Gemenirde berichten.
Telegrafische berichten.
en
zaliga
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
Een klacht van een huismoeder.
Verboden invoer van vee naar Belgie-
overtuigen. Het laatste zou zeker meer gepast
geweest zijn.
Te Stiens werd een 93jarig oud-strijder minzaara
door H. M. de Regentes toegesproken. De socia-
listen droegen een bord, waarop de woorden //Arm
Friesland vraagt recht en brood."
Den 15d,n Juni ji. heeft aan het Depar-
tement van Buitenlandsche Zaken de uitwisseling
plaats gehad der acteu van bekrachtiging van de
op 25 Maart 1891 te 's Gravenhage tusschen
Nederland en Belgie gesloten overeeukomst, strek-
kende ter verbetering van de verlichtintt en beton-
niug der Wester-Schelde, met het den 30 Novem
ber daaraanvolgende geteekend additioneel artikel.
De vereeniging der Christ, en Nederd. Gere-
formeerde kerken is tot stand gekomen.
In de Vrijdag gehouden vereenigde zitting der
beide Gereformeerde kerken werden de besluiten
in zake de vereeniging gelezen en daarmede de
zitting als die van de generate syuode van Gere
formeerde Kerken in Nederland geconstitueerd.
De praeses las een concept-adres ter kennisgeving
aan de hooge regeering, in zake de vereeniging
dit concept werd goedgekeurd en als coramissie van
correspondentie met de overheid werden benoemd de
heeren De Savornin Lohman, Noordtzij en Douuer.
De volgende generale synode van Gereformeerde
Kerken zal in Augustus 1892 te Dordt worden
gehouden.
TER NEUZEN, 21 Juni 1892.
De Goesche courant van heden schrijft het
volgende
n,De heer E. van den Bosch zoud ons bij schrij-
ven van 18 Juni een afdruk van zijn artikel over
het Nederl.-Rundveestamboek, onder mededeeling,
dat hij dien afdruk /heden,dus op 18 Juni, zond
aan alle ,/provinciale bladen in Zeeland", met ver-
zoek om opname in het eerstvolgend nummer.
Aan de waarheid dier mededeeling willen wij niet
twijfelen, maar aan de Middelb. Ct. zal dan die
toezendiug voor de tweede maal zijn geschied,
want in dat blad verscheen het stuk reeds in het
nummer, dat Vrijdagavond 17 Juni is uitgegeven.
Dientengevolge vermelden wij alleen, dat het artike
een krachtige aansporing bevat om een meer alge-
meene iuschrijving van rundvee in het stamboek
te bevorderen, waardoor de kosten verlaagd zouden
kunnen worden."
Wij onderschrijven dit geheel en al. Ook wij
ontvingen eerst gisteren dit schrijven, met de mede
deeling dat dit aan de provinciate pers ter zelfder
tijd was toegezonden. Om dezelfde reden als ooze
confrater uit Goes kouden wij geen plaats verleenen
aan het artikel des heeren Van den Bosch.
Heden had alhier door burgemeester en
wethouders de aan besteding plaats voor het bouwen
eeuer nieuwe school met bijlevering van materialen
enz. Hiervoor hidden ingeschreven de heeren
G. J. Balkenstein, voor f 17580 P. A. Mielen
en J. van der Velden, voor f 17190 M. D. de
Putter, voor f 16900; J. Scheele Dz., alien te
Ter Neuzen, voor J 16800 P. Duijvesteijn en
P. J. Wisse, te Zaamslag, voor f 16678 en J. A.
van der Hell, te Middelburg, voor f 16590.
Aan den laagsten inschrijver is het werk gegund.
Naar wij vernemen zullen de weesjongens
uit Gent a. s. Zondag een uitstapje doeu naar onze
stad. Zooals aan velen bekend is vormen een
40tal der weezen een muziekcorps dat meermalen
op verdienstelijke wijze optrad. Met genoegen
kunnen we dan ook mededeelen, dat door hen een
concert in de buitensocieteit //de Thoetuin" zal
gegeven worden.
Een hartelijke ontvangst wij twijfelen er niet
aan wacht den ouderloozen uit Gent van onze
gemeentenaren.
Met genoegen kunnen wij melden, dat eene
nuttige instelling alhier, het Ter Neuzensche
ziekenfonds, op morgen, 22 dezer, 10 jaren zal
hebben bestaan, zijude opgericht den 22 Juni 1882.
Het fonds telt thans 649 leden.
Dan ben ik verplicht voor u een familiegeheim,
een treurig familiegeheim te ontsluieren. Het zal
mij moeite kosten, oude wooden op nieuw op te
rijten, maar het moet nu, ik zal daardoor den
troost genieten, dat gij met mij ook medegevoelen
zult. Eenigerinate uit egoisme dus, voegde de
oude heer er met een flauwen glimlach bij, maak
ik u deelgenoote van mijn geheim.
Hij bemerkte, dat Dora hem belangstellend aan-
staarde, en hij ging voort haar vragende
Hebt gij wei eens hooren spreken van eene
nicht van uwe moeder, die vele jaren geleden ver-
pleegd werd bij een dokter in den achterhoek van
Gelderland en daar gestorven is
Met een enkel woord, zooveel ik mij kan her-
iuneren, oom
Zij was eens mijn verloofde, Dora
U verloofd ontsnapte onwillekeurig
aan Dora's mond.
Dat verbaast u, kind Ik kan het mij begrijpen.
fcSir toen, vele, vele jaren geleden, was ik gelijk
-;elen, een jongeling, die vol illusien vertrouwend
^iimoedig het leven tegenlachte. En dan die
Je* uren in hare nabijheid Ik zag tot
naar op is de beheerscheres van mijn leven. Het
SlDg mij yjs u, Doraik wist niet van halfheio
ln mijne toe 'iding in mijne liefde. Ik behoorde haar
'°e ffeJieel en obTjvjrdeeld, met hart en ziel. En zij
G, miju vertrou op haar was grenzeloos. De
Door den geneeskundigen inspecteur is het
heerschen der mazelen in onze gemeente epidemisch
verklaart. De ziekte is tot heden niet kwaadaardig.
Sterfgevallen zijn nog niet voorgekomen.
Tot veldwachter te Cadzand is door den
Commissaris der Koningin benoemd I. H. Mullie,
veldwachter alhier, terwijl tot vierden politie-agent
in onze gemeente is aaugesteld J Ilamelink.
Bij koninklijk besluit is tot burgemeester
der gemeente Zaamslag herbenoemd de heer C. de
Bokx, met ingang van 2 Juli a. s.
Axel, 18 Juni. Heden werd door den heer
A. E. C. van Dishoeck ter herinnering aan zijn
40jarige ambtsvervulliug als gemeente-o Avanger,
aan het muziekgezelschap //Concordia" alhier ten
geschenke gegeven eene medaille dragende aan de
eene zijde het opschrift A. E C. van Dishoeck
aan //Concordia" en aan de andere zijde 40jarig
jabile als gemeente-ontvanger, Axel 17 Januari
1892. Des avonds bracht het muziekgezelschap
hem als bewijs van erkentelijkheid, eene serenade.
Koewacht. Aan deze gemeente is boven de
gewone toelage eene rijkssubsidie verleend van
3100 gulden tot behoorlijke inrichting van het
lager onderwijs.
Walsoorden, 20 Juni. Daar op 4 Juni te
Borssele door het bestuur van het calamiteuse
waterschap Ellewoutsdijk en Borssele het onderhoud
van de polders heeft plaats gehad is nu door het
bestuur namens de Gedeputeerde Staten van Zeeland
goedgekeurd en het werk gegund aan den heer
J. A. Adriaansens-Polfliet, te Walsoorden, voor
f 36,980. (De raining was f 33,103.)
Zeeuwsch-Clinge, 15 en 16 Juni. Deze beide
dagen zullen nog in de herinnering van onzen ZEerw.
heer pastoor en van zijne parochianen blijven voort-
leven. Op 16 Juni was het n.l. 25 jaren geleden
dat de ZEerw. heer Koremans, pastoor te Zeeuwsch-
Clinge, tot priester gewijd werd, van welken tijd
hij 17 jaren alhier doorbracht.
Reeds den vorigen avond kondigde klokgelui en
kanongebulder aan, dat de 16 Juni een feestdag
wezen zou, zooals hij dau inderdaad was.
's Morgens voor dag en dauw was ieder al in
de weer om de laatste hand te leggen aan de
versieringen van straten en huizen. Natuurlijk
begon het feest in de kerk met eene plechtige
hoogmis waarna de jubilaris eene aubade werd
gebracht door de fanfaren aan de pastorie. Ook
de schooljeugd kwam een lied aanheft'en en vereerde
den geestelijken vader een album en een bouquet.
Het uitstapje 's middags naar Kapellebrug gedaan
slaagde bij het prachtige weder naar wensch. Aldaar
werd ZEerw. die in een open rijtuig gezeten en van
eene eerewacht te paard vergezeid was eene
verrassing bereid door den veekooper Mercie. Deze
had n.l. een portretje van den heer Koremans
in handen weten te kriigen en daarnaar eene keurige
buste laten makeu welke hij in prachtige lijst den
jubilaris aanbood. Aan de school te Kapellebrug
werd ZEerw. toegesproken door den heer E. J.
van Weesemaal, boofd der school aldaar, die met
zijne schoolkinderen tevens een feestliedje zong.
In goede orde naar het dorp Clinge teruggekeerd
werd 's middags het feest begonuen met plechtig
lof nadat te voren nog eene serenade was gebracht
door de zangvereeniging waarbij de directeur P.
Eggermont, h. d. s. aldaar, een hartelijk woord tot
den jubilaris richtte.
De feestoptocht waarmede na de vesper het feest op
straat besloten werd, bestoud uit 16 nummers,
waaronder de 10 sociteiten. Een twintigtal eere-
bogen, waarbij meestal de jobilaris werd toege
sproken door een kind en een bouquet werd
vereerd gekroonde sparretjes langs de straat,
guirlandes, bloemen en vlaggen versierden het dorp
en de buitenwijken leverden het bewijs dat men
veel voor zijn pastoor over heeft. De dag verliep
bijzonder rustig. Alleen wou ik er nog op wijzen
dat het een schandaal was, hoe eenige brood-
dronken lui (meestal Belgen) onder de straatver-
sieringen huishielden reeds toen de jubilaris
nauwelijks was voorbijgegaan.
De recbtbank heeft in hare zitting van 21 Juni
de volgende vonnissen uitgesproken
J. K. V., oud 46 j., timmerman te Axel, is
wegens mishandeling vrijgesproken.
B. v. W., oud 17 j., opperman te Ter Neuzen,
is wegens overtreding der drankwet en mishandeling
minste verdenking of achterdocht tegen haar zou
ik mijzelf als halsmisdaad hebben toegerekend.
Wij waren voor elkander geschapen, dus meende
ik en wandelde welgelukzalig aan hare zijde door
mijn aardsch paradijs. O, als wij's avonds de zon
in purperen gloed zagen ondergaan, heerlijk voor
't laatst nog het landschap verlichtende, en ik haar
toefluisterde De zon moge ondergaan, maar onze
liefde nooit, liefsteen zij dan zoo hartelijk mijne
hand drukte en een vriendelijke glimlach om hare
lippen speelde Of als wij op een schoonen
voorjaarsmorgen langs de bloeieude doornhagen
wandelden, arm in arm, en met welbehagen dezelfde
liefelijke geuren inademden, en elkaer beloofden,
dat het aan ons niet zou lisrgen, als ons beider
leven niet aan zulk een vriendelijken en blijden
morgenstond gelijk bleef, ja, dat geen wereldsche
machten de geur onzer liefde zouden rooven
(Wordt vervolgd.)
van een ambtenaar veroordeeld tot 7 dagen en f 3
boete of 1 dag hechtenis.
B. Toud 16 j zonder beroep te Hulst, is
gens diefstal veroord. tot 3 maanden gevange-
nisstraf.
A. 8., oud 64 j., werkman te Clinge, is wegens
als voren veroord. tot 7 dagen gevang.
R. K., oud 49 j., huisvr. van P. V., te Heikant
(St. Jansteen,) is wegens als voren veroord. tot
7 dagen gevang.
's Graver huge, 21 Juni. Tweede Kamer. Met
14 tegen 37 stemmen is besloten a. s. Donderdag
de belasting ontwerpen te behandelen.
Men schrijtt uit Rotterdam
Het was Zondag avond op de kade van de
Boompjes zeer rumoerig. Nabij het bootwerkers-
wachthuis schoolde een aantal sjouwerlieden samen,
die luide hunne afkeuring te kenneu gaven over
het arrest van het gerechtshof, waarbij kapitein
Bakker van de Obdam tot 3 maanden gevangenis-
straf is veroordeeld, met vernietiging van het vonuis
der Rotterdamsche rechtbank, dat hem een jaar
had opgelegd. Het had al den schijn, dat men
een opstootje wilde verwekken. Van het genoemde
wachthuis trokken de ontevredenen naar het huis,
waar kapiteiu Bakker gewooud heeft, missschien
wei in de meening dat men hem daar nog zou
vinden. Toen dit bleek niet het geval te zijn,
keerde men terug naar het wachthuis, om daar
opnieuw samen te scholen en luidruchtig aan het
gemoed lucht te geven.
Er was eene groote politiemacht op de been,
maar zij had blijkbaar instructies om met groote
voorzichtigheid op te treden, en zoolang het bij
woorden bleef, de lieden hun gang te laten gaan.
En daar het werkelijk bij woorden bleef, liep alles
vrij kalm af. Ernstige botsingen althans hadden
niet plaats, en er werd niemand gearresteerd, ofschoou
er misschien in de uitingen van sommigen daartoe
wei aanleiding zou geweest zijn.
In 't Eriesche dorp Nijehorne heeft het
volgende vreemde geval plaats gehad.
Reeds sedert eenigen tijd had het de aandacht
der buren getrokken, dat de weduwnaar F. S. zeer
dikwijls kwam ten huize van zijn buurman J. D.,
vooral als deze afwezig was doch men liet J. D.
daarvan niets weten. Toen de kindereu van F. S.
en J. D., die twee kleine kinderen heeft, 's morgens
opstonden, zagen zij op de tafel met krijt geschreven
wij zij naar Amerika vertrokken. De weduwnaar
F. S. en de vrouw van J. D. waren samen de
wijde wereld iugegaan. Algemeene ontsteltenis
verwekte dit in beide huishoudiugen, en vooral
J. D. was zeer ontsteld, omdat zijne vrouw het
kleinste kiud had meegenomen. Bij onderzoek
bleek, dat ze na een voetreis van een paar uur
per spoor naar Amsterdam was vertrokken.
Het schijnt echter dat het reizen hun niet be-
vallen is, of dat ze op een hinderpaal zijn gestuit
want in den nacht van 18 op 19 Juni zijn ze
teruggekeerd. De weduwnaar ging natuurlijk weer
naar zijn huis, maar de vrouw van J. D. werd niet
in hare wouing toegelaten. De man heeft haar den
toegang uitdrukkelijk verboden. Of het paar
opnieuw de reis zal aanvaarden moet de tijd leeren.
Uit Steenbergen wordt het volgende gemeld
In October 1887 heeft een jongetje van zekeren
v. R., toen hier kermis was, een kleiu houten
fluitje ingeslikt, welk voorwerp in de luchtpijp be-
klemd raakte, terwijl alle geueeskundige hulp vruch-
teloos bleek om het daaruit te verwijderen. Dezer
dagen maakte echter de jougen zich driftig, begon
hevig te hoesten, met het gelukkig gevolg, dat het
fluitje losraakte en uit den mond te voorschijn
kwam. De overgelukkige vader toonde het voor
werp aan vele menschen. Het had een lengte van
3^ en een dikte van ruim 1 cM. en was nog in
gaven toestand, ofschoon het 4 jaar en ruim 7
maanden is verborgen gebleven.
Aan het 29ste jaarverslag van Bethel te Zetten
is het volgende ontleend
De oorzaken van opneming waren al de gewone.
Meisjes die lichtzinnig zijn, die gevaar liepen op
den slechten weg te geraken, die reeds gestolen
hebben en voor wie de gevangenis zich ook reeds
geopend heeft, werden evenals vorige jaren opge-
nomen. Bijua is het duizeudtal vol. Yelen die op
het oogenblik in de inrichting zijn hebben kuappe
oppasseude ouders, die al het mogelijke deden om
haar op den goeden weg te houden, maar ten slotte
niets beters wisten dan een gesticht.
Het verslag doet tal van interessante mede-
deelingen.
Zoo kwam er een meisje wier moeder, wegens
het slechtste wat eene moeder kan doen, in de
gevangenis zit. Haar half idiote zuster is op
Steenbeek opgenomen en een kind van deze op
het Kinderhuis, terwijl een zusje van haar op
Talitha Kumi haar opvoeding krijgt.
Van de 27 verpleegden, dit jaar opgnomen,
waren 5 uit Amsterdam, 3 uit Arnhem, 3 uit
Rotterdam, 2 uit 's Gravenhage, 2 uit Hilversum,
3 uit Leiden, 2 uit Middelburg, en uit Haarlem,
Harderwijk, Schiedam, Sliedrecht, Utrecht, Zwart-
sluis en Gouda, eik 1.
Van haar die vertrokken, zijn 14 in diensteu
geplaatst, eene werd pleegzuster en gedraagt zich
aanvankelijk uitstekend. Een meisje ging naar
een weeshuis terug waaruit zij gekomen was, de
overigen keerden terug naar ouders of andere
tamilie.
Het vorige jaar werd een nieuwe maatregel inge-
voerd, daarin bestaande, dat men de ouders of
voogden een belofte liet teekenen, om de meisjes,
die zij naar de inrichting zonden, twee jaar te
laten blijven.
Deze nieuwe maatregel werkt uitstekend.
In Leeuwarden moet de vorige week, het
volgende comische geval zich hebben voorgedaau.
Een bruidegom uit Amsterdam moest te Leeu
warden trouwen en logeerde toevallig in hetzelfde
hotel waar Sequah logeerde. 's Morgens komt het
rijtuig met twee paarden voor het hotel. De koet-
sier en palfrenier met bouquetjes op de borst.
Spoedig was er een groote meuigte nieuwsgieri-
gen, die meende, dat Sequah naar de zaal van Van
der Widen zou rijdeu.
Onze bruidegom keek wei eenigzius vreemd op,
toen hij zooveel belangstelling voor zijn huwelijk
zag, doch schreef dit aanvankelijk toe aan kleiti-
steedschheid van de Leeuwarders.
Toen hij zich echter aan den ingang vertoonde
in zijn feestkleedij, raakte het publiek nog meer
in de war, temeer omdat zijn postuur wei eeniga-
zius met dat van Sequah overeenkwam.
Met een hoogrood gelaat stapte onze bruidegom
in de koets, steeds meer kleureude, naarmate de
meuigte aangroeide en hem begon toe te juichen.
Nauwelijks waren de paarden in bewegiug of het
volk wierp zich op het rijtuig, spande de paarden
af en in weerwil dat de bruidegom protesteerde,
trok men het rijtuig voorbij de woning der bruid
die haar bruidegom voorbij zag rijden en in ou-
macht viel.
Gelukkig kwam men weldra den wagen van
Sequah tegen en zag het volk zelf zijn veruissing
in en liet onzen bruidegom staan.
De koetsier, die met de paarden gevolgd was,
spande weer in en reed de bruidegom naar zijn
bruid, die spoedig om de grap lachte.
Dat de vergissing de vroolijklieid van de bruilofl-
gasten niet weinig verhoogde laat zich begrijpen.
I G E Z 0 A I) E A S T U Iv K E V
Mijnheer de Redacteur
Ofschoon ik niet veel tijd heb, en te veel met
mijn kleintjes te doen heb, moet ik iets op papier
breugen om onzen burgervader te vragen, of hij
ons niet verlossen kan van de groente-koopmans
en vrouwen, ten minste, zooals het verkoopen nu
geschiedt.
Nauwelijks doe ik mijn jongste, of 't is v't
jingeling" //groente noodig juffrouw" Nog niet
klaar of alweer is't het zelfde deuntje, en dat duurt
van 's morgens half zeven tot half tien. Geloof
me waarde burgemeester, 't is een last als men zoo
15 maal uit zijn werk geroepen wordt en met
altijd 't zelfde „groente noodig"
Och geef ons een groeutemarkt
Ter Neuzen, Groentemaand. N. N.
Als bij eene verkiezing voor leden van de Tweede
Kamer de candidaten van de eene of andere partij in de
couranten worden aanbevolen, dan hebben die lui verstand
van polderzaken, van handel en nijverheid, zijn doorkneed
in gemeentezaken enfin, zoo'n candidaat, zooals hij in couranten
en strooibiljetten wordt aanbevolen, wordt den kiezers voor-
gesteld als" iemand, die eenmaal op het kussen zittende, de
belangen van boeren, burgers en buitenlui met hand en tand
zal verdedigenmaar eenmaal gekozen, doet hij net als zijn
voorganger, ja is zells nog een grooter knikker.
Sedert vijf jaren is de vrije invoer van varkens uit Nederland
naar Belgie verboden en van af 10 Juni ook de in- en doorvoer
van rundvee, schapen, bokken en gditen. Jaarlijks worden
er meer dan honderd duizend stuks vee naar Belgie uitgevoerd.
Bijna al het vee, dat in de provincie Zeeland wordt verkocht,
wordt naar Belgie uitgevoerd.
Blijft het verbod van invoer nog eenigen tijd van kracht,
dan is de schade, die de landbouwers, neringdoenden, boot-
en spoorwegmaatschappijen daardoor zullen lijden, niet te
overzien. Sedert 1865 is het de tweede maal, dat Belgie
zijne grenzen sluit voor het Nederlandsche vee. Toen was
het wegens het heerschen der veepest in Nederland, maar nu
is het een represaille-maatregel, omdat de Belgische land
bouwers hun vee op Nederlandsch grondgebied niet mogen
weiden en hun mest niet over de grenzen mogen brengen ter
bemesting hunner landerijen. He Nederlandsche Regeering
sluit de grenzen, omdat er in de provincie Antwerpen
het mond- en klauwzeer of de zoogenaamde .muilplaag"
heersclit. Boor het sluiten van de geheele grenslinie zijn
vele Belgische landbouwers bijna geruineerd. Bij het verne
men van die tijding ontstond een ware paniek onder de
grensbewoners.
Het regende dan ook spoedig requesten aan den Minister
van Landbouw, leden van de Kamer en Senaat. Het schijnt,
dat die heeren wat beter de belangen der grensbewoners be-
hartigen dan onze veel belovende en veel wetende in polder-
en gemeentezaken doorknede knikkers en jabroers, want in
de zitting van 29 April wordt de Minister He Bruijn door
den heer 't Kint de Roodebeke over het sluiten der grenzen
reeds ge'interpelleerdhij vraagt zelfs maatregelen om den
invoer van vee, meststoffen en landbouwgereedscljappen uit
Nederland te beletten. In de zitting van 20 Mei wordt de
Minister ook in den Senaat door den heer Van Oekerhout en den
heer Baron He Coninck de Merchen over de sluiting der
grenzen ge'interpelleerd. Zie hier het antwoord van den
Minister He Bruijn
»Wij hebben onmiddellijk onderhandelingen begonnen om
de intrekking van 't verbod, waarover met reden wordt
geklaagd, van de Nederlandsche Regeering te bekomen.
Baron de Coninck bedriegt zich, wanneer hij meent, dat wij
uit kracht der verdragen, behalve in 't geval dat er veeziekte
bestaat, het recht niet zouden hebben, de opheffing van het
verbod te eischen. Sedert vier en vijftig jaar is het de
eerste maal, dat de Nederlandsche regeering hare maatregelen
van voorzorg overdrijvende, de geheele grens sluit. Wij
hebben de Nederlandsche regeering verzocht, onze verdragen
toe te passen, en ik geloof, dat ze niet onredelijk genoeg zal
zijn, ons zulks te weigerente meer daar wij in gevallen
van denzelfden aard nooit aan de Nederlandsche veefokkers
het recht weigeren om hun vee in de weide te doen, behoudens
zekere voorzorgen, die er te nemen zijn."
i