Algemeen
Nienws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
SCH UTTER IJ.
Staatscommissie m arlieiis-enpte.
No. 2816.
Zaterdag 7 Mei 1892.
32e Jaargang.
Binnenland.
ABONNEMENT-
BU deze courant behoort een bijvoegsel.
FEUILLETON
(Wordt vervolgd).
TER VEI ZIVSHII VIRIYT.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADYERTENTIEN.
Van 1 tot 4 regels/0,40. Yoor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatseu van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Hit blad verscliijnt Hinsdag- en lrij dagavond liij den nitg-ever
J. VAM OE I AHDE te Ter leuien.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
herinneren belanghebbenden dat zij zich ter in-
schrijving voor de Schutterij moeten vervoegen op
de gemeeute—secretarie, tusschen 14 dezer en 1
Juni a. s. en dat zij, die in gebreke blijven dit
te doen, ambtshalve ingeschreven, zonder loting
ingelijfd en bovendien tot geldboete moeten ver-
wezen worden.
Ter Neuzen, 5 Mei 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Naar aanleiding van feiten, ter kennis gekomen
van de Eerste Afdeeling der Staatscommissie van
arbeids-enquete, aangaande het beheer van sommige
fondsen en maatschappijen tot uitkeering bij
ziekte en overlijden, roept de Afdeeling voor
noemd mits dezen alien op, die in staat mochten
zij n uit eigen ervaring bijzonderheden mede te
deelen omtrent bepaalde te dier zake betrekkelijke
feiten, met name royement ondanks geregelde
betaling der contributie en niet-uitbetaling van
een deel of van het geheele bedrag der be-
dongen uitkeering, om daarvan voor den \adcn
Mei e. k. opgave te doen bij desverkiezende
ongefrankeerden brief aan het adres
d Staatscommissie va?i Arbeids-enquete
1 ste Afdeeling,
's Gravenhage36 Parkstraat."
De Voorzitter der Staatscommissie voor
noemd, tevens Voorzitter van hare
Eerste Afdeeling,
Rochussen.
De Secretaris,
J. C. Th. Heyligeus.
l-*olitieli Overzicht.
De aanhouding van de anarchisten beeft te Luik
eene algemeene geruststelling bij de bevolking te
weeg gebracht. Bij eenen fabrikant te Jemeppe
is eene bewaarplaats van dynamiet ontdekt, waar
de anarchisten zich elken dag kwamen voorzien.
Zij hadden reeds zes kilogrammen gehaald, en er
bleef nog 15 kilogrammen over.
Het schijnt, dat de Keizer van Rusland niet te Ber-
lijn zal kunnen komen. Yerleden najaar dwong hem
het overlijden van groot vorstin Paul, dochter van
den Koning van Griekenland haastig uit Kopen-
DOOR
G. jr. TAI 111:It HOE1EI.
8)
J a, juffrouw, daarin heeft uwe wel gelijk, ant-
woordde zalvend juffrouw Haas. Maar die zalvende
woorden deden de oogen van mevrouw Lis flonke-
ren van heftigen toorn. Die akelige juffrouw Haas
scheen maar niet te kunnen of te willen onthouden
dat zij door haar dienstmeisje onder de achttien
jaren mevrouw werd genoemd, gelijk aan het kind
uitdrukkelijk was voorgeschreven. Was zij niet
de achternicht van een dominee Nu, te avond
of te morgen zou zij die beleediging juffrouw
Haas wel betaald zetten. Die overwegiug bracbt
haar thans weer eenigermate tot kalmte.
Ik vind het criant, dat wij met dat mensch ons
zoo geencanailieerd hebben riep Chatillon, driftig
haar hoofd schuddende, zoodat de roode linten
harer muts zwierden om haar tanigen hals.
Wat zeggen de dames nu van onzen dominee?
vroeg de gastvrouw. Hij komt nu nog drukker
bij haar aan huis dan vroeger. En zijne vrouw ook
Dominee zal dat doen, om haar te bestraffen over
haar huichelarij meende een der dames, die opge-
roepen waren om hare meening in deze uit te spreken.
't Is, besloot Chatillon, 't is heel erg't is och,
hagen terug te keeren en nu is er gevaar, dat zijn
voornemen zal worden verijdeld door de ernstige
ziekte van zijn tweeden zoon, grootvorst George.
Eenige dagen geleden is de Keizerin naar den
Kaukasus vertrokken, waar haar zieke zoon vertoeft
en volgens de laatste berichten is zijn toestand
zeer verergerd.
Des Czaren bezoek zou een verblijdend teeken
zijn, maar geene gebeurtenis van groote interna-
tionale beteekenis.
Dit wordt bevestigd in een uit de beste bron
afkomstig schrijven aan de Mecklenburger Ztg.
De verhouding tusschen Rusland en Duitschland, zegt
dit blad, is nog altijd dezelfde. Rusland houdt vast
aan het verbond met Frankrijk en zijne politiek blijft
Duitschland vijandig. Niets kan doen vermoeden,
dat het zijne houding zal veranderen. Geen enkele
stap is van Russische zijde gedaan om de ver
houding tot Duitschland te verheteren. En van
Duitsche zijde denkt men er niet aan, het stand-
punt van koele beleefdheid en behoedzaamheid op
te geven, zoolang Rusland vijandig blijft tegen
Duitschland en alles wat Duitsch is. Ook de ge-
ruchten van een bezoek van Alexander III te
Berlijn missen tot nog toe vertrouwbaren grond.
Van het Russische hof is te Berlijn nog geene
aanzegging ontvangen. Daar nu de Duitsche keizer
voor den zomer reeds zijne beschikkingen heeft ge-
nomen, is zulk eene aankondiging thans onwaar-
schijnlijk, want het zou in strijd zijn met het
gebruikzulk een bezoek wordt lang te voren
aangekondigd. Indien tegen alle verwachting de
Czaar in het najaar te Berlijn komt dan is er nog
geen gewicht aan te hechten, want dan is het een
tegenbezoek, dat buitengewoou lang is uitgesteld.
Alle berichten van een omkeer in de Russische
politiek hebben ten doel Duitsch kapitaal te lokken.
De regeering van Frankrijk is gelukkig den 1
Mei te boven gekomen en ook het gevaar, dat
haar van een aanval van den Koning van Dahomey
dreigt, verminaert met den dag. De barbaarsche
Koning heeft zoolang getalmd, dat de Franschen
tijd hebben gehad, zich in staat van tegenweer te
stellen.
Nu blijft nog het derde gevaarhet conflict
met de bisschoppen, die de instruction van het
Vaticaan niet willen opvolgen. De voor hen on-
gunstige uitslag der gemeenteraadsverkiezingen
schijnt hen Diet te ontmoedigen.
Het is een groote eer voor mij, schrijft de
bisschop van Nancy, die met inhouding van zijn
tractement is gestraft, aan den Minister van
heredienst, zulk een maatregel voor de verdediging
der rechten van de kerk en van de gewetensvrijheid
te moeten lijden. Ik herhaal sterker dan ook de
woorden, die ik tweemalen heb bekend gemaakt.
De bisschop zegt ook, dat hij gemakkelijk de
argumenten van den Minister zou kunnen weder-
hoe zeit men dat ook weer op zijn hollandsch,
't is affreus.
En over wie hadden deze achtenswaardige dames
het zoo druk Over niemand anders dan over
Enno's moeder, mevrouw de weduwe Duits.
Wat was er dan gebeurd
Dezer dagen was er op het dorp een heer komen
logeeren, die pas uit Indie was teruggekeerd. Hij
hoorde spreken van mevrouw Duits, Duits zij hij,
die naam komt mij niet onbekend voor. Duits,
Duits, o, ik ben er geloof ik. Woont die dame
hier al lang
Men gaf hem de verlangde inlichting.
Waar kwam zij van daan, toen zij zich hier
metterwoon vestigde
Uit Rotterdam, was het antwoord.
Dat moet ik eens onderzoeken, zei de logeer-
gast, en spande door dit alles in niet geriuge mate
de nieuwsgierigheid der familie, bij welke hij zijn
intrek had genomen.
Ik zal u zeggen, sprak hij vervolgens, wat er
van de zaak is. Maar laat het een diep geheira
blijven. Ook bestaat nog de mogelijkheid, niet
waar, dat ik mij in de persoon vergis Maar ik
vermoed, dat mevrouw Duits de echtgenoote is
geweest van een man, die eenige jaren geleden bij
ons in Indie een treurige rol heeft gespeeld, laat
ik maar liever zeggen, op schandelijke wijze zich
heeft misdragen. Hij bekleedde een betrekking
van vertrouwen bij het gouvernement. Maar van
leggen, maar dat hij dit beneden zijne waardigheid
acht.
In de Contemporary Review heeft de heer
Poultney Bigelow een artikel geschreven over
Bismarck. Nog heden, zegt hij, ziet de wereld in
den gewezen rijkskanselier den bestuurder van het
lot van Europa. De geschiedenis van onzen tijd
ligt grootendeels nog in de archieven begraven en
de wereld vormt zich een oordeel uit de dagbladen.
Bismarck verstond het raeesterlijk, gebruik te
maken van de pers. De correspondenten van
buitenlandsche bladen, wanneer zij ,/ingelicht"
wilden zijn, moesten van Bismarck een halven God
maken en zoo kwam het, dat men altijd van zijne
triumfen, of wat zijn tegenstanders onaangenaam
was, hoorde. Nauwelijks een jaar ging voorbij,
zonder dat hij door zijne pers de wereld door
oorlogsgeruchten verontrustte en dan weder gerust
stelde door de verzekering, dat hij alleen in staat
was, den storm te bezweren.
Zijn haat tegen Engeland heeft hij nooit verborgen
en daarmede harmonieerde zijn voortdurend streven
Rusland tevreden te stellen. Hij slaagde met de
Russen niet beter dan met de socialisten. Terwijl
hij Ruslaod vleide, wapende het zich tegen hem
en trok aan de grenzen een leger samen, dat tot
den aanval gereed staat. Duitschland is tegenwoor-
dig in Rusland even gehaat als in Frankrijk. Dat
is een voortdurend oorlogsgevaar. Een waarlijk
groot Minister zou het ontstaan en toenemen van
dien haat aandachtig hebben gevolgd en zou in
plaats van te vleien en de oogen te sluiten tijdig
opheldering hebben verlangd. Moltke drong bij
Bismarck daarop aan. De tegenwoordige Keizer
zag in 1885 duidelijk, waar het op uit moest
loopen en waarschuwde de regeering voor hetgeen
thans een feit is geworden. En met zulk een
oorlog voor de deur verbitterde Bismarck de Polen.
HH. MM. de Koningin en de Regentes zijn
volgens een Reuter-bericht, Dinsdagnamiddag te
Sand in Schwarzwald aangekomen. Aan het spoor-
wegstation van Buhl werden zij, namens den
groothertog van Baden, begroet door den hofmaar-
schalk graaf Yon Andlaw.
Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben
machtiging gevraagd om de Provinciale Staten
tegen 21 Mei bijeen te roepen ter verkiezing van
een lid van de Eerste Kamer.
De Min. van Financien heeft bepaald dat in
Aug. a. s. op nader te bepalen plaats en tijd zal
worden afgenomen het tweede examen voor de
betrekking van surnumerair der dir. belastingen, in-
voerrechten en accijnzen, bedoeld bij art. 5 van
het kon. besluit van 23 April 1887, waaraan
dat vertrouwen heeft hij ergerlijk misbruik gemaakt,
en voor duizenden het land bestolen. Het kwam
ten slotte gelukkig uit, en hij geraakte achter de
sloten, waar hij ook na eenigen tijd gestorven is.
Heeft de weduwe een kind?
Ja een zood.
Juist, dan is zij naar alle waarschijnlijkheid de
zelfde, die ik bedoel. Maar ik zal het onderzoeken.
En hij onderzocht en de vrucht daarvan was
dat het zouneklaar bleek, dat de weduwe van den
misdadiger en mevrouw de weduwe Duits een en
dezelfde persoon was.
Een kreet van afgrijzen ging er op in den huize,
waar de Indische heer noodlottigerwijze was binnen-
getrokken. En ja, hij had de familie voorgesteld
de zaak geheim te houden. Maar kon dat Mocht
datZij had een zoon. Een zoon van zulk een
vader1 Was het niet zeer mogelijk, dat ook in
den jongen reeds de boevenaard in kiem aanwezig
was Was het niet gewaagd, veel te gewaagd, de
zonen en dochteren der eerzame Henslooer vaders
en moeders met zulk een jongen te laten omgaan
En dat zou toch plaats grijpen, als deze zaak hun
eene verborgenheid bleef. 't Was wel hard voor
die vrouw. Maar had zij het niet eenigszins ver-
diend Had zij hen niet bedrogen Was hare
sehuldige stilzwijgendheid niet de oorzaak geweest,
dat men, in stede van hare nabijheid te schuwen'
haar in de familiekringen van hoogst fatsoeulijke
lieden had toegelaten Moest zij dan zelve hebben
echter slechts kunnen deelnemen zij die in 1887,
1888 en 1889 het in art. 4 van dat besluit be-
doelde examen met gunstig gevolg hebben afge-
legd dat tevens gelegenheid zal worden gegeven
tot het afleggen van het examen voor de betrekking
van adspirant—verificateur, voor hoogstens twee
plaatsen. Verder zie men de St. Ct. van gisteren.
Naar men beweert, zal er binnenkort weer
een nieuwe stoombootdienst worden geopend tusschen
Wissingen en Engeland, in verbinding met den
stoombootdienst VlissingenHull. Ook wordt ge-
meld, dat de booten van de Castle-line in het
vervolg de haven van Vlissingen weer zullen
binnenloopen tot het opnemen van passagiers en
goederen. Thans geschiedde dit voor de op de
reede liggende booten met een sleepboot.
-Nu de plannen tot landaanwinning in de
Zuiderzee allengs een vasten vorm hebben aange-
nomen, naar welks verwezelijking krachtig gestreefd
behoort te worden, is reeds een wetsvoorstel inge-
diend om een gedeelte dier zee, dat tot land is
gemaakt, tot het gebied van een der bestaande
gemeenten te brengen.
Het betreft een zeer kleine aanwinst van land,
bestemd voor de verdediging van de stelling van
Amsterdam het eiland waarop het fort van het
Pampus wordt gebouwd. Dat eiland ligt op 2000
meter aftand van de kust in de nabijheid vaD de
gemeente Muiden, bij welker gebied de Regeering
het wenscht in te lijven. Dit is thans reeds
noodig geworden, omdat onder de bevolking, op
dat eiland werkzaam, geboorten en sterfgevallen
kunnen voorkomen, waarvoor moet worden aange-
wezen de gemeente in welker registers van den
burgerlijken stand ze behooren te worden inge
schreven. Aan ben die tot dusver wegens gemis
aan een indeeling, de aangifte moesten achterwege
laten, wordt bij het ontwerp een maand tijd gegeven
zulks alsnog te doen.
Behalve het eiland is ook het gedeelte der
Zuiderzee, dat het van het overige Muiden scheidt,
bij die gemeente ingedeeld, omdat dat water
den verkeersweg vormt, welke aldus evenzeer
onder gemeentelijk politiegezag komt te staan.
Het verkeer zal worden onderhouden door een
stoomboot, bestemd voor het overbrengen van per-
soneel en materieel bij den vestingbouw, dus ten
laste der vestingbegrooting. Die boot kan tevens
dienen voor het verkeer in het algemeen met den
vasten wal en dus ook voor het geval dat aangiften
ten gemeentehuize moeten geschieden.
Het ontwerp bepaalt tevens, dat ook voor de
uitoefening van het kiesrecht het nieuwe gebied
geacht wordt steeds tot dat der gemeente Muiden
te hebben behoord. Er bevinden zich thans op
het fort twee personen, die in de termen vallen
om kiezers te zijn.
uitgeroepen Mijn man is in het tuchthuis gestor
ven Neen, dat natuurlijk niet. Maar zij behoorde
zich nooit bij fatsoenlijke familieen te hebben in-
gedrongen. Het was een schande, welke zij Hensloo
had aangedaan, door daar metterwoon zich te ves-
tigen. Zij het dan ook op een wijze, zoo zacht
en verschoonend, als maar eenigszins mogelijk was,
deze en gene bevriende familie moest op de hoogte
der treurige schandelijke zaak worden gebracht.
Dat was geschied en als een loopend vuurtje
had zich weldra door gansch Hensloo het gerucht
verspreid, dat die weduwe Duits de vrouw was
geweest van een grooten schurk, een beruchten
dief, moordenaar, meenden sommigen er bij te mo<ren
voegen. Want zoo'n kerel was tot alles in staat,
en had zeker wel een of meer moorden op zijn
conscientie gehad, al was dat dan ook niet uitge-
komeu. Daar ginds in den Oost kon men dat alfes
altijd zoo juist niet nagaan. Het was er zoo groot.
Hoe wel het laatst van alien, kwamen toch der
ongelukkige mevrouw Duits ten slotte ook deze
geruchten ter ooren. Zij had wel gemerkt, dat als
zij hare gewone dagelijksche wandeling deed, de
menschen, die zij tegen of voorbij kwam, thans
zonder haar vriendelijken groet te beantwoorden,
het hoofd van haar afwendden. Dat had haar wel
onaangenaam getroffen, maar de oorzaak had zij
nog niet bevroed. Zij was veroordeeld, die oorzaak
uit den mond van haar eigen kind te vernemen.