Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeawsch-Vlaanderen.
No. 2900.
Zaterdag 25 Februari 1893.
33® Jaargang.
aanbesteden:
Binnenland.
ABONNEMENT;
Per drie maauden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. "Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,82£. v
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoaders.
ADTEBTENTIlN.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Bij deze counint behoort eeu bijvoegsel.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
OVERSLAG, zullen op Dinsdag 28 Februari
1893, des nainiddags ten 1 ure, len gemeentehuize,
in het openbaar bij enkele inschrijving en onder
nadere goedkeuring
Het afbreken van de bestaande- en
het bouwen van eene nieuwe
openbare school met ringmuur
en onderwijzerswoning in het dorp
Overslag.
Bestek en teekening zijn van af heden ter ge-
meente-secretarie verkrijgbaar tegeu betaling eener
soin van f 1,25.
lnlevenng der iuschrijvingsbiljetten ten gemeen-
tehuize v<5or 12 uur van den dag der besteding.
Verdere inlichtingen te bekomen bij den bouw-
kundige J. WISSE Jz., te Zaamslag.
Overslag, 31 Januari 1893.
D. MATTEL^, Burgemeester.
STEENPUT, Secretaris.
JPolitielt Overzicht.
Een gerucht, dat, indien 't bewaarheid werd,
inderdaad alle aaudacht verdient, is dat, volgens
hetwelk in 't buitenlaud een brochure ter perse is
over de Panama-zaak, welk geschrift de uamen
zal bevatten van de 104 leden van het Fransche
Parlement, die voor geld en goede woorden hun
stem hebben verkwanseld. AAs immer spoedige
hulp dubbele hulp kan worden genoemd, dan is
't zeker wel in dit geval, want alleen zulk een
radicaal middel kan aan de campagne van verdacht-
makingen maanden nu reeds durend een
einde maken. Alles is immers te verkiezen boven
een toestand van wantrouwen alssinds weken heerscht
en die de Kamers doemt tot bijna volslagen werke-
loosheid, zoo zelfs, dat de titularis van financien,
Tirard niet aarzelt, tegelijk met zijn aanvraag om
een derde maandcrediet, de mogelijkheid te stellen,
dat hij in Maart nog eeus zal komen aankloppeu
om in de finaocieele nooden en behoeften voor
April te voorzien.
Terwijl de verschillende Parlementen zich bezig
FEUILLETQN
Naar het Italiaansch van Tommasina Guidi
door H. C.
„Geef mij eene uitlegging van datgene wat gij
verstaat onder een goed, verslandig, bezadigd man,
wat weet ik al meer
„Welk eene vraag Wel, een man die op zijne
eigene zaken weet te passen, zich niet vermaakt
ten naaeele der jonge meisjes, die zich bedenkt
alvorens hij haar eenige sympathie bewijst of hij
in staat is daaraau verder gevolg te geven."
,Eu dan gravin
ffEn dan voldoet hij aan de eischen, door de
liefde gesteld."
j Het spijt mij gravin, dat gij mij uwe achting
niet volkomen waardig keurt."
De gravin, die half gekscherende gesproken had
en daarop zulk een verslagen antwoord ontving,
zag den markies bezorgt aan
ffZeg nooit, zelfs niet uit de grap, dat ik u geene
achting toedraag, markieshet geldt hier slechts
een mijner bijzondere inzichten omtrent het gedrag
der maunen en als ik gezegd heb dat ik een beteren
dunk van u koesterdeoch duid mij dit ge>
zegde dan niet ten kwade Wat minnanjen aangaat,
daarin ben ik ongetwijfeld de onwetendste vrouw
der wereld."
De vrouw van den burgemeester riep luidkeels
hare dochter toe
#Pas op de stronken en scheur uwe japon niet
houden met belangwekkende vraagstukken, welker
spoedige oplossing door al de mondelinge en schrifte-
lijke besprekingen niet waarschijnlijker wordt, houdt
men zich in de groote pers bezig met een voorvai,
dat op zich zelf nu niet zoo heel ernstig schijnt,
doch door 't geschrijf er over zoo geleidelijk weg
de beteekenis heeft gekregen van een ernstig
incident.
Zondag had te Basel een optocht plaats van
carnavals-vierders, welke feestelijkheid een min of
meer officieus karakter draagt door den steun en
de medewerking van de gemeentelijke autoriteiten,
die ook het programma moeten goedkeuren. Nu
is 't een oud gebruik dat, evenals in de revues, de
politici, welke gedurende het laatste jaar van zich heb
ben doen spreken, 't zij in gunstigen of in ongunsti-
gen zin, in den stoet worden voorgesteld. Panama
was natuurlijk een welkom onderwerp en sinds ruim
een week reeds wist men, dat tal van voorname
persoonlijkheden, in die zaak gemengd, in den
optocht zouden worden weergegeven. En aldus
geschiedde een heele groep „Panamisten trok de
straten der stad door, op hun rug een bord dragend,
voorstellend een wissel, ja zelfs had men een Carnot
in den stoet opgenomen met een wissel van 500,000
francs op zijn rug. Dat was meer dan de consul
van Frankrijk meende te kunnen dulden hij deed
zijn beklag bij de overheid en reisde naar Bern
om den Franschen gezant kennis te geven van de
verschrikkelijke gebeurtenis. Deze nam de zaak
even ernstig op en overhandigde aan den chef van
het departement van buitenlaudsche zaken een nota
welke door den Bondsraad in alien vorm zal worden
besproken en beautwoord, terwijl de Fransche regee-
ring gezind is bij het Zwitsersche gouvernement
nadrukkelijk te protesteeren tegen den hoon, der
Fransche natie aangedaan.
't Zal wel zoo'n vaart niet loopeu de Fransche
regeering zal wel vrede nemen met het door den
Zwitserschen Bondsraad ingestelde onderzoek en de
verontschuldigiugenzoo niet dan zou een straf-
rechterlijke vervolging moeten worden ingesteld,
die zou kunnen leiden tot veroordeeling van den
pseu-do-Carnot op grond van artikel 42 van het
Zwitsersche strafwetboek, 't welk tegen de opeulijke
beschimping van een vreemden vorst bedreigt met
een geldboete van ten hoogste 2000 francs en in
bijzonder ernstige gevallen een gevangeuisstraf van
ten hoogste zes maanden.
Dwaasheid is 't zeker achter zoo'n carnavalsgrap
ongepast in elk geval vreemde invloeden te
zoeken
Terwijl 't in Portugal tot een kabinets-crisis is
Loop voorzichtig, boorDe gravin zal moeite
hebben ons bij te houden."
Zij keek om en zag de gravin op korten afstand
achter hen op den weg staan met haren begeleider.
,yIk heb het je wel gezegd, Noriua Loop toch
langzaam."
De student, geheel uit zijn humeur, besloot in
zijn hart al het mogelijke aan te wenden om Norina
voor zich in te nemen, hoe weerbarstig zij ook wezen
mocht om zijne liefdesbetuigingen te beantwoorden.
/Gravin, wees zoo goed en roep Norina, die zoo
hard vooruitloopt, dat ik bang hen zij daar in dat
dichte kreupelhout nog aan het dwalen raakt."
De gravin riep het meisje.
ffEr is geen gevaar voor," meende de markies
Norina keerde terug en ging naast de gravin
loopen.
„Zoo is het goed," zeide deze. //Uwe mama
heeft liever niet dat gij op dit late uur zoo ver
van ons wegloopt."
9 Hier wordt het pad breeder," riep de student,
die nog eene poging waagde op het tegenstribbelende
meisje. rGeloof mij, wij kunnen nu best met ons
drieen naast elkander loopen. Kom
,/Kom toch, Norina," zoo redeneerde de moeder,
voor wie de bedoelingen van den jongeling geen
geheim waren en dien zij inderdaad niet onaanne-
rnelijk oordeelde.
In tegenwoordigheid der gravin durfde Norina
niet weigeren en de student, die met zijn arm ge>
bogen in afwachting stond, smaakte het genoegen
in tegenstelling van het zwaarlijvige gewicht der
oudere dame, aan zijn anderen arm de jeugdige,
veerkrachtige gestalte te gevoelen waarnaar hij zoo
verlangd had. De markies en de gravin bleven
gekomen, wijl de koning niet wilde ingaan op het
voorstel van den premier Fercira tot verdaging
van de Cortes (de Duitsche regeering had gepro-
testeerd tegen elke oplossing der schuldkwestie
buiten de betrokkenen om) en in Rumenie teruau-
weruood een ministerieele crisis is vermeden, (de
Kamer heeft den wil van minister Carp gedaan
door te beslissen, dat op de staatsscholen voortaan
kinderen van vreemdelingen tegen betaling kunnen
worden toegelaten) blijft de toestand in Italie even
hachelijk. De oppositie toont zich alleszins geneigd
in de zwakheden van het kabinet—Giolitti haar
kracht te zoekeneergisteren kwam Barzilai's
interpellate ter sprake, waarbij hij wenscht te
weten of de premier en de minister van buiten-
landsche zaken 't niet noodig achten, dat de Oosten-
rijksch-Hongaarsche regeering zich uitlate (lees
verontschuldige) over de incidenten, die zich te
Weenen hebben voorgedaan in tegenwoordigheid
van een aartshertogin (toekomstig keizerin) en twee
ministers. Minister Brin oordeelde, dat hij aan zijn
verklaringen van Zaterdag 11. niets meer behoefde
toe te voegen en aehtte 't daarom beter, dat de
z/geachte afvaardigde" zijn interpellate introk, een
wensch, dien de „geachte afgevaardigde" niet ver-
koos iutewilligen, integendeel bleef hij aandringen,
zoodat minister Brin zichzelf gedwongen heette de
Kamer te doen beslissen. Daarop wilde Barzila'i,
een goed tacticus, niet ingaan, want zeide hij
dan komt 't zeker tot een crisis, daar de Kamer
Zaterdag duidelijk haar gezindheid heeft doen uit-
komen en daar hij zoo'n crisis voor 'toogenblik
ongewenscht vond, trok hij zijn interpellate in
een daad van ^edelmoedigheid," die in dezen vorm
gewis niet zal bijdragen tot de moreele positie
van het kabinet en Brin's prestige ongetwijfeld
zal schaden
Door den Minister van Binnenlandsche zaken
is bepaald dat de rijks-landbouwleeraar I. G. J.
Kakebeeke zal werkzaam zijn in de provincie
Zeelaud, terwijl hem als standplaats is aangewezen
de gemeente Goes.
Bij de behandeling van hoofdstuk V der
Staatsbegrooting van 1893 werd in de Tweede
Kamer gewezen op de onvoldoende vervoermiddelen
in verscheidene gemeer.ten voor het transport van
zieken, gewonden, drenkelingeu enz. en de wensch
uitgesproken, dat daarbij meer gebruik zou worden
gemaakt van de raderbrancard, zooals die bij het
leger ingebruik zijn, hetgeen naar men meende, in
opnieuw alleen, zoo goed als alleen althans, daar
zij acht h tien schreden van de overigen verwijderd
waren.
z/Gij zeidet mij daareven, gravin, dat gij zeer
onkundig waart omtrent alles wat betrekking heeft
op de liefde. Hoezoo Deze verklaring klinkt
zeer zonderling uit den mond van u, wier leven
eene liefdesidylle is."
De gravin glimlachte.
z/Daarom juist is mij de kennis der nieuwere
liefde vreemd gebleven. En is dit niet billijk
Ik houd mij alleen bezig met de mijne."
Met uwe sedert jaren bestaande liefde. Ha
Dit laat zich hooren. Het is een groot geluk.
z/Mijn waarde markies, ik onderstel dat dit het
geluk is van een ieder die gezond verstand bezit en
zich goed gedraagt. Eene liefde veroudert nooit,
die blijft altijd dezelfde, gelijk de maan altijd
dezelfde blijftbij voorbeeld de aarde
,yVergeef mijbeiden hernieuwen zich", merkte
de markies aan.
z/Wat zijt gij lastigDe wisselingen der maan
en de lente en de winter op aarde zijn juist
de meer of minder bekoorlijke dagen der liefde.
Maar toch blijft zij dezelfde, zeg ik u."
z/Daaruit besluit gij, dus gravin, dat men niet
dan slechts d^umaal kan en moet beminnen
z/Eene enkele maal van ganscher harteDaarna uit
verstrooiing. De hemel weet hoeveel malenGij
althans zult het wel weten, gij die in alle hemel-
streken aan duizenderlei vrouwen hoffelijkheden
hebt bewezen."
Lachend, zonder eenige waarde aan het gesprek
te hechten, werd dit door de gravin gezegd, terwijl
zij in gedachten bezig was met Santinellahoe
sommige gemeenten reeds plaats vindt. Naar
aanleiding hiervan heeft de Minister van binnen
landsche zaken den Commissarissen der Koningin in
de onderscheidene proviucieu verzocht, naar de
aanwezigheid en den staat van bovenbedoelde ver
voermiddelen in de gemeenten hunner provincie
een onderzoek in te stellen en verbetering daarvan,
is die noodig, zooveel mogelijk te bevorderen, en
wijders bekend te worden gemaakt met de uit-
komsten van dit onderzoek en met hetgeen naar aan
leiding hiervau door hen zal zijn verricht.
De uitslag der keuringen, in deze provincie
gedaan, ter opname in het Nederlandsch paarden-
stamboek, is als volgtIugeschreven werden te
Zierikzee 24 merrien en 1 hengst, teOostburgll
merrien en 1 hengst, te Kortgene 8 merrien en 1
hengst, te Middelburg 3 merrien en 1 hengst, te
Huist 5 merrien en 1 hengst, te Goes 9 merrien
en 3 hengsten en te St. Maartensdijk 14 merrien
en 1 hengst.
Het Bestuur van den radicalen Bond heeft
een proclamatie gericht aan alle Nederlanders, waarin
het doel ontwikkeld wordt van de radicale partij.
De hoofd-beginselen van den radicalen Bond zijn
de volgende
I. gelijkstelling der meerderjarige Nederlanders
ten aanzien van de uitoefening van staatsburgerlijke
rechten
II. bestrijding van de sociale afhankelijkheid
en verhooging van het stoffelijk en zedelijk welzijn
der niet- en minvermogenden door:
a. afschaffing van die wettelijke bepalingen,
welke opeenhooping van kapitaal in de handen van
enkelen bevorderen
b. invoering van wetten, die
1°. met behoud van het beginsel van den per-
soonlijken eigendom, de uit dien eigendom voort-
vloeiende bevoegheden binnen engere grenzen be-
perken en eene meer gelijkmatige verdeeling van
het inaatschappelijk inkomen in de hand werken
2°. de nadeelige gevolgeu der werking van
vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zooveel
mogelijk tegengaan.
De bewuste proclamatie eindigt aldos
LandgenootenDe tijd is gekomen, dat met
kracht en overtuiging moet worden opgetreden,
wil men wauverhoudingen in onze samenleving
met vrucht bestrijden.
Zoo gij met ons van oordeel zijt, dat aan ver
betering op den grondslag der bestaande maat-
schappelijke inrichting niet behoeft te worden
gewanhoopt, en tevens dat aan die verbetering met
spoed en met kracht de hand moet geslagen
het met de wond in haar voorhoofdje zou gaan en
of zij ook den volgendeu morgen nieuw speelgoed
voor haar in de stad zou laten halen.
Verwonderd zag zij derhalve op toen zij den arm
van den markies voelde sidderen in den haren en
hem met eene geheel veranderde stem hoorde uit-
roepen
,/Neenik heb niet aan duizenden vrouwen het
hof gemaakt; neen, ik heb niet gespeeld met de
teedere gevoelens des harten ik heb ze rein bewaard
voor eene uitsluitende liefde."
z/Daar hebt gij zeer wel aangedaan," an twoordde
de gravin.
De dochter van den burgemeester, dat lieve
meisje, dat volgens ieders meening verliefd op mij
is, heb ik het hoofd niet op hoi gebracht uit louter
tijdverdrijf. Om 's Hemels wil, geloof dat niet
Zij mag naar haar goedvinden met mij dwepen,
ik kan er een eed op doen dat ik nimmer over haar
heb gedacht."
z/Maar, waarom u zoozeer te kwellen, markies
Ik ben overtuigd van hetgeen gij zegt en
per slot van rekening, begrijpt gij toch is het
mij volkomen onverschillig," zoo besloot de gravin
met die bewonderenswaardige openhartigheid die zich
nooit bij haar verloochende.
z/Dat weet ik," antwoordde hij norsch. //En
toch, zooveel is zekerhet denkbeeld stuit mij van
gerangschikt te worden onder dealledaagsche mannen."
»Maar, waarde markies, dat is onmogelijk
lyln staat geacht te worden de vrouw in het
algemeen te behandelen zooals de luim van het
oogenblik ons ingeeft
z/Wie meent gij dat zoo iets denken zal
Ter wijl ik
TER ME11ZESSCHE (01R4M
■Bit Itlad versciiijnt Uinsitag' «*n Vrijtlasavoml bij «ten uitsj«-\er
Jt. VIM D G S A M K te Ter Meuzen.
"iilpr
16) -^TT-..