RECHTSZAKEN. Arrondisseiuents-rechtbiuik te Middelburff. van eene stoomtram heeft zich tot de Prov. Staten gewend, om eene bijdrage van f 25000 in de kosten van aanleg van een stoomtramweg van Brouwershaven naar het Zijpe en St. Philipsland naar Steenbergen. De weg is lang 46 kilometer waarvan ongeveer 11 kilometer opNoord-Brabandsch grondgebied. In de laatste maanden is bij herhaling weder bet drukkende aangetoond van het kwitantiezegel, althans voor kleine bedragen. Verschillende Earners van Koophandel hebben in verzoekscbriften aan de Staten Generaal op afschaffiug aangedrongen. Verleden week is dit onderwerp in de afdeelingen der Tweede Earner ter sprake gebracht, in verband met de voorgestelde wijziging der wet op de kan- selarij leges. In het verslag lezen wij, dat door enkele leden de intrekking van de wet op bet plakzegel wensche- lijk en billijk werd genoemd. De bepalingen omtrent bet plakzegel zijn lastig en belemmerend voor het verkeer, en waar de Minister van financien, met het oog op de belasting of bedrijf- en andere inkomsten, eene tegemoetkoming aan de ambtenaren voorstelt, schijnt bet billijk ook aan den handel en de bedrijven eenige verlichting van druk toe te staan. Dit zou bereikt worden door de intrekking der bovengeuoemde wet, waardoor hoofdzakelijk de detail-handel zou worden gebaat. Wei geeft de wet den crediteur het recht het zegel aan den debiteur in rekening te brengen, doch de practijk leert, dat dit in vele gevallen niet mogelijk is. Hiertegen werd opgemerkt, vooreerst dat de detail-handelaars het plakzegel toch in den regel door den consument doen betaleu, en dat bovendien bij de genoemde wet van 1882 eene verlaging, van zegelrechten werd ingevoerd. In de gevallen, waarin thans een vast recht van f 0.05 is verschul- digd, moest v<56r de wet van 1882 een hooger recht worden voldaan. Dit mag niet over het hoofd gezien worden, al moet anderzijds worden toegegeven, dat vroeger het zegelrecht feitelijk werd ontdoken en niet betaald. Deze laatste opmerking werpt natuurlijk de geheele redeneering omver, dat in 1882 een ver- laagd zegel is ingevoerd. Wat feitelijk niet betaald werd, werd ook niet gevoeld, en daarom was de invoering van hetstuivers-kwitantiezegel met strenger controle inderdaad een verzwaring van lasten. Een vrijstelling der bedragen onder f 25 zoustellig in hooge mate aan de bezwaren te gemoet komen. De beweging tegen de weesinrichting te Neerbosch schijnt eene nieuwe phase in te treden, waarin naast de drukpers ook het gesproken woord te baat genomen wordt om, op het voetspoor van de heeren Van Houten en Van Deth, grieven tegen de stichting van den heer Van 't Lindenhout te luchten. Te Amsterdam is Zondag eene vergadering ge- houden van oud-weezen, die door een hunner, den heer J. W. Sleef, letterzetter aan de Telegraaf, waren bijeengeroepen. De vergadering werd door een 60tal oud-weezen bijgewoond. De leider der vergadering, de heer Sleef, omschreef als doel van de bijeenkomst, dat men moest trachten een nauw- keurig onderzoek uit te lokken om te verbeteren wat de verbetering behoefde. Van de financieele kwestie konden de weezen weinig weten, maar wel kunnen zij oordeelen over de voeding, de reiniging, de ligging en de ziekeuverpleging. Om daarover de waarheid te doen hooren, gaf hij het eerst aan zich zelven, als ond-wees, het woord, om in hoofdzaak adhaesie te schenken aan de door de heeren Van Houten en Van Deth te berde brachte grieven. Die heeren overdrijven soi zijn soms heftig en verward, maar de hoofdzaken, die zij mededeelen, zijn waar, volgens hem. Een niet onaanzienlijke minderheid nam het echter voor den heer Van 't Lindenhout op, en koo3 krachtig voor hem partij, tot niet geringe ergernis van de overigen, die aan het einde der vergadering toen de minderheid, ongeveer Ys van de °PSe" komenen de zaal verlaten had, de volgende motie uitsprak tfDe vergadering van oud-weezen, gehouden op Zondag 25 Juni in cafe De Wetering, Ruysdael- kade te Amsterdam Gehoord de verschillende besprekingen over de door hen ondervonden behandeling in de weesin richting te Neerbosch; eischen in naarn der billijkheid en rechtvaar- digheid, dat een justitieel onderzoek zal worden ingesteld door een in elk opzicht onpartijdige commissie, samengesteld uit onafhankelijke oud- weezen en manuen van de pers betreuren tevens de voorgekomen getuigenissen van enkele oud-weezen, die door eigenbelang of andere niet ver te zoeken redenen gedreven ge noemde stichting van elken smet trachten te vrij- waren geven ten slotte bun diepe verontwaardiging te kennen over de houding in deze zoo ernstige zaak door het Nieuwsblad voor Nederland aangenomen, dat reeds vroeger meermalen toonde met de waarheid op een gespannen voet te leven." De vergadering, die nu en dan zeer rumoerig was, verliep onderwijl. De tegenstanders van de motie verlieten het lokaal. Een veertigtal oud- weezen stemden vddr de motie. De volgende brief werd in de vergadering voor- gelezen Den Heer G. Ewast. Juist toen u vertrokken waart (om naar de vergadering te gaan) kwamen bij mij boven twee brigadiers der rijksveldwacht om mij te vragen naar het adres van A. J. van Houten. Natuurlijk anlwoordde ik vraag hem dat zelf, daar staat hij. Hij overhandigde hem toen een dagvaarding, uit- gaaude van den rechter van instructie te Amsterdam om getuigenis af te leggen in zake de mishandelingen te Neerbosch. De vervolging gaat niet uit van Van't Linden hout, maar van de justitie direct. Hij moet overmorgen reeds compareeren, dus 't is kort dag. Nu moet ik nog gedagvaard worden en dan zijn de poppen aan 't dansenik meende u en de vergadering daarvan keunis te moeten geven. Gelieve dit der vergadering voor te lezen opdat de bladen dit morgen kunnen opnemen. Uw toegenegen vriend W. van Deth. De Prov. Geld, en Nijm. Ct. bevatte dezer dagen een voor die inrichting en haar bestuur zeer gunstige verklaring van de heeren Jb. Mouliju, E W. Smits Pz. en E. A. G. van Hoogenhuyze, predikanten der Ned. Herv. gemeente te Nijmegen. Zij verklaarden daarin zich te ergeren over de lichtgeloovigheid van het publiek ten aanzien van het eerste het beste schotschrift van onbekende lieden. ,/Ons zeggen zij is het behoefte te verklaren, dat wij, jarenlang met de familie Van't Lindenhout en de weesinrichting bekend, waar de eerstonder- geteekende sedert 1884 wekelijks catechiseert, den heer en mevrouw Van't Lindenhout hooger hebben leeren achten en hartelijker hebben liefgekregen, naarmate wij hen beter hebben leeren kennen. Ons vertrouwen op hen is in spijt, neen tengevolge van al wat dezer dagen tegen hen geschreven is, niet geschokt, integendeel bevestigd en versterkt." Het verhaal vau den oud-verpleegde Ewast over lichamelijke mishandeling wordt door de drie genoemde heeren gedeeltelijk tegengesproken, ge deeltelijk teruggebracht tot een eenvoudige kastijding. Men leze Eerst-ondergeteekende sprak 22 dezer de zuster der gestorvene, die ontdaan was over haar broeders geschrijf. 31 jaar oud, wordt zij, zelve zwak, sedert 23 jaar te Neerbosch verpleegd. Zij is der ziekenmoeder in het ziekenhuis tot hulp. Zelf had zij al dien tijd nooit straf gehad. Haar overleden zuster, Jansje Ewast, lijdende aan een borstkwaal waaraan zij na een verblijf op de wees inrichting van pi. m. 4 jaar overleden was, had mevrouw Van 't Lindenhout bij zich gehouden voor het lichtere werk, stoffen, enz. Aan haar zuster had Jansje nooit geklaagd, dat zij slaag kreeg. Cornelia Lankair, die te gelijk met Jansje bij mevr. V. 't L. werkzaam was, waar zij nog steeds dient verklaarde hem, dat mevrouw nooit een hand naar Jansje uitgestoken had, alleen, als zij reden tot ontevredenheid gaf, haar wel eens berispt had. De heer Van 't L. kwam er rond voor uit dat hij E. Ewast ter dege gekastijd had. Maar waar zou het ook heengaan, als er tuchteloosheid heerschte onder zooveel kinderen De jongen had inbraak gepleegd en gestolen. Lichaamstraf wordt uiterst zelden toegepast en dan altijd in tegen woordigheid van verpleegden. Dit is nu een feit dat onderzocht is, merken de inzenders op. Zij zijn overtuigd, dat hetzelfde lot bijna al den overigen ingebrachten grieven zou wedervaren. In Haarlem's Dagblad geeft de heer Jansen den indruk weer, dien hij verleden jaar bij een bezoek aan de inrichting heeft ontvangen. Die indruk was beslist ongunstig een gelegenheid om te baden, ja zelfs om zich te wasschen, ontbrak ten eenen- male geen plantje of bloempje streelde het oog er was niets tot ontspanningelke poging der bezoekers om een glimlachje op de strakke ge- zichtjes te roepen, misluktehet waren levenlooze steenklompen, kleine menscheu, doch geen kinderen, wezens //Waarin men stelselmatig alien leveuslust had verdoofd, die men, door overdreven gods- dienst-zin, ijzeren tucht en onthouding van alles wat naar wereldsch genot zweemt, tot machine- raderen verlaagd had." In de schoollokalen en ook aan de etenstafel zaten verscheidene jongens met petten en meisjes met hoeden op ten bewijze, dat zij klieren hadden. In de ziekenzaal was de toestaad zoo, dat den heer Jansen de tranen in de oogen werden geperst en de dames-bezoeksters haar toevlucht buiten moesten zoeken. //Een lief meisje van 4 jaar 1: doodziek, het hoofdje op den rand der harde tafel geleund. Dat kind ging sterven ik zag, ik voelde 't, zegt de heer Jansenen niemand uiemand die zich om 't arme wicht bekommerde/ Toen den geleider der bezoekers op dit hartver- scheurende tafereel werd gewezen, antwoordde deze koel, dat er niet veel meer aan gedaan kon worden dan gedaan was. In de slaapzaal scheen men de bezoekers voor het vraagstuk te stellen, hoe men, zonder over de bedden te loopen, van het eene eind der zaal naar het andere kon komen de gansche zaal scheen £en groot bed, overdekt door een grauwe reus- achtige sprei. Hoe het eten was, kan schrijver niet beslissen, aar de reuk stoud hem reeds tegen en aan tafel heerschte de grootste wanorde, o. a.doordat de een met een lepel, de ander met een vork en de derde met zijn vingers at, terwijl de kinderen maar op het eten aanvielen zonder te bidden. Toen de heer Jansen, door al deze dingen gedesillusionneerd, was vertrokken en onderweg in gedachten was verzonken, werd hij plotseling met een hevigen ruk op zijde geslingerd, /juist bij tijds am niet vertrapt te worden door de hoeven van twee vurige paarden, gespannen voor een met zijde gevoerd rijtuig. In dat rijtuig, zegt de heer Jansen zat de heer Van't Lindenhout, directeur der door ons bezochte weesinrichting." Norman wilde zich niet bekend maken als tot de politie te behooren. Eindelijk overwon een goede fooi de laatste bedenkingen van den concierge en Norman ging de met een mollig tapijt bedekte trap op om met sneller kloppend hart aan te schellen. Een knap dienstmeisje, dat tamelijk slaperig scheen, deed na eenig wachten de deur open. Zij was blijkbaar verwonderd toen ze een geheel onbekend heer om dezen tijd voor zich zag staan ze scheen hem de deur voor den neus te willen dichtwerpen voor hij nog een woord gesproken had. Doch iets voornaams in Norman's uiterlijk weerhield haar toch en zij vroeg ietwat beschroomd wat hij verlangde. Wegens een driugende zaak wensch ik den heer Rudolf Sieveking te spreken. Wilt ge zoo goed zijn hem hiervan onmiddellijk kennis te geven P" z/Dat is onmogelijk, want mijnheer Sieveking is nu nog niet thuis. Als u mij de boodschap wil ffNeen maar weet ge misschien waar ik uw heer zou kunnen vinden in zijn club of in een restaurant Ik zou zeer dankbaar zijn als ge mij dat kondet zeggen." Met een uitdrukking van leedwezen haalde het meisje de schouders op. #Ik kan u daarover geen inlichting geven, maar ik zal de juffrouw eens vragen. Zij is toevallig nog op, omdat wij op mevrouw wachten, wij zijn erg ongerust over haar lange uitblijven. Wacht hier maar een oogenblik, mijnheer Blijkbaar had de vreemdeling een gunstigen indruk op haar gemaakt, daar zij zoo spraakzaam en gedienstig jegeus hem waswat zij binnen omtrent hem gemeld had, was dan ook zeker niet in zijn nadeel geweest want weinige oogenblikken later verscheen eene dame op den drempel der geopende deur. Deze dame was jong en schoon zij droeg heur fraaie bruine hoofdhaar in dikke lange vlechten, die om haar schedel gestrengeld lagen. Bij het heldere licht uit de kamer herkeude men onmiddel lijk haar schoone gelaatstrekken, als zeer gelijkende op die van de dame, welke een paar uren geleden op het Prater vermoord werd. De beambte, die in de schaduw was blijven staan, groette haar met een buiging. #U wenscht mijn schoonbroeder te spreken, mijnheer," zei de joDge dame, „maar die is helaas niet te buis en hij heeft niet gezegd, waar hij heen ging. Waarschijnlijk zal hij vooreerst nog niet thuis komen. Zou u misschien uwe mededeelingen ook schriftelijk voor hem kunnen achterlaten Terwijl zij den beambte op zoo vriendelijke wijze te woord stond, had deze een korten doch zwaren inwendigen strijd gevoerd. Nu zij op eenig ant-, woord van hem wachtte, trad hij naar voren, zoodat het voile licht op zijn gelaat viel, en antwoordde ,/Neen juffrouw Reimar, maar gaarne zou ik eenige oogenblikken met u spreken." Een onderdrukte kreet van verbazing ontsnapte aan haar lippen en een vlucbtig rood kleurde haar wangen. ,/Luitenant Norman? U hier? In het huis mijner zoster z/Ik ben geen luitenant meer, juffrouw Ik ben ambtenaar bij de politie," antwoordde hij eenigszins bitter." Weet u niet, dat ik anderhalf jaar geleden mijn ontslag moest nemen (Wordt vervolgd). TEIt NEEZEX, 27 Juni 1893. Gisteren werd alhier door Burg, en Weth. aan- besteed de levering van petroleum voor de straat- verlichting gedurende 1893/94. Hiervoor hadden ingeschreven de heeren Arie H. Donze voor 6,40 en P. J. Versluijs voor 6,13 per 100 liter. Aan den minsten inschrijver is de levering gegund Bij koninklijk besluit zijn benoemd tot ge- zworen van den Eoudepolder de heer J. de Eraker van den Pierssenspolder de heer G. Dees Pz van den Bontepolder de heer C. van der Ilooft van den Melopolder de heer H. Erauckenvan den Elisabethpolder, gemeente Biervliet, de heer A. de Groote, en van het waterschap van den Nieuwen Passageulepolder de heer C. J. Sturm Met ingang van 1 Juli a. s. is bij Eoninklijk besluit benoemd tot betaalmeester te Sas van Gent de heer J. E. Heemskerk, thans surnumerair bij den dienst van 's rijks schatkist en adjunct-commies bij het weduwen— en weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen te Domburg de heer T. Lambrechtsen, thans te Aardenburg. Omtrent de viering van het zilveren ambts- jubile van den heer burgemeester van Honteuisse, op Dinsdag 20 Juni j.l., schrijft Eloosterzande nog nader Des voormiddags 10 uur werd in eene open bare vergadering van den gemeenteraad de jubilaris door den heer wethouder Adriaansens gecomplimenteerd. Daarbij werd gewezen op het vele in de 25 jaren onder zijn bestuur en door zijue krachtdadige mede- werking tot stand gebracht, hem daarvoor in kern- achtige woorden lof en dank gebracht, en als aandenken aan dit feest namens de leden van den gemeenteraad en den secretaris een geschenk aan- geboden zijnde een ivoren presidentshamer, rijk versierd met kunstig bewerkt zilveren ornamentiek, prijkende met de wapens van den jubilaris en de gemeente, omgeven met lauwer— en eikenloof be- nevens de jaartallen 18681893op eene zilveren banderolle in de opdracht gegraveerd. Deze hamer is vervaardigd in de Eon. fabriek van de firma Van Eempen en Zonen te Voorschoten. Ten half 11 uur werd door de kinderen der openbare scholen Molenstraat en Noordstraat, met medewerkiog van de harmonie St. Cecilia, eene aubade gebrachtdeze slaagde naar wensch. Ten 11 uur werd door de feestcommissie, voor- zitter de heer W. Goedhart, namens de ingezetenen een geschenk aaugeboden, zijnde eeu prachtig be- werkte zilveren bokaal. Behalve de geschenken vau verschillende inge zetenen, ontving de jubilaris ook nog een cadeau van eenige aannemers van publieke werken, zulks als herinnering aan zijn zilveren jubil^ als Ont- vanger-Griffier van het Calamiteus waterschap Wal- zoorden, in Januari j. 1. herdacht. Des namiddags van 1 tot half 3 uur hield de jubilaris ten zijuen huize receptie. Een ontelbaar getal personen, waaronder ook uit naburige ge- meenten, namen daaraan deel. Aan den optocht namen ook deel de leden van den gemeenteraad, de schoolcommissie, het bestuur der Ned. Herv. kerk en de verschillende armbesturen, de in dit gedeelte der gemeente bestaande gilden en vereenigingen. Van dien optocht, die flink georganiseerd was, werden door den heer E. de Lozanne Jr. te Hulst totographien genomen, die zeer goed geslaagd zijn. Op het dorp Eloosterzande waren vier prachtige eerepoorten opgericht. Geheel het dorp, de Molen straat, de Groenendijk en Walsoorden waren versierd met sparren waaraan opschriften, vlaggen en wimpels en waartusschen sparregroen en guirlandes van groen en bloemen. Het geheel maakle een prachtig effect. Concerten door de harmonie //St. Cecilia" en het mannenkoor „Vrijheid Eendracht" en eene algemeene illuminatie tusschen de versiering en ook aan de huizen van vele ingezetenen besloot dit schoone feest, dat nog lang in aangename herinnering zal blijven en waarmede Hontenisse bewezen heeft, dat het zijn burgemeester niet alleen hoog acht, maar ook bemint. Moge ZEd. voor de gemeente nog lang gespaard blijven. Ten slotte zij een woord van hulde en dank gebracht aan de feestcommissie voor de wijze waarop alles door haar geregeld was en voor de vele moeiten en zorgen die zij zich getroost heeft, om dit feest te doen zijn wat het geweest is. Ziisimslag. Gemeenteraadszitting van Vrijdag 23 Juni. Tegenwoordig alle ledeD. Medegedeeld werd dat door de heeren Geelhoedt, Van Hoeve en De Ruijter hunne benoeming is aangenomen als lid van het algemeen burgerlijk armbestuur en dat door Ged. Staten is goedgekeurd het raadsbesluit tot het aangaan eener geldleening ten bedrage vau f 2500. Met algemeene stem men werd goedgekeurd aan den laagsten inschrijver H. Elaassen te Zaamslag, voor f 2435, te guunen het vervangen van de grindbaan door keibestrating van een gedeelte weg nabij de los- en laadplaats aan- besteed op heden. Met algemeene stemmen werd besloten de noodige reparatieu te doen aan de gemeenteschuur en tot het plaatsen van een nieuwe ijzeren pomp bij het gemeentehuis. De rechtbank heeft in hare zitting van 27 Juni de volgende vonnissen uitgesproken M. E. d. J., oud 19 j., dienstbode te Ter Neuzen, gedetineerd te Middelburg, is wegens diefstal ver- oordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf met in mindering brenging der doorgebrachte hechtenis. L. d. G., oud 52 j., werkman te Clinge, is wegens als voren veroord. tot 7 dagen gevang. 1°. A. H., oud 17 j., 2°. Th. Z., oud 14 j., werklieden te Luntershoek (Stoppeldijk), zijn wegens als voren de 1* veroord. tot 7 dagen gevang. de ontslagen van rechtsvervolging. V. E. T., oud 29 j., werkman te Westdorpe, is wegens overtreding visscherij en wederspannigheid veroord. tot 14 dagen gevang. en tweemaal f 6 boete en tweemaal 3 dagen hechtenis. J. J., oud 20 j., klompenmaker te Clinge, is wegens huisvredebreuk veroord. tot f 1 boete of 1 dag hecht. A. B., oud 24 j., dienstknecht te Graauw, gedetineerd te Middelburg is wegens oplichting en diefstal veroord. tot 3 maanden gevang. met in mindering brenging der doorgebrachte hecht. A. Dh., oud 28 j., gepensioneerd militair te Eoewacht, gedetineerd te Middelburg, is wegens diefstal veroord. tot 2 maanden gevang. met in mindering brenging der doorgebrachte hecht. Heden werd voor de rechtbank behandeld te men ons uit de zaak tegen H. J. A., oud 41 j., werkman Ter Neuzen, gedetineerd te Middelburg, beklaagd van brandstichting (zie ons blad vau 20 Mei 1.1.) Het O. M. vorderde een gevangenisstraf van een jaar met in mindering brenging der doorge brachte hechtenis. De behandeling dezer zaak i3 geremitteerd tot 15 Augustus a. s.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1893 | | pagina 2