Algemeen
Nieaws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch- Vlaanderen.
No. 2819.
Woensdag 18 Mei 1892.
32e Jaargang.
BKKENDMAKLMG.
Binnenland.
He Burjemeesler der gemeenle Ter Neuzen
FEUILLISTON.
TER NEliZENSCHE COIIRANT
ABO N.N E M E N T
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
Bit hlad verscliijnt Binstlag- en Vrljdajfttvond bij tlen uitsever
ADVERTENTIEN.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
.1. A HT BE I AS D E te Ter Weuzen.
maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van
den Gemeeuteraad is belegd tegen rijdug den
20 Mei 1892, des vooriniddags ten 9^ ure.
Ter Neuzen, den 17 Mei 1892.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN BOVEN.
Politiek Overzicht.
Het debat over den eendenvijver in den Pruisischen
Landdag zal den Keizer-Koning niet bijzonder
gesmaakt hebben. Wat was er aan de orde P W el
men zei, dat er staatsgebouwen zouden worden
afgebroken en rijks- en stadsgrond afgestaan, ten-
einde een nieuwen aanleg bij het koninklijk slot
te verkrijgen en dat door middel van eene loterij
de benoodigde geldsom voor afbreken, opbouwen
en aanleggen zouden worden verkregen. Het was
de welbespraakte heer Richter, die oubescbroomd
het woord voerde en de koe ferm bij de horens
vatte. Aanleiding werd gevonden in de oprichting
van het gedenkteeken voor Keizer Wilhelm I, dat
eerst buiteu het Branderburger Thor zou verrijzen,
maar dat de Keizer liever in de nabijheid van het
slot wenschte te zien opgericht. Volgens zeker
plan zou dan de Spree-arm tot een meertje of vijver
worden verbreed. Het gedenkteeken zou komen
voor den ingang van bet slot, ackter het monument
zou een grootsche brug worden gebouwd, die wel
lastig voor de scheepvaart zou zijn, maar waarvoor
de scbippers zooveel moesten over hebben, dat zij
zich met schepen van geringere hoogte tevreden
stelden. Het plein zou verfraaid worden met boom-
groepen, watervallen en wat niet al. lerrassen
zouden worden aangelegd en het slot zou komen
te liggen als op een eiland, afgezonderd van de
woningen der burgers. De maritieme neigingen van
den vorst zouden worden gestreeld, door het voor-
uitzicht dat zijn jacht voor het slot kon ankeren.
Voor zulke weelderige zaken, zei Richter, waren
geene geldmiddeleu en waar zou het eiude zijn
als men zulke ondernemingen op touw zette. Moest
eene loterij de gelden versehaffen, dan zou het
grootste deel van de opbrengst ten goede komen
aan de bankiers en de debitanteu. Richters s rede
werd gedurig afgebroken door betuigingen van
bijval en hilariteit en toen hij het slotwoord had
uitgesproken nam Minister Von Botticher het woord
en las een kabinetsorder voor, waarin bepaald werd,
dat het monument voor Wilhelm I moet worden
opgericht aan den oostelijken oever van het Spree-
kanaal, zoodat de eendenvijver veroordeeld is.
De kabinetsorder was volgens Richter niet heel
oud. De minister Herrfurth deelde ten overvloede
DOOR
U. J. VAI BEII HOEVES.
11)
Mevrouw Vermeulen stond op en kuste haar.
Toen hief zij het hoofd weder op en vervolgde
Een kleine erfenis, die mijn kleine Enno ten
deel viel, stelde mij in staat met mijn kind naar
Holland te reizen en hier mijn verblijf te vestigen,
nadat lk een poos in Rotterdam gewoond had.
Het was er duur en ieder oogenblik vreesde ik
daar iernand te zullen outmoeten, die mij herken-
nen zou. Hier was het stil en afgelegen. Hier
zou ik in vrede kunnen wonen, al vreesde ik toch
nog altijd. Helaasnu is wat ik vreesde toch
gebeurd En nu waarheen Mijn arme jongen 1
Ik weet het nietIk ben ten einde raad.
Beste vriendin zei nu mevrouw Vermeulen, tot
in de ziel getroffen door den wanhopenden toon,
op welken de laatste woorden werden uitgesproken,
blijf hier. Ik zal u beschermen tegen ieder, die
het waagt uw rust te storen of uw naam aan te
randen. Dat verzeker ik u.
Maar haar echtgenoot schudde, terwijl zijn vrouw
dus sprak, droefgeestig met het hoofd.
Hoe graag ik u ook bij ons hield, evenals mijne
nog mede, dat de regeering geen plan had een
nieuwe loterijleening te bewilligen. Richter kon
tevreden zijn, want zijne rede vond bovendien bij alien
een grooten bijval.
De Franschen zijn om meer dan eene oorzaak
niet op hun gemak. Dynamiet—zaken, kwestien
van sommige bisschoppen met de regeering, de
triple—alliantie, de Egyptische aangelegenheden en
nu op nieuw de troebelen met een Afrikaansch
vorst. Uit Dahomey kwam dezer dagen het bericht,
dat 4000 Dahomeyanen Porto-Novo hebben aan-
getast. De aanval werd door 200 inlandsche
tirailleurs, in dienst der Fransche regeering afge-
slagen. Den volgenden morgen kwamen de zwarte
soldaten terug en in een nieuw gevecht werden
400 Dahomeyanen gedood of gewond. Op het
slagveld voud men talrijke Remington—geweren.
De Franschen hadden 15 gewonden en onder dezen
ook den gouverneur. Waren de Franschen er hier
maar mee afmaar enfin, wij weten er alles van.
Men beweert dat Gresser, het hoofd der St.
Petersburgsche politie, het offer zou zijn geworden
der nihilisten. Hij was een uitnemend hoofd van
politie dat de residentie aan de Newa had sedert
Trepow, aan wiens werkzaamheid de kogel van een
booswic'nt een einde maakte. Trepow is wel ge-
nezen van de wonde, maar zijn ambt is sedert
waargenomen door Gresser. [n 1889 stierl Trepow
en de Czaar stelde zijn voile vertrouwen in Gresser.
Reed hij uit, dan reed Gresser voorop. In 1887
redde Gresser het leven des Czaars door de tijdige
ontdekkiug en arrestatie van samenzweerders en ont-
ving van de Czarine een som van 100,000 roebels
ten geschenke, terwijl de Czaar hem een jaargeld
verleende van 6000 roebels, dat ook aan zijne kin-
deren zal worden betaald.
In de nabijheid van Budapest is op een der spoor-
weglijnen een aanslag gepleegd. Een doos met 8
patronen was op de rails geplaatst, maar werd door
een rad van den locomotief verwijderd. Slechts
een patroon is ontploft, waardoor echter geen
schade werd veroorzaakt.
De Koningin-Regentes heeft Dr. J. J. Sal-
verda de Grave naar Sand ontboden, opdat de
Koningin haar lessen zal kunnen vervolgen. Dr.
Van Tienhoven had geen bezwaar, dat zij haar
studies voortzette.
De Minister van Waterstaat heeft, op het
verzoek van den Nederlandschen bond ter be-
strijding van overdreven Zondagsrust op het gebied
van post- en telegraafverkeer, gevestigd te Leeuw-
arden, om uitbreiding van het getal uren van
openstelling van de post— en telegraafkantoren of
Christelijke feestdagen, geantwoord, dat de geringe
toeloop van het publiek aan die kantoren op de
vrouw, ben ik 't hierin toch met mijn vrouw niet
eens, sprak hij vervolgens U heeft het terstoud
goed ingezien, mevrouw 't Beste voor u is, dat
u van hier vertrekt.
Mevrouw Vermeulen zweeg. Zij gevoelde wel,
dat haar echtgenoot gelijk had.
Maar waarheen, dominee vroeg de arme vrouw
met gebogen hoofd.
Naar een groote stad, mevrouw antwoordde de
heer Vermeulen. Dat is voor u in alle opzichten
't beste. Enno komt ook spoedig op den leeftijd,
waarin hij aan de lagere school ontgroeit.
Enno's moeder erkende, dat die raad goed was.
V.
In den loop derzelfde week, waarin de ijzeren
hand van het noodlot zoo zwaar was neergekomeu
op den schouder der arme mevrouw Duits, was
het vergadering der leden van het Departemeut
Hensloo der loffelijke Maatschappij Tot Nut van
't Algemeen.
Het was heden eene vergadering met dames.
Ten zeven ure in den avond, het uur voor de
samenkomst bepaald, was de tamelijk ruime zaal
van het logement de Wildeman, waar het Nut
vergaderde, reeds goed bezet. Dat was niet altijd
het geval.
Was er iets bijzonders aan de hand? Zou mo-
gelijk van avond een gevierd redenaar optreden,
door geld en goede woorden daartoe overgehaald?
bedoelde dagen geen grond heeft om te onderstellen,
dat er behoefte zou bestaan aan de door den bond
gewenschte vermeerdering van de dieusturen, en
er alzoo geene aanleiding is gevonden aan zijn
verzoek gevolg te geven.
De Minister van financien heeft, naar aan
leiding van het algemeen verslag der muntwerk-
zaamheden over 1891, ter kennis gebracht van het
algemeen, dat gedurende het jaar 1891 aan's Rijks
munt vervaardigd en afgeleverd zijn A. voor reke-
ning van den Staat: 1°. Nederland: 400,000 25cent-
stukken1,000,000 lOcentstukken5,000,000
|centen 2°. Overzeesche bezittingen 860,000
^-guldens Ned. Indie; 5,000,000 yi0-guldens id.
B. voor rekening van particulieren niets, uitmakende
eene nominale waarde van f 940,000.
Een der Haagsche correspondenten van de
Amst. meldt, dat de kiesrecht-regeling, die thans
hij deD Raad van State in onderzoek is, in beginsel
geheel moet beantwoorden aan den eisch van uit
breiding der kiesbevoegdheid, zoover de grondwet
toelaat.
Naar hetzelfde blad verneemt worden, met het
oog op eene spoedige indiening en aanneming van
eene nieuwe kieswet, te Amsterdam de voorloopige
maatregelen genomen tot het stichten van eene
groote werklieden-kiesvereeniging. Het initiatief
daartoe gaat uit van eenige afdeelingen van het
Nederlandsch werkliedenverbond.
Het schriftelijk gedeelte van het examen ter
verkrijging der akte van bekwaamheid als hoofd-
onderwijzer of hoofdonderwijzeres zal dit jaar plaats
hebben op 21 Juni e. k. De mondelinge examens
zullen aanvangen op 13 Juli d. a. v.
De commissien, met het afnemen dezer examens
belast, zullen zitting houden te Breda, Arnhem,
's Gravenhage, Amsterdam, Leeuwarden en Zwolle.
Bij de verkiezing voor de leden der Provin-
ciale staten in het district Delft werd gestemd
door iemand uit Hof van Delft, die niet op de
kiezerlijst stond. Wijl nu de liberale candidaat, de
heer Vermaes, juist het cijfer der volstrekte meer-
derheid had gehaald, moest met die eene stem ge-
rekend worden.
Dit deel der verkiezing is nu nietig verklaard,
zoodat tengevolge van die onregelmatigheid voor
een zetel een nieuwe vrije stemming moet plaats
hebben.
Het geruchf, dat de Staatsspoorweg-directie
als zuinigheidsmaatregel zich van haar hulppersoneel
zou ontdoen, is bewaarheid.
Order is thans gegeven om al het personeel,
hetgeen tengevolge der overname van de Rijn-
spoorwegmaatschappij en van den ingevoerden nacht-
dienst als hulpkracht werd aangesteld, zoo spoedig
mogelijk (uiterlijk 1 Juli a. s.) buiten dienst te
stellen.
Er was niets van bekend. Geen enkel vreemd
gelaat bespeurden de Henslooers in de zaal. Dit
evenwel stelden velen erg te leur. Dat was dui-
delijk aan hunne gelaatstrekken te bespeuren. Zij
hadden iemand verwacht hier te zullen ontmoeteu.
Zij hadden dat zeer vurig en daarom zeer stellig
verwacht. Maar misschien kwam hij nog wel.
Met dezegedachte trachtten zich deze teleurgestel-
den te troosten.
Hunne troost zou ijdel blijken. Hij zou niet
komen, de zoo vurig en stellig verwachte. En
wie hij was? Geen andere als de Indische heer,
die zooveel van zich had doen spreken door de
ontdekking van het lang verborgen geheim, die
eene brave vrouw maar al te treurig op de tong
had gebracht. Hij was gisteren vertrokken, om
niet terug te keeren. Toen hij bespeurde welk
onheil hij door zijne onbedacbtzaamheid had aan-
gericht, sloeg hem de schrik om het hart, schaamde
hij zich over zich zelf en vlood haastig.
Tot de laatstgekomenen behoorde de heer Ver
meulen. Zijne vrouw, die anders trouw haar echt
genoot naar zulke bijeenkomsten vergezelde, wijdde
thans haar avonduren aan mevrouw Duits. De
dominee had begrepen, dat hij thans vooral in de
zaal van de Wildeman niet mocht worden gemist.
Toen hij, binnentredende, de zoo buitengewoon
gevulde zaal bespeurde, scheen hem dat leed te
doen. Hij nam zijn plaats in aan de bestuurstafel
en zat toen stil voor zich te staren, als in over-
Het aantal personen, dat daardoor plotseling
broodeloos wordt gemaakt, bedraagt ongeveer 600.
Te meer is dit besluit eene teleurstelling te
noemen, als men nagaat, dat velen dier werklieden
er staat op maakten onder het vaste personeel te
zullen worden opgeuomen. Verder is ook in andere
opzichten bepaald,' dat de uiterste zuinigheid in
acht moet worden genomen, terwijl bevordering
van het personeel, onverschillig van welken rang
voorloopig tot de vrome wenschen zal behooren.
Tengevolge waarvan deze besluiten zoo plotseling
zijn genomen, is nog niet met zekerheid te zeggen,
maar wel wil men weten, dat de uitgaven sedert
dit jaar, de ontvangsten verre overtreffen.
Is dit werkelijk zoo, dan zou de voorspelde
Staatsexploitatie niet tot de onmogeliikheden be
hooren.
In eene te Arnhem gehouden vergadering
van het comite voor emigratie is o. a. besloten,
niettegenstaande de 5000 nog niet geheel is
samengebracht, de zaak met kracht aan te vatten
en voort te zetten, in de verwachting dat zij, die
tot nu toe nog niet van hunne deelneming deden
blijken, daarvan opgaaf doen aan den secretaris-
penningmeester, den heer Jhr. L. de Geer te Velp
terwijl het bureau van informatie nu reeds wordt
geopend en alien die voornemens zijn te emigreeren
zich tot Jhr. De Geer kunnen wendendoch
geldelijke ondersteuning voor de reis kan alsnog
niet worden verleend. Het bureau zal echter de
landverhuizers zooveel mogelijk met inlichtingen
te hulp komen. Ofschoon eerst rechtstreeks de
correspondentie met Canada en verschillende Staten
van Amerika, met Z.-Afrika en de Oost-Indische
bezittingen geopend is, kan men, na ingekomen
berichten vandaar meer volledige informatien ver-
wachten. Op de Oost-Indische bezittingen en Zuid-
Afrika blijft het oog gevestigd en zou men niets
liever wenschen, dan naar de eigen kolonien de
deur voor emigratie geopend te zien.
Verder werd besloten de informatien eerst per
brief in te winnen en dan later twee afgevaardig-
den te zenden. Men heeft in de eerste plaats het
oog op de emigratie naar Canada.
In de commissie van vier heeren, die den sccre-
taris en het bureau van informatie ter zijde zullen
staan, zijn benoemd de heeren J. van't Lindenhout,
te NeerboschH. Pierson, te ZettenRosmale
Nepveu te Doom en Leembrugge te Zwolle.
Aan het verslag der voornaamste gebeurte-
nissen in het gouvernemeut Atjeh en onderhoorig-
heden, loopende van 16 tot en met 28 April
1892, wordt het volgende ontleend
De posten werden weinig beschoten.
Den 16 begaf zich de gouverneur tot regeling
van bestuursaangelegenheden naar de Oostkust.
In den nacht van den 20 op den 21 verraste
eene brigade marechaussee een groote bende Atjehers,
peinzingen verdiept. Hij had evenwel een geopend
oor voor het gegons der stemmen om hem heen.
En er werd wat afgekakeld. De aangezichten
van al de heeren en de dames waren reeds rood
van de inspanning. In langen tijd had de voorzit-
ter zoo veel moeite niet gehad om stilte te ver-
krijgen, ten einde de vergadering met korte toe-
spraak te openen en dan het woord te geven aan
den eersten spreker van dezen avond.
Maar al ware deze spreker welsprekend geweest
als wijlen pater Brugman, een Guldenmond als eens
de beroemde bisschop van Konstantinopel, het zou
hem niet hebbeu gebaat. Het zou hem van avond
niet zijn gelukt, de aandacht van zijn gehoor te
boeien. En aaugezien de geachte spreker in de
schaduw kon staan van geen der beide genoemde
geestelijke heeren, kon het niet anders of hij moest
thans volkomen fiasco maken. De gedachte van
de geachte medeleden en geeerde vrouweuschaar
zwierven elders. Een zucht van verlichting ont-
snapte aan aller borst, toen de spreker met een
ik heb gezegd en een buiging van de tribune
aftrad en een luid applaudissement getuigde er van,
hoe dankbaar men daarvoor was. Nu kon men
gelukkig weer eens wat praten. Te moeten zwijgen
is zeker een vreeselijke straf, als men zooveel met
elkaar te bepraten heeft.
(Wordt vervolgd.)