Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch- Vlaanderen. asanas aa&sa®. No. 2891. YVoensdag 25 Januari 1893. 33e Jaargang. BEKKNDMAK1NG. Binnenland. De Burgemeester tier gemeenle Ter Neuzen ABONNEMENT: FXCXJILLETON. TER NEIIZENSCHE ('(HIRAM Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIlN. Van 1 tot 4 regels/0,40, Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Hit blad verscliijnt Hinsdag- en Vrijda^avond bij den uit^ever J. A M HE SA]¥HE te Ter Meuzen* maakt bekend, dat eene Openbare Vergadermg van den Gemeenteraad is belegd tegen Vrijdag den 27 Januari 1893, des voormiddags ten 9^ ure. Ter Neuzen, den 24 Januari 1893. De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN BOVEN. lr*olitieli Overzicht. Terwijl in de Panama-zaak nog immer blijft waar te nemen een treffende overeenkomst met een kwaadaardig gezwel, hetwelk op betzelfde oogenblik zich op een nieuwe plaats vertoont zonder dat het mes van den operateur er in geslaagd is het tekeer te gaan, daar waar 't zich oorspronkelijk vertoond heeft, bieden en de Karner en de Seuaat van Eraukrijk wedereen vrij geruststelleuden aanblik; wel kan het plaatje met de waarschuwiug „Breek- baar, voorzichtig behandelen" voorloopig niet gemist worden, maar met de zittingen van voor weiuige dagen en vdor de vacantie, is't geeu er nu geschiedt in de beide wetgevende lichamen toch iu hoogst gunstige tegenstelliug. De Kamer is aau de begrooting bezig en zoo af en toe gebeurt er, zoo tusscheu de beraadsla- giug over de verschillende posten door, nog wel eens iets dat de hartstochten prikkelt. Zoo ook bij de beraadslaging over het budget van eere- dienst, welke gelegeuheid door bisschop Freppel's opvolger, monseigneur d'Hulst, werd aangegrepen om de politiek der regeering te gispen, wat betreft de houdiug vis-a-vis de Kerk, welke een bondge- noote wil zijn en als zoodanig aauspraak maakt op welwilleudheid. De Minister van eeredienst achtte zich verplicht aau te voereu, dat bij de wet zou toepassen zonder kleinzielige dwinglandij, maar ook zonder toegeveudheid. Dat was nu eens een zaakje naar den zin van Hubbard en hij haastte zich even gauw voor te sleilen de scheidiDg tusschen kerk eu staat, als eerste stap in de goede richting ijverende tegen de artikelsgewijze behaudeliug van de begrooting van eeredienst. Jammer geuoeg voor Hubbard slaagde hij niet in ziju toelegmet 372 tegen 158 stemmen werd besioteu overtegaan tot de be- spreking der verschillende hoofdstukken. De Senaat heelt ernstiger arbeid in handen of tenminste werk, dat grooter gevolgen kan hebben de perswet eu er schijnt wel kans te zijn, dat het Hoogerhuis van Erankrijk in ziju ijver te ver gaat, amendementen Naar het Italiaansch van Tommasina Guidi door H. C. 7) Mevrouw Marr*** beet zich op de lippen. »Wat zeker is," sprak zij, „is ditdat Amalia Veber nooit terug zal komen het is een ziekelijk juffertje en hare nieuwe levenswijze zal bepaald nadeelig op haar werken. Ik verwacht niets anders dan den eeneu of anderen dag te hooren dat zij dood is." ,/Het zou mij leed doen", zeide de goede gravin. *Mij ook, op mijn woord van eer. Maaroveri- gens ik denk er niet zeer veel over." #Den laatsten tijd toeu zij bij mij in huis was scheelde haar watzij was zoo afgemat, lusteloos, lichtgeraaktWeet gij het ook Er is mij verteld dat zij haar in haar slaap hebben zien wandelen." (r/Wie heeft u dat verteld P" #De kamenier." z/Een beetje somnambulisme, daar stoekt niets bijzonders in, Inuocenzaik was vroeger ook eene slaapwandelaarster." //Gij?" ,/Niet op school, maar later." En dit gezegd hebbende, trachtte mevrouw Marr*** eene andere wending aan het gesprek te geven. ffZijt gij van plan alle avonden uit te gaan z/Vooralsuog nietna acht maanden aan de stilte van het buitenleven geweud te zijn, kan ik mij tot verscherping der verschillende bepaliugen volgen het een na het ander. Nu weer was 'teen ainen- dement waarbij de gevangenuemiug gedurende een verkiezingsperiode verboden wordt, dat met 294 tegen 47 stemmen werd verworpen, waarna het wetsvoorstel ter beteugeling van de opwekking tot moord, plundering, diefstal en brandstichting in zijn geheel werd aangenomen met 195 tegen 11 stemmen. Toen kwam aan de beurt het voorstel betrekkelijk de beleediging van vreemde vorsten en 't werd aangenomen. In afwachting van de uitlevering van Cornelius Herz door de Engelsche regeering (Herz is op de aanklacht van het Frausche gouvercemeut zich te hebben schuldig gemaakt aan bedriegelijk handeliu- gen, gearresteerd, doch met het oog op zijn ziekte, in zijn hotel gelaten onder bewaking) heeftj een reporter den veelgenoemde gelulervieuwd eh weiuig nieuws te hooren gekregen. Ouderwijl is het gerucht verspreid dat ook Arton eerlang zou worden opgeborgen en dan natuurlijk heel wat nieuws zou vertellen terwijl Audrieux door ziju uitlaiing voor de commissie van enquete (Rouvier zou 100,000 francs aan een ochteudblad hebben gegeven om de campagne tegen zijn persoon te doen eiudigen en daartoe 40,000 francs hebben genomen van de geheime foudsen van oorlog en evenveel van die van buitenlandsche zaken) weer wat leven heeft gewekt en door zijn mededeeling dat Arton de honderd en vier namen heeft van de bekeude lijst. Hier en daar iu ons werelddeel schijnt de crisis-bacil zich weder te doen geldeu in Italie zou 't de Minister van de schatkist zijn (Grimaldi) wiens positie door de bauken-kwestie zoodanig was geschokt, dat een kabinets-crisis door veleu onvermijdelijk wordt geheeten in Honganje heeft de bestraffiug van den bisschop Schopper door twee leden van het kabinet (Czaky en Szilagzi)'s Keizers goedkeuring niet kunnen verwerven, wat die heeren in een zeer moeielijk parket breugt en een kleine nederlaag van het Portugeesche kabinet iu de financieele commissie, doet velen spreken van een conservatieve combinatie in wording, met Riberro als premier. Of deze geruchten op waarheid berusten, dan wel het gevolg zijn van de door veleu gevoelde behoefte om op politiek gebied weer eens wat afwisseling te hebben, valt moeilijk uittemaken de telegraaf zal spoedig geuoeg klaarheid brengeu. Verleden week heeft de heer Asquith, minister van binnenlandsche zaken van Engeland, te Liver pool eene rede gehouden, waarin hij o. a. zeide, slechts langzamerhaud weer aan de drukte gewennen." „Dan zal ik u gezelschap komen houden." Bestde intieme vrienden zal ik wel ontvangen. Houdt mevrouw S*** dit jaar receptie ,/Reeds begonnen altijd dezelfde gezichten." z/Geeft markiezin L*** haar gewone muziek- avondjes weer z/Reeds begonnen altijd dezelfde liederen." #Ik heb plan van tijd tot tijd naar den schouw- burg te gaan, weet gij Rodolfo heeft eene loge in de opera voor mij gehuurd." //Welk een echtgenoot 1 Welk een echtgenoot 1" riep mevrouw Marr*** uit, gedaehtenloos spelende met den sleutel van de loge. Vervolgens maakte zij een praatje over toilet ten, huwelijken, verschillende aangelegenheden die in den sinaak der gravin vielen, en na een uurtje ge- keuveld te hebben vertrok zij weder. Bij de deur der kamer gekomen, keerde zij zich tot den knecht. ,/Een volant van mijne japon is losgetornd," zeide zij en wees op haar rok. Wilt gij mij bij de kamenier brengen, opdat zij dien even voor mij hechte? Onderwijl de kamenier de naald instak, vroeg mevrouw Marr***, vrieudelijk glimlachende, zonder eenige erg z/Dus heeft freule Yeber in haar slaap ge- wandeld Hebt gijzelve haar gezien //Ik? Neen, waarlijk niet; de portiersvrouw heeft haar gezien." z/Een gevolg van slechte spijsvertering", beweerde mevrouw Marr***. ,/Waarom heeft de portiersvrouw gewacht met te waarschuwen totdat de freule vertrokken was Als men haar daarvoor een geneesmiddel had laten dat Eugelands buitenlandsche belangen in lord Roseberry's handen veilig waren. Avonturen zou de regeering niet wagenmaar, waar zij als in Egypte plichten had te vervullen, zou zij niet aar- zelen haar plicht te doen. De jeugdige Khedive schijnt geen geloof te slaan aan de woorden van den Engelschen minister. Nadat het hem is gelukt eene wijzigiug van zijn kabinet door te zetten, gaat hij voort het den Engel schen lastig te maken. De toejuichingen van zijne fanatieke en zelfzuchtige onderdanen brengen zijn hoofd op hoi en ziju nieuwe eerste minister, Riaz pacha, schijnt hem niet te weerhouden. Riaz is een man van den oudeu stempel. In zijne oogeu zijn rechters ambtenaren, wier eerste plicht is de belangen der regeering of der regeeringspersonen te behar- tigen en toen de Engelschen het rechtswezen her- vormden, nam hij twee jaren geleden zijn ontslag als Minister van justitie. Van zulk een man is niet te veronderstellen, dat hij, zooals een Engelsch blad zegt, overtuigd is, dat Egypte den steuu behoeft van eene groote mogendheid. De onrust neemt dan te Cairo, ook toe en het is volstrekt niet onmogelijk, dat eene botsing met de Engelschen ontstaat, die groote en nuttige dingen in Egypte hebben tot stand gebracht, maar zich niet populair hebben gemaakt. Terwijl demahdisten opuieuw de grenzen bedreigen is het evenwel een zeer ongeschikt oogenblik om te beproeven hen uit het land te verdrijven. Volgens het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de begrooting voor Waterstaat werd in de afdeeliugen aanbevoleu verbetering van de havens te Breskeus eu te Veere. Vele leden klaagden over de werking der nieuwe spoorweg—contracten, waarvan de voorgespiegelde voordeeleu tot dusver zijn uitgebleven. Meer na- drukkelijk werd gewaarschuwd tegen groote uitgaven voor nieuwe werken of voor werken tot wijzigiug, verbetering of uitbreiding van bestaande werken, welke ten slotte ten laste van den Staat zouden komen. De dienaangaande op de Maatschappijen rustende verplichtingen scheen de regeering te licht op te vatten. Men betreurde het diep, dat de geldelijke uiikomsteu tot dusver iu den weg staan eene ver!aging van de tarieven, die dan toch voornamelijk op den voorgrond had gestaan. Tot dusver was uoch het personenvervoer, noch het goederenvervoer vergemakkelijkt of gebaat, getuige o.a. het goede renvervoer 's Gravenhage. innemen, dan was het misschien overgegaan weet gij wel, mijn kiud, dat dit evenzer eene ziekte is als eenige andere „Dat geloof ik welmaar freule Veber had ons het zwijgen opgelegd. Ik heb het eerst kort ge leden aan mevrouw de gravin verteld." ,/Beuzelingen." De getornde japon was genaaid. ,/Wel bedankt, meisje En mevrouw Marr*** ging de deur uit. VIII. //Mevrouw Marr***, mevrouw Marr***Gij hebt mij gelast mij stil te houdenik gehoorzaam u, maar het is eene hartverscheurende wreedheid die mij innerlijk foltert. Mijn trots verzet zich tegen de ellendige, laaghartige rol die ik spelen moet. Wat zal die vrouw zeggen Ik stop mijne ooren toe om het niet te hooren. Ik ben hier alleen. Zij, alien denken dat ik in Weenen ben. Welk een bedrogWij zijn afschuwelijk valsch. Terwijl zij meende, dat ik reeds mijlen ver was met de Poolsche dame, heb ik dien avond, toen ik van Bologna naar Florence reisde, voor het laatst de villa der Ilario's gezien. Er brandde licht in de kamer der gravin en mij dachtzij moest het geraas van den trein hooren. Ach ik trok on- willekeurig mijne voile over het gelaat, als had zij met den vinger naar mij gewezen ik sloot de oogen en opende ze niet aleer ik een heel eind verder was. Yraagt zij naar Amalia Veber? Het best is, dat men haar zegt dat ik gestorven ben. Dan zal zij voor mijne ziel bidden en niet meer zeggen, dat ik eene ondankbare ben. Bij de iurichtin'g van den landbouwraad behoorde beweerde men zoowel op het belang van den land- bouwer als op dat van den landbouw gelet te worden. Enkele leden waren voor de oprichting van eene staats-hypotheekbank. Ernstig werd door sommigeu gewaarschuwd tegen overdrijving in de beperking vau den Zondagsdienst voor posterijen en telegrafen. Van vele zijden werd verlaugd dat spoedig voor alle verkeer tot staats-exploitatie van de telephoon worde overgegaan Door den heer Mr. E. Fokker is bij het ver- slag gevoegd eene nota betreffende het reglement op het baggeren. Bij Kon. besluit is bepaald dat het l4 lid van art. 7 vau het Kon. besluit van 23 April 1887, no. 35, betreffende het examen voor surnu- merair der belastingen, wordt gelezen als volgt Om tot het eerste examen te worden toegelaten, moet men bij den aanvang van het jaar, waarin het gehouden wordt, deu leeftijd van 18 jaar bereikt en dien van 20 jaar niet overschreden hebben. Om tot het tweede examen te worden toegelaten, mag men bij den aanvang van het jaar waarin dat gehouden wordt, den leeftijd vau 25 jaar niet overschreden hebben. Het besluit treedt voor elk dier exameus in werking na huu afloop in 1893. Uit Amsterdam wordt gemeld van Vrijdag- namiddag Heden ochtend omstreek.s half twaalf was een aantal werkloozen, vermeerderd met eene groote meuigte nieuwsgierigen, op den Nieuwezijdsvoor- burgwal verzameld. Daar werd hun een schrijven voorgelezeu van de directie der broodfabriek op de Vijzelgracht, inhoudende de mededeeling, dat geen brood zou worden gegeven en dat geweld met geweld zou gekeerd worden. Steenbergen, die het schrijven voorlas, ried aan toch naar de fabriek te trekken, om zich van de waarheid te overtuigen. Aldus geschiedde. De toegangen tot de fabriek waren door politie afgezet. De bekende socialist Geel met een paar zijner partijgenooten verkregen echter toegang. In het kantoor der fabriek werd hun door een beambte medegedeeld, dat van eene belofte, gisteren gegeven, geeu sprake is geweest en dat bij afwezig- heid der directie door hem in geen geval over het brood der fabriek kan beschikt worden. Geel bracht deze kenuisgeving over aan de menschen, die op eenigen afstand stonden te wachteu. Hij maaude hen tot bedaard uiteengaan aan, ook omdat, aangezieu er dezen ochtend bij de Het plaatsje waar ik mijn iutrek heb genomen is dicht bij Sarzanaik heb het uitzicht op de hooge marmeren rotsenik wilde wel dat zij mij verpletterden. »Waartoe dienen mij de talenten die ik aan mijn vader te dauken heb Tot niets. Ik ben eene arme vrouw. Bij de ontzettende gedachten die mij kwellen voegt zich nog deze, dat ik eens door de portiersvrouw overvallen ben in de rotonde, bij de serre. Ik smeekte haar mij niet te verraden, doch zij had het reeds aan iemand verklapt. z/Ik zou die vrouw in haar graf kunnen ver- wenschen. Schrijf mij uiet meer mevrouw Marr***. ik heb niemand noodig. Ik heb geuoeg om van te leven overvloedig. Ik heet niet meer Ve ber ik ben Amalia, de eene of andere zonderlinge jonge dame, die haar leven alleen slijt, niet werkt, betaalt wie haar onder dak neemt, niet spreekt niet lacht, niet uitgaat. ,/Als gij die engel ziet, kus den zoom van haar kleed voor mij. Voor heden zal ik u uiet meer schrijven. Er zal een dag aanbreken, waarin ik tot u zeggen zalik wacht u." Na den brief gelezen te hebben hield mevrouw Marr*** dien iu de brandende kaars, en terwijl zij er naar keek hoe het papier langzaam verbrandde, zeide zij in zichzelve z/Innocenza heeft haar beoordeeld als eene vrouw zonder hart, maar zij vergist zich. De ongelukkige heeft te veel hart, en daarom juist geloof ik dat zij de laatste dagen eene zekere onverschilligheid heeft aangenomen, ten einde haar gevoel te ver- bergen. Veel, veel te teerhartig zijn die meisjes, romautisch, onbedachtzaam, och moeite te ver- geefsch Het is niet meer te verheljpen,"

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1893 | | pagina 1