f\
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
K E R M I S.
BEKENDMAKING.
No. 2862.
Zaterdag 15 October 1892.
32e Jaargang.
Verkiezing van leden voor de
Kamer van Koophandel.
Het Huis Altenbrak.
Binnenland.
ABONNEMENT-
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,32$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
advertentiEn.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
UM bl»tl verscl.ijnt Oinsuln.fr- en Vr ijd ayav^ind bij «ten nitgever
J. V A M 1) E K A II I. te Ter Senzen.
Bij deze counuit behoort eeu bijvoegsel.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis
dat vergadering van gerechtigden ter verkiezing
van leden der Kamer van Koophandel alhier zal
gehouden worden op llaaudag, 14 November 1802,
tusschen des voormiddags 10 en des namiddags
een uur, op het Gemeentehuis, ter voorziening in
de vacatures, ontstaande door periodieke aftreding
op 31 December e. k., van de heeren
ANT. HAMELINK Kz., ABR. THOLENS Dingz.
en JOH. ADR. VAN ROMPU
dat de lijst der kiesgerechtigden van af Maandag,
17 dezer, ter inzage ligt ter secretarie der gemeente,
en dat bezwaren tegen die lijst tot 22 daaraan-
volgende bij het gemeentebestuur kunnen worden
ingeleverd.
Ter Neuzen, 13 October 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend
dat de uitgestelde kermis aldaar dit jaar zal
aanvangen, llaamlag, 17 October a. s., en zal
eindigen Zaterdag, daaraanvolgende, uiterlijk 's
nachts 12 uren.
Kermisreizigers, zonder eenige uitzondering,
worden onvoorwaardelijk niet toegelaten, wanneer
zij geene deugdelijke verklaringen overleggen,
waaruit duidelijk blijkt dat zij, evenals hunne
inrichtingen en de daartoe behoorende voorwerpen,
gedurende delaatste maand uitsluitend in ZEELAND
zijn geweest.
In overeenstemming hiermede zal niet worden
toegestaan het dansen in danstenten, waarvan niet
blijkt, dat zij niet afkomstig zijn van buiteu deze
provincie, of in herbergen waar, voor de kermis,
personeel van buiteu deze provincie in dienst wordt
genomen.
Ter Neuzen, 7 October 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
FEUILLETON.
Naar het Duitsch van O. Elster.
bewerkt door AMO.
14)
Voor zoover ik weet, is de broeder van miju
heer ook gekwetst geworden, en leeft hij nu op
het slot Altenbrak.
Lateu wij dan daarheen gaanAan mijn zoon
komt de plaats toe, die hij wederrechtelijk inneemt.
Maar bedenk toch, mevrouw
Ik weet, wat ik moet doen, sprak Margherita
heftig. Ik weet, wat ik aan mijn man en aan
mijn kinderen verschuldigd ben. Die man, die nu
op het slot Altenbrak woont, meent het niet eerlijk
met ons, anders had hij reeds lang aan de opdracht
van zijn broeder, mijn man, voldaan.
Hij was zelf gewond, mevrouw hij heeft lang
gelegen.
Ik hoop, dat ik hem onrecht doe. Persoonlijk
zal ik hem in de gelegenheid stellen daarvan het
bewijs te leveren. Wil je meegaan, Hendrik
Van harte gaarne, mevrouw.
Nu, dan gaan wij binnen weinige dagen op reis.
Op dit oogenblik werd de deur geopend. Eduard
en de kleine Margherita stormden de kamer binnen,
beiden beladen met bloemen uit veld en bosch
die zij vol vreugde hun moeder reeds bij de deur
te gemoet hielden.
Tijdens de aanstaande kermis alhier, mogen de
tapperijen voortdurend open blijven, onder dien
verstande evenwel dat zij ten alien tijde dadelijk
moeten worden gesloten, wanneer de politie dit
mocht bevelen, terwijl op den laatsten kermisdag,
des Zaterdags, zoowel de kramen, tenten enz. als
de tapperijen moeten worden gesloten uiterlijk des
nachts te 12 uren.
Ter Neuzen, 14 October 1892.
De Burgemeester,
.T. A. VAN BOVEN.
L'olitleli Overziclit.
Eenigen tijd geleden heeft de Minister van bin-
nenlandsche zaken van Belgie den gouverneurs der
provincien aangeschreven, een onderzoek in te stellen
naar de mishandelingen, die Belgische werklieden
in Frankrijk hebben geleden. De gouverneur van
Henegouwen heeft zijn rapport ingediend, waaruit
blijkt, dat alleen in die provincie het getal der uit
Frankrijk gevluchte werklieden 750 bedraagt. Zij
verklaarden bijna zonder uitzondering, dat men
hen had beschimpt, gedreigd en geslagen en dat
alles, wat zij bezaten, was vernield. De schade,
die zij hadden geleden bestond, in reiskosten, in
het verlies van hun loon door de gedwonger.
werkeloosheid, en de beschadiging of vernieling
van hunne meubelen, enz.
In hetzelfde rapport wordt gezegd, dat 1700
Fransche werklieden in Henegouwen hun brood
verdienen.
De rapporten der andere gouverneurs zullen nu
ook wel spoedig inkomen en wanneer het onderzoek
is afgeloopen, zal de Belgische regeering van de
Fransche voldoening en schadevergoeding kunnen
vragen. Of zij het doen zal en of, als zij het doet,
het eenig succes zal hebben, moet worden afgewacht.
De Duitsche bladen laten uitkomen, dat het
bezoek van keizer Wilhelm aan den keizer van
Oostenrijk geen bepaald politiek karakter heeft.
De reis is slechts eeue voortzetting van de traditie,
door zijnen grootvader ingevoerd, dat de bevriende
monarchen elkander ieder jaar ontmoeten de eenige
politieke beteekenis is, dat opnieuw de aandacht op
de hartelijke verhouding tusschen Duitschland en
Oostenrijk gevestigd is.
Toen twee jaren geleden keizer Wilhelm te
Weenen was, verscheen geen der Oostenrijksche
ministers bij de feestelijkheden, die ter zijner eere
werden gegeven en men vernam, dat daartoe een
voorval bij het vorige bezoek aanleiding had gege
ven. De Duitsche keizer had toen verscheiden
Kijk eens, lieve mama, wat wij voor u hebben
meege'oracht, riep Eduard, doch plotseling zweeg
hij en keek ten uiterste verwonderd naar Hendrik.
Jongen, riep deze, ken je mij niet meer?
Daar vloog op eens een straal van vreugde over
het bloeiende gelaat van den knaap. Hij liet alle
bloemen vallen en sprung op Hendrik toedeze
greep hem met beide handen en wipte hem op
tot boven zijn hoofd.
Ja, mevrouw, sprak Hendrik toen met geestdrift,
dat is de zoon van mijn ritmeester, voor wien ik
door het vuur ga en door den dichtsten kogelregen,
al moest dat ook nog miju andere been kosten
Hij moet de erfgenaain van Altenbrak worden
Hier, mijn hand er op, mevrouw, ik verlaat u
niet u en den zoon van mijn ritmeester
Die avond was de eerste sedert een jaar, dat het
gejuich der kinderen weer luid door het huis klouk
en dat Margherita met weemoedige vreugde bij de
spelen van haar kinderen toezag.
NEGENDE HOOFDSTUK.
Bij den aanvang van den oorlog tot ritmeester
bevorderd, was Willy von Altenbrak in den krijg
gewond. Hij kreeg een lanssteek in de borst en
ter genezing daarvan had hij een langdurig verlof
verkregen, onmiddellijk na het einde van den
oorlog. Om tot volkomen genezing der gekwetste
longen te geraken, had de dokter hem aangeraden
een geruimen tijd in een warmer klimaat te ver-
toeven en zoo was Willy dan besloten voor eenige
ministers vriendelijk aangesproken, doch geene noti-
tie genomen van den minister—president, graaf
Taalfe. Deze gevoelde zich beleedigd en bij het
volgende bezoek hadden alle ministers besloten,
weg te blijven om graaf Taaffe niet aan eene her-
haling van het onaangename tooneel bloot te stelen.
Thans heeft de minister-president eene hooge
Duitsche orde ontvangen en is tevreden gesteld.
De Daily Telegraph zegt naar aanleiding van
het bezoek des Duitschen keizers te Weenen, dat
het drievoudig verbond slechts het behoud van den
vrede beoogt, maar dat het alleen Frankrijk met
zijne zwijgende, ingewortelde revanche-gedachte is,
dat het drievoudig verbond deed ontstaan als een
bolwerk tegen de lnimen van zijn volk en de ver-
anderingen zijner regeering. Zoolang deze onbe-
schaafde dorst naar het bloed des overwinnaars
aanhoudt, kan Europa zich niet veilig gevoelen en
kan het zijne groote legers niet verminderen. Het
algemeen belang eischt den vrede en daarom is het
geen wonder, dat Frankrijk meer en meer zich
geisoleerd gevoelt.
De Franschen houden er een aardig spreekwoord
op na, welks inachtneming niet genoeg kan worden
aanbevolen, ongelukkig haudelen zij er in den regel
zelf niet naar. Als men niet datgene heeft wat
men gaarne zou wenschen, dan moet men 't maar
voor lief nemen met wat men heeft aldus zegt
de Franschman maar zeggen en doen is twee.
Rumoer en afwisseling is zijn lust en zijn leven
en 't gelukt hem in den regel zeer slecht om ziju
goed humeur te bewaren als zijn leven zoo kalm
daarhenen glijdt als dat eens landmans naar wijlen
dichter Poots opvatting van diens bestaan. Ge-
lukkig zit men in Frankrijk in 't algemeen en in
Parijs in 't bijzonder niet lang verlegen wat niet
is, kan men maken en daarom als in den boezem
van het kabinet alles rozegeur en maneschijn is,
dan verzint men maar 't een of ander en goed-
geloovigen, die gaarne als feit aannemen alles wat
met hun wenschen en verlaugens strookt, worden
er bij duizendeu gevonden.
Zoo heeft zich reeds dikwerf het verschijnsel
herhaald, dat men van dreigend onweer begon te
spreken als er geen wolkje aan den horizon was
te bespeuren, m. a. w. dat geruchten van een
mogelijke of waarschijnlijke crisis werden verspreid
als er een voorbeeldige eensgezindheid onder de
Ministers heerschte. Ditmaal heeft dit symptoom
bijna zouden we zeggen gunstig symptoom zich
herhaald de geruchten van verdeeldheid in den
Ministerraad zijn reeds verspreid maar dat pakt
zoo niet meer eu daarom is men aan't vergelijken
getogen tusschen 't voorheen en thans en men
heeft merkwaardige resultaten verkregen. In 1891
kon het kabinet bogen op Kroonstadt en Portsmouth,
maanden naar Riviera te gaan. Zijn vrouw en
kinderen zouden meegaan op de kosten kwam het
niet aan, want op Rogalla's aandringen had Willy
de nalatenschap aanvaard, slechts voorloopig
zeide hij bij zichzelven om zijn knagend geweten
tot rust te brengen. Niemand betwistte hem de
erfeniszelfs was de fainilie gereed om hem als
majoraatsheer hulde te brengen maar deze plech-
tigheid had Willy nog altijd weten te verschuiven
door op zijn nog zwakke gezondheid te wijzen.
De staat van zijn gezondheid verhinderde echter
niet, dat het weldra op Altenbrak nog al levendig
toeging. Barones Rogalla voerde het bestuuren zij
verstond dat goed maar ook verstond zij het goed
een grooten, schitterenden gezelligen kring om zich
heen te verzamelen. Eduards dood en Willy's ver-
wonding hadden voor een poosje die gezellige bij-
eeukomsten onderbroken, maar Eduards dood was
spoedig vergeten en de voortgang van Willy's herstel
hinderde Rogalla zeer spoedig niet meer om aan
haar genotzucht bot te vieren.
Tusschen Willy en zijn trotsche vrouw was een
vreemdsoortige verhouding ontstaan. Bijna schuw
ontweek hij zijn vrouw, hij vreesde tot een verkla-
ring met haar te komen, ofschoon die toch eenmaal
moest volgen. Gedurende zijn ziekte en den tijd
van zijn herstel had hij een voorwendsel, waarmee
hij zichzelven kon tevreden stellen om deregeling
der zaken en de onverkwikkelijke verklaring met
zijn vrouw nog eenigen tijd te verschuiven. Doch
al te dikwijls las hij in Rogalla's oogen de vraag
Wanneer zul je een einde maken aan dezen onze-
voorafgegaan door de heugelijke ontvangst van het
pantser-eskader te Kopenhagen en Stockholm en
bekroond door de formeele aansluiting met den
Russis<?hen beer. Zoo iets is er nu niet en
dus alzoo redeneert men omdat men 't gaarne
zoo zou wenschen staan de kanseu voor het
kabinet-Loubet er slecht bij. Dat is 't geen aan
de Parijsche beurs en in de couloirs der Kamers
werd besproken en geloofd ook, alien officieelen
loocheningen ten spijt.
Weken lang reeds worden in de Duitsche pers
beoordeelingeu van het nieuwe militaire voorstel
ten beste gegeven op zeer vage grondeu tal van
ondergeschikte, er mee samenhangende kwesties,
zijn van alle kanten bekeken, zelfs kwesties van
vorm hebben, vddr enkelen van hen nog, geleid tot
heftig twistgeschrijf en daar komt nu eensklaps
de Correspondenz, het orgaan der nationaal-liberalen,
met de snuggere opmerking, dat 't beter is niet
vooruitteloopen op 't geen er komen zal, daarbij
't geen er uitgelekt is als punt van uitgang nemend,
doch dat 't aanbeveling verdient de publicatie der
motieven aftewachten, van welke nog geheel niets
bekeud is geworden. Het blad zelf schijnt er
meer van te weten, 't spreekt tenminste van een
geschrift van buitengewone overtuigingskracht, na-
drukkelijk betoogend dat een versterking van Duitsch-
lands strijdkrachten tegenover de groote, ons wellicht
wachtende getallen, dringend noodzakelijk is.
Dat ziet er wel een beetje geheimzinnig uit maar
juist die vorm pakt 't bestmen doet precies of
men meer weet dan men wil zeggen, doch men
geeft zich niet zoover bloot, dat men later kan
getroffen worden door het verwijt opzettelijk
onwaarheden te hebben verspreid met het kennelijk
doel eigen belangen te dienen.
De trein, waarmede HH. MM. de Koniuginnen
de reis naar Arolsen Dinsdag deden, heeft te
Eisenach een klein oponthoud gehad, omdat daar
bleek, dat een der wielassen van den Konink'lijken
wagen warm geloopen was. Het rijtuig moest
afgehaakt en uit den trein verwijderd worden, uadat
de Koninginnen waren uitgestegen en in een anderen
wagon hadden plaats genomen.
Dank zij de uitmuntende machines, geleverd
door „de Schelde" te Vlissingen, heeft de #Amalia",
die den 4aen te Genua aankwam, de reis van Batavia
naar die haven gedaan in 26 dagen een der
kortste mailreizen, die tot dusver zijn afgelegd.
Jammer voor de Nederlandsche lijnen, dat niet
al hare booten zoo snel varen. Want meestal
zijn, helaas, de Fransche en Engelsche mails aan-
merkelijk voor.
keren toestand aan die onzekerheid beneden
onze waardigheid
Ja, er moest een einde aan gemaakt worden
Ook Willy was tot dit besluit gekomen. Er moest
een einde aan gemaakt worden, en weldoor Edu
ards erfgenamen in het bezit van hun reehtmatig
eigendom te stellen. Reeds meermalen had hij aan
zijn schrijftafel plaats genomen om aan Eduards
vrouw een brief te schrijven met de uitnoodiging
naar Altenbrak te komen. Doch telkens scheen
het hem dan of de oogen van zijn vrouw dreigend
op hem neerzagen, en met een zucht had hij de
pen weer neergelegd. Om echter zijn geweten in
slaap te sussen, had Willy aan een zaakwaarnemer,
die hem reeds vroeger in discrete aangelegenheden
hielp, last gegeven om naar Margherita Montelli
en haar toestand een onderzoek in te stellen.
Daarbij koesterde hij heimelijk de hoop, dat een
onverwachte gebeurtenis het vraagstuk zou oplossen,
zonder dat hij daarbij een viuger behoefde te
verroeren. Heden verwachtte hij mijnheer Tirschner
om mondeling verslag uit te brengen.
Onrustig liep Willy heen en weer in het schrijf-
vertrek zijns vaders, dat hij nu zelf in gebruik
had genomen. Al had Rogalla in de andere ver-
trekken het ouderwetsche ameublement laten ver-
vangen door ander van den nieuwsten smaak, in
de kamer van den ouden baron had zij niets
veranderd, want die kamer bevatte de kostbaarste
oude meubelen, de familieportretten en nog andere
kostbare voorwerpen, reeds lang in bezit van het
geslacht Yon Altenbrak, die getuigden van deu
fEK YEimSIHE tOlRAVT