Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh-Vlaanderen. No. 2902. Zaterdag 4 Maart 1893. 33e Jaargang. Binnenland. ABONNEMENT- Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor Nederland 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushoaders. advertentiEn. Van 1 tot 4 regeis f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regeis en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Bij deze couraut behoort eeu bijvoegsel. Overzicht. Door den Belgischen minister-president is Dinsdag de beraadslaging over de kerziening der constitutie in de Kamer ingeleid met eene lange redevoeriug, waarin liij eeu historisch overzicht gaf van den ontwik- kelingsgaug der staatsinstellingen in Belgie sedert 1830 en den tegenwoordigen toestand, uit zedelijk en stoifelijk oogpunt gezien, bloodlegde. Met nadruk bestreed hij het algemeen kiesrecht, om daarop de regeeringsvoorstellen aan te bevelen, die een minimum van onafhankelijkheid en be- kwaamheid van de nieuwe kiezers eischen. Het dogma van de staatkundige gelijkheia is een her- senscbim. Verder kwam nij op tegen de theorien der collectivisten, die de maatschappij willen omver- werpen stelde de concession in het licht, welke door de regeering zijn gedaan, en wees er ten slotte op, hoe ver dedenkbeelden der liberalen,blijkens hunne verschillende voorstellen, uiteenloopen. De heer Beernaert eindigde met een beroep te doen op aller eendrachtige samenwerkiug, teneinde de aanhangige moeilijke vraagstukken op te lossen. De verschillende Parlementen der groote mogend- heden houden zich bezig met interpellation eD wetsvoorstellen van den tweeden rang, als hadden Frankrijk en Italie niet hun schandaal-zaakjes, als stond in Engeland niet het home-rule-vraagstuk voor een oplossing en als was in Duitschland het militaire voorstel reeds wet geworden. Engelands Lagerhuis voornamelijk is 't, dat door zijn arbeidzaamheid en onverpoosden ijver alle andere wetgevende lichamen van ous werelddeel ten voorbeeld kan strekken. De Minister van finaucien, William Harcourt, die in een redevoering, welke langer dan een uur duurde, zijn wetsvoorstel toelichtte, bedoelende de instelling van plaatselijke controle over den verkoop van alcoholische dranken. Naar de bepalingen van deze wet is een verzoekschrift, onderteekend door het tiende deel der kiesge- rechtigden van een district, voldoende om de autoriteiten te noodzaken het gansche kiezerscorps saam te roepen om het te raadplegen over de sluiting van de drankhuizen in het betrokken district. Geeft het twee derde gedeelte van de bevoegden als zijn meening te kennen, dat sluiting geboden is, dan kan er gedurende een periode van drie jaar geen nieuwe machtiging tot drankverkoop („vergunning" heeteu wij zoo iets) worden verleend en kunnen de bestaande machtigingen niet worden verlengd in datzelfde tijdsverloop. Gelegenheden tot logies vallen buiteu de wet, evenals restauraties en spoorwegbuffetten, deze alien kunnen niet bij FEU 1LLETQN Naar het Italiaansch van Tommasina Guidi door H. C. 18) 7— »Ha, nu zijn wij uit het bosch was de uitroep der gravinywaar is het pad waarlangs onze vrienden moeten afkomen fIk weet het niet", autwoordde de markies. //Het moet d£ar zijn Stil, markieshoor I" In de verte hoorde men zingen bij tusschen- poozen kwamen de tonen uit de hoogte tot hen en vermengden zich met het suizen van den wind en het gemurmel van het water. »Het is Rodolfo," sprak de gravin en zag naar den markies die in gedachten verzonken bleef staan. „Het is Rodolfoherhaalde zij, klaar- blijkelijk uitermate verheugd. //Laat ons hier wachten, markiesvoor het oogenblik vergeet ik zelfs Santinella 1" En met het verlangen van een kind dat zijne moeder, van eene maagd die haar geliefde verwacht, zette gravin Ilario, sedert tien jaar getrouwd, zich op het vochtige gras neder om de komst van haren echtgenoot af te wachten. De markies, hierdoor aan den loop zijner gedachten, aan zijne vurige begeerten onttrokken, sloeg een doordringenden blik op haar en zijne lippen plooideu zich ander- maal tot dien hardvochtigen, spottenden gliu lach die reeds zoozeer het misnoegen der gravin had referendum worden opgeheven. Wei hebbeu de tapperijen een uitstel van executie ten bedrage van drie jaar, maar voor de sluiting dier inrichtingen wordt door de regeering niets vergoed. Voorts zouden de belastingplichtigeu ook het recht hebben de sluiting der tapperijen op Zondag vast te stellen bij gewone meerderheid van stemmen. Terwijl 't in Duitschlands Rijksdag ondanks de naderiug der Paaschvacantie alles langzaam en kalm voortgaat als wachtte de begrooting 1893/94 niet op afdoening en als moest er voor 23 dezer niet beraadslaagd worden over het koloniale vraagstuk, over post en telegrafie, over leger en marine, heeft men Maandag weder eens wat leven in de brouwerij weten te brengen door de verspreiding van een gansche reeks sensatie—nieuwtjes, het handelsverdrag met Rusland betreffende. Zoo vertelt men dat de Czaar, zelf in deze geinfluenceerd door den gezant Schuwaloff, een krachtig voorstauder is van het verdrag tusschen beide rijken, dat 'a grootvorsten bezoek aan Berlijn een zeer gunstige stemming heeft gewekt, dat meer nog de politiek dan 't econoraisch belang door de Duitsche regeering in aanmerking is geuomen enz. en al die geruchten, nog versterkt door de mededeeling, dat graaf Schuwaloff Zaterdag a. s. zelf naar Petersburg reist om de nota aan den Czaar te overhandigen, worden geheel of gedeeltelijk naar 't njk der fantasie ver- wezen door bladen, die in dat alles alleen een bewijs gelieven te zien voor de lichtgeloovigheid der verbreiders. Frankrijk's Kamer had 't Maandag zeer volhandig eerst kwam er een voorstel om de bladen verant- woordelijk te stellen voor dedoor hen gebrachte mede- deelingen aangaande financieele aangelegenheden, welk voorstel urgent werd verklaard met 335 tegen 57 stemmen; toen kwam 't tot een discussie over het voorstel tot oprichting van een leger voor de kolonien, hoewel minister Rieuneir nadrukkelijk verklaarde 't met het ontwerp der commissie niet eens te zijn besloten werd de zitting met een interpellate van den afgevaardigde Jaurez over de houding van de regeering in de werkstaking van Rive-de-Gier en 't slot van dat onvruchtbaar debat was de aanneming van de door de regeering voor- gestelde dagorde met 355 tegen 138 stemmen. Het afdeelingsverslag over de kieswet is verschenen. Bij de algetneene beschouwingen waren sommige leden van oordeel, dat de regeling zooals die voorkomt in de add. artikelen nog wel wat kon blijven gelden er waren er ook die het gaande gemaakt. Zij werd er diep door getroffen. „Waarom lacht gij hernam zij en sloeg hare groote trouwhartige oogen verwonderd naar hem op. ,/Omdat gij zoo kinderachtig zijt," antwoordde Frosio schamper. z/Ik begrijp u niet best, markies." z/Gij wordt opgewonden over het genot van uw man te hooren zingen, evenals de kleine Santinella op hare wijze geniet van het sap van een granaatappel." #Zegt gij dit in alien ernst, markies?" ,/In alien ernst, Innocenza 1" en een bijzon- deren nadruk op haren naam leggende, bukte hij zich naar haar toe en vervolgde„Innocenza (onschuld) dit is de naam die volkomen op u toe- passelijk is de naam dien gij in alle kracht der waarheid verheerlijkt. Zeg, Innocenza," en hij vleide zich neder op het gras naast haar, die met alle oplettendheid uaar hem luisterde, nam hare beide handen in de zijnen en vervolgde: //Weet gij niet dat poezie schoon, doch bedriegelijk is Bedenkt gij niet dat als uw echtgenoot mij hier met u vond ueergezeten alleen niet wetende hoelang wij hier al zitten „0 God markies stamelde zij, ontsteld overeind springeude en tot over de ooren blozende. „Hij is nog veraf; houd u bedaard." z/Maar gij zegt zulke vreemde dingen tot mij gij gewaagt van eene onwaardige, evenwel toch mogelijke onderstelling." ,/Maakt u niet beangst, gravin." z/Ik heb zeer verkeerd gedaan van niet bij de anderen dames te blijven", hernam zij geheel ter- gedaue voorstel bedenkelijk achtten in een tijd van regentschap, omdat het gevareu van politieken en socialen aard kon met zich brengen, welke bewering echter hiermee werd bestreden dat juist in zulk een tijd het algemeen vertrouwen moest worden versterkt. Velen vonden, dat de indiening te vroeg kwam midden in de vierjarige periode, waardoor andere zaken onafgedaan moesten blijven. Afgekeurd werd, dat de kiesrechtregeling voor de gemeente tot later wordt verschoven, en met de regeling van de provinciale verkiezingen, moest eene nieuwe indeeling der provinciale kiesdistricten gepaard gaan. Wegens het ontbreken van die regeling, raaakte een lid bezwaar verder aan het afdeelings-onderzoek deel te nemen en verklaarden eenige leden reeds nu, zonder gemeentelijk kiesrecht, tegen de kies- wetten te zullen stemmen. De voordracht werd door vele leden bestreden als niet overeen te brengen met de bepalingen der grondwet. De bezwaren betroffen o. a. de vraag, of de grondwet algemeen kiesrecht veroorlooft. Verscheidene leden zagen in de voorstellen de strekking tot invoering van een beperkt algemeen kiesrecht. Daartegenover werd betoogd, dat de grondwet den wetgever onbeperkte vrijheid liet in de keuze van kenteekenen van geschiktheid en welstand. Uit de verschillende tegen-argumenten werd de conclusie getrokken, dat het voorstel nog met den geest noch met de letter der grondwet in strijd is. Vele leden achtten uitbreiding der uitsluitingen, buiten die van de grondwet, niet geoorloofd, vooral niet de aansluiting van personen, die hunne belas- ting niet voldaan hebben. Andere leden achtten, bij gebrek van een verbod, den wetgever geheel vrij. Behalve de bedenkiugen van grondwettelijken aard, werden tegen de hoofdbeginselen der voordracht, ook velerlei andere bezwaren geopperd. Verschei- den leden oordeelden thans reeds een nieuwe regeling van het kiesrecht noch noodig, noch wenschelijk, na de sterke uitbreiding, die het in 1887 had ondergaan, en omdat de belangen der minder- gegoede klassen ook in deze Kamer verdedigers vonden. Vele andere leden erkenden, dat vervangiug van de bestaande gebrekkige regeling noodig was, en dat met den democratischen geest des tijds rekening diende gehouden te worden, maar naar hunne meening ging de door de regeering nu ingestelde regeling verder dan noodig en wenschelijk kon worden geacht. neergeslagen. Daarop nam zij een kloek besluit en riep vIk loop terug, en zal mij weder bij haar vervoegen." Gij zijt een engel, waarlijk een engel. Maar maak u niet bezorgd, want op mijn woord van eer, uw echtgenoot is niet jaloersch." Hij sprak die laatste woorden met de grootste minachting uit. Zij gunde zich den tijd niet dit op te merkeu, want door een vreeselijken angst over- meesterd keerde zij op hare schreden terug, zonder er zich in het minst aan te storen of zij door Frosio gevolgd werd of niet. z/Hoe nu zeide hij haar inhalende, *wilt gij niet naar huis gaan z/Neen, gij hebt eene onuitsprekelijke onrust in mij doen ontwaken in de tien of elf jaar dat ik getrouwd ben is dit de eerste keer dat ik vrees achterdocht op te wekken z/Luister naar mij, Innocenza „Spreek niet zoo hard", vermaande zij bevende, en legde hare koude hand op den arm van den markies. „De stemmen uaderen en gij kunt zien, dat dit voetpad slechts van het andere gescheiden is door eene haag van struikgewas. Inderdaad op eenige honderden passen afstands zag men het overige gedeelte van het gezelschap den berg afkomen, en reeds waren de stemmen, het gelach en het geluid der voetstappen duidelijk te onderscheiden. //Wij zijn nog bijlijds om hen vooruit te blijven", zeide de markies. z/Ik wil onze drie metgezellen tegemoet gaan. Stil De beslissing der regeering, dat de drie nieuwe pantserschepen voor onze marine op Nederlandsche werven zullen worden gebouwd, is voor onze nijver- heid een feit van beteekenis, daar de bouw van dergelijke zeekasteelen velen werk en brood geeft. Zooals men weet, zal een dier schepen aan de marine-werf te Amsterdam worden gebouwd. Daar- omtrent kan het Hbl. uit de meest vertouwbare bron het volgende mededeelen Op de teekenkamers van het gebouw der werf, waarin de bureaux voor scheepsbouw zijn gevestigd, is men druk in de weer, de voorbereidende maat- regelen voor den bouw te nemen. De teekeningen zijn grootendeeis gereed en op een model van het schip op 1,20 der ware grootte is men bezig, alles af te teekenen wat noodig is. Vermoedelijk zal het schip op 1 Mei e. k. op stapel worden gezet. Voor het loopende jaar is een som van f 160,000 aan arbeidsloonen uitge- trokken. Had men aan de werf de opdracht voor dezen bouw niet gekregen, dan zou er daar de schepen ,/Koningin Wilhelmina" en ^Reinier Claaszen" dit jaar gereed moeten komen, waarvoor een paar honderd man tijdelijk meer aan 't werk zullen moeten worden gesteld spoedig zoo goed als niets meer aan de werf te doen zijn geweest. Thans zal men met het gewone personeel voor den scheepsbouw, een aantal bedragende van onge- veer 1000 man, weder geruimen tijd kunnen door- werken, daar de bouw van het type-schip A ongeveer 3^ jaar zal duren. Er behoeft voor den bouw van dit schip dus geen extra-volk te worden aangenomen, maar degenen, die aan de werf werkzaam zijn, kun nen de eerste jaren zeker zijn van arbeid, vooral als de tegenwoordige Minister van marine zijne plannen ten opzichte onzer vloot geheel kan blijven uitvoeren. Hierbij komt nog, dat voor dit jaar bij de afdeeling //uitrusting" aan arbeidsloonen is uitgetrokken een bedrag van f 60,000, bij de magazijnen f 40,000. Daaruit ziet men dat ook bij deze afdeelingen een groot aantal werklieden dagelijks arbeid vinden. Ook dat personeel had grootendeeis moeten worden afgedankt, ware de bouw van het type-schip A niet aan de marine-werf opgedragen. Voor scheepsbouw zal aan de werf voor alle soort werk dit jaar f 400,000 wordeu uitgegeven. De bouw van het schip zal geschieden onder leiding van den hoofd-ingenier voor scheepsbouw, den heer G. Turk, wien natuurlijk ingeuieurs worden toegevoegd. Voor den bouw der schepen op „Feijenoord" en aan //de Schelde" zullen aldaar een hoofd-ingenieur en ingenieurs worden gedeta- cheerd. Graaf Ilario begon te zingen Een oogenblik boog Frosio het hoofd en verborg het gelaat in de handende gravin stond roerloos als een standbeeld. Als met hamerslagen bonsde het in zijn hoofd en telkens kwam hem het woord „bedrieger te binnen. De graaf ging voort met zingen z/Zij dalen den berg af en zijn ons vooruit", fluisterde de gravin. //Ons achterblijven zal geene uitlegging behoeven." z/Neen! wij zijn voor elk gevaar beveiliga Dit gezegd hebbende, hief de markies het hoofd op, stak Innocenza beide handen toe en zag haar met van liefde stralende oogen aan. „Een vrouw te beminnen zooals gij zijt, is een paradijs Maar een 7.66 onbereikbaar paradijs, dat het bijna eene marteling gelijkt." De gravin nam den jocgeu man van het hoofd tot de voeten optot in het diepst harer ziel geschokt en nog geheel vervuld van de laatste wegstervende tonen van het gezang, kostte het haar moeite om den zin zijner woorden te vatten. Had de markies aanstonds de uitdrukking van zijn gelaat en den toon zijner stem veranderd, had hij zich met een vroulijk woordje er uit gered, dan zou zij het niet begrepen hebben en geeindigd zijn met lachen, doch iets dergelijks gebeurde niet. ("Wordt vervolgd.) TEK NEIZESISCHE (01 RAM ■Bit blad *erscliijnt (Bins/lag- en Vrijilasjavoml bij den uitjfever 1*. JB. V A S' IB K S A W IB E te Ter H'enzen. Als 's avonds, bij het kalme Stergeflonker «Wy samen hemelwaarts Onze blikken wenden

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1893 | | pagina 1