Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2918.
Zaterdag 29 April 1893.
33e Jaargan^.
Gemengde bericbten.
TER NEUZEX, 28 April 1893.
In de Woensdag 26 dezer alhier gehouden
vergadering van de vereeniging van Burgemeesters,
Secretarissen en Ontvangers in Oostelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen kwam, na behandeling van onder-
scheidene andere zaken, waarbij o.m. werd vastgesteld
dat de aanstaande Jnni-vergadering zou worden
gehouden te Hulst en de daarop volgende September-
vergadering te Axel, aan de orde de iu de vraagbus
gevonden navolgende vraag
Wordt er thans met het geven van buitengewone
machtigingen (Art. 26 jachtwet) naar behooren
gehaudeld
Sommige leden waren voor uitstel van behandeling
van dit onderwerp, omdat de tijd reeds zoover was
verstreken en ter zake eene kwestie haugende was,
welk laatste, volgens een ander lid bestond in een
adres om het verleenen van die machtigingen
tegen te gaan.
De vergadering besloot evenwel tot dadelijke
behandeling.
Daar geen der audere leden het woord ter be-
spreking vraagt, treedt de voorzitter, de heer an
Boven, daaromtrent in eenige beschouwingen.
Volgens art. 26 der jachtwet, worden tegen de
nadeeleu, uit te groote vermenigvuldiging van wild
of schadelijk gedierte ontstaaude, maatregelen
verordend.
Van te groote vermenigvuldiging van wild kan
in deze streken hoegenaamd geen sprake zijn. Daar
zorgen de stroopers maar al te goed voor.
Boeren, geen jagers en mannen aan wier oordeel
de voorzitter de grootste waarde heclit, hebben
hem meermalen verzekerd dat het wild hier hoege
naamd geeue schade aan den landbouw veroorzaakt
en dat hier thans ook geene buitengewone machti
gingen tot het schieten van schadelijk gedierte
noodig zijn, daar de artikelen 12 en 28 van de
jachtwet hier voor het oogenblik vrij voldoende
iu dit onderwerp voorzieu.
Dat dit zoo is schijnt bevestiging te vinden door het
feit dat in sommige gemeenten bijna volstrekt geene
buitengewone machtigingen worden aangevraagd.
Het valt evenwel hoogst moeielijk voor een
burgemeester, indieu die aanvraag wordt gedaau
door een persoou, op wien niets te zeggen valt,
hem te doen blijken van wantrouwen, en dit
verklaart, dat in andere gemeenten de aanvragen
zoo veelvuldig wordeu gedaan, dat schier iedere boer
iu het bezit van eene buitengewone machtiging is.
De voorzitter ge'iooft dat het stellen van nadere
regelen voor de toepassiug van art. 26 der jachtwet
zeer gewenscht is.
De heer Oggel zegt zich hiermede te kunnen
vereenigen, doch acht het dienstig daarbij tevens
tot steun van de burgemeesters tegeuover aanvragers
en om onnoodige aanvragen tegen te gaan, uit te
drukken dat het inachtnemen van groote behoed
zaamheid door de burgemeesters in deze zaak zeer
aanbeveling verdient.
Een ander lid wilde ook de politie in het algemeen
hierbij betrekken, doch ziet hiervan af na van
den heer Cpllot d'Escury goede inlichtiug te hebben
ontvangen.
Na nog eenige gedachtenwisseliug ter zake en
nadat een paar leden de vergadering reeds haddeu
verlaten, besluit deze met algemeeue stemmen in
den zin als door den voorzitter en den heer Oggel
is aangegeven.
De heer Vereauteren spreekt hierna over de
groote moeielijkheden, die de landbonwers aan de
grenzen eeuigen tijd geledeu hebben oudervouden
bij het over de grenzen breDgen van hun vee ter
beweiding en bij de bemesting hunner grondeu
laners de grenzen.
Het is in het belang van Zeeuwsch-Vlaanderen
dat alle landbouwers aldaar goed samenwerkeu om
bij den uitvoer van vee naar Belgie de voorschriften
stipt in acht te nemen en aan Belgie geen reden
tot eenig beklag te geven, daar anders zeker dadelij k
de invoer van vee in Belgie langs de grens van
Zeeuwsch-Vlaanderen weder zal worden verboden,
waarvan de groote nadeeleu den landbouwers in
Zeeuwsch-Vlaanderen bekend zijn.
De voorzitter zegt, met veel genoegen te hebben
vernomen hetgeen door den heer V ercautereu is
in het midden gebracht, vermits daarbij werkelijk
ten zeer groot belang voor Zeeuwsch-Vlaanderen
is betrokken. De Oommissans der Ivoniugin heett
er dan ook meermalen op gewezen, dat de landbouwers
aldaar in deze hoogst voorzichtig dieneu te zijn
om zich voor gaoote schade te vrijwaren.
De heer Van Boven geeft den heer Vereauteren
de stelligsle verzekering dat aan deze zaak te
Ter Neuzen de beste zorgen worden gewijd, het
geen goed in Belgie bekend is, wat het veevervoer
over Ter Neuzen veel bevordert.
waarschijnlijk met eeuige handlangers, een buiten-
gewoon brutale streek uitgehaald.
Een Belg, die voor zaken te Amsterdam vertoefde
en die om zich „een beetje te verzetten" Maandag-
nachl de Warmoesstraat uitwandelde, werd door
een vrouw de 0. Z. Armsteeg binnengelokt. Een
politie-agent, die op den hoek op post staat om de
bezoekers te waarschuweu, dat het daar bij nacht
uiet vertrouwd is, gaf ook dezen vreemdeling den
goeden raad om maar liever terug te keeren. De
man stoorde zich echter niet aan deze waarschuwing,
maar ging met zijn gelijdster een huis binnen.
Een kw.irtier later kwarn de man zich reeds
beklagen, dat hij iu die steeg binnenshuis totaal
was uitgeschud.
Nauwelijks was de deur achter hem dicht
aldus luidde zijn verhaal of hij werd beetgenomen
en beroofd van alles wat hij bij zich had. Vooreerst
van een portemonnaie met vijftig gulden, een aan-
deel in een Russische Spoorweg maatschappij, groot
1250 roebel, benevens deposito-bewijs op zijn
naarn, van de Nederlandsche Bank, groot veertien
duizend gulden. Ook zijn gouden remontoir-horloge
raakte hij kwijt.
Terstond heeft de politie een onderzoek ingesteld
maar zelfs voor rechercheurs is het levensgevaarlijk
die steeg. Toch deed de politie eergisteravoud
Thans is de zaak in
Een verdacht bewoonster uit de beruchte
0. Z. Armsteeg te Amsterdam heeft Maandagnacht,
een belangrijke ontdekkiug.
de handen der justitie.
Twee schuldigen aan de plundering van een
buitenman, eveneens in een logement in de 0. Z.
Armsteeg, werden eergisteren te Amsterdam ver-
oordeeld resp. tot drie en tot twee jaar gevangenisstraf.
Nu in de Streek (N.-Hde regenbakken
bij de kerken bijna of geheel geledigd zijn, doet
het gebrek aan drink water zich steeds krachtiger
gevoelen, zoodat reeds een ruim gebruik gemaukt
wordt van putwater. Hier en daar gebruikt men
reeds slootwater. Regenwater wordt te Grootebroek
o. a. thans met 10 a 15 cents per gang betaald.
De 3 ton gouds zijn er 6 geworden
Uit Breda wordt het volgende geschreven in
verbaud met de reeds een paar malen besproken
erflating van f 300,000
De overledene, mevrouw de weduwe Beens, ge-
boren Kersteus, heeft nagelaten een olografisch
testameut, waarbij zij heeft bepaald, dat het huis
door haar bewoond, een ruim aanzieulijk gebouw
de Nieuwstraat (waarachter een groote tuin)
met den geheelen inventaris en voorts al hare
bezittingeu zouden komen aan de stichting genaamd
z/Oude Vrouwenhuis," gelegen in de Nieuwe Diest
straat, alhier, onder de bepalingen dat de stichting
zou worden overgebracht in haar huis, dat zij (de
stichting) rekening en verantwoording zal doen aan
den gemeenteraad, dat de regenten zulleu worden
benoeuid door den gemeenteraad, op voordracht
van het college der regenten, enz. Mochten deze
of andere door haar gemaakte bepalingen niet kunnen
worden geaccepteerd, dan vervalt haar vermogen,
geschat op p. m. zes ton gouds, aan de algemeene
armen der gemeente.
De vraag zal nu moeten worden beantwoord of
de Regenten over het „Oude Vrouwenhuis" de
voorwaarden zulleu kunnen accepteeren. De stichting
immers bestaat uit gelegateeide sommen gelds,
die onder bepaalde voorwaarden zijn aangenomen
Tegenwoordig zijn er niets dan R K. oude vrouwen
iu het Oude Vrouwenhuis, aangezien er ook een
protestantsche inrichting tot hetzelfee doeleinde is.
Mocht deze stichting ophouden te bestaan of te
overbevolkt worden, dan zouden de protestantsche
oude vrouwen in de stichting Nieuwe Dieststraat
moeten worden opgenomen, aangezien het niet be
paald is, dat daarin uitsluitend R. K. moeten
worden opgenomen.
Een voor Nederland niet onbelangrijke
vervolging is op het oogenblik voor een der kainers
der correctioneele rechtbank te Parijs aanhangig.
Het geldt hier het beroemd product der fabriek
van Van Houten te Weesp.
Sedert de wereldtentoonstelling van 1889 genoot
Van Houten's cacao te Parijs en over geheel
Erankrijk een groote populariteit, steunende op de
getuigschriften en verklaringen van een groot
aantal doctoren, deskundigen en bladen. Toch
heeft na een nieuw onderzoek het parket aan
voormelde rechtbank noodig geoordeeld eene straf-
vervolging in te stellen tegen de heeren F. Scheffer,
chef, F. Jarron, gdrant en C. Lanos, oud-gerant
der firrna Van Houten, wegens vervalsching van
levensmiddelen, als zouden zij, onder den naam van
zuivere oplosbare cacao, ten verkoop hebben aan-
geboden cacao, vervalscht door ontneming van
vetten en toevoeging van potasch, in alien gevalle
van voor de gezondheid schadelijke stoffen.
Bij het verhoor van beklaagden erkende de heer
Scheffer deze feiten voorwaardelijk, nl. in zooverre,
dat de ontneming van vetten en toevoeging van
het percentage van alcalische zouten noodig waren
om de vervorming tot poeder en de oplosbaar-
en verteerbaarheid te bevorderen.
Van wege het openbaar ministerie waren als
deskundigen gedagvaard de hoogleeraren lliche en
Brouardel, die beiden verklaarden, na gedane
expertise, in de toevoeging van potasch eene voor
de gezondheid schadelijke vervalsching te zien.
Daartegen hielden de vanwege de verdediging
gedagvaarde deskundigen de goede eigenschappen
der cacao-Van Houten staande. De chef van het
het departement van indirecte belastingen
verbonden laboratorium, de heer Bardy, beweerde,
de ontneming van vetten noodig was voor de
bevordering der verteerbaarheid, en dat de gevonden
sporen van potasch bestonden in potaschphosphaten,
die o. a. in brood, meik en de meeste voedings-
middelen voorkomen. Bij deze verklaring sloten
zich de andere deskundigen der verdediging, de
scheikuudige Vincent en de hoogleeraren Dujardin-
Beaumetz en Gautier volkomen aan.
Voor de verdere opeubare behandeling, waarbij
dus het O. M. zal moeten bewijzen, dat in de
onderzochte cacao voor de gezondheid schadelijke
potasch voorkomt, is eene continuatie van acht
dagen verleend.
Een Fransch dierentemmer te Lissabon zou
dezer dagen weder een voorstelliug geven, toen
plotseling een leeuw en eene leeuwin hem aanvielen.
De ongelukkige trachtte tevergeefs zijn gezag te
doen gelden. De razende dieren sloegen hun tanden
in zijn licbaam. Een clown kwam te hulp en
schoot de leeuwin met een karabiju dood, waarop
de leeuw zich terugtrok, maar het was te laat.
Doodelijk gewond werd de dierentemmer opgenomen
en spoedig daarop overleed hij in het ziekenhuis.
Iu de meeste deelen van Duitschland is
geen regen gevallen sinds 21 Maart, behalve een
ir druppels op 15 en 16 April, die echter te
zamen nog geen halven millimeter opleverden,
terwijl gewoonlijk in dien tijd 45 mM. water valt.
Zelfs in de buitengewoon droge jaren 1858, 1872
tot 1875, 1885 en 1887 heerschte niet zoo'n
langdurige droogte. In 1865 viel er geen water
gedurende 28, of als we een regenval van mM.
buiten rekening laten, gedurende 37 achtereen-
volgende dageri,maar dat was in September en
October, toen
de langdurige
droogte van weinig
belang
was. De boeren en de tuinlieden klageu
zeer, want de plantengroei lijdt onder dit gebrek
aan waterzelfs de jonge blaadjes der boonen zien
er niet zoo frisch uit als anders. En het Crgste
is nog, dat niet spoedig eene verandering te
wacbteu is.
Als een gevolg van de langdurige droogte, komen
steeds meer berichten uit Oostenrijk en Hongarije
over verwoestende branden.
Te Parijs heeft eene zonderlinge weddenschap
plaats gehad. Een millionair van Cuba wedde n.l. met
een kellner van een der Parijsche restaurants om
1000 pond sterling, dat deze niet binnen 24 uren
2000 broodjes met ham zou kunnen klaarinaken. De
kellner echter had de broodjes reeds gereed in 19
uur 40 minuten, zoodat hij de weddenschap schit-
terend won. Hij had 22 hammen versneden. De
broodjes, die natuurlijk ook door den Amerikaan
waren betaald, werden gezonden naar eenige weezen-
inrichtingen en ziekenhuizen.
Te Hull blijft de toestand nog dreigend, zoo
zelfs, dat op verzoek van den Burgemeester in
allerijl nog 60 dragonders, een detachement der
Schotsche garde en 150 politie-agenteu uit York,
Leeds en Huddersfield naar Hull zijn gezonden
Ter beurze werd een adres onderteekend en daama
naar den burgemeester gezonden. In dit adres
wijzen de kooplieden op het gevaar, dat hun onbe-
schermde eigendommen bedreigt en stellen zij het
gemeentebestuur aansprakelijk voor de schade, welke
hun zal worden veroorzaakt.
De brand van het hout der heeren Wade heeft
24 uren geduurd, en toen was nog niet al het
gevaar geweken. De werklieden weigerden te helpen
om andere houtstappels buiten het bereik der vlam-
men te brengen, zelfs toen hun 10 shillings per
uur als loon werd geboden. De schade, door den
brand veroorzaakt, blijkt nu 60,000 pd. st. te
bedragen.
De werklieden maken zich aan allerlei balda-
digheden schuldig. Zoo sneden zij een aantal
zakken met tarwe stuk, die in een waggon geladen
waren en strooiden den inhoud over de straat.
De kantoren en loodsen der firma Wilson moeten
steeds door eene talrijke politiemacht worden bewaakt.
Op het oogenblik hebben de reeders 2500 werk
lieden, die niet tot de vereeniging behooren, en
nog steeds komen nieuwe troepjes aan
De scheepvaart in de haven wordt door de marine
beschermd. Telkens nog komt de politie in het
conflict met de werkstakers. Nu reeds zijn ouge-
veer 20 personen wegens ernstige wonden bij die
opstootjes ontvangen, in de ziekenhuizen onder
geneeskundige behandeling. De in hechtenis ge-
nomen werkstakers zijn wegens verzet tegen de
politie door de politie-rechtbank onmiddellijk tot
eeuige wekeu gevangenisstraf veroordeeld,
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
Zitting van Donderdag 27 April 1893.
Voorzitter de heer J. A. van Boven.
Aanwezig de heeren Jac. de Feijter, Mr.
Dronkers, Joz. de Feijter, Harte, Moes, Tazelaar,
Wieland, Visser, VanlJsselsteijn, Van der Hooft,
De Koeijer, Nelemans en de Secretaris.
Wordt overgegaan tot de beeediging van het
nieuw benoemd raadslid den heer M. van den
Hoek. Binnengeleid door den secretaris, legt
deze in handen van den voorzitter de bij de
wet geeischte eeden af en neemt hij zitting,
na felicitatie door de leden.
De notulen der vorige zitting worden gelezen.
Op de vraag van den voorzitter of iemand
eenige aanmerkingen had op inhoud of redactie
zegt de heer Nelemans, dat hij niet gezegd
heeft geen heil te zien in het uitdiepen van
het kanaal terplaatse der loskade.
Dit zou zeer vreemd zijn. Hij heeft op de
vraag vah den heer Visser, wie verplicht is tot
uitbaggering de Waterstaat of de Spoorweg-
maatschappijgeantwoord dat de Spoorwegmaat-
schappij moet zorgen, dat het kanaal voor de
oude loskade op de noodige diepte blijft. Boven-
dien moet bij die diepte rekening gehouden
worden met de sluis, opdat het afschutten geene
moeilijkheden zou ondervinden.
De voorzitter wenschte ook dat aanteekening
gehouden werd van zijn denkbeeld, of het niet
mogelijk zijn zoudat de Maatschappij tot
Exploitatie van Staatsspoorwegen dit werk wilde
ondernemen.
De heer Van IJsselsteijn raadde aan dit maar
niet te doen, hij noemt het een absurditeit j
voor die acht kilometers zal deze Maatschappij
hieraan niet beginnen.
De voorzitter blijft bij zijn idee, hoedanig men
dit ook qualificeere.
Hierna worden de notulen goedgekeurd.
Aan de orde is het benoemen en verplaatsen
van onderwijzers.
Door Burg, en Weth. wordt voorgesteld de
heer J. J. van Doeselaar onderwijzer met hoofd-
acte en Mej. Duijvestein, over te plaatsen naar
de nieuwe school op Java, alsmede de heer J.
F. Faas, onderwijzer met hoofdacte en Fransche
taal van school A naar school B. Hiertoe
wordt met algemeene stemmen besloten.
De voorzitter deelt mede, dat men gehoopt
had de nieuwe school te kunnen openen met
1 Mei, doch omstandigheden onafhankelijk van
den wil, zelfs tegen den zin van het Dag. Best,
beletten dit. Dit zal nu geschieden op 1 Juni.
Wordt overgegaan tot het benoemen van een
onderwijzer aan school A. Twee sollicitatien
waren ingekomen, een van den heer J. Jansen
te Biervliet en een van een vroeger hoofd eener
school. Uit de voordracht bestaande enkel uit
genoemden heer Jansen wordt deze met 12
stemmen gekozeneen stem was in bianco.
Aan den raad wordt aangeboden het gemeente-
verslag over 1892, dat in druk of afschrift ver-
krijgbaar zal zijn en den leden ter lezing
gezonden zal worden.
De heer Nelemans vraagt of het veel zou
kosten dit te doen drukken, zoo niet dan zou
hij het in overweging geven dit te doen.
De voorzitter wil naar de kosten informeeren.
Aan de leden is verzonden het gedrukt ver-
slag van de Kamer van Koophandel.
Thans wordt in behandeling genomen het in
de vorige vergadering gedane voorstel van den
heer Joz. de Feijter verhooging van de toelage
aan de vrijwillige brandweer van 30 op 75 gulden.
De voorzitter deelt het rapport mede door het
bestuur der brandweer ingezonden over den
laatsten brand aan het spoor. Hieruit blijkt,
dat de vrijwillige brandweer het eerst op het
terrein aanwezig was en spoedig daarna de
militaire en gemeentebrandweer. Het personeel
heeft flink gewerkt, waardoor grootere onheilen
zijn voorkomen. Het brandpiquet voor het eerst
dienst doende heeft goede hulp verleend. Spuit
C kon spoedig inrukken terwijl de spuiten A en
B, alsmede die der vrijwilligers het blusschings-
werk voltooiden. Dit rapport wordt voor kennis-
geving aangenomen.
De heer Nelemans op wiens voorstel besloten
was met het nemen van een besluit te wachten
tot een rapport was ingekomen, vernomen heb-
bende hoe de toestand van de kas der vrijwillige
brandweer is, dat de leden zelve nog moesten
contribueeren zal thans het voorstel gaarne
steunen.
Het voorstel van den heer Joz. de Feijter,
de toelage tot 75 gulden te verhoogen,ingaande
met 1 Jan. '93, wordt in omvraag gebracht en
met algemeene stemmen aangenomen.
Ingevolge het gesprokene over eene verorde-
ning op het dansen enz. in de vorige vergadering
geeft de voorzitter de volgende in overweging.
van de Ter Ueusensclie Courant.
in