Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeawseh-Vlaanderen. No. 2889. Woensdag 18 Januari 1893. 33e Jaargang. BKtiKNUMAKlNG~ Openbare Vergadering Binnenland. iBONNEMENT: advestentiEn, Bij deze counuit behoort eea bijvoegsel. Earner van Koophandel en Fabrieken te Ter Neuzen. FEUILLETON. TER Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVo Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven bushoaders. COIIRANT Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Dit blurt verscliijnt Uinsrfagr- en Vrijrtagavoad bij den uitgever •E* A M HE I i Hf D E te Ter Meuzen* In den loop der maand Februari a. s. moeten, ter voldoening aan art. 8 der betrekkelijke veror- dening, alle mannelijke ingezetenen, woneude in de koin der gemeente, geboren inhetjaar\')i§Z, en ook die van ouderen leeftijd, voor zoover sij hun 50e jaar nog niet zijn ingetreden, die in het vorige jaar zich in de gemeente hebben gevestigd, ter geineente-secretarie aangifte doen om voor deu dienst bij de brandweer te worden ingeschreven. Die deze aangifte verzuiunen worden, onvermin- derd de daartegen bedreigde boete, ambtshalve ingeschreven, of, wanneer bet verzuim eerst na de luting wordt ontdekt, zonder loting in dienst gesleld. Ter Nenzen, 13 Januari 1893. Burgemeester en Wethouders aldaar, J. A. VAN BOVBN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. op Ilonderdag 19 Januari 1893, 's namiddags 7 uur. Te behandelen a. Verkiezing voorzitter en diens plaatsvervanger, alsook van een bode. b. Installatie herkozen leden. c. Rekeuing afgeloopen dienstjaar. d. Verslag toestand handel en scheepvaart in deze gemeente gedureude het afgeloopen jaar. e. Ingekomen stukken. H. C. E. VAN IJSSELSTEIJN, Voorzitter. H. J. VOOREN, Secretaris. f?olitieli Overzicht. De eene treffende gebeurtenis na de andere overvalt den Franschen. De oud-Minister Baihaut ziuspeelt in zijn verhoor op den president Carnot en de Gaulois inaakt daarvan handig gebruik, om Carnot in het schandaal te betrekken. Dat zouden er dan drie zijn, die door het publiek met een verdachten blik worden aangekeken. (Rouvier is door het volk al lang gevonnist.) De Freycinet en Loubet vertrouwde men al lang niet meer. Naar het Italiaansch van Tommasina Guidi door H. C. 5) Er kwamen onderscheidene brieven uit de stad, welke de graaf onverschillig inzag en hier en daar op tafel liet slingeren. De winter werd hoe langer hoe strenger, doch overschreed geenszins den drem- pel van het grafelijke buis, dat verwarmd en van alle gemakken voorzien was. De schoonheid der gravin, ddnig als de zon, omdat zij daar in het gebergte geene mededingsters had, en haar gelijk- matig humeur moesten, zou men gezegd hebben, het hoogste genot van haar echtvriend uitmaken, die verstoken was van elke verstrooiing. Eene norsche uitdrukking evenwel benevelde zijn oog, zoodra dit toevallig op de kleine Santinella geves tigd was of haar midden in de kamer recht overeind zag staan in eene weerbarstige bui, druk in de weer papier te verscheuren, te schreeuwen of zonder ophouden te roepen ,/Mama, mama I" Dan werd de graaf ongeduldig en liep de kamer uit, en de gravin, die hem verwonderd naoogde, sprak bij zichzelve *Het is vreemdVroeger placht hij aldekin- dertjes uit de buurt aan te halen en tegenwoordig wil hij niet de minste toegevendheid gebruikeu tegenover Santinella, die als ons eigen kind aan huis is." De vrouw van den portier Lorenzo, wie de eer te beurt viel een streepje voor te hebben boven de In de oogen van het Fransche volk is het zeker, dat hun handen niet rein zijn. De regeering zelf heeft geoordeeld, dat waar twee verdachten scholen onder de kudde, de gansche kudde wordt geacht te zijn besmetheeft daarom besloten, hen uit te stooten, die met den vinger konden worden aange- wezen en om dat te kunnen doen heeft het gansche ministerie zijn ontslag gevraagd. 's Morgens werd het ontslag aangeboden, 's avonds stond een nieuw ministerie op de been, op een eukel trekje na sprekend gelijkend op het vorige. Slechts De Freycinet en Loubet hebben hun zetel verlatende eerste, omdat hij er genoeg van had ondank te oogsten, nadat hij twintig jaar den lande diensten had bewezen de laatste omdat het hem verdroot, steeds over de tong te gaan. Twee slachtoffers van het Panamakanaal, waarvan men den een als Minister van oorlog ousterfelijk waande en dezen verdacht dat hij een jaloerschen blik sloeg op de tegenwoordige betrekking van Sadi Carnot. Een ander slachtoffer is Floquet. Hij zat zoo mooi op zijn voorzittersstoel en hij leidde zoo braaf de vergaderiugen en iedereen beweerde, dat men in de Fransche Kamer een president had uit duizenden. Doch daar verklaarde hij, dat hij een wakend oogje had gehouden op de gelden, die de Panama-maatschappij voor publiciteit had be- stemd men beweerde dat een wakend oogje gelijk- luidend was met een lonkend knipoogje en sedert dien tijd was Floquet nog wel een presidentje uit duizenden, doch hij zelf vreesde, dat men hem slechter zou vinden dan een uit de duizenden en hij bedankte als president. Sedert dien tijd ontstond er een strijd wie president der kamer zou worden. Men beteurde deD ongelukkigen Floquet en prees heraelhoog zijn deugden, doch Floquet bleef bij wat hij gezegd had Ik stel mij niet meer candidaat. Alzoo geschiedde het dat met veel lawaai, nadat vooraf vuisten waren gezwaaid en kernachtige uit- drukkiugen door de zaal waren geslingerd, Casimir Perier de voorzittersstoel werd aangeboden. Zoodat men, wanneer de Gaulois niet zijn zin krijgt en Carnot onbevlekt is en blijft, thans hoopt aan het hoofd van de zaken mannen te hebben, onschuldig als toen zij ter wereld kwamen, die nooit een franc van de een of andere maatschappij hebben aange- nomen en van wie nooit iemand iets slechts zal kunnen vertellen. In dat geval moet worden erkend, dat zij gansch andere mannen zijn dan menigeen, die vroeger vol zelfbewustzijn een portefeuille onder den arm nam. Dat blijkt uit het verhoor van Ferdinand de Lesseps voor de rechtbank. Politiek is nooit eerlijk. Maar andere dienstboden, kon soms zoo zeggen tot hare meesteres ffWat zou het oneindig beter wezen, mevrouw, indien u het kind bij mij aan huis liet en dat u met mijnheer den graaf weer naar stad ging Het woord eens onwetenden bevat in sommige gevalleu weleens ongezocht eene waarschuwing, en de gravin van nature tot overdenking gestemd, nam steeds gretig een goeden raad van wien dan ook aan. ,/Zou deze vreemde afzondering wezenlijk geheel verkeerd zijn Zou Rodolfo onder den invloed van een gril handelen en per slot van rekeuing berouw hebben van hetgeen hij begonuen is P Laat ik hem op de proef stellen." Zij wachtte den avond af en zeide toen „Wij zijn ternauwernood tot Kerstmis genaderd Wij kunnen nog lang wachten eer wij de zon, het groen en al het moois van het buitenleven zullen zien. Openhartig gesproken, Rodolfo, ik ben het rnoede, ik heb er overgenoeg van. W ilt gij niet de gelofte van eenzelvigheid verbrekeu die gij in een ongewoon oogenbltk hebt afgelegd De graaf zag haar vol verbazing aan. ,/Gelooft gij mij misschieu niet, omdat ik tot heden morgen nog u verzekerde gaarne hier te willen blijven P Maar daar liep wat grootspraak onder. Thans leg ik de wapenen neder met de verklaring, dat ik eene vrouw ben die zichzelve niet gelijk blijft, en ik vraag om weer naar stad te mogen gaan." De gravin had deze woorden haastig uitgesproken, hare oogen schitterden en een glimlach speelde om hare lippen, die haar innige goedhartigheid verraadde, waarmede zij aanstonds gereed stond den- dat politiek zoo laag staat als De Lesseps heeft verteld, zal menigeen verwondereu. Een staaltje De Lesseps werd gevraagd, wat er gedaan is met het geheime fonds dat ter beschikking stond van de directie der Panama-maatschappij. De advocaat- generaal verzette zich tegen deze vraag, omdat De Lesseps in de instructie reeds voldoende inlichtingen had gegeven. Het hof besliste echter anders en tot groote verbazing legde de administrateur der maat schappij deze verklaring af#In 1886, tusschen het aanbieden van het ontwerp en de uitgifte der leening, heeft Baihaut, de vroegere minister van publieke werken, die ook reeds in een eel kan peinzen, voor zijn ourechtvaardig verkregen 275000 francs. Een millioen had hij gevraagd, te betalen op verschillende tijden, doch de andere 725,000 francs zijn hem niet gegeven. „Maar," vroeg de voor zitter, ,/waarom hebt u geen weerstand geboden aan deze aanvragen P" En kenschetsend voor de politieke zeden onder de derde Fransche Republiek klonk het antwoord //Het was onmogelijk te weige- ren als men het vroeg met de pistool op de borst." De voorzitter merkte wel op, dat dan de hulp der politie had moeten worden ingeroepen, doch dit neemt niet weg, dat den administrateurs door de regeeringspersonen het mes op de keel is gezet en dat meuige honderdduizend francs gestort is bij de maatschappij, om van daar te worden gedragen naar een of ander ministerieel bureau. De nieuwe Minister van financien van Rusland, Witte, heeft aan zij ne begrootiug eene memorie van toelichting toegevoegd. Hij spreekt niet als zijn voorganger van de onuitputtelijke hulpbronnen van Rusland, maar erkent, dat het rijk in een moeilijken toestand verkeert en hij verwacht alleen van eene verbetering van den economischen toestand redding. Dit boezemt meer vertrouwen in, wat de door hem opgegeven cijfers betreft, dan zijn voorgangeT ooit heeft genoten. Het is nu slechts de vraag, of zijne plannen voor de bevordering van handel, nijverheid en landbouw zullen worden uitgevoerd. Van betee- kenis is, dat ook in dit stuk de vredelievende gezindheid wordt uitgedrukttrouwens zijn inhoud is, wat het gevaar van oorlog betreft, zeer gerust- stellend. De Minister zegt, dat door eene crediet- operatie 68,562,333 roebels moet worden verkregen; hieronder zal wel een binnenlaudsche leening moeten worden verstaan, die gedeeltelijk door het in de spaarbanken gedeponeerde geld, dat ongeveer 50 millioen bedraagt, zou kunnen worden gedekt. Ook in Belgie wenden de werkliedeu dynamiet gene ter hulp te Snellen die min of meer twijfel- rnoedig en zwak van karakter was. Graaf Rodolfo zag zijne vrouw doordringend aan en begreep haar volkomen. „Goede Innocenza 1" zeide hij, gij hebt een schiju van verveling bij mij ontdekt en ten einde mij nu de moeielijke taak te besparen mijne wispel- turigheid te moeten bekennen, komt gij mij zeggen Ik ben het moede, laat ons naar stad gaan. Welnu ja 1" riep hij lachend uit en sloot hare hand in de zijne, »laat ons naar stad gaan laat ons vertrekken wanneer //Over een dag of twee, drie." ,/En en de kleine meid P" //Santinella zal hier blijven." z/Zeer goed." //Zij zal hier blijven om mij in het voorjaar op te wachten", zeide de gravin, vastberaden en koeltjes. z/Zeer goed 1" herhaalde haar man. VI. Hij wachtte tot de gravin naar bed was om, voor zijne schrijftafel plaats nemende, een brief te schrij- ven, welken hij aan den knecht gaf met bevel dien den volgenden morgen zoo vroeg mogelijk op de post te bezorgen. De brief was gericht aan mevrouw Marr***. zrLieve mevrouw Marr***, mijne vrouw heeft begrepen, dat ik deze eenzaamheid, welke ik be sloten had mijzelf op te leggen, niet langer kan verdragen. Gij weet waarom ik het deed Binnen een paar dagen zullen wij in de stad zijn draag zorg dat gij er u verwonderd over betoont en denk er aan met al die omzichtigheid te werk te gaan, waarvan gij mij tot nu toe blijken hebt aau om #het kapitaal" schrik aan te jagen en zij meenen hierin reeds voldoende te zijn geslaagd om den zeer hoogen toon te kunnen aanslaan. Te Gent hielden zij b. v. eene sterk bezochte verga dering, waar werd besloten, dat voortaan de werk- loozen geene bedeeling meer zouden aannemen. Als grond voor dit besluit werd aangevoerd, dat de uitgedeelde levensmiddelen niet goed genoeg waren. De liberale en de clericale bladen van Gent hadden geld voor de werkloozen bijeengebracht, maar de vergadering der werkloozen besloot, dat geld te weigeren en de manifestaties op straat voort te zetten. Het is zeker vreemd, dat menschen, die bitter klagen over hun nood, voedsel en geld, dat hun wordt aangeboden, weigerenmen moet wel veronderstellen, dat de Geutsche werkloozen nog niet van alle middelen zijn onthloot, of dat zij van andere zijde worden ondersteund. Het socialistisch orgaan Vooruit voert in de laatste dagen een zeer heftige taal. In Belgie en ook elders, trachten deaanvoerders der socialisten hun invloed te handhaven door storing der openbare orde. De schrijver der brieven uit de residentie aan het N. v. d. D., schrijft o. a. het volgende Terwijl allerlei aantrekkelijkheden de menschen 's avonds naar buiten lokkon en geld doen verteren alsof de vermogens- en bedrijfsbelastingen de wereld niet met den ondergang bedreigden, reeds voordat Taks kieswet er den genadeslag aan toebrengt, stroomt het des daags zoolang de zon haar licht over de aarde doet schijnen naar de Boschvijvers, waar de schaats heerschappij voert, en naar de sloot, gereserveerd voor H. M. de Koningin, waar deze elken dag een uurtje, ten aanschouwe van de menigte, op de smalle ijzers tracht te rijden. Malle vleierij wist dezer dagen te verhalen, dat H. M. reeds sierlijke zwaaien over het ijsvlak maakt. Mai want iedereen kan zien, dat ons Koninginnetje heel aardig op haar schaatsen staat en zelfs al redelijk vooruitkomt, maar dat het zwaaien zich bij haar, evenals bij ieder gewoon sterveling in zijne eerste schaatsenrijdersperiode, tot de armpjes bepaalt. Maar wat ik met genoegen zag is de onge- dwongenheid, waarmee het meisje zich bewoog, alsof er niet een aantal oogenparen naar haar keken iets dat toch waarlijk wel in staat is om een ander kind van 12 jaar verlegen te makeu. gegeven. Sta mijne vrouw ter zijde met het vaste voornemen elke kans tot gebabbel van haar af te wenden. Stel gij u voortdurend tot een onover- komelijken hiuderpaal tusschen mijne vrouw en een ieder die haar wil naderen z/Ik keer terug omdat ik hier zou sterven van verveling, maar ik zou niet terugkeereu, al moest ik sterven, indien ik niet overtuigd ware, dat ik in u een onfeilbaar middel bezit om deu vrede in mijn gezin heilig te bewaren. #Mijn gezin is vermeerderd in aantaler is een klein kindje bijgekomen, dat, uit de ellende opge- raapt, mijn huis in beslag neemt en eene blinde liefde aan mijne vrouw inboezemt. Ach Ik zal alles doen wat ik kan en gij moet mij bijstaan, opdat Innocenza dit bede- laarskind uit ons huis verwijderd, dat door een toevalligen samenloop van omstandigheden de plaats inneemt die aan een ander toebehoort. Wij zullen hierover sameu spreken, lieve Geltrude Ik moet u zeggen, dat het denkbeeld van naar stad terug te keeren op mij de uitwerking maakt eener groote vertroosting. Ik zal mijzelf nooit meer eene op- offering op de schouders leggen, sinds ik onder- vonden heb hoe ongeschikt ik ben om die ge- trouw te vervullen. Vaarwel, waarde mevrouw Marr***." Zij vertrokken 's middags te twaalf uren, toen het vale licht der zon eene geelachtige tint wierp over het voetpad dat onder hunne voeten kraakte. De gravin, in fluweel en bont gehuld, liep gearmd met haar echtgenoot, wiens blikken vragend op haar rustten. ,/Neen", antwoordde zij bitter, //het is niet de koude die mij hiuderthet is iets waarvan ik geene

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1893 | | pagina 1