Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
GELDLEENING.
f 16000
No. 2912.
Zaterdag 8 April 1893
33e Jaargang.
Binnenland.
iBONNEMBIT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbonders.
ADVEBTENTIEN.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Burgemeester en Wethouders van SAS VAN
GENT maken bekend, dat met 1 Jlei a. s. ten
behoeve dier gemeente eene geldleeniug, groot
rentende
verdeeld in aandeelen van f 400,-
4 pCt., zal worden aangegaan
dat de inschrijvingsbiljetten voor die leening
voor Donderdag 20 April 1893 vrachtvrij aan hen
moeten ingezonden worden en
dat het plan van leening op de gemeeute-secretarie
ter lezing ligt.
Sas van Gent, den 30 Maart 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
JOH. VERSCHAFFEL.
De Secretaris,
L. N. STUBBIE.
Jfolitieli Overzicht.
Een Kabinet-Meline, zoo luidden de berichten
uit Frankrijk, zou het ministerie-Ribot vervangen.
Vele bladen uitten hunne groote verwondering over
de keuze van president Carnot en spraken van een
Aprilgrap. En toch was 't er van gekomen, had
de heer Meline in zijne opdracht kunnen slagen,
maar Poincare weigerde de aanvaarding der por-
tefeuille van financien. Hierop legde de heer
Meline zijne taak weer neder, en werd, na een
onderhoud met den voorzitter der Kamer, aan den
Minister van onderwijs in het Kabiuet-Ribot, den
heer Dupuy, de samenstelling opgedragen. De
uitslag van diens pogiugen wareu Dupuy,
president-minister en Minister van binnenl. zaken;
Develle buitenlandsche zaken Poincare onderwijs;
Viette, openbare werken Viger, landbouw Loi-
sillon, oorlog Rieunier, marine, Peytral, financien,
Ferrier, handel en Millard justitie. Latere be
richten melden evenwel dat Dupuy er van afzag
een ministerie te vormen, tengevolde de weigering
van Peytral voor fiuancien, zoo Lockroy niet als
Minister van Handel en Nijverheid optrad. Op
aandringen van Carnot heeft Dupuy niet formeel
de opdracht geweigerJ. De president der Republiek
zou met den voorzitter der Kamer raadplegen, zoo
luide een later bericht.
De laatste berichten melden dat de beer Dupuy
toch geslaagd is. Het Ministerie werd aldus samen-
FBUILLETON
Naar het Italiaansch van Tommasina Guidt
door H. C.
27) nn-
De gravin schreide toen zij de zwarte, krullende
lokken der kleine zwerfster kuste en fluisterde haar
toe»Ik zal u komen opzoeken, ik zal altijd
goed voor u blijven en u braaf en gelukkig maken."
,/U houdt het andere kindje nog bij u," sprak
Rosa, die zich onderworpen in de afreis geschikt
had, en zij voegde er in gedachten bij//Arme
gravin, als gij wist wat ik weet
Voordat zij vertrok nam zij de voedster nog ter
zijde.
,/Luister, Annunziata Gij zult nu spoedig weer
in uw huis komen mocht gij het echter ooit den
eenen of anderen dag in het hoofd krijgen het ge-
heim van dien nacht te verraden, bedenk dan dat
helsche straffeu de verraders wachten."
Dit zeggende zette zij onnatuurlijk groote oogen
op en maakte het teekeu des kruises
Gravin Uario bleef alleen met haar mau, met
het knaapje en met mevrouw Marr***, die op
verzoek van den graaf op de villa was komen
logeeren.
„Thaus, lieve Innocenza. moet gij u ontzaglijk
voldaan gevoelen dunkt mij, over de vrome taak
van moeder die gij op u genomen hebtDe graaf
deelt in uwe gevoelens en is u oneindig dankbaar
daarvoor."
#Het is mij onverschillig. Weet gij wat Het
gesteld Dupuy voorzitter en binnenl. zaken, Develle
buitenl. zaken, Peytral financien, Guerin justitie,
Poincare onderwijs, Loisillon oorlog, Rieunier marine,
Viette openbare werken, Ferrier handel en Viger
landbouw. Voorts wordt nog gemeld, dat het
Ministerie in de Kamer eene korte, maar krachtige
verklaring zal afleggen. Het Ministerie zal vooral
doen uitkomen, dat de Kamer nog veel werk heeft
te verrichten en zal de afgevaardigden daarom drin -
gend uitnoodigen hunne taak tot een goed einde
te brengen vdor de verkiezingen. Het kabinet zal
geen aanspraak maken op bijzondere voortreffelijk-
heid, maar het zal krachtig optreden en zich geheel
wijden aan de belangen van de republiek en het
vaderland. Het Ministerie zal er slechts naar streven
moedig zijn plicht te vervullen. De Kamer zal
Donderdag weer bijeenkomen.
Het schijut, dat na eene voile maand pratens
over de groudwets-herziening, in de Belgische Kamer
het groote struikelblok, de woningcensus, uit den
weg zal worden geruimd. De heer Feron, behoorende
tot de uiterste linkerzijde heeft het meervoudig
stemrecht aangegeven als een middel tot het treffen
van een vergelijk. Of nu het beloofde land eiude-
lijk gevonden is zal wel spoedig blijken, want
Dinsdag zijn de discussies over de herziening der
grondwet her vat.
Reeds wordt gemeld, dat volgens de verklaringen
van afgevaardigden en senatoren van alle richtingen
een vergelijk zou kunnen worden getroffen op den
volgenden grondslag Algemeen stemrecht op den
leeftijd van 25 jaren, met tweejarig verblijfen
een aanvullend stemrecht voor den eigendom en
de capaciteiten. Het dubbe'ie stemrecht der huis-
vaders wordt algemeen afgekeurd, als eer tot des
potisms dan tot matigheid leidende. Men loopt
dus niet meer rond in een doolhof zonder leiddraad,
zonder hoop op een uitweg, al rijst er nog menig
duistere vraag hoe het bij zooveel versehil van
iuzicht nog zal uitloopen.
In Italie maken de bankschandalen nog steeds
een punt van bespreking uit en thans worden er
weer onthullingen over de Siciliaansche Bank gedaan
waarin de namen van verschillende staatkuudige
personen worden genoemd. De hertog Delia Ver-
dura, de directeur der Bank, heeft zijn ontslag ge
nomen. Hij beschuldigt den premier Giolitti van
zijn iuvloed gebruik te hebben gemaakt om eenige
personen aan geld te helpen. De voormalige direc
teur ligt met de regeering overhoop, eu zooals
het meestal geschiedt, gaat het ook hier. Dan
gaat men klappen en de hertog is hier druk mee
bezig. Zelfs doet hij weten, dat hij op verlangen
van het publiek vele staaltjes die den Minister—
schijnt Gods wil te zijn mij op eene zware proef
te stellen met deze kindertjesHet jongske, ge
heel buiten zijne schuld, staat mij niet aan."
De min zou den laatsten dag dier maand ver-
trekken en de kleiue jongen was reeds gewend aan
de kindermeid, die de graaf voor hem gekozen en
nauvvkeurig ingelicht had omtrent al de plichten
die haar te wachten stonden. De gravin had zich
zonder bezwaar van alle moederlijke beslommeringen
gekweten en vergenoegde zich, voor het uiterlijke
met de grootst mogelijke kalmte, de steeds toe-
nemeude en in het oog vallende genegenheid van
den graaf voor het kind gade te slaan.
Gedrukt door het afzijn van Sautinella, verveelde
zij zich zij had te veel tijd om na te denken en
minder lust om zich in de dagelijksche plichten
te voegen. Zij ging dikwijls naar stad om markiezin
Frosio te bezoeken, maar ook omdat zij behoefte
had aan afleiding. Eens dat haar man zijne ver
wondering te kennen gaf over haar menigvuldig
uitgaan, zeide zij hem spottenderwijze
„Sedert gij mij die twee fraaie paarden geschonken
hebt is het natuurlijk, dat ik ze wil gebruiken en
er mee naar stad rijd, daar de wegen hier niet voor
hen deugen 1"
Mevrouw Marr*** week niet van hare zijde.
XXI.
Nadat zij haar goed bijeengepakt en op hare
manier hare dankbaarheid uitgedrukt had voor de
welwillende bejegening, wegens de door haar be-
wezen dieusten ondervondeu, verliet de min met
een groot pak onder den arm de kamer der gravin.
Innocenza was gekleed om naar stad te gaan en
president niet tot eer verstrekken, en waarvan
hij de bewijzen heeft, zal openbaren. Hieruit
blijkt dus, dat wraaknemiug de grondtoon is van
des hertogs onthullingen.
Ook dit jaar is de Deensche Rijksdag uiteenge-
gaan, zonder in beide Kamers de staatsbegrooting
ten einde gebracht te hebben. De Koning heeft
eenvoudig een voorloopig budget vastgesteld. De
klip, waarop de overeensteinming tusschen beide
Kamers straiidde, was wederom het crediet voor
de versterking van Kopenhagen.
De officier van justitie te 's Hertogenbosch
maakt bekend, dat eene premie van twee duizend
vijf honderd gulden 2500) te zijner beschikking
is gesteld, als belooning voor den persoon of de
personen, die eenige afdoende aanwijzingen zal of
zullen doen, welke leiden tot de ontdekking van
den dader of de daders van den in den avond van
26 Maart jl. te Osch gepleegden sluipmoord op den
wachtmeester der Koninklijke marechaussea G.
Hoekmanzijnde het ter beoordeeling van hem
officier overgelaten, wie voor die belooning zal of
zullen in aanmerking komen.
Met Paschen heeft de regeering den lande
eene nieuwe militiewet aangeboden, waarin het
beginsel van algemeenen dienstplicht wordt ge-
huidigd. Daartoe worden de diensiplichtigen verdeeld
in twee categorien die voor de militie en die voor
de schutterijen. Het lot wijst aan tot welke cate-
gorie men zal behooren.
Het nu ingediende ontwerp handelt derhalve
uitsluitend over de eerste categorie. Er zal zijn
persoonlijke dienstplichtde bestaande vrijstellingen
worden als stelsel opgeheven en ieder, die tot
dienen geschikt is, moet dienen.
Evenwel wordt vrijstelling verleend voor geheelen
of nog onvervulden diensttijd aan bedienaren van
den godsdienst, geestelijken en zendeling—leeraren,
benevens telkens voor den jaar aan studenten in de
godgeleerd'neid en zendeling-kweekelingen, alsmede
aan R. K. ordebroeders.
Bij het vervullen van den werkelijken dienst zal
in vredestijd zooveel mogelijk gelet worden op de
maatschappelijke belangen en den toestand van het
gezin, waarvan de militieplichtige deel uitmaakt.
Zoo zal ten hoogste tweemaal, telkens voor een jaar,
uitstel van werkelijken dienst kunnen worden ver
leend. Met betrekking tot eene vervroegde dienst-
vervulling z'jn in het ontwerp geene b-palingen op-
genomen. Woiden niet voor den dienstplicht inge-
bezig hare handschoenen aan te trekken. Ternau-
wernood was de boerin de deur uit, of daar viel
de gravin iets wits in het oog dat uit het pak
gevallen waszij raakte het met de punt van hare
laars aan en riep Annunziata terug.
Annunziata keerde terug, terwijl de gravin tot
de ontdekking was gekomen, dat het verloren voor-
werp een fijne linnen zakdoek was met geborduurde
punten, en zij bukte zich om dien op te rapen.
vWat is er van uwen dienst vroeg de vrouw.
Als aan den grond genageld stond de gravin
daar met vuurroode kleur, den blik strak gevestigd
op den zakdoek.
„0, foeiriep de boerin, te laat bespeurende
dat zij iets verloren had.
En zij stak vertrouwelijk de hand uit om den
zakdoek terug tenemen. De gravin trad achteruit.
De donkere bios op haar gelaat maakte plaats
voor eene doodelijke bleekheid, een onrustbarend
vuur flikkerde in haar anders zoo rustig oog.
„Wie heeft u dien zakdoek gegeven vroeg zij
op zulk een toon, dat de voedster bang werd.
^Mevrouw
z/Antwoord terstond. Wie heeft u dien zakdoek
gegeven
„Mevrouw Ik heb dien gevonden."
H Gevonden, waar? Wanneer P"
Maar dit zou ik niet kunnen zeggen
wWanneer Waar
In de andere kamer verscheen de tengere gedaante
van mevrouw Marr***. De gravin snelde naar
de deur, trok de vrouw haastig naar binnen en
deed de deur op slot.
//Waar, wanneer hebt gij dien zakdoek gevonden
De vrouw had het pak neergezet en, sidderend
schreven zij die vrijwillig in dienst zijn op den leeftijd
waarop zij anders tot aangifte ter iuschrijving zouden
zijn verplicht, en worden van het inschrijvings-
register gesehrapt zij die na hunne inschrijving, doch
voor 1 Juli van het inschrijvingsjaar vrijwillig in
dienst treden, dan heeft men in de toelating tot
eene vrijwillige verbintenis voor negen jaren, onder
bijzondere voorwaarden, een hoogst eenvoudig middel
om vervroegde vervulling van den dienstplicht toe
te staan. Die bijzondere voorwaarden zullen moeten
in zich sluiten de verplichting tot het vervullen
van denzelfden werkelijken dienst als dien waartoe
de in het jaar der toelating bij de militie ingelijfden
zijn gehouden.
Vergunning tot het aangaan van een huwelijk is
voor ingelijfden bij de militie niet langer noodig.
De belemmerde bepaling van art. 129, tweede
lid, der tegenwoordige militiewet, tengevolge waar
van soms den ingelijfde bij de militie te land die
zich niet kon doen vervangen, wegens zijn dienst
plicht de uitoefeuing van zijn burgerlijk bedrijf
onmogelijk moest worden gemaakt, komt in dit
ontwerp niet voor.
Den verlofganger der militie zal worden vergund
zich in de kolonien of elders buiten het rijk op
te houden.
Voor de grootste sterkte van het zoogenaamd
blijvend gedeelte wordt het maximum verlaagd tot
7000 mande jaarlijksche lichting zal 11,500
man bedragen. Zooveel mogelijk zullen in werke
lijken dienst worden gehouden miliciens, die door
nommerruiling daarvan vrijwillig deel willen uit-
maken. Om die nommerruiling te bevorderen kan
boven de gewone soldij eene bijzondere toelage
uit 's rijks schatkist worden verstrektook kan
vermindering van het aantal dagen voor herhalings-
oefeningen worden verleend.
Wanneer de ingelijfde bij de militie voor het
blijvend gedeelte is aangewezen en daardoor in
zijn beroep of de voorbereiding van zijn beroep
grovelijk zou worden benadeeld, zal hij, bij
onvermogen tot ruiling van nummer, kunnen
worden vrijgesteld, zonder uadeel voor derden.
De tijd voor eerste oefening is 18 maanden voor de
bereden en 12 maanden voor de onbereden wapens.
De Staats Ct. deelt het bericht omtrent een
gevecht met Atjehers in de volgende woorden
mede In een bij het departement van kolonien
ontvangen telegram van den gouverneur-generaal
van Ned.-Indie wordt melding gemaakt van een
gevecht tegen de Atjehsche benden van Naja
Makam in Tamiang (Oostkust van Sumatra), waarbij
het succes aan onze zijde was.
van angst, overlegde zij bij zichzelve wat te doen
om de onheilspellende ondervragiug te ontduiken.
z/Gij komt de deur niet uit voor gij mij de
waarheid hebt gezegd," vervolgde de gravin in hare
vuist den zakdoek verfrommelende, in welks eene
punt zij de geborduurde naamcijfers van Amalia
Veber gezien had.
//Mevrouwik heb den zakdoek niet gestolen."
//Wie heeft u dien gegeven
z/Niemaud."
En zij begon te huilen als een kind.
»Wie gaf u dien zakdoek vroeg de gravin,
haar heftig bij den arm schuddende en haar met
de oogen verslindende.
urNiemandik kan het voor God getuigen
ik heb hem gevonden."
rWanneer
z/Op een dagneen, mevrouw, op een nacht
z/Welken nacht?"
z/Des winters in een nachtAch, om's Hemels
wil, mevrouw I"
z/Ik wil alles weten
#Ik mag niet, mevrouw Het is een geheim."
z/Een geheim Luid trillend gelijk eene schel
weerklonk de stem der gravin door de kamer en
tot zelfs buiten de wanden.
Op hetzelfde oogenblik hoorde men aan de deur
tikken en roepen ^Innocenza Innocenza
De gravin gaf geen antwoord en hare teere hand,
het handje dat nooit grove kleederen had aangeraakt,
dat geene bloem ruw van haar strengel zou rukken,
sloot zich thans knellende om den pols der boerin
die op de sofa was neergevallen.
z/Rosa heeft mij verboden iets te zeggen!" stamelde
de ontstelde vrouw.
TEK Ul/LVMIIK (OIKAVI
Oit i>lait verscliijnt Dinsila;?- en Vrijilapavond l»ij iten nitgever I". .1. V 1 Sf n E 9 A IV D E te Ter Weuzen.