Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2851.
Woensdag 7 September 1892.
BKKKNUMAKING.
21""' QBHMSKUflDIGffl
BESTEDING.
32e Jaargang.
abonnement-
De Burgemeester der gemeente Tor i\euzen
te besteden:
Het Huis Altenbrak.
Binnenland.
Het verbouwen en inrichten eener
woning tot Gemeentehuis en Secre-
tarie.
folitieU Overzicht.
FEUILLETON.
3)
TER \Eim.S( HE 01 RUT
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Pranco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoaders.
ADVERTENTlEN.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel vertninderden prijs.
Oit blail verscliijnt Oinsiltiff- en Vrijaiajfavonat by den nitgevep
3. V A HT It i: S A ST n E te Ter Keuien.
maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van
den Gemeeuteraad is belegd tegen YVoensdag den
7 September 1892, des voormiddags ten 9j ure.
Ter Neuzen, den 6 September 1892.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN BOVEN.
Burgemeester en Wethouders van
TER NEUZEN maken, ter voldoening
aan 's Raads besluit van heden, bekend, dat gele-
geuheid bestaat tot aanstelling van eenen
voor den gemeentedienst.
De gemeente, tellende ongeveer 7000 zielen,
neemt voortdurend in bevolking en ontwikkeling
toe, is gelegen aan 2 groote spoorweglijnen en
heeft eene zeer uitgebreide scheepvaart.
Ter Neuzen, 26 Augustus 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A VAN BOVEN, Burgimeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van ELLEWOUTS-
DIJK, zullcn op Viijdajr 16 September a. s.,
des voormiddags ten 10 ure, bij inschrijving trachteu
Aanwijzing op Zaterdag 10 September, van
1012 ure, door den bouwkundige J. Scheele Dz.,
te Ter Neuzen, alwaar inlichtingen te bekomen zijn.
Het bestek en de teekening zijn in het gemeente
huis ter inzage gedeponeerd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
E. A. VAN DER BENT, Burgemeester.
J. BRUINOOGE, Wethouder.
De ijver en de nadruk, door het Russische blad
de Nowoje Wremja aan den dag gelegd bij haar
betoogen ter verzekering dat minister Von Giers'
aanwezigheid te Aix-les-Bains, in het hartje van
Prankrijk, niets, heelemanl niets te beteekeneu heeft
uit een politick oogpunt, zou een andere natie
dan de Eransche allicht kunnen kwetsen,'t is alsof
Naar het Duitsch van O. Elster.
bewerkt door AMO.
Ouwillekeurig moest hij weer denken aan het
gesprek, dat hij dien middag met haar gevoerd had
en aan hetgeen hij haar bij zijn vertrek had gezegd.
Onder den indruk daarvan schreef hij aan het slot
van zijn brief
Mocht mijn vader sterven, dan zal ik bij mijn
oprechte droefenis toch den troost hebben, dat ik
mijn vrouw en kinderen de hun toekomende plaats
lan geven, zonder de noodzakelijkheid van mijn
vader ten diepste te bedroeven. Ik kan je thans
nog niet schrijveu, hoe ik mij nu onze toekomst voor-
stel, al mijn gedachten zijn op mijn zieken vader
gericht. Aan hem behooren nu al mijn gevoelens,
vergeef me daarom, lieve vrouw, wanneer ik je
eerst over eenige dagen nadere, vaste berichten kan
geven. Je goed hart zal mij begrijpen. Vaarwel
tot spoedig wederziens. Kus de kinderen hartelijk
voor hun vader.
Met een diepen zucht stond Eduard op. Hendrik
was binnengetreden en wachtte bij de deur op de
bevelen van zijn heer. De ritmeester trad op hem
toe en legde de hand op zijn schouder, terwijl de
oppasser hem trouwhartig aankeek.
men in Ruslands hoogste kringen een al te groote
intimiteit tusschen de regeeringsbeambten in't alge
meen en tusschen de ministers in 't bijzonder,
ducht, alsof men het onbeschreven verdrag liefst
niet in 'topenbaar wil bevestigd zien door de
manifestation van enthousiasten. Het reeds genoemle
blad zegt, dat minister Von Giers veel te ziek is
om zich met de politiek bezig te houden en een
toespeling op de mogelijkheid, dat de titularis vau
buitenlandsche zaken nog in den herfst dezes
jaars zijn congd zal nemen, is ook niet zonder
beteekeuis.
De zoozeer met elkander in tegenspraak zijnde
berichten omtrent 's Duitschen Keizers laatste uit-
latingen met betrekking tot den diensttijd, alsmede
het amalgama van nieuwtjes over de nieuwe leger-
wet, hadden zoo geleidelijk weg tot de alleszins
logische gevolgtrekkiug geleid 't is in de leidende
kringen niet pluis, de heereu kunnen 't met elkaar
niet eens worden. Allerlei geruchten, die het
moet gezegd gedeeltelijk wel een schijntje van
mogelijkheid en waarschijnlijkheid droegen, werden
verspreid en ooder die vele een, dat zoo ernstig
was, dat de vertrouwbare Nordd. Allg. Ztg. het
nuttig en noodig achtte te verklareu, dat er in
regeeringskriugen geeu verschil van meening bestaat,
noch met betrekking tot den datum vau samen-
roeping van Landdag en Rijksdag, noch ten aanzieu
vau de aan de wetgevende lichamen voor te leggen
wetsvoorstellen. Zoo'n verzekering, hoe vaag dan
ook, is altijd nog beter dan niets, rnaar of de
geruchten van verdeeldheid tusschen Caprivi en
Von Miquell de eerste ijverend voor de nieuwe
militaire wet, de laatste aandoenlijk bezor^d voor
het heil en het welslagen van zijn geesteskinderen
de belasting-voorstellen er door zullen verdwijnen,
of de kansen op een crisis binnen korter of langer
tijd, minder veelvuldig zullen worden besproken,
valt te betwijfelen. Dat Von Caprivi van zijn
kaut de legerwet zoo spoedig mogelijk er door wil
jagen en dat Von Miqueli de stemming van de
Pruisische belastingplichtigen bij legerverhooging
hoogst ongur.stig acbt ora met hervormingsplannen
voor den dag te kotnen, valt te begrijpen en elkeen
is bedacht op zelfbehoudoubaatzuehtigheid en
hulpvanrdigheid zijn zeldzame plantjes in de politieke
gaarde
't Begint de aandacht te trekken, dat in Italie
alles zoo rustig blijl't dat men omtrent de ver-
kiezingen, welke door Giolitti's aftreding onver-
mijdelijk zijn geworden, niets hoort en terwijl toch
voor 't eiud vau November alles moet zijn afge-
loopen, omdat de Kamer onmiddellijk na haar
samenkomst zal hehben te behandelen niet alleen
het budget van het volgend dienstjaar maar ook
de beraadslaging moet openen over de loopende
begrooting, van welk karweitje de nu nog in functie
zijnde afgevaardigden zich hebben afgemaakt. De
Hendrik, begon de ritmeester, je bent een brave
borst, ik weet dat je me trouw bent. Ik moet
voor eenigen tijd op reis, mijn vader ligt op ster
ven. Ik heb hier niemand, die daarbuiten je
weet wel, wat ik bedoel die daar buiten een
oog in 't zeil houdt. Ik kan Johan niet uitzenden,
hij moet hier bij het escadron blijven, maar jij bent
geen soldaat meer, dus je bebt vrijen tijd. Ga
elken dag eens naar buiten en zie, of er wat hapert.
Je bent dikwijls genoeg met me bij mevrouw
Montelli geweest, je kent de kinderen
Nu, of ik ze ken, mijnheer De kleine Eduard
is altijd dol, wanneer ik met de paarden kom.
Een vluchtig lachje gleed over het ernstige gelaat
van den officier.
Nu goed, sprak hij, rijd dan morgen vroeg uit
en breng dezen brief aan mevrouw Montelli. BreDg
haar nogmaals mijn groeten en zeg, dat ik van
nacht met den sneltrein van elf uur vertrokken ben. Je
kunt er dan den geheeleu dag blijven en als je lust
hebt, mag je den kleinen Eduard een uurtje les
geven in het paardrijden.
Dat zal gebeuren, mijnheer. Ik zal Zerline mee-
nemen, dat is een raak dier, daar zou mevrouw
Montelli zelfs op kunnen rijden.
Goed, goed, en ga dan elken dag de bevelen
van mevrouw Montelli vragen. Het zal je geen
schade zijn.
Oh mijnheerdaar denk ik niet aan dat doe
ik met plezier.
keeren zouden gedurende de eerstvolgende drie of
vier weken dan werkelijk nog niet met hun handen
in hun schoot behoeven te zitten twee begrootingen
en de fiuancieele kwestie in Italie te behandelen
binnen een maand (voor kerstmis gaat men natuur-
lijk met vacantie) zou al heel kranig zijn. De
stilzwijgendheid van het gouveruemeut begiunen
sommigen verdacht te vinden en men wil er op
aaudriugen, dat Giolitti zich eens onomwonden
zal uitlaten omtrent den wil der regeering als zij
't zelf weet Voor 't oogenblik kan Giolitti en
kunnen zijn helpers zich verheugen in den hun
toegezegden steun van Crispi en Zanardelli met
hun aanhang.
De Eransche regeering heeft in overleg met de
Belgische eindelijk het noodige gedaan, om aan de
voortdurende oulusteu in de Noordelijke departe-
menten tusschen werklieden der beide natien een
eind te maken. In het gehucht Bollons bij Rou-
baix zijn een 40tal gendarmes gestationeerd, aan
de andere zijde der grens houden 14 Belgische
gendarmes de wacht, zoodat op de verschillende
wegen in den omtrek behoorlijk toezicht gehouden
wordt, om mogelijke vechtpartijen onmiddellijk te
onderdrukken. Men heeft voorts 8 personen, die
't meest tot de onlusten hebben bijgedragen, ge-
arresteerd onder hen bevondeu zich twee vrouwen
en verschillende oude bekenden der j ustitie. De
afgevaardigde Basly confereerde met den minister
Loubet over den toestandvolgens hem was de
rust er reeds weder verzekerd, maar behoorde de
regeering te zorgen, dat de concurrentie der Belgische
mijnwerkers werd gefnuikt. Hij heeft zijn voornemen
aangekondigd om bij den terugkeer der Kamer in
October deswege te interpelleeren.
De redacteur der Rep. fr. heeft in een Engelsch
tijdsehrift, de New Review, een artikel geschreven
over de ontruiming van Egypte. De heer Reinach
erkent, dat geen Franschmau verwacht, dat de eerste
handeling van Gladstone's regeering de ontruiming
van Egypte zal zijnmaar hij gelooft, dat lord
Roseberry de politiek, tot nog toe tegenover
Erankrijk gevolgd, zal moeten wijzigen en hierdoor
zal de verhouding tusschen de beide landen worden
verbeterd.
De Morning post vindt, dat het een troost is,
dat de Eranscben niet meer de onmiddellijke ont-
ruimiug van Egypte verlangenzij stellen zich nu
tevreden met de onzijdigverklaring van het Suez-
kanaal en het Nijldal om van Egypte een soort
Belgie te maken. De heer Reinach, zegt het blad,
heeft gelijk, als hij zegt, dat Engeland de orde in
Egypte heeft geschapen, maar evenzeer zal ieder,
die Egypte kent, moeten toegeven, dat dadelijk de
chaos zal terugkeeren, als de Eugelsche troepen
worden teruggeroepen.
En dar,Hendrik je zwijgt hoor. Zelfs
met Johan moet je er niet over spreken.
Ik zal wel oppassen, mijnheer.
Dat is dus afgesproken, Hendrik Ik reken op je.
Dat kan u gerust doen, ritmeester
Nu goed, ik vertrouw op je. Je kunt gaan
maar neer.Deze papieren
Eduard nam uit zijn schrijftafel een groot verze-
geld parket en hield dit weifelend in de hand.
Peinzend liet hij zijn oogen rusten op deze woorden,
die hij zelf geschreven hadAan mijn echtge-
noote Margherita von Altenbrak, geboren Montelli.
Bevattende onze huwelijks-akte en mijn testament.
Ed. von Altenbrak.
Neen, sprak hij toen met een zucht, je kunt
gaan, ik heb niets meer voor je. Het wordt tijd,
dat ik me gereed raaak voor de reis.
Hendrik ging heen en de ritmeester verborg het
pakket in den borstzak van zijn jas. Ik zal die
papieren bij me houden, mompelde hij. Marghe
rita is zoo onervaren in zulke zaken, bij mij zijn
ze veiliger, en wie weet, of ik ze op het slot Al
tenbrak niet noodig heb.
Johan verscheen nu om te melden, dat het rijtuig
voor de deur wachtte. Weinig minuten later reed
Eduard von Altenbrak in draf naar het Potsdammer
station, waar hij plaats nam in den sneltrein naar
Maagdenburg.
Het was een beldere zoele zomernacht. In het
westen stapelden zich zwarte onweerswolken op en
Onze Koninginnen worden begin October, den
3den, te Weimar verwacht, om daar de gouden
bruiloft van den Groothertog en de Groothertogin
van Saksen-Weimar, oom en tante der kleine
Koningin, op 8 Oct. bij te wonen.
Den 6den October worden te Weimar voor hetzelfde
doel verwacht de Keizer van Duitschland, het
Saksische Koningspaar, de groothertog van Baden,
de Prins-Rsgent van Brunswijk, enz. enz. De
feesten zullen duren van 5 tot 10 October.
Door den Minister van Binn. zaken is bepaald,
dat voor rekening van het rijk twee nieuwe houten
barakken zullen gebouwd worden voor lijders aan
besmettelijke ziekten, waarvan de eene aan het
grensstation Venloo en de aodere aan het grens-
station Bijdel (aan de lijn Antwerpen-Roermond-
Gladbach) zal opgeslagen worden.
De maatregel van inwendig bestuur, houdende
voorschriften ter voorkoming van de overbrenging
der cholera aan de grenzen, heeft den Raad van
State verlaten en zal spoedig in de Staatscourant
verschijnen.
Naar aanleiding van het door den gemeenteraad
van Zierikzee geuomen besluit tot uitstel der kermis
heeft Zondag aldaar een voiksoploop plaats gehad,
die tot middernacht voortduurde en waarbij eenige
baldadigheden voorvielen.
De politie en justitie traden krachtig op.
Gisteren zijn van Middelburg naar die gemeente
vertrokken elf rijksveldwachters, onder geleide van
den brigadier-majoor, teneinde aldaar bij eventueele
meerdere opstootjes de politie behulpzaam te zijn
bij het handhaven der orde.
Een der practische vruchten van de gehouden
conferentie te Neerbosch is, dat er eene commissie
benoemd is tot het oprichten eener kolonie voor
bedelaars. Deze commissie bestaat uit de heeren
J. van 't Lindenhout te Neerbosch, Jhr. L. Roos-
male Nepveu te Doom, Jhr. Dr. L. de Geer te
Velp, J. Verbrugh te Velp en H. J. Koper te
Hees en zal trachten eene kolonie voor bedelaars
en landlooopers te plaatsen op een onzer nog niet
ontgonnen heidevelden. Het plan is hen daar
onder Christelijke tucht te brengen en hun hand-
werken te leeren, om hen zoodoende in het maat-
schappelijk leven terug te voeren.
In Drenthe beloopen thans de landbouwers
hoe langs zoo meer schade door den overvloed
van wild.
De uitgestrekte jachten waren daar jaren ach-
tereen slechts aan enkele heeren verhuurd, zoodat
de wildstand langzamerhand een hoogte bereikte
als nog nooit te voren.
De kool—knollen-, koren- en boekweitvelden
nu en dan verlichtte een bliksemstraal het dnistere
landschapj in de verte hoorde men den donder
rommelen.
Eduard von Altenbrak leunde in een hoek van
de coupe en staarde ernstig naar buiten op het
voorbij vliegeude landschap. De trein stopte slechts
aan weinige stations. De dorpen en kleine steden
waar de sneltrein langs vloog, lagen alle in diepe
rust, evenals de donkere deunenbosschen aan beide
zijden van de spoorbaan.
In ernstig gepeins verzonken overdacht de jonge
officier zijn geheelen levensloop. Overmoedig was
hij het leven ingegaan met duizend wenschen en
begeerten. Hij behoefde zich echter niet meer te
verwijten dan zijn kameraden en standgenooten.
Het leven in de voorname gezelschappen, in het
casino en op de renbaan had zijn eerste jaren als
officier in beslag genomen. Toen was de oorlog
van 1864 gekomen. Met geestdrift was hij ten
strijde getrokken zoo had hij ook twee jaar later
in den slag bij Koniggriitz gevochten, tot hij door
een vijandelijken degen werd getroffen. Die wond
wierp hem op een ziekbed, dat maanden lang duurde.
Iu den stillen tijd, dat zijn wond rustig moest
genezen, was menige ernstige gedachte bij hem op-
gekomen, zijn karakter was toen gevormd en had
vastheid verkregen hij zag nu met half verachtend,
half rouwmoedig grimlachen terug op de in dwaas-
heid verspilde jaren. In dienzelfden tijd stierf zijn
moederhij had haar innig liefgehad, hij was haar