Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeawsch- Vlaanderen. temmcursus. No. 2853. Woensdag 14 September 1892. 32e Jaargang. 2<- GEMSSKUNDIGE TO ELATING Het Huis Altenbrak. Binnenland. abonnemen t advertentiEn. tot de avondscholeu .4 en It, in de koin der geuieente, en C, op Sluiskil, zoomede tot de heiiiaiingskiasse aan school A. JPolitielz. Overzicht. FEUILLETO N TER VEimsrUE <01RA\T Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post Nederland f 1,10- Voor Bel?i6 1'40, Voor Amerika 1'32i Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushoaders. Yan 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel rneer f 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. (lit blatl verseliijnt llinailas- en Vrijilasav"'"* '-I r A V II E V II te Ter Meuzen. MjigM Burgemeester en Wethouders van ||pSilF TER NEUZEN maken, ter voldoening aan 's Raads besluit van heden, bekend, dat gele- genheid bestaat tot aaustelling van eenen voor den gemeentedienst. De gemeente, tellende. ongeveer 7000 zielen, neemt voortdurend in bevolking en ontwikkeling toe, is gelegen aan 2 groote spoorweglijnen en heeft eene zeer uitgebreide scbeepvaart. Ter Neuzen, 26 Augustus 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. Zij, die met 1 October aanstaande weuschen te worden toegelaten tot bovengenoemde inricbtingen, worden verzocbt zich daartoe voor 28 dezer aan te meldeu, hetzij ter gemeentesecretarie of bij het hoofd der betrokken school. In het belang der kinderen wordt het getrouw bezoek dezer zeer nuttige inrichtingen ten zeerste aaubevolen. Ter Neuzeu, 14 September 1892. Burgemeester en Wethouders aldaar, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. Zij, die met 1 October aanstaande tot boven- genoemden cursus wenschen te worden toegelaten, worden verzocht zich daartoe v6or 28 dezer aan te melden bij den Gemeente-bouwmeester. De cursus is alleeu toegankelijk voor jongelieden, die het gewoon schoolonderwijs genoten hebben, en 14 jaar zijn of dien ouderdom vfior het eiude des jaars bereiken. Ter Neuzen, 14 September 1892. Burgemeester en Wethouders aldaar, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. De vorige president der Fransche republiek, de heer Grevy, was bekend om zijn buitengewone gierigheid. Geheel anders is de tegenwoordige president Carnot van beginsel in dit opzicht. Thans van zijne reis naar het zuiden teruggekeerd, heeft Naar het Duitsch van O. Elster. bewerkt door AMO. 5) Eduard, sprak de oude met moeite, jij, mijn zoon, mijn erfgenaam, ik leg het lot van ons geslacht in je handen. Denk aan onze voorva- deren mijn zoon. In zacht gefluister stierven de laatste woorden weg, terwijl hij in de kussens terug zonk. Nog een zucht een zacht beven de oogen werden strakker het hoofd zonk op de borst. Nog een krampachtig beven een laatste zucht en de oude baron Von Altenbrak was heengegaan naar het land, vanwaar niemaud wederkeert. Op dat oogenblik steeg de zon boven be boo men van het park en wierp haar eerste gouden stralen in het vertrek, waar be baron gestorven was. Zacht drukte de dokter de oogen van deii ontslapene dicht. Van verre klonk de klok van de dorpskerk, welke het graf der familie Von Altenbrak bevatte. In de aangrenzende kamer werden de kinderen wakker en schreiden. De beide zonen van den overledene stonden op en daarbij ontmoeten hunne blikken elkander onwillekeurig. Eduard reikte zijn broeder de hand en zeide bewogenOnze vader hij overal den indruk achtergelaten van vrijgevig en royaal te zijn. Grevy maakte van de toegelegde representatiegelden een spaarpotje, inaar Carnot geeft ze uit op zijne reizen door het land. Daardoor wint hij zeer in populariteit. Maar de tegenwoordige president heeft ook bovendien eene eigenschap, die hem bemind maakt, en die is zijn geduld. Met een nooit verdwijnenden glimlach hoort hij aan alle stations de toespraken aan van prefecten, onderprefecten, maires, militairen en geestelijken, en voor alien heeft hij een beleefd en gepast antwoord. Onder de hevigste stortregens staat hij met stoicijnsche kalmte de lange toespraken aan te hooren. Te Cbamberry liet hij zich in zijn open rijtuig doornat regenen, en de brave Savoyards, veilig onder hun parapluies, juichten deze daad met geestdrift toe. De feesten te Genua streelen de ijdelheid der Franschen. Hunne marine is er het sterkst ver- tegenwoordigd en hun admiraal wordt door den Koning van Italie met beleefdheden overladen. In de berichten wordt van Columbus, den held van het feest, niet gesproken, maar nauwkeurig wordt vermeld, welke onderscheidingen aan den Franschen vlootvoogd zijn te beurt gevallen. De leinps zegt, dat de verstandhouding tusschen Italie en Frankrijk is verbeterd dat het Italiaansche volk vol geestdrift is voor Frankrijk en dat de Italiaansche regeering haar best doet om alle misverstand tusschen de broedervolken uit den weg te ruimen. Indien zij daarin slaagt moet men erkennen, dat zij daarbij gesteund is door hare landgenooten. Duitsch- land zond slechts een oorlogsschip, Oostenrijk drie zelfs Engeland is door minder schepen dan Frankrijk vertegen woordigd en hunne vertegenwoordigershouden zich bescheiden op den achtergrond. Zij worden niet genoemd en wanneer het Italiaansche gouveruement toch wil laten uitkomen, dat de yriendelijke woorden des Konings het geene bijzondere verplichtingeu oplegt dan laat het bekend maken, dat de vertegen- woordiger van Rumenie even vriendelijk is ont- vangen als admiraal Rieunier maar maakt het geene melding van de vertegenwoordigers zijner bond- genooten. Indeidaad heeft de Koning niets gezegd, waaruit eene erkenning der Fransche aansprakeu of eene vervulling der wenschen van de Iransche bladen kan worden voorspeld. Eindelijk heeft de regeering van Belgie zich zijner in Frankrijk mishandelde burgers aangetrokken. De Belgische gezant heeft er \rijdag met den Franschen minister van buitenlandsche zaken over gesproken. Dat dit zoo laat is geschied, heeft het ministerie Beeruaert scherpe verwijten op den hals gehaald en zelfs de katholieke partij stemde daarmede in. De streng cleriale Patriote, die anders steeds het mini sterie verdedigt, vroeg Waartoe dient onze diplo matic? en zij constateerde, dat tegenwoordig de Belgen in Frankrijk worden behandeld even erg was een liefdevol beschermer voor je kinderen. Volgens de wetten van ons geslacht ben ik thans heer Von Altenbrak ik beloof je hier aan het sterfbed van onzen dierbaren vader plechtig, dat ik voor je kinderen zal zorgen, alsof ze de mijne waren. Heb dank, Eduard, antwoorde Willy, wiens stem bijna verstikte in zijn tranen. Wij zullen vereenigd blijven, Willy, vervolgde Eduard, wij zullen vrienden en broeders blijven, zooals in onze jeugd, al ben ik hier nu heer en meester. Een vluchtig rood vioog over Willy's bleek ge- laat bij deze woorden. Hij antwoordde niets, doch drukte zijn broeder warm de hand. als in Midden-Afrika. De arme Belgische werk- lieden worden door niemand beschermd, maar de, Belgische autoriteiten hebben de Fransche werklieden tegen repressailles beveiligd. Uit Frankrijk verdreven, zal onze werklieden niets overblijven dan voor de Belgische mijnen, die vol Franschen zijn, van honger te sterven. Het duurt nu ongeveer een jaar, dat de regee ring van Turkije bij tusscheupoozen van een maand laat bekend maken, dat de opstand der Arabieren in Yemen is gedempt. Dezer dagen werd op nieuw verzekerd, dat de opstandelingen werden geslagen en dat in de geheele provincie vrede heerscht. William O'Brien, een van de meest bekende figuren uit het Engelsche parlement, zal daaruit verdwijnen. Zelf heeft hij verklaard, dat men hem er niet weer zou zien. De oorzaak hiervan ligt in financieele zwakheid. Men weet, dat O'Brien veel processen heeft gevoerd o.a. tegen Lord Salisbury en tegen Mr. Bolton, advokaat van de kroon te Dublin. Niet in staat om de schaden en kosten te betalen, wordt hij door beide schuldeischers vervolgd en men beweert dat zij hem in staat van faillissement zullen doen stellen, waardoor hij volgens de Engelsche wetten geen zitting in het parlement mag hebben. Een oorlog tusschen Engeland en Rusland tenge- volge van de Pamir—kwestie, die een schrijver in de Neue Freie Presse in kort uitzicht stelt, wordt door een Russisch blad voor orimogelijk gehouden. Rusland verlangt niet naar vergrooting van grond- gebied, zoo wordt beweerd, Rusland wil enkel doordringen tot den Indischen Oceaan, om zijn haudel te bevoordeelen. Hoe Rusland nu den Indischen Oceaan als limiet zal krijgen, zonder uitbreiding van grondgebied dat wordt niet gezegd. De oplossing van dit vraagstuk, lijkt ons nog moeielijker dan die van 't Oostersche. Een dfspeche van kolonel Dodds, den bevelhebber der Fransche expeditie naar Dahomey, deelt mede, dat zijn troepen de rivier zijn opgevaren tot Lode. De troepen van den vijand hebben het koninkrijk Porto Novo geheel ontruimd en concentreeren zich bij Allada. De Fransche colonne bevindt zich te Kesonoede cavalerie te Sauvier en deze trekt tegen den vijand op. De St. Ct. bevat een koniuklijk besluit van 9 dezer, bepalende dat de tegenwoordige zitting van de Staten-Generaal zal worden gesloten op Zaterdag 17 September, des namiddags te 3 uren. De Minister van Binnenlandsche zaken wordt gemachtigd zich op dat tijdstip te begeven naar de vergadering der Staten-Generaal, ten einde in eene vereenigde vergadering der beide Kamers, de zitting in naam der Koningin te sluiteu. VIERDE IIOOFDSTUK. De plechtige begrafenis van den overleden majoraats- heer was voorbij. Zij, die in den stoet het lijk gevolgd waren, hadden zich weer in alle richtingen verstrooid, ook de bloedverwanten, die van verre en van nabij ter begrafenis gekomen waren, hadden alien het slot weer verlaten. Eduard von Altenbrak was in die eerste dagen nauwelijks tot zich zelf gekomen. Te veel indrukken had hij gekregeu, te veel gedachten hadden hem beziggehoudenzijn nieuwe plichten als hoofd van een uitgebreid geslacht hadden te veel zijn aandacht gevorderd om aan nog iets anders te denken. llij had nauwelijks den tijd gevonden om een korten brief aan Margherita te schrijven, waarin hij de jonge vrouw den dood zijns vaders meldde. Hij had niet van zich kunnen verkrijgen om in dezen brief reeds te spreken over de regeling van hare verhouding, waaraan nu niets meer in den weg sebeen te staan. Dat kwam hem voor als eene ontw'jding van zijns vaders nagedachtenis. Als zijn veertien dagen verlof voorbij waren, was er immers altijd nog tijd genoeg voor de openbaar- making en de beslissende regeling. En nu lag de weg, dien hij moest bewandelen, immers klaar en duidelijk voor hem En nu toefde zijn jongere broeder met vrouw en kinderen op het slot, dat hield hem terug van bijna elke ernstige behandeling van zijn eigen aangelegenheden. Willy's vrouw, Rogalla von Altenbrak, geboren gravin Von Waldberg-Hochstellen, had een voor- naam aristocratisch voorkomen. Zij was niet bepaalc schoon te noemen, maar haar bleek gelaat kon een lieven, inuemenden glimlach toonen en haar lange slanke gestalte toonde zoowel de trotsche houding als de bevallige vrijheid van beweging. die men alleen aantreft bij dames, voornaam door geboorte en opvoeding. Onder de aangename vormen eener dame uit de groote wereld verborg barones Rogalla echter een koel berekenend hart en een heerschzuchtig karakter, dat voor niets terugdeinsde, Op een schoonen zomeravond waren de bewoners van het slot onder de veranda bij het park ver eenigd. Het avondmaal was afgeloopen, de beide Bij koninklijk besluit is tot voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, gedurende de zitting, die zal aanvangen op den derden Dinsdag in September, beuoemd Mr. A. van Naamen van iemnes, lid van die Kamer. Door den Minister van binnenlandsche zaken is het volgende schrijven gericht aan de commis- sarissen der Koningin in de provincien De Minister van oorlog heeft de aandacht van de autoriteiten der landmacht gevestigd op de repalingen der wet van 28 Maart 1877 tot weriug van besmetting door uit zee aankomende schepen, in het bijzonder op art. 9 dier wet, volgens hetwelk een burgemeester, iDgeval deze verplicht is, ten aanzien van uit zee aankomende schepen maatregelen in het belang der gezondheid te nemen, bevoegd is, bij de uitvoering van die maatregelen de hulp der militaire macht in te roepen. De Minister van oorlog deed mij evenwel opmer- ken, dat diensten, als bedoeld in genoemd wetsartikel, voor de militairen en vooral voor de miliciens ernstige bezwaren kunnen medebrengen, en zulks zoowel wegens de nadeelen, die daaruit voor de oefeningen en diensten van het leger voortvloeien, als wegens het gevaar van verspreiding van een besmettelijke ziekte, bepaaldelijk op een tijdstip als het tegenwoordige, waarop een groot aantal miliciens voor het houden van herhalings-oefeningen onder de wapenen zijn en op verschillende punten groote troepenvereenigingen plaas hebben. De Minister van oorlog meent dan ook, dat van de bevoegdheid, den burgemeesters bij even- genoemd art. 9 toegekend, niet dan in geval van bepaalde noodzakelijkheid, en dan nog voor zoo kort mogelijken tijd, behoort te worden gebruik gemaakt. Ik heb de eer U.H.E.G. daarom te verzoeken de burgemeesters, wien het aangaat, in dien zin te onderrichten en het daarheen te leiden, dat alleen ingeval de rijks- en de gemeentepolitie in quarantaineplaatsen niet voldoende zijn, van den bijstand der militaire macht worde gebruik gemaakt en dan nog slechts tijdelijk, nameiijk tot door uit breiding van het rijks-polilie-personeel ter plaatse in de behoeften aan zoodanig personeel zal zijn voorzien. Bij Kon. besluit van 8 September jl. is eene staatscommissie ingesteld met opdracht om te onder- zoeken of eene afsluiting en eene droogmaking van de Zuiderzee, op eene wijze als door de Zuiderzee- vereeniging is voorgesteld, in's lands belang behoort te worden ondernomen, en zoo ja, op welke wijze dit werk tot uitvoering moet worden gebracht. Een verslag van de uitkomsten van het onderzoek der commissie aan H. M. de Koningin-Regentes zal worden uitgebracht. Tot voorzitter van genoemde staatscommissie is benoemd de Minister van waterstaat, handel en nijverheid. heeren zaten in hun luierstoelen te rooken, terwijl mevrouw Rogalla op de balustrade leunde en naar haar kinderen keek, die in een grasperk buitelden en sprongen. Eduards blik viel op haar slanke, voorname gestalte en gleed toen over de spelende kinderen onwillekeurig moest hij nu aan zijn eigen vrouw en kinderen denken. Er kwam bij hem een hevig verlangen naar hen ophij had er nu spijt van, dat hij geen flink besluit genomen had en vrouw en kinderen nog niet naar het slot Altenbrak had ontboden. Dan zou alles meteen tot klaarheid zijn gekomen. Deze gedachte greep hem sterk aan, hij stond op en liep eenige malen met snelle schreden de veranda been en weer. Hij bemerkte daarbij niet, hoe Rogalla haar man een teeken gaf, daarop naar haar spelende kinderen giug. Willy stond nu ook op en trad naar zijn broeder toe. Deze bleef daarom stilstaan, waarop Willy zeideNeem me niet kwalijk, Eduard, dat ik je stoor in je overpeinzingen. Volstrekt nietHet paste eigenlijk wel voor mij, dat ik verschooning vroeg, daar ik je zoo on- achtzaam behandel. Waar is je vrouw Rogalla is naar de kinderen in het park gaan zien. Laat haar maar blijven, het is mij aange- naam eens ongestoord met je te kunnen praten. Ik heb een ernstige aangelegenheid te bespreken. Eduard keek hem verwonderd aan. Betreft die aangelegenheid mij vroeg hij.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1892 | | pagina 1