Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch- Vlaanderen.
AANKONDIGING.
No. 2863.
Woensdag 19 October 1892.
32e Jaargang.
Voetpaden met de Kunstwerken.
Het Huis Altenbrak.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,82£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
adyertentiEn.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatseu van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
ZAAMSLAG brengen ter kennis van belangheb-
bendeu, dat te beginneii op llondei'diig !l7 (lezer,
vanwege de gemeente eene algemeene opneming
zal worden gehouden van de
Zaamslag, 14 October 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. DE BOKX, Voorzitter.
E. H. WORT MAN, Secretaris.
JPolitieli Overzicht.
In de financieele coipmissie uit de Oostenrijksche
delegatie is door graaf 'Kalnoky dank betuigd voor
de wijze, waarop over het Drievoudig Verbond is
gesproken. Niemand twijfelt aan de oprechte en
eerlijke bedoeliugen der bondgenooten, want het
tractaat is zuiver defensief. Het heeft des te grooter
waarde, omdat de bondgenooten door wed jrzijdscli
vertrouwen aanvullen, wat in een artikel van een
tractaat uiet kan worden geschreven.
De toekomst kan men met de grootste kalmte
tegemoetzien.
De heer Kalnoky gelooft te rnogeu aannemen,
dat Engelands politiek onder het nieuwe ministerie
geen bijzondere wijziging zal ondergaan.
Met betrekking tot de Russische nota aan de
Porte merkte de Minister op, dat deze slechts
eene depeehe was aan den Russischen ambassadeur,
ter vertrouwelijke mededeelingmen weet nog niet,
hoe de Porte deze kwestie opvat. Oostenrijk heeft
geeue verklaring tot de Porte te richten. Bulgarije
en de suzereine staat onderhouden wederkeerig
vriendschappelijke betrekkingen, waartoe Oostenrijk
slechts wenscht mede te werken. Mengden auderen
zich in de zaak zoo eindigde de Minister
dan zou daaruit eene ernstige politieke kwestie
kunnen ontstaau.
Legerbegrootingen berekeningen van de uitgaven,
gewijd aan den dienst van Mars over tien, twintig
jaar beschouwingeu over den algemeenen politieken
toestand in verband met 't geen men aan eigen
veiligheid en die van anderen verplicht is zie-
daar in 't kort hetgeen dag aan dag de groote
kolommen der pleading papers" vult, 't is het //ewig
Einerlei" dat zou vervelen, zelfs al ware't onder-
werp zelf minder onverkwikkelijk
'tis inderdaad eene verkwikking als men eens
over iets auders hoort sprekeu, ook al is dat andere
dan een onderwerp, dat eigenlijk ook niet zeer
verheffeud is. We bedoelen de onlusten te Carmaux,
de gemeente, waarde mijnwerker Calvignac onlangs
door de socialistische gemeenteraadsleden tot burge-
FEUILLETQN
Naar het Duitsch van O. Elster.
bewerkt door AMO.
15)
Hier droeg alles nog den ouden stempel. De
donkere kleuren der gobelins en de zware eiken-
houteu meubeleu gaven aan de kamers en de lange
gang een duister aanzien, dat nog versterkt werd
door de vele donkere olieverfportretten van voor-
vaderen der Altenbraks. Aan het eiud van dezen
vleugel stond een zware vierkante toreu, die bijua
geheel begroeid was met klimop, zoodat men de
kleine getraliede ,schietgaten nauwelijks kon zien.
Deze toren was het laatste overblijfsel van het
vroegere burchtslot der heeren Von Altenbrak, dat
in den loop der tijden allengs het fraaie verblijf
van thans was geworden.
In de benedenverdieping van dezen toren bevond
zich het familie-archief van het oude geslacht. Tot
dit archief had men toegang door een deur in het
schrijlvertrek van den majoraatsheerde deur
bevond "zich in den dikken muur en was verscholen
achter het tapijtbehangsel, zoodat ze alleen te
vinden was door iemand, die het geheim kende.
Andere toegangen had te toren niet.
Uit het archief voerde een smalle wenteltrap
naar de bovenverdieping, waar men een prachtig
meester werd gekozeu. 't Ongeluk kan in een
klein hoekje schuilen dat kleine stadje Carmaux
met ziju beroeringen zou wel eens noodlottig
kunnen worden voor het kabinet Loubet, daar de
afgevaardigden reeds ernstig de kansen beginneii
le overwegen om herkozen te worden en men
't best doet vrede te houdeu met alien werk-
stakende mijnwerkers incluis. Sinds Calvignac
maire van Carmaux is, heeft hij of liever hebben
zijne manoeuvres den Ministers onafgebroken
zorg gegeven. Eerst is hij blijven aandringen
op zijn voile loon als mijnwerker, hoewel zijn
burgemeesterlijke waardigheid hem nog al eens
belette zijn plichten in lager sferen waar te nemeu (in
Frankrijk is de post van burgemeester in den meest
strikten zin van 't woord een eerepost) en al spoedig
daarop werd hij ontslagen, weldra gevolgd in ziju
werkeloosheid door ziju partijgenooten. Zoo was er
dus een werkstaking ontstaan, die van 't eerste
oogeublik af bewees, dat de sociaal-democraten niet
lijden zonder te klagen, maar zich in 't belang
„der goede zaak" flink weten te roeren.
't Is eigenlijk een politieke staking de vrijwillige
werkeloozen heeten 't een onrecht, dat hun burge
meester ontslagen is en de directie der mijnen
verklaart kort en bondig dat hij, die niet werkt,
ook geen loon krijgt. Ongelukkig is de regeering
't kind van de rekeningzij heeft verzuimd het
bestuur der gemeenen te regelen in overeenstemming
met den tegenwoordigen tijd en de socialisteu hebben
natuurlijk niet verzuimd van die nalatigheid te
profiteeren. Ook geweldpleging meenden zij dat op
hun weg lag en zoo ontstond er te Carmaux een
waar schrikbewind, waarvan de doorwerkende arbei-
ders de slachtoffers werden. De regeering was
zeer onhandigeerst gaf zij haar prestige prijs
door de soldaten, die ter bewaring der orde en rust
naar Carmaux waren gezonden, terug te roepen na
het protest van enkele socialistische afgevaardigden
daarua dacht men er langs bureaucratischen weg
te zullen komen en alle vergaderingen werden
gestreugelijk verboden. Opnieuw protest en
opuieuw toegeven, daarna inzien dat er verkeerd is
gedaan en het verbod weder ingevoerd
Zoo komt 't dat de vrij onrustige stakers te
Carmaux eigenlijk meester van het terrein zijn
de socialistische afgevaardigden gelegenheid hebben
eens te toonen wat zij al niet durven tegen hen,
die 't burgerlijk gezag in hauden hebben en tegen
de militaire overheid en de regeering zich zal
moeten spitsen op onstuimige debatten naar aan-
leiding van een tweetal interpellation over Carmaux,
de eene van den afgevaardigde Despres, de andere
van Dupiny-Dutemps, den afgevaardigde voor Tarn.
Gelukkig voor Loubet c. s. zal de meerderheid
der afgevaardigden de zorg voor het oogenblik (de
begrooting en nog veel meer belangrijks wacht)
wel hooger stelleu dan de persoonlijke belaugen
uitzicht had op de rotidom gelegen bezittingen.
Hier was ook een enge poort waardoor men slechts
met behulp van een ladder weer op den vlakken
grond kon komen. Bij den toren groeide dicht
houtgewas, waar tusschen verscheidene fraaie kastan-
jeboomen.
De zon scheen helder en wierp haar stralen
tusschen de takken door in het schrijfvertrek, waar
zij zacht weerkaatst hun licht wierpen op het portret
eener daine, dat juist boven de schrijftafel aan den
wand hing. Onwillekeurig bleven Willy's blikken
op dat portret rusten. Het was zijn moeder, in
de eerste jaren van haar huwelijk door een schilder
op doek gebracht.
Met een zucht keerde Willy eindolijk het gelaat
af, trad aan het venster en staarde peinzend in het
park. Evenals alle zwakke naturen kon hij niet
tot een besluit komen liever wachtte hij in werke
loosheid op eene of andere toevallige gebeurteuis,
dan door een beslissende daad aan alle onzekerheid
een einde te maken.
Plotseling schrikte hij op. De deur van zijn
kamer ging open en vriendelijk lachend stond zijn
vrouw voor hem, in haar voile schoouheid, nog
verhoogd door haar sierlijke half-rouwkleeding.
Doch ondanks haar vriendelijken lach voelde Willy
zijn hart door een ijzige hand omklemmen. In
de harde, staalblauwe oogen zijner vrouw las hij de
onuitgesproken vraag Waartoe dat getalm Maak
er een eind aan.
der toekomst (hun eigen herkiezing) en zijn de
gevaren op een crisis dus voorlo pig nog zoo heel
groot niet.
Of de regeering der republiek zal toegeven aan
de eischen der protectionisten inzake het met
Zwitserland te sluiten en alleen nog maar door de
Kamer te sanctioneeren verdrag, valt moeilijk uit
te maken, wel schijnt de verzekering niet gewaagd
dat van Zwitserland geen coucessies zijn te wachten;
later is de Bondsraad bijeen geweest en uit de
gevoerde discussion blijkt, dat er aan Frankrijk
geen middelweg zal worden opengesteld aannemen
of verwerpen dus.
Over het militaire voorstel in Duitschland luiden
de laatste berichten aldus 20 dezer komt het in
den Bondsraad en onmiddellijk na hehandeling door
dit lichaam word het gepubliceerd. De motiveeringen,
die, naar men te Berlijn verwacht, alien tegenstanders
den mond zullen snoeren niet alleen, maar hen zelfs
zullen doen verkeeren in even vurige voorstanders,
zullen den Bondsraad niet zoo spoedig bereiken.
De Haagsche correspondent van de N. Gron. Ct.
schrijft
Dat de Regentes niet in de eerste plaats op
genoegens is bedacht, moet op de thans geeindigde
reis weder gebleken zijn. Zij wandelde en reed te
Weimar weinig uit, maar hield zich in het slot
bijna dagelijks uren en uren lang met de zaken
des lands bezig. Enorme pakketten met stukken
werden haar dagelijks toegezonden. Het is een
weinig bekend feit, dat steeds een postbode uit
Den Haag, als H. M. op reis is, heen en weer
reist om de stukken te brengen en terug te
halen.
Na het ontslag van den referendaris bij het
departement van Binnenlandsche Zaken, die gezegd
wordt het ontwerpen van een wet op den leerplicht
te hebben tegengehouden, komt er bij dit departe
ment meer voortgang in deze zaak.
Uit betrouwbare bron wordt gemeld, dat een
speciaal ambtenaar is belast met de opdracht, om
ten spoedigste een wetsontwerp tot iuvoering van
leerplicht gereed te maken. Het is de bedoeling
dit wetsontwerp nog voor Kerstmis de Tweede
Kamer te doen bereiken.
In den vorigen winter hebben ongeveer 6000
miliciens gebruik gemaakt van het zoogenaamde
winterverlof waarmede door den Minister van oorlog
bij het leger op groote schaal een proef is genomen.
De Minister heeft nu bepaald, dat op denzelfden
voet als den vorigen winter aan de miliciens bij
de vesting-artillerie, der lichting 1892 winterverlof
zal worden verleend, namelijk voor die tot het
zoogenaamde blijvend gedeelte behoorende van 1
Ik hoorde, dat je den koetsier bevel gaf om in
te spannen, begon zij. Wil je voor het diner nog
uitrijden
Neen, Rogalla, ik blijfhier. Het rijtuig moet
naar het spoorwegstation.
Naar het station verwacht je iemand P
Natuurlijk, er is nog veel te regelen voor
wij op reis kunnen gaan. Ik verwacht miju advo-
kaat, de koetsier zal hem af halen.
Rogalla's vriendelijk gelaat van zooeven werd
plotseling somber, er kwamen rimpels in haar
voorhoofd en zij beet op haar lip. Suel
trad zij op haar man toe en legde haar hand
op zijn arm.
Ja, natuurlijk, zei ze, er is nog veel te regelen
voor ons vertrek, en ik denk, dat je mijn hulp
wel kunt gebruiken bij de regeliug van die aan-
gelegenheden. Je verwacht een advokaat, zeg je.
Is dat wegens de aanspraken van die vrouw
Ja!
Zeg je me dat nu eerst
Rogalla
Ik heb recht om te weten, wat je doen wilt.
Ik heb er recht op alles te weten, want het geldt
hier de toekomst van mijn kinderen.
Je zult alles weten, Rogalla. Maar vooraf wil
ik zekerheid hebben omtrent alle omstandigheden.
De man, dien ik verwacht, is geen advocaathet
is een zaakwaarnemer, die tevens een particulier
informatiekantoor houdt. Ik heb dien man last
December tot 1 Maart a. s., en voor het niet
blijvend gedeelte van 1 Januari tot 1 Maart a. s.
deze laatsten blijven dan met verlof in hunne
haardsteden in afwachting van het te verleenen
groot verlof, in verband met de inlijving van de
miliciens, lichting 1893 op 30 April a. s.
Uit Utrecht schrijft men aan de N. R. Ct
Ofschoon de heerschende epidemie hier nog niet
veel slachtoffers eischt, zoo schijnt de ziekte toch
van een zeer kwaadaardigen aard te zijn, zoodat
degenen, van wie het met zekerheid geconstateerd
werd, dat zij er door aangetast waren, ook alien
zijn gestorven.
Zaterdag morgen werd te Schiedam ter observatie
in de barak aan het ziekenhuis opgenomen J. v. d. S.,
oud 19 jaar, smid bij de Holl. IJzeren Spoorwegmij.,
wonende te Haarlem, die aldaar aan de spoorlijn
werkzaam was en door krampen in den buik was
aangetast. Hij had gisteren te Rotterdam gewerkt
en daar volgens zijn zeggen nogal veel ongekookt
Maaswater gedronken
Reeds des avonds is de man als hersteld uit de
barak ontslagen.
Te Loeuen a/d. Yecht is de oudste wethouder
der gemeente, de heer W. C. Pos, lijdende aan
cholera nostras. De ziekte laat zich ernstig aanzien.
Ook te Huissen heeft zich een geval van cholera
voorgedaan. Of het cholera asiatica dan wel
inlandsche cholera is, moet nog worden onder-
zocht.
Yrouw V. R. te IJsselstein, wier man Zoudag
jl. aan cholera asiatica gestorven is, en die sedert
zelve ook door die ziekte was aangetast, is Vrijdag
overleden. Dat is sinds 29 September, toen de
ziekte zich het eerst aldaar vertoonde, het zesde
sterfgeval.
In een vaartuig, liggende in den IJsel bij
Diepenveen, is nu het derde kind van den schippef,
door cholera asiatica aangetast, overledenhet
eerste overleed een vorigen Zon dag, het tweede
verkeert nog in bedenkelijken toestand.
De dyphtheritis neemt te Maastricht zoodanig
toe, dat er in den geneeskundigen raad ernstig
overwogen is om over te gaan tot het sluiten der
scholen. De inspecteur van het Geneeskundig
staatstoezicht, Dr. Wintgens, aldaar, acht dien
maatregel noodzakelijk, aangezien ook wegens cho
lerine, welke zeer ernstig heerscht, de sterfte onder
de kinderen sterk toeneemt.
De invoer in Belgie van darmen, worsten,
ham, boter, kaas en andere zuivelproducten is
voorloopig verboden.
De in- en doorvoer van afval van papier is in
Belgie wederom toegelaten, mits uit eene door den
Belgischen consul gevisiteerde verklaring van den
afzender blijkt, dat de zending direct afkomstig is
uit drukkerijen, papierfabriekeu of werkplaatsen.
gegeven om onderzoek te doen naar de vrouw van
mijn broeder.
De vrouw van je broeder? Rogalla lachte
spottend. Ik dacht, dat je dit dwaze sprookje reeds
vergeten zoudt zijn.
Uit de papieren heb ik gezien, dat het geen
sprookje is.
Waar zijn die papieren?
In het archief.
Laat ze mij eens zien, eerder geloof ik toch niet
aan dat zoogenaamde huwelijk.
Gehoorzaam stond Willy op en het echtpaar begaf
zich naar het archiefzorgvuldig sloot Rogalla de
kleine ljzeren deur achter zich. Toen keek zij
onderzoekeud in het rond. De muren van het
archief waren geheel verborgen achter boekenrekken,
gevuld met oude bestoven bundels akten en geel
geworden perkamenten. Enkele met ijzer beslagen
kastjes, zooals men vroegergebruikte tot het bewaren
van geld en geldswaarden,stonden verroest en bestoven
in de hoeken der kamer. Oogenschijnlijk werden ze
niet meer gebruiktin hunne plaats werd een
moderne brandkast gebezigd. In die brandkast
lagen de gewichtige documenten der bezitters van
Altenbrak in die kast vermoedde Rogalla ook
die verwenschte huwelijkspapieren en haar oogen
bleven vol verwachting op die leelijke zwarte ijzeren
kast rusten.
Rogalla, sprak Willy met bedwongen ontroering,
voor de eerste maal sta je in deze kamer, waaraan
TER \EIZE\SCHE (RIRUT
Hit blad verscliijnt IliiisiSii^- en Vrijilagavond l>ij <len iiitjfevei
It K, b A X D G te Ter blenzen.