Algemeen
Nienws- en Advertentiebiad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
pen in den ran
No. 2846.
Zaterdag 20 Augustus 1892.
32e Jaargang.
Binnenland.
De vrouw van den recruut.
ABONNEMENT-
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32$.
Men abonneert zich bij alle Boekhaudelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatseu van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
j. v a m n e
Bij deze courant behoort eeu bijvoegsel.
Jongelingen van 17, 18 en 19 jaar, die zich
van 1 October a. s. tot 1 Maart 1893 vrijwillig
in de gemeente willen oefenen in den wapeuhandel,
worden verzocht zich uiterlijk vdor den laatsten
dezer maand bij den ondergeteekende daarvoor aan
te melden.
Het verdient zeer aanbeveling van de bestaande
gelegenheid om deswege kosteloos het vereischte
onderwijs te ontvangen, gebruik te maken.
Ter Neuzen, 16 Augustus 1892.
De Burgemeester aldaar,
J. A. VAN BOVEN.
F»olitieU Overzicht.
De heer Leopold de Wael, burgemeester van
Antwerpen, is Woensdag namiddag ten 3 ure over-
leden.
Toen koning Leopold Zondag middag te Ant
werpen kwam, om het Landjuweel bij te wonen,
kon burgemeester De Wael Z. M. niet ontvangen
daar hij in den ochtend een nieuwen aanval van
beroerte had gehad. Reeds den avond te voren, loen
hij bij de soiree ten stadhuize, waarmede de feesten
werden ingewijd, de honneurs deed, had zijn lijdend
voorkomen de algemeene deelneming gewekt.
Maandag scheen zijn toestand niet buitengewoon
zorgwekkend, maar Dinsdag ochtend was die zoo
verergerd, dat het gerucht reeds liep van zijn dood.
De Koningin van Engeland heeft het ontslag
van het kabiuet-Salisbury aangenomen en Gladstone
is naar Osborne geweest om de opdracbt tot vormiug
van een nieuw ministerie te ontvangen. De Koln.
Zeitung ziet de toekomst voor Gladstone donker
in. In het nieuwe Parlement zijn de Iersche
nationalisten voor meer dan de helft vertegen-
woordigd door mannen, die veroordeeld zijn
wegens misdaden, welke men in lerland kan be-
schouwen als gericht tegen het gemeene recht.
Deze moordeuaars en brandstichters zijn niets
anders dan internalionale revolutionnairen. Plaat-
selijk zelfbeheer is het wachtwoord, revolutie het
doel. Tegeuover deze sombere schildering verschijnt
Salisbury voor de Koluische in het schoonste licht
als de man, die zes jaren lang den vrede in het
binnenland heeft gehandhaafd en succes tegeuover
het bui ten land heeft gehad. Nog nooit hebben
zooveel ledun van het Parlement aan de stemming
deelgenomen als bij de laatste zitting. Chamber
lain sprak uitstekend, maar de oppositie had
afgesproken, niet meer te antwoorden. Gladstone
met een roode bloem in een knoopsgat, zat ge-
FETJELLETON
Ook dacht zij een oogeublik er aan zich te be-
geven naar den Koning en dezen haar leed te
klagen. Maar dit plan liet zij spoedig varen. Zij
wist immers, even als iedereen in het land, dat
de anders zoo gestrenge en rechtvaardige Frederik
Wilhelm de Eerste, in zake het werven van soldaten
zeer eigenaardige begrippen had, dat hij niet hooren
en niet zieu wilde, wanneer in dtzen onrechtvaar-
digheden voorkwamen en dat dus bij hem op een
gunstig gehoor niet kon gerekend worden.
De anders zoo voorzichtige en in de politiek zoo
terughoudende en alles overwegende Koning, was
als geheel omgekeerd, zoodra het zaken betrof, die
in verband stonden met de verstrerking zijner man-
schappen. Terwille van een werl—officier, die in
Holland met geweld lieden tot soldaten geprest
had, en die door de Hollandsche Regeering te recht
daarvoor gevangen was genomen, begon hij bijna
een oorlog met dat land.
Deze omstandigheid had Wilhelmina in het huis
van haar oom reeds dikwijls hooren bespreken, zij
wist dus, dat voor haar van eene smeekbede aan
den Koning niets te hopen was en besloot daarom
zelf te haudelen.
Wei had zij, als zij haar echtgenoot en oom bij
noeglijk te glimlachen. Zoodra de uitslag der
stemming bekend was, sprongen de leden der
oppositie op stoelen en banken, zwaaideu met hun
hoeden, en riepen: »Weg met de dwangwet
De nieuwe minister van buitenlandsche zaken
komt dadelijk te zitten voor de moeilijkheden in
Marokko en in Afghanistan, waar de Britten gefopt
worden. In het antwoord van den Emin op het
voorstel der Indische regeering, om een gezantschap
te zenden tot bespreking van den toestand, wordt
verklaard, dat hij zulk een zenrling reeds sedert lang
wenschelijk achtte, maar dat hij thans plaats noch
tijdstip voor een bijeenkomst zou kunnen bepalen,
omdat de opstana der Hazaren al zijn aandacht in
beslag neerat. Zoo'n antwoord is wel heel leuk,
maar het is de vraag of Engeland daarin genoegeu
neemt.
Er wordt verteld, dat de Duitsche Keizer kracht-
dadige maatregelen zal nemen om een einde te
maken aan hetgeen de officieele depeches noemen
de uitdagende houding van Von Bismarck! Wat
zou de Keizer bij dit proces winnen Al heeft
de ontslagene Z. M. nog zoo beleedigd, Bismarck
zou bij elk proces winnen, n 1.het martelaarschap.
Zoo oordeelt zekere Joseph Reinach, die geen
vriend van Von Bismarck schijnt te zijn. YVelk
een revanche ligt er in voor alien, die van Dene-
marken tot Elzas-Lotharingen leven in herinnering
en hoop, in het sckouwspel van den staatsman, die
na meer dan 30 jaren als absoluut souverein te
hebben geheerscht, zich niet kan troosten op zoo
hoogen leeftijd de portefeuille van Minister—president
te hebben verloren die zijn tijd van den morgen
tot den avond doorbrengt met in de borst van den
eersten den besten verslaggever zijn oude kroke-
dillentranen, zijn telkens weder opgewarmde spijtig-
heid en wraakzucht uit te storten die sedert vijf
weken Duitschland afreist als een tooneelster,
jacht makend op toejuichingen en bouquetten.
Reinach zegtAls de heer Von Capri vi den
Keizer heeft geraden om den man, die met meer
dan Poramersche brutaliteit optreedt, een proces
aan te doen en hem de martelaarskroon op te
zetten, dan heeft op den dag, waarop den oud-
kanselier die martelaarskroon op het hoofd wordt
gezet, de nieuwe recht op een paar ezelsooren.
Dat is ook kras gezegd.
Het zwarte werelddeel zal nog wat te doen geven.
De regeering van den onafhankelijken Congo-Staat
vooral, heeft het in deze dagen zwaar te verant-
woorden. De Arabieren aan den bovenloop der
Congo zijn tegen haar opgestaan en vernielen thans
wat met zooveel moeite en kosten was opgericht.
Te Stanley-Falls houden ze zich nog rustig, maar
niet ten onrechte vreest men, dat ook zij van daag
of morgen zich bij de beweging zullen aansluiten
en dan kan de Congo-regeering de rekening wel
opmaken. Uit St. Paul tie Loanda werd den 13
de ontvluchting hielp, voor zich zelve de strengste
straf te wachten, als het haar niet gelukte bij tijds
over de grenzen te komen.
Van waar Wilhelmina de kracht kreeg voor haar
plan, ze wist het nietde liefde voor haar man,
de dankbaarheid voor haar oom en pleegvader en
daarbij de verontwaardiging over de onrechtvaardig-
heid, dwongen haar te handelen zooals zij zich had
voorgenomen. Niemand, zelfs niet aan hare schoon-
moeder, deelde zij iets van haar plan mede, vreezende
dat een onbedachtzaam woord van deze haar kon
verraden. Bovendien zeide haar geweten, dat zij nie
mand deelgenoot van haar geheim mocht maken, omdat
deze volgens de wet haar medeschuldige zou worden.
Haar oom, die weduwnaar en kinderloos was,
bezat een klein eigen huis en erf en zijne zaak.
Het gelukte haar, onder voorwendsel dat haar
oom haar dit had opgedragen, deze eigendommen
te verkoopen. Wel werd er slechts een geringen
prijs voor betaald, maar zij kreeg daardoor over
eeuig contant geld te beschikken en dit had zij
dringend noodig.
Eenige dagen later verraste Wilhelmina bare
schoonmoeder met de mededeeling, dat zij voor-
nemens was naar Dramburg te gaan en daar, in
de nabijheid van haar echtgenoot te wonen. Zij
verklaarde, dat er voor haar niets overbleef dan
zich in het ouvermijdelijke te schikken, dat zij
trachten zou van den hoofdman Von Horken toe-
stemming te verkrijgen als soldatenvrouw daar te
Augustus gemeld, dat de troepen van den Vrijen
Congo—Staat te Benakampa door de Arabieren in
de pan zijn gehakt. En voorts, dat Hodister ge-
durende drie dagen gemarteld en daarna onthoofd
werd. Slechts twee blanken zijn aan de slachting
ontkomen. De vijandschap der Arabieren zal hoogst
waarschijnlijk gelegen zijn in het feit, dat de slaven-
handel, waarbij de Arabieren voordeel hebben,
zooveel mogelijk wordt gefnuikt. Als men daar
aan de Congo nu ook nog gaat twisten over het
mijn en dijn, gelijk de Europeesche annexeerende
mogendheden doen, en elkaar in 't haar zitten, dan
winnen de slavenhandelende Arabieren nog het spel.
Door den Minister van Binnenlandsche zaken
is aan de Gedeputeerde Staten der pro vincien eene
missive gezonden, inhoudende, dat door hem de
adviezen zijn ingewonnen van de rijkslandbouw-
leeraren en van Dr. Ritzema Bos, leeraar in de
dierkundeaan de rijkslandbouwsehool te Wageningen,
omtrent hetgeen kan worden gedaan tot voorkoming
van de schade, welke de tweede generatie van de
rups van den Jamma-uil, die groot nadeel aan
den landbouw heeft toegebracht, zou kunnen aan-
richten.
In afwachting dat de rapporten van genoemde
deskundigen in de Staats-Courant zullen worden
opgenomen, wijst de minister er op, dat, hoewel
daaromtrent geen zekerheid bestaat, het toch in
hooge mate waarschijnlijk is, dat de bedoelde tweede
generatie zich spoedig opnieuw zal vertoonen, en
dat het daarom wenschelijk is, ter voorkoming van
nog grootere schade, dat men zich spoedig op
bestrijdmg voorbereide. Daartoe worden, op gezag
van genoemde deskundigen, onderscheidene middelen
aaubevolen, die het den Minister aangenaam zal
zijn, dat door Ged. Staten op de wijze, die hun
het best voorkomt, spoedig ter kennis van de
landbouwende bevolking van hun gewest worden
gebracht.
De Minister verzoekt ten slotte de burgemeesters
te willen opdragen om, zoodra de plaag zich mocht
voordoen binnen of in den omtrek hunner gemeente,
hiervan oogenblikkelijk mededeeling te doen aan
den rijks-landbouwleeraar, indien althans zoodanig
ambtenaar binnen hunne provincie aanwezig is, en
anders aan Dr. Ritzema Bos, voornoemd.
Over het eergisteren te Rijsenburg gevierde
feest verneemt het Centrum o. a. het volgende
Reeds op den weg tusschen het station en het
seminarie toonde de driekleur, die van de land-
huizen en woningen langs den weg wapperde, dat
de bewoners in het feest van den jubilaris deelden.
De kleine gemeente Rijsenburg vlagde algemeen,
evenals het seminarie. In de vestibule nam Dr.
A. Jansen de honneurs waar voor de aanstroomende
mogen leven. Soldaten vrouwen waren toen volstrekt
niet zeldzaam zij werden zelfs met hunne kinderen
op de lijst van het regiment geplaatst, ontvingen
een soort van soldij en waren aan de tucht van
het regiment onderworpen. Evenals vele andere
soldatenvrouwen, zou zij haar onderhoud verdienen
door voor de ongetrouwde officieren te wasschen.
Eenige dagen later verliet zij Daber en ging inder-
daad te Dramburg wonen, waar men niets tegen
haar verblijf had in te brengen.
In de eerste dagen kon zij haar echtgenoot niet
te zien krijgen. Men was zeer voorzichtig met
pas aangeworven recruten, deze mochten de kazerne
slechts verlaten om te exerceeren, overigens werden
zij geheel als gevangenen behandeld. Bij de kazerne
stond een afzonderlijk gebouw waarin de met ge
weld gepreste recruten gebracht werden en waar
men ze dag en nacht bewaakte. Eerst wanneer
men kon aannemen dat zij zich in het onvermijde-
lijke hadden geschikt, gaf men hun wat meer vrijheid.
Echter duurde 't jaren eer zulke soldaten het rechts-
gebied van de stad mochten verlaten.
De wachtposten aan de poorten en de andere
wachters hadden streng bevel geene soldaten door
te latenin den nacht mocht niemand buiten de
stad gaan en 's avonds moest er bijzonder op gelet
worden, dat geen opvallende groote vrouwen de stad
verlieten, want de soldaten beproefden dikwijls zich
als vrouwen te verkleeden, teneinde onder deze
vermomming te ontvluchten.
bezoekers en precies half elf was de ruime kapel
gevuld.
Na de kerkelijke plechtigheid kwamen alien in
de keurig versierde recreatiezaal te zamen en daar
werd Dr. Schaepman opgewacht door de leden van
het feestcomite, door geestelijken, door leden van
de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal,
der Provinciale Staten, enz. enz.
Onder luide toejuiching deed Dr. Schaepman
zijn intrede en werd het eerst toegesproken door
den heer Mr. Cremers, oud-afgevaardigde van Al-
meloo, die in een hartelijk, schoon woord den
jubilaris namens de katholieken in Nederland geluk
wenschte en hem het huldeblijk benevens het album,
dat de namen der deelnemers bevat, overhandigde.
De nestor der oud-leerlingen bood de feestgave
der heeren kapelaans, een prachtigen schrijflesse-
naar, aan.
In eene overschoone improvisalie, waarin Dr.
Schaepman alien herdacht, die hem tot meesterof
tot vriend waren geweest, dankte hij de belang-
stellenden in zijn zilveren priesterfeest en verzocht
God voor hem te bidden, opdat hij door een lang-
durig werken ter eere van God, Kerk en Vaderland,
zich kwijten kon van den plicht der dankbaarheid.
De levering gedurende drie jaren van de levens-
middelen voor de troepen in Atjeh is aangenomen
door een Chinees voor f 8,260,502,60. Die
laatste f 2,60 had Tio Tiauw Siat wel aan de
schatkist kunnen schenken. Maarmisschien
denkt hij, dat er nog wel meer cadeautjes af moeten,
alvorens hij een paar ton aan die levering zal heb
ben verdiend,
Ruim 3$ millioen alleen voor de levensmiddelen
Men schrijft uit Breda aan het Centr.
Meer en meer hoort men, dat de werklieden in
fondsen worden gedaan, om daaruit bij eventueele
ongelukken of ziekten ondersteuning te erlangen.
Het Noord—Brabantsch werkliedenfonds schreef
reeds een groot aantal werklieden ter verzekering
in, ook sommige fabrieken hier ter stede. Tot nog
toe evenwel is van gemeentewege hier nog niets
gedaan, geen van haar groot getal werklieden zijn
verzekerd en hangen dus af bij ziekte of anderszins
van de welwillendheid van hen, die boven hen
gesteld zijnmag nu worden beweerd dat de
superieuren uitmunten door menschlievendheid en
meegaandheid, het is en blijft voor de arbeiders
toch steeds een donker vooruitzicht en vooral voor
hen, die in meerdere mate aan gevaar bij hunne
werkzaamheden zijn blootgesteld. Het is daarom,
dat zij, die daarop invloed kunnen uitoefenen, hetzij
in commissie of in den gemeenteraad er het hunne
toe bijdragen, om het lot der werklieden, op het
gebied van verzekering tegen ziekte of ongelukken,
te verbeteren. Eenigen tijd geleden werd wel door
een der raadsleden daarop gewezen, doch tot heden
bleef de zaak behooren tot de vrome wenschen.
Wilhelmina leefde dientengevolge langen tijd in
Dramburg zonder haar echtgenoot of haar oom te
ontmoeten. Over dag deden beiden dienst en wer
den gedrild, wat den oudenoom natuurlijk moeielijker
viel dan zijn neef, die reeds eenmaal soldaat was
geweest. In de vrije uren was 't hun verboden
hun kwartier te verlaten. Toch wanhoopte Wil
helmina volstrekt niet en had voortdurend het oog
gericht op haar doel. Het geld, uit Daber mede-
gebracht, hield zij zorgvuldig verborgen, zij leefde
hoogst armoedig, deed alle moeite om waschgoed
te bekomen en gedroeg zich zoo rustig mogelijk.
Op deze manier kwam zij gemakkelijk met soldaten
in kennis en de jonge vrouw, die haar hard lot
zoo bewonderenswaardig geduldig verdroeg, wekte
bij iedereen medelijden.
Op zekeren avond stond de onderofficier van de
wacht haar een onderhoud van een kwartier toe
met haar echtgenoot en oom, door het venster van
het vertrek in de kazerne, waar de recruten ver
blijf hielden. Het weerzien was volstrekt niet
treurig. Wilhelmina schertste en lachte, wat den
beide mannen niet weinig bevreemde en toen zij
vertrokken was, natuurlijk niet zonder een kleine
hartsterking en eene lekkernij achtergelaten te heb
ben, verklaarde Stinneman Wilhelmina heeft wat
in den zin, zij heeft met de oogen tegen inij geknipt,
ik heb het duidelijk gezien, dat beduidt wat. Zij
onderzochten het mandje met eetwaren en vonden
weldra een klein briefje, waarop Wilhelmina ba4
TER
1/lVSiHE COIIRAN
Hit blail verscliijnt llinsdag- en Vrijilagavnnil I»iJ den iii<sever
1 H* D E te Ter Weuzen.
3)