Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen,
levering van sehoolbeheften.
No. 2797.
Woensdag 2 Maart 1892.
32e Jaargang.
D E W E fr W E; I? K.
aanbesteden
Binnenland.
ABONNEMENT:
Graafjansdijk.
de levering van BOEKEN en andere
behoeften voor de openbare scho-
len in de gemeente voor het
loopende jaar.
Jfolitieli Overzicht.
FEUILLETON.
TER \Etm.S( UE (01 RAM
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,324-
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /"0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Hit verscliijnt Uinsdag- en Vrijilagavotal 1»»J den nitgever
.1. I A n E S A N E te Ter Neuzen.
Gedeputeerde Staten van ZEELAND
w maken bekend dat door de besturen
van den ftoordpolder bij Axel en van den.Bath-
polder bezwaren ziju ingebracht tegen de wijziging
van den ligger der wegen en voetpaden in de
gemeente A.vel, ten aauzien van den onderhouds-
plicht van de wegen over den Doorndijk en den
Zij roepen alle belanghebbende besturen
commissien en personen op, oin in persoon ol
bij gemachtigde in de vergadering van hun college
op Vrijdag 18 Maart a. s., des nam. te een uur,
te Midiielburg hunne belangen toe te lichten.
Dagelijks op de werkuren kan ter provinciale
griffie inzage en tegen betaling der kosten afschrift
of uittreksel worden bekoinen van de stukken.
Middelburg, 26 Februari 1892.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
DE BRAUW, Voorzitter.
E. FOKKER, Griffier.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
zulleu op Diiisdag, 8 Maart a. S., des voormiddags
10 ure, ten geineenteraadhuize aldaar, in bet
opeubaar en bij enkele inschrijving
De voorwaarden liggen op de gemeente-secretarie
ter inzage.
Ter Neuzen, 22 Februari 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Keizer Wilbelm weder aan 't woord. Z. M.
bevond zich te midden zijner ,/getrouwe Branden-
burgers" in den provincialen Landdagbij zijn
Braudenburgers, die hij bij een vorige gelegenheid
uituoodigde met hem door dik en dun te gaan.
Wij weten, dat Wilhelm II gewoon is ,/kein Blatt
vor dein Mund zu nehrnen", maar zegt, wat hem
op 't hart ligt. Ous bestek laat niet toe, 's Keizers
rede in haar geheel op te nemen, wij stippen slechts
het voornaamsle aan. Eerst eene warme betuiging
voor de trouw en gehechtheid aan de Brandenburgers
en daarop eene klacht over een deel der onderdanen,
die gewoon zijn alles te bevitten en te bedillen
wat van de regeering komt. Zij doen zich voor
Naar het Fransch
van CHARLES RES LAS.
1}
Is het u somtijds niet voorgekomen, wanneer gij
u ergens op een grooten weg bevondt, dat gij bij
het zien van een wegwerker eenige oogenblikken
bleeft staan, hem lang aankeekt en bij u zelven
gezegd hebt Arme kerel altijd en altijd kunt go
hem daar vinden het moge regenen ofsneeuwen;
een ijskoude wind moge hem doen rillen of de
verzeugende stralen van een gloeiende Augustuszon
moge hem blakeren, altijd vindt ge hem daar, als
ware hij een van de langs den weg geplaatste
mijlpalen. Had hij althaus dezelfde onbewegelijk-
als dezemaar neen, hij moet eten, en de
dwang om te werken, brengt hem telkenmorgen
wederom in beweging. Met kromme gebogen
beenen, voorover neigend lichaam, met gebroken
ledematen, evenals een dier het hoofd naar do aarde
gekeerd, slaat hij onophoudelijk met beide handen.
Dat is geen mensch meer, dat is een werktuig,
hetwelk dient om de steenen stuk te slaan dat
is een levende hamer.
Toch zijn er en hierin komt Gods onuitput-
telijke goedheid schitterend uit toch zijn er die
alsof Duitschland het rampzaligste land der wereld
is en het slechtst geregeerde teveus. Daarom
wenscht de Keizer, dat die ontevreden bedillers
het Duitsche stof van hunne pantoffels afschudden
en zich aan dien jammerlijken toestand gaan ont-
trekken door te verhuizeu. Op de tegenwoordige
dagen van woeling volgen rustiger tijden, wij zijn
in een overgangstijdperk, enz.
Te Berlijn hadden ongewone optochten van
werkeloozen en straatslijpers plaals. Heftige toe-
spraken werden gehouden, vooral muntte een
gewezen rijks-architect hierin uit door het leveren
van een parodie op 's Keizers rede. Naarmate de
troep aanwies groeide ook de politie-macht en toen
de militaire muziek, die steeds een massa straat
slijpers in haar gevolg heeft, naderde, stieten dezen
en de arbeidersstoet op elkaar dicht bij het paleis.
De politie, die de lawaaimakers wilde verdrijven,
moest een oogenblik van de blanke wapenen ge-
bruik maken. Er werden eem'gen ingerekend en
eindelijk werd de stoet uit elkander gejaagd en
de deelnemers uit den omtrek van het paleis ver-
dreven. Later in den avond herhaalden zich die
volksoploopen in ergere mate. Herhaaldelijk kwamen
er troepe.u betoogers, die uit elkander gedreven
werden. Toch kwamen er ongeregeldheden voor
in herberglokalen en winkels, zoodat de politie met
de blanke sabel er op in hakken moest. Een
groot aantal personen is gekwetst en een nog grooter
aantal is in hechtenis genomen.
Nog een monarch aan 't woord. De Oosten-
rijksche Keizer heeft in zijne rede bij de opening
der Hongaarsche Kamer gewezen op de noodzake-
lijkheid van het evenwicht der begrooting en
ontveinsde niet, dat Oostenrijk sedert jaren lijdende
was aan de nadeelen, voortvloeieude uit een niet
geregelden fiuancieelen toestand, maar gaf tevens
het vooruitzicht op verbetering door het toenemen
der hulpmiddelen en den gunstigen toestand der
geldmarkt. Bdlijke hervormingen der belastingen
zullen komen en de vrede wordt steeds meer
verzekerd.
Koning Umberto en zijne gemalin zullen de
Koningin van Engeland een bezoek brengen. De
vorst meent zich daardoor van een dankbaren plicht
te kwijten, aangezien Victoria de eerste was onder
de Europeesche souvereinen om het jonge Kouiuk-
rijk Italie te erkennen. Daar alle zaken, waarin
Italie en Engeland gemeenschappelijk belang hebben
naar genoegen zijn afgeloopen, gaat Di Rudiui niet
mede op reis. Eene ontmoeting tusschen de staats-
liedeD wordt daardoor geheel overbodig.
In de voorsteden te Parijs worden huiszoekingen
gedaan bij de anarchisteu, naar de te Soisysous—
Etoile gestolen dynamietbommen. Er ontbreken
nog 200, die zooals men vermoedt naar Spanje
zijn gegaan om daar den eersten Mei dienst te
doen, teueinde de voltrekking van het doodvonnis
zich met dit armzalig bestaan tevreden stellen er
ziju er zelfs die het hun toegewezen gedeelte van
den weg met liefde verzorgen en daarin hun roem
stellen. Hun steenhoopen ziju kunstig aangelegd
op de grasbanden langs den weg, met even veel
zorg onderhouden als een grasperk in een tuin.
De sloot langs een koord getrokken de hellingen
zijn altijd groen tot zelfs de eenvoudige stroohut,
de eenige schuilplaats tegen het woeden van de
elementen, ziet er zindelijk en bevallig uit, en doet
dit model van een wegwerker alle eer aan. Als
alles in volmaakt goede orde is, en tot het laatste
afgevallen blad verwijderd is, dan eerst zijn zij
tevreden en voldaan.
Welk een benijdenswaardig lot te leven aan den
grooten weg en op zijn glimmeud gevernisten hoed
een groot geel cijfer te dragen. Doch dat zijn
alleen de wijsgeeren van het vak j dat zijn de
verstandigen
Maar zij die zich een ander lot gedroomd hebben
die verdriet of eerzucht hebben, zooals onze weg
werker, zooals Jan Maillard
Hij was de zoon van een Normandischlandbouwer.
In dien tijd schaamden de landbouwers zich voor
de ploeg en zij wilden dat hun zonen heeren, advo-
caten zouden worden. De kleine Jan was naar het
college te Yvetot gezonden, waar hij in hoofdzaak
niets anders leerde dan ziju al te goedhartigen
vader te minachten. Tien jaren later studeerde hij,
altijd met hetzelfde negatieve gevolg, in de rechten
aan de vier anarchisteu te Xeres te wreken. Meende
men, dat Rouvier een ministerie gereed had, de
berichten luiden du weer anders. De radicalen,
die in de combinatie waren opgenomen, bedankten
op raad van Floquet voor de eer en toen trok
zich ook De Freycinet, die voor oorlog zou blijven
staan, terug.
De rechterzijde der Belgische Kamer en den
Senaat houdt vergaderingen om de hoofdpunten der
grondwetsherziening te bespreken. Met algemeen
stemrecht en het referendum dwepen de heeren
niet. Ook kwam te Brussel bijeen een congres
der sociaal-democraten om over de grondwets
herziening te beraadslagen. Men besloot orn be-
tooginsjen te organiseeren bij de Kamerverkiezingen,
en om, in het geval dat de tegenwoordige Kamers
de herziening weigeren en de toekomstige Kamers
het algemeen stemrecht niet willen geven, alge-
meene werkstaking uit te schrijven. Gedelegeerden
van verscheidene der voormlamste industrieele centra
namen niet aan de vergadering deel.
Nog komt er een voor de Britten onaangenaam
berieht uit het Oosten. Men zegt namenlijk, dat
de Sultan den wensch heeft opgegeven, den Khe
dive van Egypte naar Konstantinopel te laten komen
en dit valt er niet slecht in, maar de Groote Heer
heeft ook gezegd zijn onderkoning later te zullen
ontvangen. En wat nog erger is, alsof de jonge
onderkoning het buiten de Britten wil afdoen, hij
beeft professor Louis Rouiller, hoogleeraar in het
internationaal-recht aan het Theresianum te Weenen,
waar Abas-Pache zijn opleiding heeft genoten, ver-
zocht naar Cairo te komen. Aan zoo'n Oosteu-
rijker in Cairo heeft John Bull meer dan het land.
De Britten hebben aan den Beneden Nijl niet meer
met den vader maar met den zoon te doen, dat
ondervinden zij. En die zoon vindt steun bij velen.
De Koningin-Regentes bezoekt tegenwoordig
geleidelijk alle liefdadige instellingen en waar Zij
geweest is, laat Zij een alleraangenaamsten indruk
achter.
Haar optreden is zoo eenvoudig en hartelijk,
dat armen en lijdenden zich dadelijk tot haar
aaugetrokken voelen. Met niets wint de Regentes
meer het hart der bevolking, dan met deze be-
zoeken en zoodra loopt dan ook niet het gerucht
dat de Koningiu-weduwe ergeus is afgestapt, of
dadelijk verzamelt zich voor het gebouw eene
menigte. En geheel vrij, soms zonder eenig politie-
toezicht beweegt zij zich onder de menschen, iets
wat lang niet alle Europeesche vorsten kunnen doen.
Bij het bezoek van het idioten-gesticht in de
Hofstad gaf de Regentes blijk van beleid en liefde
en zelfs in de zwakke hoofdjes van deze misdeelde
kinderen liet het bezoek een onuitwisbaren indruk
te Caen. Toen de oude Maillard stierf, was hij
wel is waar half geru'ineerd, doch hij had althaus
de stellige overtuiging van mijnheer zijn zoon een
groot unan te hebben gemaakt.
Dit is de geschiedenis van vele landbouwers, nu
ongeveer veertig jaar geleden.
Jan haastte zich, wat nog overbleef van de be-
zittiugen zijns vaders, te gelde te maken en begaf
zich naar Parijs, waar alles in korten tijd verteerd
was.
Daar ontmoette hij een braaf, jong meisje, een
goede eugeldoch het was reeds te laat.
Ofschoon Magdalena slechts een eenvoudige werk-
ster was, was het voor haar toch een ongeluk dat
zij Jan Maillard lief had. Hij huwde haar, doch
verviel korten tijd daarna weder in zijn oude, los-
bandige levenswijze.
De ellende, de armoede kwam nader en nader
er werd hun een kiudje geboren een dochtertje.
Arme Denise den dag dat zij geboren werd,
kwamen de deurwaarders haar vader gevangeu
nemen.
Wat te doen Wat moest er van hen worden
Jan Maillard stelde nog eenige krachtelooze po-
gingen in het werk, maar deze leden weldra schip-
breuk op de eerste hinderpalen hij kende niets,
hij deugde tot niets hij was zelfs niet geschikt
voor handenarbeid.
Het voorbeeld en de aanmoediging van zijn
waardige echtgenoote hadden echter tengevolge, dat
achter. Voor elk had Zij een gepast woord en dit
is te opvallender omdat de Regentes als Duitsche
van geboorte het Nederlandsch nog steeds eenig-
zins moeilijk spreekt. In een der schoollokalen
sprong een lljarig ventje op, toen de Koningin
binnentrad en hartelijk drukte hij Haar de hand,
met de mededeeling, dat hij Haar wel had zien
rijden. Lachend streek zij de kleine, die weder
ging zitteu, over de lokken.
In de ziekekamer lag een arm ventje te bed.
Ook hier wilde Zij binnengaan, maar voor de deur
komende bleef Zij plotseling staan met de verklaring
dat Zij niet binnen ging zonder iets voor het kind
bij zich te hebben. Dadelijk stelde men haar iets
ter hand uit den rijken voorraad lekkernijen, welke
Zij aan het gesticht had doen bezorgen.
Dit kleine staaltje teekent de gevoelvolie vrouw,
de moeder, die weet hoe men met een ziek mensch
moet omgaan.
Ook in het kinderziekenhuis wordt de Regentes
verwacht en het is aandoenlijk om te hooren, met
hoeveel verlangen de kleiutjes de hooge bezoekster
verwacbten.
De Kongin-Weduwe komt liefst on verwacht,
want van toebereidselen houdt Zij niets. En als
Zij thuis komt vertelt Zij aan Haar Dochtertje, de
aanstaande Koningin, alle9 wat Zij gezien heeft en
wat voor kinderooren geschikt is.
Wegens de snelle uitbreiding van het mond-
en klauwzeer onder het rundvee in Belgie zijn
door den Commissaris der Koningin met ingang
van 26 Februari 1892 alle dispensation tot weiding
van rundvee en gebruik van rund- als trekvee
wederzijdsch de grenzen, alsmede die tot invoer
van mest ter bemesting van gronden in Nederlandsche
grensgemeenten ingetrokken.
Eene belangrijke beslissing is voor de bu-
reel-ambtenaren van den Waterstaat genomen.
Werden zij in het voorgaande jaar in eene vaste
betrekking gebracht, thans is beslist dat de vroegere
dienstjaren voor hun pensioen zullen meetellen.
Ook de opzichters van den Waterstaat zal, naar
men verneemt, eene kleine bijdrage worden gegeven
voor het houden van hun kantoor aan huis. Vooral
voor hen, die in groote steden wonen, waar de huur
der huizen tamelijk hoog is, is eene kleine tege-
moetkoming billijk, daar zij een vertrek moeten
hebben om hunne werkzaamhedeu te verrichten en
hun archief te bergen, welk vertrek 's winters
verwarmd en verlicht moet worden, wat tot dusver
op hunne kosten geschiedde.
Het dagelijksch bestuur van den Nederlandschen
brood-, koek- en banketbakkersbond heeft aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal een adres
gericht, in overweging gevende, van het recht van
initiatief gebruik te maken en ten behoeve van
's lands nijveren naar de afschaffing van het recht
hij den strijd voortzette. Hij beproefde het met
twintig verschillende ambachten. Magdalena had
haar vroegere werkzaamheden weder her vatdoor
dag en nacht te werken, mocht het haar gelukken
het noodige te verdienen tot onderhoud van haar
dochter en haar man doch zij vergde te veel van
haar oogentoen Magdalena na een langdurig
ziekbed wederom haar legerstede kon verlaten, was
zij bijna blind.
Jan Maillard stelde nog een laatste poging in
het werk. Het was het opflikkeren van de vlam,
voor en alleer zij voor goed uit gaat. Doch
niets gelukte hem. Om zich te verstrooien, gaf
hij zich over aan den drankMagdalena weende
ook Denise. Deze begon langzaraerhand te be-
grijpen al wat zij zag zij was bijna tien jaren
oud.
Een zusje van vier jaren en een broertje van
18 maanden voltooiden het gezin.
Die huishouding was iets vreeselijks.
Jan Maillard was eigenlijk geen slecht mensch.
Hij nam zich voor zich te beteren, en dan vergaf
men hem. Men kwam tot het besluit, terug te
keeren naar Normandie, naar het dorp waar
hij geboren wasmisschien zou hij daar bloed-
verwanten vinden, die hem zouden beschermen
en helpen.
Het was een treurige tocht. Wanneer zij op
op hun weg bewoners uit de naastbij zijnde dorpen
of gehuchten ontmoeten, dan gingen deze voor