Gemengde berichten. TER NEEZEX, 27 December 1892. Kantongerecht te Ter Neuzen. voor werkverschaffing te stichten, niet van gemeente- wege maar door particulieren. Een gevolg hiervan was een bijeeukomst van ingezeten, waarin tot de oprichting besloten werd. Het benoodigde geld zal door de aanwezigen zelven aan de huizen gecol- teerd worden, terwijl het bestuur van Eendracbt van advies zal dienen omtrent het te verschaffeu werk, de aanvragen om werk euz., wijl de vereeniging alleen werk zal verschaffen aan hen, die tot werken gezind zijn. Treurig zijn echter de steeds toenemende blijken van demoralisatie in de mindere klassen, vooral ook onder de jeugd, zoodat schoolgaande kinderen reeds worden lastig gevallen en bedreigd door knapen, die langs den weg slingeren, en zelfs kinderen uit de bewaarschool zijn aangesprokeu om centen en bedreigd. De gruwelijkste bedreigingen liggen in den moud der volksjeugd bestorven. Te Oude Pekela heeft de burgemeester de inge- zetenen tot een bijeeukomst uitgenoodigd, om te bespreken wat moet gedaan worden tot tegengaan van den werknood. Vermoedelijk zal de heer Domela Nieuwenhuis weldra deze streken bezoeken. Travailleur treedt niet meer op, maar gebruikt zijn orgaan De Arbeid om vuur en vlam te spuwen over het optreden der autoriteiten dat, zoo zegt hij, alleen te dauken is aan de woorden van den radicalen heer lijdens in de Tweede Kamer. Op dezen heer zijn de sociuiisten zeer ver'oitterd. Naar aanleiding van de oploopjes, welke in de jongste twee avonden te Leeuwarden plaats hebben gehad, heeft de burgemeester, met verwijzing naar art. 86 der algemeene politie-verordening, waarbij strafbaar wordt gesteld hij, die op of aan de openbare straat rumoer of burengerucht maakt, waardoor de openbare orde lean worden gestoord, de ingezetenen uitgenoodigd zich van overtreding van dit artikel te onthouden en zich niet door nieuwsgierigheid gedreven, bij die personen, welke zich aan die overtreding wel schuldig maken aan te sluiten en alzoo de taak der politie niet te bemoeielijken. Na daartoe door ruime giften in staat te zijn gesteld mochten de besturen van de beide Zondagscholen alhier, onder directien van de heeren J. A. Tazelaar en J. P. van Herp, het genoegen smaken met de kerstdagen aan ruim 700 leerlingen dier scholen een kinderfeest aan te bieden, gisteren namiddag en avond aan de jongste en heden voor de oudsle kinderen welke beide feestvieringen plaats vonden in de Christelijke Gereformeerde kerk, daartoe welwillend afgestaau en doelmatig verlicht. Waren er gisteren vele ouders en belangstellenden aanwezig zoodat alles meer dan bezet was, ook heden is zulks het geval en is weder alles overvol. Bij toepasselijke toespraken van leeraren en onder- wijzers,afgewisseld zoowel doorden zang der kinderen, als door de uitvoeringen van het Christelijk Zang- gezelschapLooft den Heer, alhier, die het feest daarmede niet weinigopluisterde, werden den kinderen versnaperiugen toegediend en ieder kind een boek- geschenk uitgereikt. Dit alles verschafteden kinderen eenige aangename uren, terwijl de vele toehoorders hoogsttevreden over een en anderhuiswaartskeerden. Collecten voor de weezen te Neerbosch en voor de doofstommen te Efl'atha bij beide gelegenheden, hebben gisteren avond eene goede som opgebracbt en heden hoopt men mede op een tevreden opbrengst. Bij de gisteren door de tooneelvereeniging „Vooruitgang is ons streven" alhier gegeven uitvoering bleek wederom, dat zij goed de kunst verstaat, haren bezoekers een genoegelijken avond te bezorgen. Een overvolle zaal, een aandachtig luisterend publiek en een herhaald applaus, was dan ook de belooning der vereeniging, voor de moeite en zorgen door haar besteed aan de uitvoering der tooneelstukkeu „Pierre, de galeiboef, oi de onschuldig veroordeelde", drama, en „De Jager, de Huzaar en het Oestermeisje of de verpande krijgslieden", blijspel. Het eerste stuk vooral werd met gevoel voor- gedragen en voornamelijk het spel vau Pierre deed tranen storten, terwijl de lachspieren in beweging kwamen over de lotgevallen van den rijken, roialen huzaar, die altijd trakteerde en per slot van rekening met zijn kameraad, den jager, in pand werd ge- houden, omdat hij zijn vertering niet betalen kon, welk stukje ook goed van stapel iiep. Een geanimeerd bal besloot dezen prettigen avond. Hnek, 27 Dec. Heden werd alhier door de vereeniging v Doelraatige Samenwerking" aanbesteed de levering van 1° 159,700 K.G. Superphosphaat. Hiervoor hadden ingeschreven de heeren H. J. Vlaeminck, te St. Jansteen, voor f 3,10 Coenen Schoenmakers, te Uden, voor f 3,10 Standaert, te Balgerhoecke, voor f 3,14; P. J. Scheele, te Ter Neuzen, voor f 3,20 en Vaesen C0., te Rotterdam, voor 3,27 per 100 K.G. Aan eerstgenoemde is bij loting de levering geguud 2° van 30,700 K.G. Chilisalpeler. Hier voor had enkel iDgeschreven de heer P. J. Scheele, te Ter Neuzen, voor f 10,72 per 100 K.G., wat evenwel niet gegund werd. Koewacht. Toen hier Zondag morgen de tijding bekend werd, dat de Tweede Kamer de subsidie- aanvrage van 22300 gulden voor den steenweg van deze gemeente naar St. Jansteen had toegestaan, heerschte er algemeene vreugde. Dadelijk wapperde de vlag van de voornaamste gebouwen en de zangvereeniging ,/Kunstliefde" bracht den heer burgemeester eene serenade, waarbij de voorzitter dier vereeniging hem feliciteerde met den gunstigen afloop en hem namens de ingezetenen dank zegde voor de vele moeiten, die hij zich getroost had om dit werk tot stand te brengen. De heer Burgemeester, getroffen door die bewijzen van hoogachting, bedankte in hartelijke woorden voor de eer hem bewezen, terwijl hij tevens be- loofde, dat hij zou voortgaan met zijn beste krachten datgene te steunen, wat kan strekken tot vooruitgang der gemeente. St. Jansteen. Even als elders is het ook op de uithoeken onzer' gemeente gebruikelijk den tweeden kerstdag als een soort winterkermisje te vieren. Te Heikant is dat feestje weer ontaard in eene hevige vechtpartij tnsschen een twintigtal Belgen en Hollanders. Er zijn klappen, stompen en schoppen uitgedeeld en ook de messen hebben dienst gedaan. Men spreekt van 10 verwonden, waarvan een zoo ernstig gekueusd moet zijn dat men twijfelt of bij er nog van opkomen zal. IJiervliet, 26 Dec. Gisterenavond gaf onze rederijkerskamer „Jacob van Lennep" met mede- werkiug van het muziekgezelschap eeue uitvoering, die door een zeer talrijk publiek bijgewoond werd. Alle plaatsen waren bezet en toch gold ditmaal het lidmaatschap niet. Pakketten voor dames, een dramatische grap van Justus van Maurik in 2 bedrijven in 1885 ook opgevoerd liep goed van stapel, maar vooral het lieve nastukje De Loteling le conscrit werd hartelijk toegejuicht. Om 6 uur aangevangen, was de uitvoering om 10 uur geeindigd. Na afloop maakte de kasteleines goede zaken. Of het kwam door het verbod van het bal of van wege de kou is ons niet bekend. Heden avond geeft de kamer „A1 doende leert men" eene uitvoering. Het programma belooft iets goeds. De bedijking in den Brakman is gegund aan den laagsten inschrijver op een na. Zitting van 23 December 1892. l'eroordeeld s L. W., stoelenmaker te Oostburg, ter zake van het rijden met ongemuilkorfde hondentot eene boete van 1, subsidiair 1 dag hechtenis. A. J. I. scheepsgezagvoerder te New-Castle, ter zake van het te snel varen op een rijkskanaaltot eene boete van 25, subs. 5 dagen hecht. F. S. en J. A., werklieden te Sluiskil, ter zake van het in gesloten jachttijd zich in het veld bevinden met geladen geweerieder tot eene boete van 3, subs. 3 dagen hecht., met verbeurdverklaring en bevel tot uitlevering dergeweren, of betaling respectievelijk van 5 en 8, subs. 2 en 4 dagen hecht. D. d. P., landbouwer te Selzaete, ter zake van het met beletten, dat zijn hond in 't veld wild drijfttot eene boete van 1, subs. 1 dag hecht. M. D.. koopman te Zaamslag, en E. S„ slager te Sas van Gent, ter zake van overtreding der ijkwet; ieder tot eene boete van 1, subs. 1 dag hecht., met verbeurdverklaring der in beslag genomen maat en gewicht. J. C. G. en V. D., beiden te Westdorpe, ter zake van strooperijieder tot eene boete van 1, subs. 2 dagen hecht. M. d. J., A. d. J. en M. K. D., alien zonder beroep te Ter Neuzen, ter zake als vorenieder tot eene boete van f 1, subs. 1 dag hecht. J. C. M., J. C. B., G. B., J. L„ J. J. D„ A. L. P. D. en J. P. V., alien zonder beroep te Ter Neuzen, ter zake als voren ieder tot eene boete van f 0,50 subs. 1 dag hecht. M. d. K., L. d. P. en M. v. T., werksters te Axel, ter zake van het loopen op bezaaiden grond ieder tot eene boete van 0,50, subs. 1 dag hecht. J. 'tH., schippersknecht en A. C. v. d. H., zonder beroep te Ter Neuzen. ter zake van nachtrumoer; ieder tot eene boete van 3, subs. 3 dagen hecht. J. d. L., schipper te Ter Neuzen, ter zake van het in dronkenschap verstoren der ordetot 3 dagen hecht. E. B. v. W., werkman te Ter Neuzen, ter zake als voren tot 6 dagen hecht. H. D. werkman te Selzaete, ter zake van openbare dronkenschap; tot eene boete van /0,50, subs. 1 dag hecht. F. H, ploegbaas, P. R., dijkwerker en J. A. B., werkman, alien te Ter Neuzen, C. d. G. en J. d. B.. werklieden te Hoek, ter zake als voren ieder tot eene boete van 1, subs. 1 dagen hecht. C. S., schipper te Moerbeke, ter zake als vorentot eene boete van f 2, subs. 1 dag hecht. C. P. K., schipper, en W. F. A., koopman, beiden te Ter Neuzen, ter zake als vorenieder tot eene boete van f 4, subs. 2 dagen hecht. H. R., koopman, zonder bekende woon- of verblijfplaats, ter zake als vorentot eene boete van 3, subs. 3 dagen hecht. D. P., koopman, zonder bekende woon- of verblijfplaats, t er zake als voren tot 21 dagen hecht. A. A. d. M., T. A. L., werklieden, en P. A. B., koopman, alien te Sas van Gent, ter zake van overtreding van het brandweer-reglementieder tot eene boete van f 1, subs. 1 dag hecht. J. S., buitengewoon waker te Sas van Gent, ter zake als voren; tot 2 boeten elk van /0,50, subs. 1 dag hecht. voor elke boete. Allen in de kosten van het geding. VrijsfesproUeu J. P. B., winkelier, en F. J. W., bierbrouwer te Sas van Gent, ter zake van overtreding van he t brandweer-reglement. M. d. J., zonder beroep te Ter Neuzen, ter zake van straatschenderij. De kosten te dragen door den staat. Zooals gemeld is, werd de in hechtenis zijnde kantoorbediende A. S. door de politie vergezeld Dinsdagavond naar het kanaal bij Meppel gebracht waar hij zeide de gestoleu 1425 te hebben begraven. Hij sprong geboeid te water en men dacht niet anders of de man was verdronken. Thaus schrijft men omtrent dit voorval uit Meppel nader het volgende Tegen alle verwachtingen in wist A. S. Dinsdag avond den overkant vau het kanaal te bereiken. Met de handen geboeid, twee jassen aan, zwom hij over het 20 M. breede kanaal, waarin boven- dien een sterke stroom is. Tot twee uur 's nachts bleef men naar den man dreggen, doch Woensdag ochtend werd hij te half tien weder geboeid door de Steenwijker politie te Meppel gebracht. Hij zelf verhaalde aldus Toen ik het kanaal was overgezwommen, bleef ik aan den overkant op het weiland stil liggen, ik zag ondanks de duisternis de politie aan den overkant beteuterd kijken en verinoedde wel, dat zij raeende dat ik verdronken was. De beambten bleven nog even wachten en toen ze weg waren, ging ik aan den haal maar daar snapte mij om 12 uur de nachipolitie te Steenwijk. A. S is te half twaalf weder naar Assen ge- transporteerd het geld is niet gevondenhet verstoppen bij het kanaal heeft hij blijkbaar slechts gelogen om in de vrije lucht te komen en in de hoop te zullen ontsnappen, wat hem dan ook, ofschoon hij niet lang plezier van zijn vrijheid had, gelukie. Hoedanig sujet hij wezen moge dit is zeker dat de man een brutaal zwemmer is de rnajoor der rijksveidwacht verzekerde dat hij als een snoek in het water schoot. "Willy spande alle krachten in, de sleutel draaide om, de deur sprong open. Een ijskoude duffe lucht kwam den baron te gemoet, hij rilde er van. Maar het moest gebeuren nu of nooitMorgen was het misschien reeds te laat Met een lamp in de hand trad hij het donkere vertrek binnen. Hij zette de lamp op den schoor- steenmantel en tastte met bevende hand aan de lijst van het portret, waarachter het geheime vak verborgen was. Vond hij de juiste plek niet meer, of was de veer verroest Bewoog het portret niet meer Doch daar knarste ietsEen veer sprong los, het portret schoof langzaam ter zijde, "hij zag in de donkere ruimte van het geheime vak. Begeerig met de haast van een gierigaard, greep Willy in het vak. Ja, daar waren de papieren nog op dezelfde plaats, waar hij ze bijna twintig jaren geleden zelf had neergelegd. Hier Eduards brieven, de docu- i menten, het testamenten hier het register, dat Tirschner, de sluwe zaakwaarnemer, die ook reeds ten grave was gedaald, voor dertig duizend mark van den gewetenloozen podesta van Frati had gekocht. Daar lag alles nog Hij legde de noodloodlottige papieren voor zich op den schoor- steenmantel. Bij den aanblik dier oude bewijzen geraakte Willy von Altenbrak in koortsachtige spanning. Iu levendige kleuren kwam hem de tijd van zijn jeugd voor den geest, met de snelheid der gedachte trok zijn geheele leven in dit oogenblik zijn geest voorbij,ach, zijn geheele leven, verloren, ver- ongeluktWaarom had hij geluistera naar d® inblazingen van zijn vrouw "W aarom was hij zoo zwak, zoo lafhartig geweest Hij had er voor geboet met twintig lange jaren van berouw en ge wetensk welli ng. Die herinneringen overweldigden hem, het werd donker voor zijn oogen. De door bovenmensche- lijke inspanning getoonde kracht begaf hem, hij voelde, dat hij in oumacht zou vallen of was dat de naderende dood Onwillekeurig sloeg hij de handen uit om steun te vinden Rinkelend viel de petroleumlamp op den grond de oliehouder ontpiofte en een stroom van vuur verspreide zich door de kamer. De baron stiet een doffen kreet uit, ijlde naar de deur, bereikte den drempel van zijn kamer en stortte daar neder. Intusschen grepen de vlammen begeerig om zich heen. De tocht door de openstaandedeur bevorderde de verspreiding niet weinig. Daar sloeg het vuur over in het schrijfvertrek, knaagde aan het dikke Smyrna-tapijt en sprong toen over op de gordijnen voor de vensters. En midden in den vuurgloed, die zich steeds verder uitbreidde, lag de bezitter van het trotsche slot Altenbrak dood! DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Greta was te Neurode. Onder de troostende, milde woorden van haar moeder was in haar ge- moed de kalmte wedergekeerdzij vleide haar hoofd aan de borst van de trouwe leidsvrouw van haar jeugd, en weende zachtdie tranen schonken haar verlichting. Moeder, sprak ze, laat mij bij u blijven, dan word ik spoedig weer uw vroolijke Greta van vroeger. Laat het verleden rusten, Greta. Ik ben nu tevreden wat hebben we meer noodig Meer werd tusschen moeder en dochter niet gesproken over de gebeurtenissen van den laatsten tijd. Zij verstonden elkaar ook zonder veel woorden, zij waren gelukkig, dat ze weer bij elkaar waren. Greta was ernstiger geworden het vaste besluit om haar liefde te onderdrukken, had haar karakter gerijptde rustige omgeving verzachtte het smar- telijke aandenken aan de teleurstelliug van haar minnend hart. Volgens zijn belofte aan Harry von Altenbrak, had Eduard gezwegen over zijn plannen betreffende de opheldering van het familiegeheim. Zijne moeder geloofde daarom, dat die zaak zou blijven rusten en was daarmee tevredenzij streefde niet naar goua en eer. Stil en rustig lag de villa daar in dien helderen zomernachtstil en rustig was het ook in het dorpje Neurode, en slechts uit eDkele schoorsteen- pijpen steeg rook op. Plotseling hoorde men een kreet door de stille straten weerklinken, die de inwoners verschrikt uit hun slaap deed opspringen. Dof klonk de hoorn van den nachtwacht en daar tusschen hoorde men het akelig kleppen van de dorpsklok. Brand brandriepeu de menschen. Ook Eduard hoorde het. Hij sprong uit zijn bed, kleedde zich haastig en ging den straatweg op. In de fabriek kon de brand niet zijn, die stond daar nog onverlet. Maar waar zou de brand dan zijn Hij liep een eind verder den weg op. Nu kon hij het schijnsel van het vuur tegen den oostelijken herael zien het leek den rooden gloed der opgaande zon wel. In het dorp kon de brand niet zijn, daarvoor was het schijusel der vlammen te ver af. Daar in het oosteu straalde een licht- glans als van een prachtig noorderlicht, soms schoten enkele vlammen zeer hoog op en dan volgde een prachtige vonkenregen. Het moest een geweldige brand zijn, die daar woedde. Plotseling voer Eduard een hevige schrik door de leden. Lag het slot Altenbrak niet in die richting Ja, ja, daar moest de brand zijn Daarom kon men het schijnsel der vlammen op zoo'n grooten afstand zien, want het slot lag op een hoogte, van wier top men den geheelen omtrek kon voorzien. Waar is de brand vroeg Eduard aan een voor- bijsnellenden fabrieksarbeider. Het slot Altenbrak staat in brand, mijuheer luidde het antwoord. Als de werkstakers van Neuenbrak het maar niet aangestoken hebben. Dat zou verschrikkelijk zijn Maar wij kunnen hier niet werkeloos toezien. Ga dadelijk naar de fabriek en roep onze brandweer op. Binnen vijf minuten ben ik ook aan de fabriek Goed mijuheer, antwoordde de man en snelde weg. Eduard keerde in huis terug, waar hij zijn moeder en zuster in de woonkamer aantrof. Vol angst vroegen de vrouwen, waar de brand was. Op het slot Altenbrak, antwoordde Eduard. Ik laat de brandweer van de fabriek oproepen en rijd mee naar ginds. Gauw mijn hoed en mantel. Greta haalde het verlangde, terwijl mevrouw Montelli medelijdend zeiDie arme Gerda Kon ik haar nu maar ter zijde staan. Misschien zijn het alleen de bijgebouwen die branden, men weet het nog niet, antwoordde Eduard, terwijl hij den mantel over zijn schouders wierp. In ieder geval ga ik er heen vaarwel De brandweer van de Neuroder fabriek stond reeds met twee spuiten gereed, toen Eduard aan de fabriek kwam. Snel sprong Eduard op den eersten wagen en gaf het teeken tot vertrek. Snuivend stormden de paarden in gestrekten galop de dorpsstraat door naar het tooneel van den brand. Eduard staarde naar den bloedrooden gloed, die met het oogenblik scheen toe te nemen. Was daar dan geen menschelijke hulp, dat de vlammen zoo ongehinderd hun vernielingswerk konden voort- zetten Het scheen wel, of men de vlammen rustig liet begaan, anders hadden die onmogelijk in zoo'n korten tijd zulk een grooten omvang kunnen krijgen. Op den straatweg haalde men enkele troepjes arbeiders insommigen begaven zich naar den brand, anderen bleven rustig staan om naar het schoone, vreeselijke schouwspel te zien. Men riep hen toe mede te rijden, doch zij lachten honend en riepen Het is goed, dat die oude kast afbrandt De barones heeft het wel aan ons verdiend. Eduard herkende in die lieden de werkstakende arbeiders van Neuenbrak. Hij wist, dat het ver- geefsche moeite zou zijn als hij hen aanspoorde om te helpen redden zij waren te zeer verbitterd. Hij dreef de paarden nog meer aan. De gedachte aan alles wat zijn familie tegen de familie van den baron Van Altenbrak kon aauvoeren, was geheel vergeten. Hij dacht er alleen aan zoo spoedig mogelijk hulp te verleenen. Hij had Gerda's beeld voor oogenhij zag haar bleek gelaat, haar smeekenden blik, hij hoorde weer haar laatste vaarwel, waarmee ze schreiende afscheid van hem had genomen. De paarden liepen hem nog niet snel genoeg. Voort, voort rijd nog snellerriep hij den voerlieden toe. De zweepen kwamen suizend op de ruggen der paarden neer, die verschrikt steigerden en in razende vaart de hoogte opgingen, waar het brandende slot stond. Nu waren ze in de tuin. Het slot brandde, en de felle oostenwind lilies de vlammen krachtig aan. Krakend stortte het dak in, het binnenste van het slot was een en al vuur, een ware vuurzee Wee dengene die zich nu nog daarin bevond Bliksemsnel overzag Eduard den toestand. Buiten de muren van den slottuin stond een groote menigte menschen, maar niemand scheen lust te hebben om de helpende hand te reiken. De haat, door Rogalla von Altenbrak gezaaid toonde hier zijn vruchten met spottende voldoening zag de menigte het slot, in een puinhoop veranderen. Alleen de knechts en bedienden van het slot hielpen bij het red den van de kostbare meu'belen. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1892 | | pagina 2