Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2844.
Zaterdag 13 Augustus 1892.
32e Jaargang,
Binnenland.
De vrouw van den recruut.
ABONNEMENT-
advertentiEn.
FILUIL LETON
TEI NEVZEM8CME COllASIT
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Ilit blad verscliijnt Hinsdag- en Vrijdanavond liij den ultgever r. J. IAS BE SAW BE te Ter Weuzen.
Jfoli^iel* Overzicht.
Nadat het keizerlijk jacht Meteor in de wedstrijden
bij Cowes een prijs heeft behaald, is Wilnelm 11
weer naar Wilheimshafeu gestooind. Intusschen
is er weer een nieuw pantserschip zonder hinder-
nissen van stapel geloopen te Kiel en door s
Keziers zuster gedoopt met den naan Worth.
Loopt dat sobip eeus een Fransche haven binnen,
dan kuunen die Fransozen wel eens groote oogen
opzetten, want de Franschen zijn nog uiet in staat
om aan Worth te denken, zonder daarbij de
Duitschers te vloeken. Vorst Bismarck kwam
Zaterdag te Berliju aan en werd met geestdrift
door een talrijke inenigte ontvangen. Men zong
er duchtig op los van Deutschland, Deutschland
iiber alles en Die Wacht am Rhein. Toen de
oude heer aan het vensier van den salonwagen
verscheen, werden hem door dames bloemen over-
handigd, welke later ouder de menigte werden
geworpen door 's vorsten eigen hand, waardoor er
ernstige vechtparlijen plaats vonden. Aan vereering
ontbrak het den stichter van Duitschlands eenheid
niet en hij getuigde zijne dankbaarheid voor de
betoonde trouw aan het rijk, ook buiten Pruisen
gevonden. Na de rust van ruim een uur stoomde
de trein weer naar Varzin, door ^Hoch's" en
"Hurrah's" gevolgd.
In Italie woelt de Etna weer met nieuwe kracht,
zendt zijn lava naar Serrapezata in de bedding
van 1886 en verwoest een vruchtbare streekin
Spanje vernielen de muiters zooveel ze kunnen,
om hunne ontevredeDheid over de heffing der ac-
cijnzen te luchten. Te Vigo hebben de troepen
de orde hersteld, na er tamelijk streng huisgehouden
te hebben. De Spaansche regeering heeft tevens
last gegeven om krachtdadig op te treden, indien
de Marokkanen deSpaanschegrensmochtenschenden.
De Swoboda, een Bulgaarsch blad, gaat nog
voort met de openbaarmaking van Russische docu-
rnenten. Van Russische zijde wordt een belangrijke
bekentenis afgelegd, daar men den persoon noemt,
door wien de Bulgaarsche regeering in het bezit
zou zijn gekomen van de documenten. De Nowoje
Vremya deelt mede, dat in het laatst van 1890
uit het Russische gezantschap te Boekarest een
der beambten, een bekeerde jood uit Schlock, werd
ontslagen, daar hij verdacht werd van omgang
met socialisten en Russische uitgewekenen. Deze
beambte zou vroeger rabbijn zijn geweest en in
betrexking hebben gestaan met Stamboeloff. Voor
geld zou hij Siamboeloff allerlei valsche geschriften
in handen hebben gestopt. Later vestigde de jood
zich te Londen en thans lacht hij om de domooren
te Sofia, terwijl hij zich er weinig om bekommert
dat zijn oplichterij aan vier Bulgaren het leven
heeft gekost. Zoo vertelt het Russische blad.
Alsof Stamboeloff een man is, die zich heel ge-
makkelijk laat beet nemen. Volgeus de Times
i)
Op een lentedag van het jaar 1720 heerschte
in de kleine Pommerseke stad Daber een buiten-
gewone onrust. In groepen stonden de burgers
bijeen en sprakeu opgewonden met elkander. In
den verloopen nacht was een jonge man uit de
stad met geweld tot soldaat geprest, trouwens geen
ongewoon verschijnsel in diet) tijd. De omstandig-
heilen echter, die aanleiding hadden gegeven tot
het gewelddadig wegvoeren van den nieuwen recruut
waren van dien aard, dat ze zelfs in die tijden
van willekeur bij de anders zeer lijdzame burgers
kwaad bloed gezet hadden.
In de nabijheid van de stad Daber lag het slot
Dewitz, dat aan de heeren Von Dewitz toebehoorde,
die in de geschiedenis van Pommcren geen onbe-
duidende rol hadden gespeeld. Tot dit slot behoorde
ook een stuk land, de zoogenaamde Vrijheid en
daarop woonde Peter Meijer, van beroep een eer-
zaam, jong handwerksmam, met zijne moeder en
zijne jonge vrouw.
Peter Meijer was in Daber geboren, had het
schoenmakershaudwerk geleerd en daarna de stad
verlaten. Hij was naar Zweden gegaan, had daar
dienst genomeu en was na eenige jaren terugge
komen met eenig oververdiend geld en den lust
heet de bedoelde beambte Jacobsohn en was hij
dragoman van het Russische gezantschap. In 1891
wendde hij zich tot Stamboeloff, daar hij dezen
gewichtige mededeelingen had te doen. Bij zijn
aankomst te Sofia werd hij echter in hecbtenis
genomen en de vertegenwoordiger van Duitschland
eischte namens Rusland de uitlevering van Jacob
sohn, daar deze een aantal stukken uit het Russische
gezantschap zou hebben ontvreemd. De Bulgaarsche
regeering weigerde aan dezen eisch te voldoen en
hield Jacobsohn verborgen. De slotsom is, dat
deze jood de Russische regeering een leelijke poets
heeft gespeeld en voor de Bulgaren geld waard is.
De regeering in Servie schijut nog niet van
Milan af te zijn. Ofschoon afgekocht en afgezet
en uitgezet, laat die man nog gedurig iets van zich
hooren. Misschien zijn de duiten weer op, want
Milan kan er wat rnee. In Monte Carlo is de
kouinklijke speler ook wel bekend in Monte-Carlo,
waar in de maand Juni zich nog meer dan een
dozijn ongelukkige spelers van het leven beroofden.
Milan komt weer met rechten voor den dag hij
beweert namelijk, dat aan hem staat de benoemiug
van een nieuwen regent in de plaats van den over-
leden Protitch. Ook de Russische gezant heeft de
hand in deze Servische kwestie, en dat zal niemand
verwonderen. Misschien gaat men er toe over om
den ex-koning eenige duiten te bezorgen, waardoor
de man tevreden gesteld kan worden.
Men schrijft uit het land van den Shah, uit
Astrabad, dat aldaar de verschijning der cholera
wordt geweten aan den verkoop van alcoholische
draoken. Dientengevolge heeft het volk de kroegen
geplunderd en de koopwaren der Amerikaansche
kooplieden vernield. Daar moesten de Russen bij
zijn. De Consul van den Czaar verzocht telegra-
fisch om hulp en er verschenen spoedig 25 kozak-
ken, benevens een Russische kanonneerboot om het
consulaat te beschermen. De Russische legatie te
Teheran eischt schadevergoeding. Misschien blijven
de kozakken wel te Astrabad, 't was zoo aardig
voor Rusland om de Kaspische zee geheel door
Russisch gebied omringd te zien. Als de kozakken
vergeten om weer heen te gaan evenals de Britten
uit Etrypte, dan is de Kaspische zee binnenkort
een Russisch zout meer daar kan John Bull niets
aan doen.
In de zitting der Eerste Kamer van Woensdag
zijn de nog aanhangige wetsontwerpen, behalve de
belastingvoorstellen, aangenomen.
Dat tot bestendiging der voorloopige maatregelen
op de viscarie goederen is door de Regeering terug-
genomen.
De Minister van Buitenlandsche Zaken beloofde
om een eigen huisgezin op te richten. Hij vond
zijne moeder nog in leven en een jong meisje, dat
bij zijn weggaan nog een kind was, tot eene even
schoone als krachtige jonge dochter opgegroeid: Wil-
helmina Stinneman, de mcht en aangenomen dochter
van den slager Stinneman, die aan het andere
einde van de stad woonde.
In den jongen Peter Meijer, die er zoo knap
uitzag, van allerlei krijgstochten wist te verhalen
en die zich nu als meester schoenmaker had neder-
gezet, vond zoowel Stiunemau als ook diens nicht
groot behagen. De jonge baas werd dus bij zijn
aanzoek om de hand van de voormalige speelkame-
raad ook niet afgewezen.
Thans nog geen vier weken na de bruiloft, was
hij opgelicht en naar de kreisstad Dramburg ge-
bracht, om in de compagnie van den Pruisischen
hoofdman Von Horken ingelijfd te worden.
Terwijl de menschen op straat in groepen bij
elkander stonden en er over spraken, heerschte in
het huis van Peter Meijer jammer en vertwijfeliug.
De oude moeder weende en beklaagde het lot van
haar zoon, doch de twiutigjarige Wilhelmina vergoot-
geen enkele traan, alleen stond haar gelaat dreigend
en onheilspelleud.
Zij had eene slanke gestalte, was meer dan
middelmalig groot, en uit hare lichtblauwe oogen
straalde eene bijzondere energie, die iedereen ouwil-
lekeurig achting moest iuboezemen. Een jouge
heer uit de stad, de zoon van den raadsheer Kurn-
den heer Rochusen de consulaire ambtenaren te
wijzen op de noodzakelijkheid om zich te houden
aan den termijn voor het opmaken van scheeps-
verklaringen.
De gelden voor instelling van eene centrale
commissie voor de statistiek zijn toegestaan, na
een gedachtenwisseling tusschen den heer Lohman
en den Minister Tak, die alleen de verantwoordelijk-
heid aanvaardde voor de opvolging van de adviezen
van het college, waarin wetenschappelijke mannen
en hoofdambteuaren zullen zitting nemen ter be-
vordering van samenwerking met de departe-
menten.
De interpellate van den heer Lohman omtrent
de uitlatiugen in den Belgischen Senaat over onze
maatregelen tegeu de veeziekte, einaigde met de
vraag of onze maatregelen tegenover den invoer
vau Belgisch vee van protectionistischen aard waren,
zooals Belgie beweerde.
De Minister van Binnenlandsche Zaken ant-
woordde, dat de maatregelen, noodig in het alge
meen belang, geen protectie voor den Nederl.
veehandel beoogde.
De heer v. d. Putte wees er op, dat onzerzijds
veel meer reden tot klagen was over Belgisch pro-
tectionistische maatregelen en protesteerde tegen de
onbetamelijke taal van den Min. De Bruin tegenover
Nederland.
De Kamer is zonder nadere tijdsbepaling uiteen-
gegaan.
Voor den Raad vau State, afdeeling voor de
geschillen van bestuur werden Woensdag behandeld
het beroep van den gemeenteraad van Hontenisse,
tegen een besluit van Ged. Staten van Zeeland
van 20 Mei 1892, waarbij goedkeuring is ont-
houden aan de begrooting dier gemeente voor
1892, en het advies van den pensioenraad voor
de burgerlijke ambtenaren betreffende de aanvrage
om pensioen van mej. M. F. Disco, te Axel
laatstelijk gehuwd geweest met A. Bruggeman.
Op den 31 Juli jl. is het 8jarig zoontje van
Hendrik Muller, leurder in muizenvallen, wonende
te Antwerpen, terwijl het zich met zijn vader op
op den Meenemschen straatweg nabij Roeselaere
(Belgie) bevoud, door twee personen weggevoerd.
Het kind heeft rosachtig haar, het aangezicht vol
sproeten, oogen open, doch met een vlies bedekt,
zoodat het blind is. Het is mede doofstom. De
daders zijnCharles Ponaud, 20 jaar, spreekt
VlaamschAnton Friedrich, 18 jaar, kort van
gestalte, spreekt Vlaamsch met een Duitsch accent
beiden ziju knechts van Muller en wonen te
Antwerpen.
Vermoedelijk hebben zij de wijk genomen naar
Nederland en reizen zij op de kermissen.
De officier van justitie te Middelburg verzoekt
aanhouding van de daders en bericht.
merow, had die zeer tot zijn nadeel leeren kennen.
Deze jonge man was eerst voor korten tijd van
de hoogeschool te Wittenberg te huis gekomen om
af te wachten of er niet de eene of andere be-
trekking voor hem, in dienst van de stad, zou te
vinden zijn. De jonge vrouw was hem opgevalien
en hij had zich op zulk een ongepaste en brutale
wijze bij haar willen indringen, dat de beleedigde
vrouw hem eenmaal, door een flink pak slaag, die
den zoon van den raadsheer aan de spotternij van
de geheele stad blootstelde, tot de overtuiging
bracht, dat zij zich ook zonder andere hulp wist
te verdedigen.
Een kloppen aan de deur stoorde de beide vrouwen
in haar droefheid en hare smart. Een man van
middelbaren leeftijd trad bij hen binnen, het was
de slachter Stinneman. Toen zij hem zag brak de
moeder van den weggesleepten jongen man op nieuw
in tranen uit, terwijl Wilhelmina hem bedaard de
hand gaf.
Stinneman, die evenzeer verbitterd en opgewon
den scheen, zette zich neder. Vertel mij in alle
bijzonderheden, zeide hij tegen Wilhelmina, hoe
alles gebeurd is. Er moet toch nog recht te
krijgen zijn en is dat niet zoo, dan zullen de heeren
mij leeren kennen
Stinneman sloeg met de vuist op de tafel, en
hij zag er inderdaad wel naar uit, dat hij de man
was om zijne bedreiging waar te maken.
Voor eenigen tijd, begon Wilhelmina, voor acht
Naar wij veruemen heeft de handelsreizigers-
vereeniging Mercurius te Groningen, op een des-
betreffend verzoek van de Kamer van Koophandel
te Winschoten, zich tot zijne Excellentie den Minister
van Financien gewend met eene missive, waarin
zij hare adhaesie betuigt met de pogingen door dat
college aangewend om de afschaffing van de zoo
algemeen erkend lastige en onbiflijke wet op de
plakzegels te verkrijgen.
Voor den handel zou het zeer te wenschen ziju,
indien deze stappen door alle vereenigingen, die
tot handel en nijverheid in betrekking staan, nage-
volgd werden om de kans van succes daardoor
grooter te maken.
Men schrijft aan het Haagsche Dgbl.
In de laatste tijden zijn herhaaldelijk op ver-
schillende postkantoren en meer bepaald op de
groote, valsche postwissels aangeboden, die met
zooveel zaakkennis zijn nagemaakt, dat ze van de
echte bijna niet zijn te onderscheiden. Er schijnt
een complot te bestaan, dat zijn stempels en ver-
dere benoodigdheden in Duitschland iaat vervaar-
digen, zoo althans luiden de geruchten.
Bekenden met het /yvak" moeten het wezen, daar
op de groote postkantoren dagelijks honderden
postwissels worden aangeboden ter uitbetaling.
Het is beslist onmogelijk om de wissels in alle
details na te zien. Nu dit schandelijk bedrijf reeds
eenigen tijd voortduurt, is het ten eenenmale on-
verklaarbaar, dat van hooger hand geen afdoecde
maatregelen genomen worden om die bedriegerij
tegen te gaan.
In Frankrijk zijn sedert jaren ingevoerd de post-
wissel-adviezen, waardoor bedrog onmogelijk is.
Wel kost dit meer arbeid, doch daardoor is oplich
terij oumogelijk.
In deze moet rekening gehouden worden met
de omstandigheid, dat de beambten, belast met de
uitbetaling, reeds voldoende met arbeid zijn belast,
zoodat zij geen gelegenheid hebben om desnoods
met een vergrootglas de aangeboden wissels aan
beide zijden te beschouwen.
Moet echter dat schandelijk bedrijf nog langer
worden voortgezet
Na langdurige beraadslaging heeft de Synode
der Nederlandsche Hervormde kerk definitief be-
sloten tot het stichten of inrichten van een gebouw
voor de algemeene Synode.
In een te Harlingen uit Londen ontvangen
schrijven van een veekooper, wiens gevoelen ge-
vraagd was omtrent de mogelijkheid van invoer
van levende schapen uit de noordelijke provincien
van ons land, die niet besmet zijn met rotkreupel
en tongblaar, komt het volgende voor
Bij verandering van ministerie zouden wij, na-
tuurlijk, een anderen Minister van Landbouw krijgen
die misschien meer voor reden vatbaar zou zijn
dan de tegenwoordige Minister Chaplin, van wien
dagen misschien, kwam de bediende vau den raad
bij Peter en vroeg hem of hij niet de betrekking
van stadstamboer wilde hebben. Peter had bij de
Zweden het troramelen geleerd, en de betrekking
van stadstamboer beviel hem welhij had niet veel
te doen, hij moest alleen bij feestelijke gelegenheden
in den feestelijken optocht de trommel slaan en
wanneer de publieke omroeper in naam van den
raad iets te verkondigeu had, aan de hoeken van
de straten trommelen. De dienaar van den raad
overreedde hem, dadelijk mede te gaan naar de kamer
van den raad, om het handgeld als tamboer te halen.
Peter deed het, hij had volstrekt geen gedachten
op iets kwaads daarbij. Gisterenavond nu hoorden
wij dicht bij huis eenig alarm, het klonk alsof
iemaud om hulp riep. Peter wilde naar buiten
gaan, zijne moeder en ik hielden hem terug, hij
meende echter, dat hij moest gaan zien, of iemand
zijn bijstand noodig had. Toen hij buiten de deur
trad, overviel men hem, bond hem en wierp hem
op een wagen om hem naar Dramburg te brengen.
Toen hij om hulp schreeuwde, zeide de raadsheer
Kummerow, die de geheele zaak scheen te leiden
dat hij zich rustig moest houdenhij had het
handgeld aangenomen en was nu recruut. De
stad moest een recruut leveren voor de compagnie
te Dramburg en daar was hij goed voor.
Zoo was het dus gemeend zeide Stinneman, op
doffen toon en het scheen dat er van zijn moed
en hoop om er iets aan te veranderen, weinig was