Aigemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2829.
Woensdag 22 .luni 1892.
AAHIBESTEBIKG.
32e Jaargang.
AANBESTEDEN
Binnenland.
ABONNEMENT-
advertentien.
De levering van Petroleum voor de
straatverlichting gedurende 1802/93
FETJIL LETON
Ja, oomantwoordde zij op a°e vraag.
TER YElZEVSdlE AIRWT.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32^.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoaders.
Voor
Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Hit blad verscliijnt llinisilag- en Vr ij d agavond Iiij den nitg-ever
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
zullen op Uiusdiig, 5 Juli a. S., 's inorgens 10£
ure, op het gemeentehuis, in het openbaar, bij
enkele inschrijving,
De betrekkelijke voorwaarden liggen ter iuzage
op de gemeente-secretarie, alwaar ook eene verze-
gelde bus tot het ontvaugen der inschrijvingsbiljetten
is geplaatst.
Ter Neuzen, 21 Juni 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
folitieli Overzicht.
Koning Humbert en zijne gemalin zijn op reis
gegaan naar Postdam, sommigen zeggen met het
doel om eene contra-beleefdheid te bewijzen aan
Keizer Wilhelm, die een bezoek heeft gebracht
aan het Quirinaal, anderen beweren dat de visite
eene politieke strekking heeft. De Duitsche bladen
zijn er over 't algemeen mee ingenomeu. Zij be-
schouwden 'tals een niet te miskenneu bewijs.dat
het drievoudig verbond, in weerwil van talrijke
pogingen der tegenstanders, ongeschokt en ouver-
zwakt is. Hierbij komt dat de bevallige Koningin
van Italie een hoogst aangename heriunering te
Berliju heeft achtergelaten uit den tijd toen zij als
Kroonpriuses, in den vollen bloei harer schoonheid
daar verwijlde bij den doop van haar petekind,
's Keizers jongste zuster Prinses Margaretha.
De Italiaansche Kamer is voor onbepaalden tijd
uiteengegaan. Voor zij heengiug had er echter
nog een stormachtig tooneel plaats. De heer Imbriani
was begonuen met te zeggen, dat hij het overlijden
der Kamer, (hare out binding staat namelijk te
wachteu), die gebleken is eeue ontrouwe hoedster
van den volkswil te zijn, met vreugde begroette.
Dit reeds gaf aanleidiug tot een heftig rumoer,
dat nog heftiger werd, toen Imbriani vervolgens
den voorzitter verzocht aan de Kamer twee door
hem op het bureau uedergelegde interpellates mede
te deelen. Eene daarvau betrof de reis van den
Koning en de Koningin naar Postdam. Die reis,
riep hij uit, is de wijding van de buitenlandsche
politiek van het Ministerie, eene schandelijke
en vnjheiddoodende politiek. Tal van afgevaardig-
den verlieten hierop, al schreeuwende en met
gebaren dreigende, huunen zetel, om Imbriani als
het ware te lijf te gaan. De voorzitter, de heer
Biancheri, roerde de schel, doch te vergeefs. Im
briani ging voort met spreken, maar wegens het
tumult kon hij Zich niet verstaaubaar maken. De
voorzitter die geweigerd had de termen van deze
interpellate, als iuconstitutioneel, voor te lezen,
zag zich genoopt de zitting eene wijle te schorseu
en toen de zitting heropend werd, nam de Kamer
het voorstel tot hare verdaging voor onbepaalden
tijd aan.
De Czaar bevindt zich nog in Denemarken op
het slot Amalienborg. Daar was eenige dagen
geleden alles in rep en roer. De schildwachten
zagen met schrik, hoe des ochtends te 7 uur de
Czaar op pantoffels en in zijn hemdsmouwen in
den tuin liep, met de handeu ten hemel geslagen
eu luid roepende. Wat gebeurde er toch, dat die
zonderlinge verschijniug plaats greep. Niets anders
dan dat toen de Czaar zich kleedde, hij toevallig
zag, dat twee van zijn honden een zwarte kat, de
lievelinge van Kouing Christiaan, hadden aange-
vallenom hulp voor dit dier te halen liep de
Czaar op die wijze den tuin in.
Er is weer iemand over Rusland's grenzen gezet
en over dit feit wordt veel gesproken. De ver-
wijderde persoon is de heer Pvultnej Bigelow, die
in den laatsten tijd door een reeks artikelen in
Engelsche tijdschriften, waarin hij Vorst Bismarck
aauviel en Keizer Wilhelm verheerlijkte,veel van zich
deed spreken. Hij had zich voor een Amerikaansch
tijdschrift naar Rusland begeven om land en volk
te beschrijven en werd vergezeld door den teekenaar
Remington. De reis zou worden afgelegd in eigeu
boot en de reizigers hadden ferrne aanbevelingen.
Zouder evenwel praatjes te maken zijn de heeren
uit het land verwijderd eu hebben met hun boot
koers gezet naar Berlijn. De heer Bigelow is een
schoolkameraad vau Keizer Wilhelm en nog altijd
zeer met dezeu bevriend.
De kroningsfeesten in Hongarije hebben tenge-
volge gehad, dat Budapest den titel van hoofd-
en residentie-stad heeft gekregen. Over die gunstige
beschikking van den Keizer—Koning zijn de Hon-
garen zeer tevreden. Maar nu de nasleep. De
Hongaarsche oppositie-partij verlangt nu ook, dat
hun Koning wettelijk verplicht zal worden een
bepaalden tijd, liefst een halfjaar, te Budapest te
wonen.
I it Sofia wordt gemeld, dat de Bulgaarsche
regeering plan heeft om de achterstallige schatting
van Rumenie spoedig aan den Sultan te betalem
De vorst heeft een bezoek aan Engeland gebracht
eu is daar vorstelijk ontvangen. Zeker tot groote
ergernis van Rusland, dat zich niet schaamt de
laagste middelen te gebruiken om de ontwikkeling
van den Bulgaarschen staat in den weg te staan.
loch gaat de kloeke Ferdinand voort om met den
bekwamen staatsman Stamboeloff, en onder het
vizier van gehuurde sluipmoordeuaars, dagelijks te
arbeiden aan het geluk zijns volks.
De Russiscbe Novoye Vremya ziet in de hulde,
aan vorst l'erdinand bewezeu, een bewijs van
voortdurende intnges tegen den Russischen invloed
in de Balkan-Staten. Een te Sofia verschijnend
blad zegt, dat de vriendelijke ontvangst van den
vorst door de Koningin, en de sympathie door
het Britsche volk getoond, in het geheele land
een gevoel van vreugde en dankbaarheid heeft
verwekt.
DOOR
21)
J. VAW »EH HOEVEI.
De oude heer greep het blad en vroeg intusschen
Wat staat daar, Dora
Mijue misaaad kreet het arme schepsel.
Maar, Dora, ik begrijp er niets van. Zeg mij
of wijs mij dan toch, wat ik lezen moet.
Ik kan het niet zeggen, oom Zie daar staat
het gedrukt, o mijn God! Zij wees haar oom met
den vinger aan wat hij lezen moest en bedekte
zich toen het gelaat op nieuw met de handen.
De oude heer las het volgende
Heden had in het naburige dorp H. een vree-
selijk voorval plaats. Een boerenmeisje heeft, door
minnenlijd vervoerd, haar mededingster in de gunst
van een jongen man met een mes een zware wonde
toegebracht, zoodat voor hetleven van haar slachtoffer
ernstig wordt gevreesd. De schuldige, op heeterdaad
betrapt, is onmiddellijk in hechtenis genomen.
Toen de oude heer gelezen had, vouwde hij het
blad dicht. en stak het bij zich. Hij begon nu
de toedracht der zaak te begrijpen. Dora had dat
berichtje gelezen en eensklaps was haar een licht
opgegaau over een zeker oogenblik in haar laatst
verschrikkelijk verleden. Zoo wss het ook inderdaad.
Wij weten, hoe zij menigmalen voor zich kon
zitten stareu met saamgetrokken wenkbrauwen, als
irachtte zij iets scherper in het oog te vatten, wat
slechts in Develachtigen omtrek voor haar opdoem-
de. Er was, toen zij uit Enno's mond dat ge-
hoord had, iets met haar voorgevallen. lets, ja,
maar wat Vragen kon, durfde zij niet. En zij
peinsde zich moe om het zelve te ontdekken. Doch
door den dichten zwarten sluier, die er voor haar
hing over het met haar voorgevallene sinds dat
verschrikkelijk oogenblik, toen zij het doodvounis
harer liefde vernam, had haar blik tot dusver niet
vermocht heen te boren.
Nu evenwel, toen zij dat bericht in de courant
had gelezen, was op eens die sluier opgeheven en
zag zij de waarheid, de naakte, ijselijke waarheid.
Zij zag zichzelve het huis harer vriendin binnen-
stormende, hare vriendin aanvallende en naar de
keel grijpendeVreeselijk I en zij uitte een gil
van outzetting en in dien toestand van wanhoop
over zichzelve had haar oom haar bij zijn binnen-
treden aangetroffen.
Dora, kind, kom bij mij zitten sprak haar oom
thans met innig medegevoel.
Hoe is het metSofie barstte Dora piot-
seling uit en al hare gelaatstrekken verrieden den
augst harer ziel.
Coed, Dora antwoordde de oude heer bedaard
en op zachten toon.
Onze Koninginnen zijn Vrijdag in het versierde
Leeuwarden met groote geestdrift en liefde ont
vangen. Het meest eigenaardige vinden we vermeld
omtrent haar bezoek aan de harddraverii, waarover
de N. R. Ct. meldt
l'e 11 uren aangevangen, bleef het terrein aan
beide zijden vau de rijdersbaan, schier geheel ver-
laten, tot tegen het uur dat de komst van Hare
Majesteiten in het programme was aangekondigd.
Eerst tegen een uur zag men de menschen zich in
dichte drommen, de Marsummerpoort uit, naar de
baau bewegen, zoodat te 2 uur overal de menigte
dicht opeeugepakt langs de baan geschaard was.
He groote tribune, met de Koninginnen—loge
in het midden, zag onder haar dak de keur van
Leeuwardens, van Friesland bevolking vereenigd
leden van de Staten en van den gemeeuteraad,
burgemeesters, autoriteiten op allerlei gebied, en
vooral 1 nesche vrouwen en ineisjes, van welke
velen voor de gelegenheid prijkten met het blinkend
gouden hoofdsieraad, waarover de breedgeplooide
kanten muts, gelijk de middeleeuwsche kap, en tot
over de schouders hangeude. De Lycklama's de
Eysinga s, de Sminia's, de bloem van Frieslands
edelvrouwen, gingen vooraan in het huldigeu van
het oud-vaderlandsch gebruik, maar eene echte
xriezin van uiterlijk was er niet eene, slechts het
hoofd stak in de Friesche kap, het bijbehoorend
kleed was door een gewaad van Franschen snit
vervangen. Slechts eene zou de echt Friesche
dracht ook in hare kleeding eer bewijzen, eene,
die nog komen moest, eene naar wier verschijning
ieder haakte.
Het was bekend, dat de Koningin, toen zij het
haar geschonken kostuum op hare kamer vond bij
aankomst in het paleis, als een kind zoo blijde zich
getoond had.
Haar eerste woordwas: „moeder" (de Koningin-
Regentes heeft zich steeds door haar dochter met
het Nederlandsche ,/tnoeder" laten aanspreken)
mag ik het dadelijk aandoen
le twee uur zouden de Koninginnen verschijnen,
maar het uur verstreek en het werd half drie, eer
de muziek van het Wilhelmus" hare verschijning
aaukondigde. Over dat half uur uitblijven werden
allerlei gissingen gemaakt. Ieder vond de aanneme-
lijkste, dat het pasklaar maken van de kap waar-
voor men wist te vertellen dat de goudsmid ten
paleize was ontboden de komst vertraagde.
Maar eindelijk kwam er aan het wachten een eind.
Het luide gejubel dat al duidelijker tot ons door-
drong, scheen ons het bewijs. Het was de hoop, die
deze kans berekende, dat de Koningin werkeliik
naderde.
Daar reed de kleine wagen voor. De kleiue
Koningin droeg het Friesche kleed. Haar blonde
"ke hoofdje was gedoken in de kanten muts door
welks fijne weefsel het gouden ijzer heeuscheen.
De verschijning uit een tooversprookje
Nu had men dat Friesche volk, dat den naam
heeft van straf en rouw te wezen, moeten zien
let was een onbeschrijfelijk tooneel van opgewon-
dene vreugd. Aandoeulijk mooi, hoorden wij een
stoeren kerel naast ons zeggen.
De harddraverij, die een uur geschortst was,
werd nu voortgezet zonder echter bij het publiek
veel belangstelling te wekkeu. Toen eindelijk tegen
halfvijf het pleit beslist was, reden de vier over-
winnaars voor de tribune. Eerst de prijswinner J.
Roele te Buikslootop hem volgden I. G. Kuis
te 'a Gravenhage (le premie), A. A. van den Berg
te Haarlem (2e premie), D. Fiorijn te Rotterdam
Premie), om uit handen der Koningin hunne
pnjzen in ontvangst te nemen.
Daarna trad de Koningin aan de hand harer
moeder de estrade af om de paarden van nabij te
zien, ze te streelen en eene versuapering te geven,
en wandelde daarna langs de burgemeesters van
riesland, die, in grooten getale opgekomen, in
ten halven kring aan beide zijden van de estrade
stonden geschaard en die hier aanwezig waren als
vertegenwoordigers van de provincie, welke de hard-
dravenj aanbiedt.
En daarmede nam het schoone feest, dat door
tamehjk goed weer begunstigd werd, een einde.
Een onvergetelijke dag voor alle Friezen, voor
alle A ederlanders, die hier vereenigd waren.
7 Tijdens ^het bezoek te Leeuwarden verscheen
bij H. M. de Regentes namens de arbeiders-
corporatie eene deputatie, bestaande uit de heeren
Van der Zwaag, Stienstra en Van Zinderen Bakker.
mtrenl hetgeen zij er hebben gedaan, bestaan
twee lezingenvolgens de eene hebben zij eene
motie overhandigd, op schrift gesteld naar aanlei-
'g van eene gehouden protestvergadering, waarin
wordt verklaard, dat de niet-inwilliging van het
verzoek bij hen de overtuiging heeft verstrekt, dat
de tegeuwoordige regeerende klassen geen oor en
oog hebben voor de nooden, behoeften en wenschen
van den arbeidenden standvolgens de andere
lezing hebben zij de aandacht van H. M. gevesti<*d
op den droevigen toestand der arbeidersbevolking
in sommige streken van Friesland, en haar uitge-
noodigd zich persoonlijk van dien toestand te komen
lleb ik haar dan geen kwaad gedaan? vroeg
Dora wederom.
Neen, Dora zij was natuurlijk outroerd door
uwe heftigheid, maar anders niet.
Is dat waar, oom? De voile waarheid? Wezen-
lijkvroeg Dora nog, haar oom ouafgewend en
scherp aauzieode.
Jaantwoordde deze onmiddellijk en voegde er
in edu adem bij, toen Dora hem nog steeds onder-
zoekend bleef aanzien, hebt gij mij ooit op eene
onwaarheid betrapt
Goddank riep Dora nu uit en hare strakke
gelaatstrekken ontspanden zich. Een oogenblik
echter slechts. Toen verviel zij weer in denzelfden
overspannen toon.
Toch ben ik ook eene misdadigsterriep zij.
Ook mijne plaats is in de gevangenis.
Kind, lieve beste Dora zei de oude heer en
greep hare hand en hield die stevig vast.
Ja, ik weet het, oom U is heel goed voor mij,
veel te goed, ik verdien het niet. Gij moogt mij
met veroordeelen, maar ik veroordeel mij zelve.
\v aarom dat meisje in de gevangenis en ik vrij
Oom, zeg mij de voile waarheid! Ben ik ook niet
schuldig
Ja, Dora! zei haar oom op beslisten toon. Gij
zijt schuldig. En juist daarom acht ik u, en heb
ik u zoo innig hartelijk lief.
Oom zei Dora in de grootste verbazing.
De oude man bespeurde met blijdschap^dat hij
zijn doel bereikt had. Het was hem gelukt, hare
aandacht tot zich te trekken.
De nauwkeurige kennis der omstandigheden,
ging de oude heer voort, doet in zulk een geval
zooveel, alles af. Ik kan mij best voorstellen, dat
een rechtbank van gezworenen hier een niet schuldig
zou doen hooren. En ik zou het er mee eens
zijn. Gij hebt gelijk: gij staat met dat meisie
op een lijn. Maar ik, die in dit bijzondere geval
al de omstandigheden ken, zou, wanneer ik als
rechter over u zat, als mijn gevoelen uitspreken
niet schuldig.
Dora zag haar oom met groote oogen aan.
1 w schuld bestaat hierin, mijn kind, dat <>ij
liefhebt geheel en onverdeeld; dat gij geheel opgaat
als 't ware u geheel oplost in uwe liefde. Maar
dat noem ik een eervolle schuld. Beste kind
beter dan iemand anders kan ik met u medege-
voelen. Evenals de anderen, die mij niet van
nabij kennen, zult gij wel eens gedacht hebben
wat doet oom zonderling omdat ik je acht en
lief heb, wil ik, moet ik mij tegenover u recht-
vaardigen. Wij zijn lotgenooten, Dora. N>-
minder wreed dan gij werd ik beproefd. En Fno
was eigenlijk onschuldig aan de groote ^art>
welke hij u aandeed, maar zij niet. WiF*n ^unt
gij thans naar mij hooren, Dora
Natuurlijk trokken oom's laatste worden i" hooge
mate de aandacht der lijderes.