Gemengde berichten. TER NEUZEN, 22 November 1892. RECHTSZAKEN. Arrondisseiuents-rcchtbauk te Iliildelhurg. T een bad te nemen, terwijl zijne kleeren alsdan tevens grondig zullen worden gereiuigd. In de eetkamer zal men tegen billijken prijs goed voedsel knnnen bekomen. Het doel der werkplaats is, diegenen, die het noodige geld niet hebben om zich voedsel en een onderkotnen te verschaffen, in de gelegenheid te stellen het te verdienen. Op de eerste en tweede verdieping worden kamer- tjes gemaakt voor een, twee of rneer personen. Eindelijk op de bovenste verdiepingeu zal men groote luchtige zalen aantreffen, die des winters goed verwarmd worden. De matrassen, die van leder gemaakt worden, zijn van doelmatig dek voorzien, zoodat ook de armste hier een gezond en warm nachtverblijf zal vinden. De prijzen, vooal van de bovenste verdiepingen, zullen zeer laag worden gesteld, en dit blijkt ge- lukkig mogelijk te zijn, want men heeft nauwkeurig berekend hoe alles moet worden ingericht om de kosten te dekken. Men stelt zich voor het geld van de oprichtings- kosten bijeen te brengen door het plaatsen van rentelooze aandeelen. Als het gebouw eenmaal staat moet de inrichting zichzelf bedruipen, de exploitatiekosten moeten en kunnen dan gedekt worden door de ontvangsten. In verband met het veelvnldig voorkomen van mond- en klauwzeer onder het ruudvee schrijft „Een veehouder uit het Noorden" aan het N. L. W. het volgende Voor ongeveer 30 jaren kreeg ik de algemeen heerschende mond- en klauwziekte onder mijn vee. Die van den 1" stal 2 ossen, kregen ze het eerst 2 dagen later de 2e stal en zoo ging het aanvan- kelijk door. Toen die van den 5e stal, een paar koeien ze kregen, begonneu de eerste 2 ossen klauwziek te worden en een paar dagen later de 2 volgende ossen. Ik besloot toen tot een heroik middel en dat hielp. Het vee, dat blijken gaf van tongblaar door weigering van voedsel, werd den mond geheel en al uitgewasseu met het volgende mengselliter mosterd, 1 liter azijn en een flinke handvol keukenzout. Dit dooreen- geroerd, werd met een stok, waar aan het einde linnen lappen waren gebonden, zoodat het eene kwast vormde, het vee in de mondholte op den tong enz. flink ingewasschen (men make zich volstrekt niet bang) wat in een oogenblik is vol- bracht als een het ruud den kop onder den arm neemt en een ander het mengsel insmeert. Zij, die 's morgens weigerden te eten, namen dan 's avonds reeds weer voedsel tot zich, als met water gemengd gerstenmeel enz. en niet zelden den volgenden dag reeds weer hooi. Daar het mij voorkwam, dat het klauwzeer een gevolg was van het slijm, dat uit de mondholte afvloeit op de klauwen, ging ik ze de klauwen 3maal daags met traan (olie of vet zal misschien even goed zijn) besmeren tot aan het kniegewricht en de achter- klauwen tot het onderkout-gewricht en met zooveel succes dat de 4e stal geen klauwziekte kreeg. In de maand Mei van dit jaar werd alhier eene vereeniging opgericht onder den naam Philan thropic et Agrement." Het vooruaamste doel dezer societeit is zich te bekwamen in het spreken der Eransche taal en tegelijk het beoefenen van lief- dadigheid. leder die weet hoe moeilijk het is een vreemde taal vlug te leeren spreken, wanneer men slechts een boek tot leidsman heeft, zal overtuigd zijn van het nut van eene dergelijke vereeniging, vooral daar deze ledeu telt die de Eransche taal zuiver, vlug en vloeiend spreken. A. s. Donderdag wordt door haar aan leden en gelutroduceerden eene soiree gegeven gevolgd door een bal. Opgevoerd zal alsdan worden //Les tribulations de Mr Pignouf", een blijspel, dat te Brussel herhaalde malen met het meeste succes werd gegeven. Ook de pantomime tfLe balai enchante" werd reeds meermaleu warm toegejuicht. Deze twee nummers worden afgewisseld door zang en pianospel, terwijl een bal het geheel zal sluiten. Wij hopen dat de uitvoering goed slagen mag en de opkomst talrijk zal zijn. Naar ons medegedeeld wordt, zal de vereeniging in dit seizoen nog een tweetal uitvoeringen geven. De aanvaring van de Nederlandsche stoomboot Telegraaf V, op jl. Vrijdagavond, (dien avond nog in ons blad opgenomen,) had plaats door de En- gelsche stoomboot Earling, van Antwerpen afkomende en naar Bio de Janeiro bestemd. De Telegraaf V is op circa 20 M. diep water gezonken, tusschen de Suikerplaat en den Nieuwe Neuzenpolder. In tegenstelling van hetgeen bij zulke rampen wel eens plaats vindt, door de hulpbehoevenden aan hun lot over te laten heeft de bemauning van de Earling zich ten dezen zeer hulpvaardig betoond en niets nagelaten wat tot redding kon dienen. IIu 1st. Maandag j.l. werd ter gewone openbare terechtzitting van het kontongerecht alhier, de heer L. J. M. van Waesberghe-Janssens als kanton- reehter—plaatsvervanger geinstalleerd. De kantonrechter hield bij die gelegenheid ongeveer de navolgende toespraak Toen u vijf jaren geleden voor de eerste maal als kantonrechter-plaatsvervanger werd benoemd, bestond er reeds tusschen u en de toenmalige ambtenaren van dit kantongerecht eene vriend- schappelijke betrekking, die tijdens mijn geachte voorganger kantonrechter was, steeds is blijven voortduren. Ook gedurende den tijd dat ik als kantonrechter deze plaats inneem is er tusschen u en ons eene zeer aangename verhouding geweest, waarin wij u meer persoonlijk hebben leeren kennen. Ik kan dan ook niet nalaten hulde te brengen aan de belangelooze diensten door u aan de justitie bewezen, die steeds van een beleidvol optreden getuigden en die u met waardigheid hebt waar- genomen. Thans heeft het Hare Majesteit onze geeerbiedigde Koningin behaagd U tot kantonrechter-plaatsver vanger te herbenoemen met welke onderscheiding wij U van harte gelukwenschen. Moge, gedachtig aan de woorden welke boven een der deuren in het Ministerie van Justitie gegrift zijn Hoort niet naar hetgeen een ieder zegt, maar doet naar billijkheid eu recht die goede verstandhouding steeds zoo blijven, want eenheid van bedoeling om in het belang der justitie werkzaam te zijn, moet ons aller streven wezen. De geinstalleerde kantonrechter-plaatsvervanger bedankte daarop voor de woorden, tot hem gesproken en drukte eveneens den wensch uit, dat de vriend- schappelijke betrekking die er thans bestaat, moge voortduren. Koewacht. Yrijdagnacht hebben eenige dieven getracht in te breken in de wouiug van J. d. M. alhier. Bij het openen der deur, viel echter een voorwerp, waardoor de eigenaar ontwaakte en de dieven het hazenpad kozen, drie zakken achterlatende, die klaarblijkelijk gediend hadden om zout te ver- voeren. Men denkt dus met zoutsmokkelaars te doeu gehad te hebben, die op hun terugtocht nog een slag hebben meenen te slaan. Overslag. Door den gemeenteraad is tot onder- wijzer benoemd de heer A. Th. Plassaert, te Clinge. Met hem stouden op de voordraeht de heeren H. de Caluwe, te Sluiskil en D. de Vries, te Zaamslag. De rechtbank heeft in hare zitting van 22 Nov. de volgende vonnissen uitgesproken 1°. A. N., oud 23 j., 2°. A. B., oud 24 j., vlasbewerker, beiden te Koewacht, zijn wegens raishandeling veroordeeld de le tot 1 maand ge- vangenisstraf, de 2e tot f 8 boete of 6 dagen hechtenis. C. A. B., oud 24 j., schipper wonende le Sas van Gent, is wegens als voren veroord. f 8 boete Toen hij het beest bedwongen had, liet het publiek een luid bravo hooren. Met een trotschen glim- lach keek de jonge ruiter naar het publiek en zijn blikken ontmoetten juist die van Greta, die met belangstelling den strijd tusschen het paard en zijn berijder had gadegeslagen. Greta bemerkte wel hoe zijn oog verhelderde, hoe hij zich in den zadel oprichtte en met een glimlach haar op militaire wijze begroette. Daarop gaf hij zijn paard de sporen en galoppeerde terug naar het begin der baanna nog een vluchtigen groet met de oogen aan Greta, wier hart bijna hoorbaar klopte. In de grootste spanning volgde zij het verloop van dezen wedren. De roode attila van den jongeu huzaar was duide- lijk tusschen de andere kamprijders te onderscheiden, angstig hing haar blik aan den ruiter, bij elken sprong over een sloot of een andere hindernis beefde haar hart en jubelde zij als de sprong gelukt was. En toen nu de jonge huzaar als overwinnaar het eerst de eiudpaal bereikte, stemde zij jubelend in met den luiden bijval der menigte. Oom Hendrik was dien dag opvallend stil bij de wedrennen. Toen Greta hem vraagde, of de overwinuing van den rooden huzaar hem geen ge- noegen deed, antwoordde hij knorrig Ja, dat kon ik wel denken, de Altenbraks zijn alien flinke ruiters. De herinnering aau dit voorval was bij Greta weer levendiger dan anders, want reeds tweemaal had zij deu jongen officier op straat ontmoet, en aau zijn vriendelijken groet eu zijn verheugden blik had zij bemeikt, dat hij haar herkende. Ja, of 5 dagen hecht. J. A. E., oud 24 j., schilder te Hulst, is wegens als voren veroord. tot 7 dagen gevangenisstraf. C. P., oud 47 j., huisvr. van A. v. d. V., te Zuiddorpe, is wegens diefstal veroord. tot f 5 boete of 5 dagen hecht. Op Dinsdag den 29 November a. s., des voorraiddags te 10 uur, zal voor de arrondisse- ments-rechtbank, te Middelburg worden behandeld de zaak tegen J. K., oud 44 j., metselaarsbaas te Ter Neuzen, I beklaagd dat hij koopman zijnde, op den 10 Augustus 1.1. en door de arrondissements-rechtbank te Middelburg in staat van faillissement verklaard, op den 11 Augustus d. a. v., toen er in zijne woning te Ter Neuzen door den curator in dat faillissement Mr. C. de Witt Hamer eene inven- tarisatie der goedereu tot den faillieteu boedel was opgemaakt, waarbij hij beklaagde tegenwoordig was ter bedriegelijke verkorting van de rechten zijner schuldeischers opzettelijk aan dien curator niet heeft opgegeven als tot dien boedel toe te behooren 1700 stuks drijfsteen en eene naaimachine en die goederen alzoo opzettelijk aan dien boedel heeft onttrokken. In deze zaak zijn 6 getuigen van wege bet openbaar ministerie gedagvaara. Ter griffie der bovengenoemde rechtbank is door W. d. K. cassatie aangeteekeud tegen het door die rechtbank op 18 dezer ten zijnen laste gewezen vonnis, waarbij hij ter zake van overtreding van het reglement op de wegen en voetpaden in Zeeland werd veroordeeld tot 2 maal f 3 boete of 2 maal 1 dag hechtenis. Uit Colijnsplaat wordt gemeld Zaterdagavond barstte op de hofstede, bewoond door den heer A. N. van Laugeraad, een felle brand uit, waardoor in korten tijd de groote landbouw- schuur met al het daariu zich bevindende vee uiet minder dan omstreeks 40 stuks hoornvee en 10 paarden en al het hooi, granen, penen, land- bouwgereedschappen, enz. eene prooi der vlammen werden. Zoo ook het wageuhuis, aan de schuur belendeude, waarvan echter nog al wat kon geborgen worden. De varkens en het pluimvee werden gered. De burgemeester was spoedig op het terrein en bleef daar, tot het gevaar voor uitbreiding van den brand geheel geweken was. Aan de spuiten van Colijnsplaat, Cortgene en Wissekerke gelukte het het varkenshok en vier stapels granen en paarden- boonen, op het erf staande, te behouden. Ook het woonhuis werd goed bespoten aan de zijde van den brand, maar voornamelijk door de richting van den wind en de gewoonte op dit eiland, om huis en schuur van elkaar af te bouwen, bleef het woonhuis gespaard. De heer Van Langeraad was op reis en keerde eerst Zondagochtend op zijne hofstede terug. Omtrent de oorzaak van den brand is niets met zekerheid bekend. De gebouwen zijn bij de Middel- burgsche brandwaarborg-maatschappij geassureerd het vee, de oogst, enz. bij de Zierikzeesche. Vauwege het Ministerie van binnenlandsche zaken is bij den Burgemeester van Grave Vrijdag het bericht ontvangen, dat 15 personen, die in de vorige week door een dollen hond werden gebeten voor rekening van het rijk naar de inrichting van prof. Pasteur ter verpleging kunnen worden verzon- den. Aan den burgemeester zijn db gelden ter beschikking gesteld, om in de noodzakelijkste on- kosten te kunnen voorzien. Onder geleide van den secretaris der gemeente, den heer W. Nieuwenhuizen, vertrokkeu Zaterdag de lijders naar Parijs. vandaag was de jonge officier haar verscheidene straten door gevolgd zij was hern slechts outkomen door in een tram plaats te nemen. De roode wangen, die haar moeder opgemerkt had, waren niet alleen te wijten aan den verren tocht. Nu, kind, begon Margherita weer, hoe laat je het hoofd zoo hangen? Zou je liever in Berlijn blijven O neen, zeker niet, moeder, antwoordde Greta in verwarring. Zij wist zeer goed, hoe haar moeder verlangde de steenen gevangenis, zooals zij de stad noemde, te ontvluchten. Maar het kwam alles zoo onverwacht weet oom Hendrik er reeds van Neen, hij weet nog niets. wij er met hem over spreken. juist naar boven kornen. voor hem open. Greta snelde naar de deur. de zware stem en den luiden stap van een man. Oom, wij gaan Berlijn verlaten, riep Greta hem te gemoet. Nu, wat is dat vroeg Hendrik Tiedemann, terwijl hij biunentrad. Goeden avond, mevrouw hier ben ik volgens uw verlangen. Wat is er aan de hand, daar Greta van spreekt Dat is immers maar gekheid Ga zitten, Hendrik, zei mevrouw Montelli lachend, en ga jij in de keuken, Greta, om ons avondmaal gereed te maken. Ik kan het aan Caroline alleen niet toevertrouwen. Greta ging met de mand naar de keuken. Van avond zullen Daar hoor ik hem Sta op en doe de deur In de gang klonk Hendrik Tiedemann nam plaats tegenover mevrouw Montelli en keek haar in gespannen verwachting aan. Margherita reikte hem den brief van Eduard over en een poos heerschte diepe slilte in de kamer, terwijl Hendrik den brief las. Toen vouwde hij hem zorgvuldig weer dicht, gaf hem aan mevrouw Montelli terug en zat een poosje na te denken Nu, Hendrik, wat denk je Wat zal ik doen? Hij keek op. Gaan, mevrouw, sprak hij met overtuiging. U moet bepaald gaan. Het noodlot speelt dikwijls wonderlijk met den menschwie weet, wat de toekomst u nog brengen kan. Maar, beste vriend, je weet toch wel, dat ik reeds lang alle hoop heb opgegeven. Dat mag zoo zijn, maar Eduard heeft dat nog niet gedaan, naar mij toeschijnt. Het zal dus best zijn, hem ter zijde te staan en te waken, dat hij geen domme streken begaat. U weet, mevrouw, dat ik u erg zal missen. Gelukkig hebben wij niet meer noodig naar geld of goed te streven het lot is mij gunstig geweest, ik kan van mijn winkel best leven. U kan dus gerust bij mij blijven, te meer daar ik geen vrouw of kinderen heb. Maar ik denk, dat Eduard ook niet gaarne alleen zal willen blijven, en dan is het uw plicht bij hem te zijn. Ik heb slechts een verzoek laat Greta dezen zomer nog bij mij blijven. U duidt mij dit verzoek niet ten kwade, hoop ik, mevrouw Maar, beste vriend, waarom zou ik dat Wij zijn immers reeds jaren lang door beproefde vriend- schap met elkaar verbonden. - Tijdens de cholera der vorige week te Breda heeft zich daar een ernstig geval voorgedaan, dat de dokterswereld met verbazing vervult. Eene vrouw werd aangetast door cholera ge durende die ziekte werd zij moeder en gaf, zonder weten der doktoren, het kind moederlijk voedsel. De dokters meenden dat het kind nu ook door de ziekte zou worden aangetast, doch niet alzoo. De moeder komt tengevolge der cholera te overlijdeu en het kind leeft nog en bevindt zich zelfs vrij wel. Voorzeker een geval dat de aandacht verdient. In het geheel zijn tot nu toe te Breda 10 personen aan cholera overleden. Eergisteren waren zes leden van een tooneel- vereeniging te Vreeswijk een bezoek komen brengen aan een medelid, die te Utrecht onder geneeskundige behandeling is. Met hun rijtuig van Sparenburg te Vreeswijk zijn zij des avonds kwartier voor elf uur van het Vreeburg afgereden. Bij den Liesbosch op den Jutphaschen weg geraakte het rijtuig, waar- schijulijk ten gevolge van den dikken mist, te water. Drie heeren wisten zich te redden, maar de drie anderen verdronken. Het waren C. M., W. J. K. en C. B. koetsier, alien te Vreeswijk. De eerste en de laatste zijn gebuwd en vader. De laatste laat een vrouw met acht kinderen na. In de gemeente Gaasterland (Er.) is de lijstervangst afgeloopen. De vangst was dit jaar zeer goed, en is ruim geld met dit bedrijf verdiend. Twee poeliers, die dit wild opkochten, zijn er minder goed aan toe. Zij zonden het aan een afnemer in het buitenlaud, die voor meer dan f 1200 kocht, doch niets meer van zich heeft laten hooren toen de tijd van belalen was aangebroken. In de N. E. Ct. komt de volgende adver- tentie voor Provinciale Staten-jas. Het lid van Provinciale Staten der provincie Zuid-Holland, die Dinsdag 15 November 1892, 's namiddags om half vijf uur, een hem niet toebehoorende zwarte jas, uit de kleedkamer der Witte Societeit, heeft inedegenomen, wordt verzocht dat kleedingstuk ouverwijld te doen bezorgen aan den Lutherschen Burgwal No. 23, te 's Gravenhage. Zijn jas met stukken is in bewaring aan de Witte Societeit voornoemd. De medegenomen jas draagt in den kraag den naam van den maker. Als een staaltje van de gehechtheid van een dier aan zijn tehuis kan het volgende dienen Een inwouer van Breda bezat geruiuten tijd een ekster, die zeer aan de huisgeuooten gehecht was en vrij rondliep en roudvloog. In Augustus 1891 verdween hij en de vogel bleef weg. Eenige dagen geleden echter, na een tijdsverloop van ruim veertien maanden alzoo zat op een goeden morgen echter onze ekster op zijn gewoon plaatsje op de venster- bank van de in den tuin uitkomende huiskamer, waar hij altijd zijn outbijt kreeg en sinds is hij weder de oude, trouwe vriend des huizes. Aan een perceel bij de Wagenaarstraat te Amsterdam was een geducht opstootje. Waarom Omdatde ineid was weggejaagd Dat deze gedienstige weggezouden was, dat was volgens haar moeder Godser'oarmelijk onverdiend. Het mensch stond, hijgende van vermoeieuis, door te prateu, niettegeustaande ze door de vrouw des huizes erg kalm werd tegengesproken. vis ze uiet eerlijk en braaf altijd geweest schreeuwde verontwaardigde mama, en met een vervolgt zij z/Nou ja, nou ja, dat ounoozele stel hemden en broeken dat weg was, dat was dan ook heel wat en (hierop verzocht mama sterk te letten), dat had ze net precies de volgende week terug willen geven, als het uit haar eigen wasch kwam." ,/Wat blieft uwee, in de lommerd gezetnou, stel dat dat waar is, dan slijt het toch nietmaar ze was goed voor de kinderen, of niet Er klinkt weer iets van boven. //Zoo, wat zeg je, die huzaar, dat was voor de gezelligheid, omdat Trees haar koorstdag had eu dat Belabberde glasie pons en twee of drie segaren, uit meneers kissie, 't mocht wat. En dat ie omdat Zij stak den braven man haar hand toe en deze drukte die recht hartelijk. Na de vreeselijke gebeurtenis, die Margherita tot in het diepst van haar ziel getroffen had, was Hendrik Tiedemann de eenige vriend en helper voor de beklagenswaardige vrouw geweest. Ernstig had hij haar zaken ter harte genoraen, hij had Margherita's klein vermogen gebruikt tot aankoop van zijn slachterij en het in die zaak rentegevend belegd hij had voor de kinderen gezorgd en de moeder getroost en opgerichtkortoin hij had voor Margherita en haar kinderen bij dag en nacht gezorgd als haar vertrouwdste vriend. Laten wij die geschiedenis trachten te vergeten, mevrouw, had hij openhartig gezegd, toen Mar gherita na haar herstel hem den brief uit Palermo had getoond, waarin de podesta van Frati haar meldde, dat zijn ambtsvoorganger als landverhuizer naar Amerika was gegaan en dat het door hem gehouden register vau den burgerlijken stand nergens te vinden was. Hij, de tegenwoordige podesta, kon daarom het gevraagde huwelijksbewijs niet afgeven. Wie weet, welke schurkenstreek daar aehter steekt, had Hendrik gezegd. Misschien is het ook wel een misverstand, een vergissiug. Weg met die muizenissen, die dienen nergens toe. Wij zullen ons zelven wel trachten door het leven te slaan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1892 | | pagina 2