeerste afgekeurd.
Ernstige zaken moeten z. i. steeds ernstig worden
behandeld.
Hierop stelt de heer Van Vessem aan de verga
dering de vraag //Zullen we ons bij het gevallen
besluit al of niet neerleggen Algemeeu is men
van oordeel, zich opnieuw bij adres tot de Staten
te wenden tevens wordt besloten het ontwerpen
ervan op te dragen aan den heer Van Vessem, die
zich hiertoe bereid verklaart. Evenals de vorige
maal, zal dit adres op nader te bepalen tijd voor
belanghebbenden ter teekening worden neergelegd.
eenkomstig zijn plicht opende Norman echter de
laden en liet zijn blikken onderzoekend op den
inhoud daarvan rusten. Die inhoud getuigde zeker
niet van Josephine's liefde tot orde, want in bonte
mengeling lagen daar verwelkte bloemen en uit-
gedroogde ruikertjes, zooals de dames bij den cotillon
van hare dansers ontvangen, verder fraaie suuis-
terijen en kleine kunstvoorwerpen, waarschijnlijk
verjaargeschenken van vriendinnen of bekenden,
en daar tusschenin een aantal brieven en een smal
boekje in rood saffiaanleeren band.
Terwijl hij in zijn binnenste een hevigen striji
voerde, stak Norman weifelend de hand uit naar
de brieven, ongeveer dertig in getal en zeer ver-
scheiden in uiterlijk. Hij schikte ze bij elkaar
tot een pakje en stond toen in twijfel of hij het
hoekje ook zou meenemen, daar hij niet wist,
waarvoor het gediend had.
„Kunt u mij zeggen, juffrouw Reimar, wat dit
boekje bevatP" vroeg hij eindelijk. Nu keerde
Wally hem haar gelaat toe en antwoordde //Het
is het dagboek van mijn zuster een heiligdom,
waarin zij niemand een blik gunde, zelfs mij niet.
Ik hoop mijnheer, dat de u opgedragen taak zich
niet uitstrekt tot deze aanteekeningen."
/,Ik moet de beslissing hierover aan den rechter
laten," antwoordde hij schijnbaar kalm en hij voegde
het boekje bij de brieven. //Wees echter zeker
juffrouw, dat van den inhoud geen misbruik za
worden gemaakt en dat u het onbeschadigd terug
ontvangt. (Wordt vervolgd.)
Middelburg. In eene gisteren avond zeer druk
Dezochte vergadering der liberale kiesvereeniging
z/Eendracht maakt macht" is met algemeene stemmen
eene motie aangenomen, waarbij de niet tegenwoor-
digheid van de heer Tk. van Uije Pieterse te Vlissin-
gen, afgevaardigde van het kiesdistrict Middelburg
c. a. bij de Provinciale Staten van Zeeland, ter laatste
vergadering dier Staten wordt gelaakt en tot dien
leer het verzoek gericht zijn mandaat ter beschik-
der kiezers te stellen.
Zitting van 17 Juli 1893.
VeroordeelitH. R., te Clinge, ter zake van over-
treding reglement veterinaire politie tot eene boete van f 3,
subsidiair 2 dagen heehtenis.
A. E., te Hontenisse, ter zake van overtreding reglement
wegen en voetpaden; tot eene boete van f 0,50, subs. 1
dag hecht.
F. Ph., te Clinge, ter zake van overtreding reglement wegen
en voetpaden tot eene boete van f 1, subs. 1 dag hecht.
P. M., te Stekene (Belgie), ter zake van overtreding regle
ment wegen en voetpadentot eene boete van f 6, subs.
2 dagen hecht.
C. L. v. D., te St. Jansteen, ter zake van het in 'dron-
kenschap verstoren der orde tot eene boete van 3, subs.
2 dagen hecht.
A. B., te Koewacht en J. H., te Hontenisse, ter zake van
openbare dronkenschapieder tot eene boete van f 0,50,
subs. 1 dag hecht.
D. A., te Stekene (Belgie), en A. L., te St. Jansteen, ter
zake van openbare dronkenschap ieder tot eene boete van
f 2, subs. 2 dagen hecht.
P. S., te St. Jansteen, en B. H., te Clinge, ter zake van
openbare dronkenschapieder tot eene boete van f 1, subs.
1 dag hecht.
J. F. L., te St. Jansteen, ter zake van openbare dronken
schap; tot eene boete van 10, subs. 3 dagen hecht.
P. G. v. K. en A. M. S., te Hulst, ter zake van het
verwekken van rumoer waardoor de nachtrust wordt verstoord
ieder tot eene boete van f 1, subs. 1 dag hecht.
J. B. B. en F. T., te Clinge (Waes), ter zake van straat-
schenderij ieder tot eene boete van 10, subs. 3 dagen hecht.
P. D., te Stoppeldijk, ter zake van overtreding der visscherij
tot eene boete van 2maal f 0,50, subs. 1 dag voor iedere boete.
M. d. V., te Stoppeldijk, ter zake van overtreding der
visscherij en het opgeven van een valschen naam tot eene
boete van /I en een van f 10, subs. 1 dag en 5 dagen hecht.
E. L., te Vlissingen, ter zake van het invoeren van versch
rundervettot eene boete van 0,50, subs. 1 dag hecht.
M. A. H. en T. C. V., te Hontenisse, ter zake van over
treding van het reglement op de brandweer te Hontenisse
ieder tot eene boete van f 1, subs. 1 dag hecht.
J. D., F. v. d. K. en P. M., te Hontenisse, ter zake van
overtreding van het reglement op de brandweer te Hontenisse;
ieder tot eene boete van f 0,50, subs. 1 dag hecht.
V ri jgesproken i S. D., te Clinge, ter zake van
overtreding reglement veterinaire politie.
J. J. R., te Hontenisse, ter zake van overtreding van het
reglement op de brandweer te Hontenisse.
Vrijdagmiddag om halfvier heeft er in een loge-
ment Goudsbloemstraat 25 te Amsterdam een
moordaanslag plaats gehad.
Zekere Bakker woonde daar reeds sedert langen
tijd met eene vrouw samen. Een vak oefende hij
niet uit; steeds trachtte hij door bedelen in zijn
onderhoud te voorzieu. Hij gaf zich voor verlamd
uit, en wist zoo het medelijden der menschen op
te wekken. Intusschen stond hij bij de politie
vrij slecht aangeschreven, daar hij in de gevangenis
te Leeuwarden o. a. 15 jaren had doorgebracht.
Vrijdagmiddag zat hij in de gelagkamer, in ge-
zelschap van de vrouw, die huisclijke bezigheden
verrichtte. Plotseliug sprong hij op, haalde een
mes te voorschijn en bracht haar daarmede een
wond onder het hart toe. De logementhouder en
zijn vrouw, die in het vertrek aanwezig waren,
schoten ijlings toe, en voorkwamen gelukkig een
nieuwen aanval. De vrouw zakte ineen en werd
naderhand naar het Binnen-Gasthuis overgebracht.
Men hoopt haar in het leven te kunnen houden.
Bakker was onderwijl naar het politiebureau
geloopen, waar hij zijn misdaad aangaf en natuurlijk
in heehtenis werd genomen.
De moordaanslag schijnt met voorbedachten rade
geschied te zijn. Herhaaldelijk toch heeft hij zich
uitgelaten, dat hij van plan was de vrouw te dooden.
Vrijdag had hij wat geld weten te bemachtigen,
waarvoor het mes gekocht was.
Tot dusver werden te Anloo verkoopingen,
verhuringen enz. van den preekstoel afgekoridigd.
De tegenwoordige predikant maakte daaraan een
eind, omdat de stichtelijkheid er onder leed. De
ingezetenen richtten nu een verzoek tot den
kerkeraad om de aflezing weer in te voeren.
Niet ver van Ginneken, bij de gren.s van
Belgie, aan den -zoogenaamden //Paal," bevond
zich eene landbouwerswoning, bewoond door Van
Opstal. Deze woning met de schuur zijn Vrijdag
een prooi der vlammen geworden. Onder het
brandeu miste men het kleinste kind, een wicht
van een paar jaren. Overal werd gezocht, doch
nergens werd het knaapje gevonden. Eindelijk ja,
daar zat het in een zandhok onder het bakhuis,
in gezelschap van den hond, die zijn kleineu
makker hier veilig waande. Een man, die het
kind daar zag, wilde het spoedig naar de in angst
verkeerende ouders brengen, maar de hond duldde
niet dat men zijn beschermeling zou aanraken en
beet zelfs den man in den arm. Eerst nadat de
ouders nader kwamen, liet het dier het kind uit
het zandhok gaan.
Het eiland Schiermonnikoog wordt door den
eigenaar, mr. E. J. Banck te 's Gravenhage, te
koop aangeboden voor f 350,000. Zoowel Belgen
als Duitschers reflecteeren daarop tot een bedrag
van 240,000 tot/310,000.
Men schrijft uit Leeuwarden
De mierenplaag in het postkantoor of liever in
de woning van den postdirecteur, die tijdens het
winterseizoen aan het verminderen was geweest,
is later weder toegenomen. De warmte der laatste
maanden heeft de mieren doen vermenigvuldigen
nog erger dan verleden jaar het geval was. //Niets
is hun heilig." Zij weten overal door te dringen
en vullen de vertrekken in alle hoeken, in kasten,
laden, vooral in trommels, hoe goed ook gesloten,
als er maar eetwaren in zijn. De woning van
den postdirecteur is dan ook opnieuw langer on-
bewoonbaar geworden, en deze ambtenaar was
daarom persoonlijk bij den minister van Waterstaat,
om op den onhoudbaren toestand te wijzen en
vergnnning te krijgen zich weder, evenals ten vorigen
jare, voor 's rijks rekening tijdelijk, zoolang de plaag
aanhoudt, van eene andere woning te voorzien.
Limburg driDgt aan op eene hervorming van
het corps marechaussees en in het algemeen op eene
verandering van de bevoegdheid der politie naar
Pruisischen trant.
Hier te lande drijft men den spot met de politie
en zelfs met de marechaussees. Het kermisvierende
landvolk weet dat zij van de wapenen geen gebruik
mogen maken dan nadat zij aangevallen worden.
Daardoor komt het dat in Pruissen edu enkele
z/Schutz" beter in staat is eene geheele streek in
orde te houden dan hier te lande eene geheele
brigade.
Stel twee politiemannen tegenover een veertig
h vijftig woesteliugendie twee mannen moeten
die woedenden tot bedaren brengen. Dit heeft
meermalen met het beste gevolg plaats, maar dit
moet ons zoowel verwonderen als verbazenhet
pleit in ieder geval voor de bekwame voorzichtigheid
dier mannen.
Maar hoe dikwijls hoort men niet, dat de mare
chaussee door de woedende, meestal halfdronken
menigte wordt aangevallen en overrompelddat
hun de wapenen worden ontnomen eer zij er ge
bruik van kunnen maken dat zij onder den voet
komen met het uiterste gevaar voor hun eigen leven?
Wat gebeurt verder, als een marechaussee over-
marid is en, om zijn eigen leven te redden, een
schot in 't honderd lost
Dan gebeurt, wat reeds meermalen gebeurd is.
Dan gebeuren er ongelukken, die niet zouden
voorkomen, wanneer de marechaussee met de noodige
meerdere macht bekleed was.
De Pruisen weten, dat bij hachelijke voorvallen
hun marechaussee vuur mag geven, na de vooraf-
gaande sommatie „Im Name des Konigs".
De Pruisische marechaussee kan dan al zijn
tegenwoordigheid van geest behouden en zijn schot
lossen op eene minder gevaarvolle plaats, wanneer
hij van zijne wapenen moet gebruik maken. Hier-
van kan bij ons geen sprake zijn. Trouwens hij
moest wel een wondermensch wezen, die, aangesteld
om orde en gezag te haudhaven, onder den voet
gehaald, geschopt en geslagen, in gevaar voor zijn
eigen leven, dan nog met alle tegen woordigheid
van geest de noodige voorzichtigheid kan in acht
nemen, om niet op eene levensgevaarlijke plek
van zijnen tegenstander te schieten van mikkon
kan toch onmogelijk sprake zijn.
Een werkman derStadsreiniging te Amsterdam
was een der laatste dagen zeer verhit van den arbeid,
nam een lump uit een der vuilnismanden, om
de zweetdroppels op het gelaat te drogen. Spoedig
daarop werd zijn gezicht dik, het zwol meer en
meer op, zoodat hij onmiddellijk naar het gasthuis
moest worden vervoerd. Hier werd de patient,
wiens toestand steeds verergerde, geopereerd, evenwel
zonder guustig resultaat.
De man stierf aan bloedvergiftiging, een weduwe
met 2 kinderen ualatende.
v Meneer ik heb 'n berichie I" En
een kleuter van een jaar of vijftien vertelt met
rappe tong, hoe een- melkboer een kind heeft
overredeu.
//En de dokter zeimeneerhet kind was hoogst
bedenkelijk, en het mos direct naar't gasthuis."
„Wie was die dokter?"
z/Jao, meneer, dat weet ik niet, het was een
dokter, die in 't waoter geweest was."
z/Iu 't water
Ja, hij had gebaad hij droeg een handdoek
over zijn arm, en het waoter liep er uit
Dan gaat de knaap voort met de schildering
van het ougeluk, van het overriden van het kind
door den waoter— en melkboer." Wanneer hij
uitgepraat is, draait hij zijn sigaar, die hij tot nog
toe achter zijn rug weggemoffeld heeft, zenuwachtig
tusschen zijn vingers, die steeds in den rouwzijn,
wacht een poosje, en begint haperend, ofschoon
hij anders uitstekend zijn woordje weet te voeren
»Me neer nou heb ik nog een berichie.
Heb ik geen mooi pak an, meneer
z/Ja, het schijnt Zondag voor jou te wezen
z/Dat is 'took, meneer! Maar, dat is't hum
niet, meneerHet is nou net twee en een
half jaor, dat ik berichies gebracht heb, en
daor heb ik nou dat pak veur gekocht. Ik had
zes gulden van uwes, twee gulden van eene andere
krant, en nog eens een paar kwartjes en dubbeltjes
van een paar kleine blaodjes, en zoo heb ik een
pak opgespaord.
//Is dat geen goed berichie, meneer vraagt de
schalk lachend. //Nou, meneer is 't niet
mooi herhaalt hij, wanneer hij niet onmid
dellijk ant,woord krijgt.
yJongen" is het antwoord //dat is het
mooiste bericbtje, dat je gedurende die twee en
een half jaar hebt aangebracht. Jij bent een flinke
vent het zal in de courant I"
z/Doet uwes het heusch P"
,/Ja 1"
Zooals geschiedt bij deze. Een jongen, die twee
en een half jaar spaart, om een nieuw pak kleeren
te koopen, verdient eene eervolle vermelding, even