Gemen^de berichten.
Telegrafische berichten.
TER NEUZEN, 6 December 1892.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
ontwerpen tot wegneming van eenige leemten en
gebreken in de ambtenaars-pensioenwetten.
Spoedig kunnen maatregelen worden verwacht
tot voorkoming van misleiding, waartoe de stem-
peling van buitenlandsche gouden en zilveren werken
aanleiding geeft.
De klachten over de slordige bewerking der
nieuwe guldens acbt de Minister van financien
niet ongegrond de oorzaak biervan is dat de Muut
niet over voldoende werktnigen beschikt, wat ver-
klaarbaar is, omdat sedert lang geen zilveren
staudpenningen zijn aangemunt. Daar vooreerst in
de behoefde aan guldens voor Indie en Nederland
voldoende zal zijn voorzien, heeft de Min. gemeend
niet tot de aansc'naffing van kostbare werktuigen
te moeten doen overgaan.
De Ministers van Binnenlandsche Zaken en
van Einancien brengen ter algemeene keunis, dat
met ingang van 7 December 1892 het verbod tot
in- en doorvoer van lompen, gebruikte kleediug-
stukken en ongewasschen lijf- en beddegoed uit
Duitschland, Belgie en Frankrijk wordt ingetrokken.
Aan de Tweede Kamer is een adres gericht
door het bestuur van den Algemeenen Nederland-
schen Politiebond verzoekende bij de behandeliug
van de justitie-begrooting voor 1893 het daarheen
te willen leiden, dat eene algeheele reorganisatie
van het politiewezen in Nederland en het tot stand
komeu eener politiewet, regelende de rechten en
de verplichtingen der politie en de verhouding
van de rijks- tot de gemeentepolitie en omgekeerd
bij de beraadsl agin gen aan de orde komen.
De Bataviasche correspondent van het Soerab.
Hbl. heeft genoeg van den toestand in Atjeh.
Er is, naar mijn inzien schrijft hij maar
een middel om Nederland voor de Atjeh-kwestie
in agitatie te brengen en het tot een beeindiging
van den rampzaligen toestand te brengen het is
nl. deze Laat het Nederlandsche volk de oorlogs-
kosten betalen, dan zal het in agitatie komeu en
de oorlog spoedig gedaan zijn. Zoolang Ned.-Indie
goed of kwaadsehiks de dubbeltjes moet opbrengen
tot dekking der oorlogskosten zal de zelfzucht in
Nederland ook gehuldigd blijven.
In de op Vrijdag a. s. des voorrniddags te 9^
uren te houden open bare vergadering van den ge-
meenteraad alhierzullen de volgende punten
worden behandeld
Verordening onderwijssuppletoir kohier hoof-
delijken ornslagidem idem belasting honden
benoemen voorzitter Nieuwjaarscommissiebenoe-
men leden Burgerlijk Armbestuuridem idem
schoolcommissie aftreden en benoemen commissaris
brandweer adres De Caluwd om ontslag als onder-
wijzeradres hoofd school C (G. Jurrij) om over-
plaatsing aanvraag Burgerlijk Armbestuur verhoogd
subsidieadressen orn gemeentegrond in erfpacht
rapport commissie bouwverordeningingekomen
stukken.
Bij Koninklijk hesluit is benoemd tot rijks-
ontvanger te Eede, de heer G. A. Meerdink te
's Gravenpolder.
Bij de Ned. Herv. gemeente te Wissekerke c. a.
is beroepen de heer N. de Jonge, predikantte Brussel.
De deelnemers aan den cursus voor de
hoofdacte te Axel hebben zich tot den heer
schoolopziener gewend om door den invloed van dezen
een rijkssubsidie te verkrijgen zoo dit mogelijk ware.
In de maand November zijn door het telephoon-
kantoor te St. Jansteen 17 telegrammeu behandeld.
Te Hontenisse ontvangen de onderwijzers
sedert 5 maanden geen tractement, wijl de be
en richtte zijn blik angstig vragsnd op zijn dochter.
Zij begreep dien blik, zij raapte het pistool op
en legde het op de schrijftafel. Vader, fluisterde
zij, wat was u vaD plan
Hij knikte. Dit pistool tegen mijn hoofd te
richten.
"Vader klonk het hartverscheurend van de lippen
der dochter, die zich aan haars vaders voeten wierp
hem in de armen klemde en haar hoofd aan zijn
borst verborg. Een hevig snikken deed haar lichaam
schokken, ook den ouden baron liepen de tranen
langs de vermagerde wangen. Liefkoozend streek
hij met zijn bevende handen over de lokken zijner
dochter.
Stil, mijn kind, neen, ik zal het niet doen.
Wees maar gerust, kindlief, ik wil sterk zijn
ik wil alles verdragen ter wille van jou.
Oh, vader, spreek zoo niet. Ter wille van mij
mag u niet lijden en strijden Ik ben niet tevreden
en gelukkig, als ik u niet tevreden zie. Ik heb
geen rijkdom noodig. Ik weet, dat u zorg heeft
om geld en goed. Harry heeft weer een groote som
geld noodig, moeder sprak er van, en de moeilijk-
heden van de fabriek op Neuenbrak
Wat weet jij daar van vroeg de baron, ter wijl
hij zijn dochter verwonderd in de betraande oogen
keek. Heeft je moeder daar ook over gesproken
met je?
Gerda kleurde en sloeg de oogen verlegen neer.
Neen, vader, antwoordde zij zacht, een ander
heeft daarover met mij gesproken, en ik geloof,
dat die man u zou kunnen helpen.
Wie is die man
Eduard Montelli, de ingenieur van de fabriek te
Neurode.
Eduard Montelli Plotseling sprong de baron
op en stiet zijn dochter ruw van zich af. Eduard
grooting nog niet is goedgekeurd. Dat is zeker
voor de betrokkenen alles behalve prettig.
De vrouw van C. L. C. ontwaarde Maandag,
toen zij van St. Nicolaas komende op het kantoor
te Kapellebrug invoerrechten wilde betalen, dat
men haar geld ontrold had.
Dit gebenrt te St. Nicolaas nog al eens meer,
ieder zij dus gewaarschuwd.
Koewacht. Door den gemeenteraad is benoemd
tot onderwijzer aan de open bare school aan den
Ouden Molen, op eene jaarwedde van 550 gulden,
de heer D. H. van Gassen, geboren te Ossenisse
en thans onderwijzer te Winsen (prov. Gelderland).
De beuoemde was de eenige sollicitant.
's Graveiilisige, 6 Dec. Tweede Kamer. Met
72 tegen 17 stemmen is het ontwerp perequatie-
grondbelasting aangenomen, na verwerpiug met 53
tegen 36 stemmen van art. 3 (extra subsidie uit
's Rijks kas aan gemeenten wegens verlies van
inkomsten aan grondbelasting).
Het algemeen debat over de Staatsbegrooting
is aangevangen. De heer Schaepman keurde de
indiening der kieswet nu reeds sterk af, wat door
den heer Sanders bestreden werd. Overigens werd
sterk aangedrongen op voorziening in den nood
der gemeenten.
De rechtbank heeft in hare zitting van 6 Dec.
de volgende vonnissen uitgesproken
1°. J. D., oud 16 j., 2°. L. d. Boud 17 j.,
beiden te Clinge, zijn wegeus strooperij veroordeeld
ieder tot 7 dagen gevangenisstraf.
L. M., oud 25 j., klompenmaker te Clinge,
is wegens mishandeling vrijgesproken.
P. J. B., oud 22 j., slachter te Hulst, is wegens
als voren vrijgesproken.
In zake A. B., oud 30 j., Belgisch rivier-
loods te Ter Neuzen, geappelleerde van een vonnis
van het kantongerecht te Ter Neuzen, waarbij hij
ter zake van overtreding der wet op de quarantaine
is ontslagen van rechtsvervolging, werd het appel
ontvankelijk verklaard, het vonnis des eersten
rechters vernietigd en opnieuw rechtdoende de
geappelleerde ontslagen van rechtsvervolging.
Jliddelburg, 6 Dec. Heden werd alhier ter
openbare terechtzitting behandeld de zaak tegen
M. T. v. d. W., beklaagd wegens het afleggen
eener valsche verklaring in de strafzaak contra
L. B., vrouw van E. v. K., te Hulst (zie ons
nummer van 30 November 1.1.)
Beklaagde bekende onder hevig snikken volledig
voor het geldelijk aanbod gezwicht te zijn.
Het 0. M. eischte 4 maanden gevangenisstraf,
met aftrek van den reeds doorgebrachten tijd van
hechtenis. Het betreurde het evenwel dat de
pogingen die aangewend zijn ora L. B., vrouw van
E. v. K., op de bank der beklaagden te brengen
mislukt zijn, daar zij de oorzaak van het misdrijf
der beklaagde is.
De verdediger vroeg, de clementie der rechtbank
inroepende, vrijspraak en oogenblikkelijke invrijheid-
stelling.
De rechtbank weigerde dit.
Dinsdag a. s. uitspraak.
Yrijdagmiddag omstreeks kwart voor vier uur
vervoegde zich aan de school op de markt te
Vlissingen een persoon, gekleed met bruine jas,
grooten ronden hoed, en een blauwe bril dragende,
Montelli heeft Eduard Montelli je gezegd, dat
hij me helpen wil
Mijnheer Montelli geloofde, dat de fabriek op
Neuenbrak nog gered kon worden, als het beheer
anders werd ingericht.
Wat weet je van dien heer vroeg de baron,
terwijl hij met argwaan zijn dochter gadesloeg.
Hij is de zoon van een rijk voornaam man uit
een oud adellijk geslacht.
Heeft hij je dat gezegd
Zijn moeder, een eerwaardige dame, heeft me
dat gezegd.
Zijn moeder? En de naam van zijn vader?
Baron Willy was zoo wit geworden als versch
gevallen sneeuw. Hij verkeerde in vreeselijke span
ning, zijn oogen hingen aan haar lippen, zijn vuisten
waren krampachtig saamgeknepen.
Ik ken den naam niet; noch Eduard noch zijn
moeder wilde den naam noemen.
De baron zuchtte diep. De spanning zijner
zenuwen verminderde, in zijn opgewondenheid be-
merkte hij niet eens, hoe vertrouwelijk die naam
Eduard over haar lippen kwam. Nogmaals was
dus het lot hem gunstig geweest. Zijn dochter,
wier liefde en achting hij niet kon missen, zij wist
nog niet van het geheim. De eenige op de wereld,
die voor hem nog liefde en achting gevoelde en die
hij zelf nog lief had, zijn dochter Gerda mocht
nooit eeuig vermoeden krijgen van de schuld, die
hij op zich had geladen.
De geweldige spanning der laatsle oogenblikken
werd nu door een terugwerking gevolgd. Hij kon
zich niet staande houden en wilde daarom met
wankelende schreden en al tastende naar zijn stoel
gaan. Doch hij zou neergestort zijn, als Gerda
niet toegesneld was om hem te grijpen. Zij bracht
hem naar de sofa, waarop hij kermend neerzonk,
tot het afhalen van een meisje. Dat kind is sedert
spoorloos verdwenen.
Omtrent deze schijubaar duistere zaak wordt aan
de Midd. Crt. het volgende gemeld
Bij het uitgaan van de namiddagschool op de
Groote markt, stond daar de beschreven heer bij
den ingang, aan de weggaande kinderen vragende
of zijn dochtertje, Saartje de Bree, er niet was.
Daarop ging een der kinderen in de school terug
om aan de onderwijzeres te zeggen dat de vader
van Saartje deze moest korten tijd schooiblijven
daar was om haar te halen. De onderwijzeres
ging toen naar buiten, waarop de heer toen
zonder bril haar op beleefde wijze vroeg, of
hij zijn dochtertje, Saartje de Bree, mede mocht
nemen. De onderwijzeres liet het meisje toen
gaan, waarop de heer het tegemoet trad, aansprak
en liefkoosde en, het aan de hand nemende, er
mede heenging.
De vader van het kind woont te Leiden en is
aldaar in dienst bij de Nederlandsche marine.
Dat de ^heer", hierboven bedoeld werkelijk
de vader van het kind is schijnt buiten twijfel
en wij hebben grond om te onderstellen dat ook
de politie daarvan overtuigd is.
Het spoor van het kind zou dus niet moeilijk
te vinden zijn doch de wdwillende bemoeiingen
der politie, door de bedroefde moeder gevraagd,
zullen wel geen verder gevolg hebben dan aan
haar zekerheid te verschaffeu omtrent de plaats
waar het kind verblijft.
We hebben dus in dit geval niets anders te
zien dan het gevolg eener minder goede verstaud-
houding tusschen man en vrouw.
Het hlijft alleenlijk een raadsel wat den man
bewoog om dit meisje, dat met hare moeder hier
woont, juist nu van haar te ontnemen waar tot
hiertoe van belangstelling in vrouw of kind al
heel weinig bleekterwijl hij, zooals men ons
vertelde, in 't voorjaar naar Inuie zou ver-
trekken.
Een net gekleed heer kwam dezer dagen in
eene water- en vuurnering te Kampen en bood
een baal suiker te koop aan, welke aan de
IJselkade lag. Daar hij den prijs laag stelde,
omdat hij anders de baal weer moest meenemen,
was men het spoedig over den koop eens en man
en vrouw gingen mede om met eigen oogen zich
te overtuigen van de hoedanigheid van de suiker.
De baal werd zelfs op voorstel van den verkooper
in 't midden opengesneden, opdat alle schijn van
bedrog verdwijnen zou. Toen de ba?l thuis was
gebracht en geopend, bleek zij op de opengesneden
plaats suiker te bevatten, doch voor de rest
zand. De man was intusschen betaald en verdwenen.
Te Deventer heeft hij denzelfden goocheltoer
uitgehaald.
De standjes op de Vischmarkt te Rotterdam
houden aan. Tijdens en na den afslag maken
troepen meest jonge vischvrouwen kabaal en zingen
liedjes.
De vischaanvoer vermindert zichtbaar; o. a.
kwam sedert de werking van het nieuwe stelsel
geen schokker meer aan de markt, daar de schippers
er de voorkeur aan geven te Schiedam, Maassluis
enz. te blijven en hunne vangst aldaar te verkoopen.
Een lijder in een krankzinnigengesticht te
Duren (Duitschland), die tot verdere genezing naar
een Nederlandsch gesticht zou worden overgebracht,
werd door zijn vader (een inwoner van Echt) in
het gesticht te Duren in ontvangst genomen.
Wat gebeurt echter daar? Nauwelijks had de
krankzinnige zijn vader bemerkt, of hij krijgt het
gebruik zijner zinnen weder en kan als geheel
hersteld het gesticht verlaten.
Gerda zorgde uitstekend voor hem. Zij haalde
een zachte deken, spreidde die over zijn knieen,
legde een kussen onder zijn hoofd en trachtte hem
te troosten.
Laat mij alleen, verzocht hij na een poos. Ik
gevoel mij weer geheel wel.... ga, mijn kind,
ga heen.
Met zacht geweld drong hij Gerda weg, zoodat
zij wel aan zijn verlangen moest voldoen. Diep
bedroefd wilde zij heengaan, toen hij haar nog
eens terughield. Hij trok haar dicht bij zich,
keek schuw in het rond, alsof hij vreesde beluisterd
te worden en fluisterde toen Een ding moet je
me beloven, mijn kind. Vermijd dien man, waarvan
je gesproken hebt.
Wat, vader Mijnheer Montelli
Ja, Eduard Montelli I Het past niet voor mijn
dochter met dien man om te gaan. Beloof me,
dat je elke ontmoeting met hem zult vermijden,
beloof me dat
Gerda keek haar vader strak aan. Er kwam
een vreeselijk vermoeden bij haar op Eduards
geheimzinnig verhaal van het in stilte gesloten
huwelijk zijner ouders zijn weigering om den
naam zijns vaders te noemen de hevige schrik
van haar vader, toen zij Eduard Montelli's naam
noemde Zou haar vermoeden juist zijn Zou
haar vader de man zijn, die Eduard van zijn
vaderlijk erfdeel beroofde
Waarom geef je me geen antwoord stoof haar
vader op. Waarom kijk je mij zoo aan Ik eisch
gehoorzaamheid van je Die man is een bedrieger,
hij strekt de handen naar mijn have en goed uit I
Vader
Ga heen, ga heen Je moet mijn bevelen na-
komen I Je mag Eduard Montelli niet wederzien
hoor je je mag niet, als de liefde van je vader
Aan den heer Oscar Carre is het volgende
schrijven gericht door den senaat van het Amster-
damsche studentenkorps
Met groote verontwaardiging heeft de senaat van
het Amsterdamsche Stud.-korps vernomen, dat op
den avond van 30 Nov. 11. eenige leden van dat korps,
die een bezoek brachten 'aan uw circus, door uwe
stalknechts op de meest schandelijke wijze zijn
mishandeld. Dit was niet de eerste keer.
De senaat weet bovendien, dat dit in uw bijzijn
en met uwe goedkeuring is geschied.
Na deze handelwjjze uwerzijds, die de senaat niet
nader wil qualificeeren, en die in de eergisteren
gehouden korpsvergadering aanleiding heeft gegeven
tot een stormachtig protest, spreekt het vanzelf,
dat het Amst. Stud, korps de voordeelen, vroeger
door u aan zijne leden toegekend, niet langer
wenscht te genieten.
De aanleiding tot deze mishandeling is blijkens
eene klacht, opgenomen in het Hbl., geweest, dat
een student, tot een opgewonden clubje behoorende,
een glas plaatste op de balustrade in den circus,
en geen antwoord gaf op een verzoek van den pikeur
om het weg te nemen. Deze schopte het glas daarop
weg, zoodat de inhoud op de kleeren van den
student terecht kwam. De laatste nam daarop het
alas en wierp het den pikeur naar het hoofd, waarop
deze eene bloedende wonde aan de kin bekwam.
Onmiddellijk kwam het personeel toeschieten,
waarop alle acht studenten naar de stallen werden
gesleept, waar zij door de overmacht van bedienden
werden gestagen, zoodat alien blauwe oogen, builen
en bloedende lippen hadden. Een van hen moest
in het gasthuis worden verbonden.
Volgeus de lezing, die de heer Carre van het
gebeurde gaf, zouden de jongelui, o. a. door in de
stallen van den circus te loopeu, daar reeds hinder-
lijk zijn geweest. Toen nu het voorval met het
glas plaats had, gaf de heer Carre last, den grootsten
rumoermaker te verwijdereu. Toen deze werd aan-
gevat, trokken de andere studenten voor bun makker
partij, waarbij de jongelui het hard te verantwoorden
hadden tegenover de getraiueerde overmacht.
Men schrijft uit Noord-Brabant
Gedurende de afgeloopen week was bet weder
over 't algemeen vochtig en zacht, welke weersge-
steldheid zeer ongunstig was voor de ingekuilde
bieten. Het suikergebalte neemt dan ook geregeld
af, zoodat, wanneer niet spoedig aanhoudend
vriezend weder iutreedt, de suikerfabrikanten al
meer en meer de nadeelige gevolgen hiervan zullen
ondervinden.
De verschepingen van suiker naar Amsterdam
en Rotterdam geschieden geregeld en worden de
meeste partijen bij aankomst verkocht, daar opslaan
in entrepot bij de tegenwoordige prijzen weinig
plaats heeft. De suikerfabricage gaat overigens
ongestoord haar gang en men verwacht dat de
suikerfabricage dit jaar in ous land zoo groot zal
zijn, als deze nog nimmer is geweest.
Terwijl Zondagochtend aan boord van het
wachtschip te Amsterdam omstreeks tien uur onder
de gebruikelijke- plechtigheid, de krijgsartikelen
werden voorgelezen, trad de matroos derde klasse
Gr. op den dieustdoenden officier toe.
Het vreemde geval deed zich echter voor, dat
niemand den man kende.
Hij meldde zich echter aan met de woorden
Terug van passagieren mijnheer
Iedereen keek den matroos vreemd aan, maar
toen bleek het dat de maat in 1888 gedeserteerd
was van het in de haven van New-York liggende
oorlogsschip Koningin Emma.
Men zal zich herinnereu dat toen ongeveer dertig
schepelingen deserteerden eenigen van hen zijn
reeds vroeger teruggekeerd en een vijftal is in-
middels overleden.
In een welvarend dorp nabij Amsterdam is
de woning van het hoofd der school zoo bouwvallig,
dat zij feitelijk onbewoonbaar is.
In de afgeloopen week gebeurde het, dat het
hemelwater zich door dak en zolder een weg koos
en melodisch maar vuil in de soepborden druppelde,
die op tafel stouden.
Meester was genoodzaakt, de parapluie op te
steken en zoo zag men al de leden van het gezin met
een regenscherm boven het hoofd den maaltijd
gebruiken I
Een 16tal werklieden uit Gouda hebben een
waar kunststukje uitgevoerd. In de nabijheid dier
gemeente stond namelijk een huisje, bewoond door
je nog iets waard is Ga heen ik wil alleen
zijn ga heen
Gerda ging ook heen, maar onbeschrijfelijke
wanhoop vervulde haar hart.
Toen zij de deur achter zich gesloten had,
herademde de baron. Met inspanning van al zijn
krachten stond hij op en wankelde naar het poortje,
dat toegang verleeude tot den toren. Hij beproetde
het poortje te openen de sleutel paste, maar wilde
in het sedert jaren verroeste slot niet omdraaien.
Sedert jaren had de baron uit geheime angst geen
voet in den toren gezet.
Hij deed groote moeite, maar het gelukte hem
niet den sleutel om te draaien. De aderen van
zijn voorhoofd zwollen op, alsof ze springen moesten.
Plotseling tuimelde hij terug met de armen uitge-
spreid alsof een vijandelijk schot hem doodelijk in
de borst had getroflen, en met een ontzettende kreet
stortte hij ter aarde.
Niemand hoorde dien kreet. De stralen der
ondergaande zon gleden over hem en flikkerden
op den blanken sleutel, die in het poortje van den
toren stak. (Wordt vervolgd.)