Alg emeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch- Vlaanderen.
No. 2792.
Zaterdag 13 Februari 1892.
2)33
32e Jaargang.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32^.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoaders.
advertentiEn.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
JPolitieli Overzicht.
De eenige vriend in de Zwarte Bergen gevoelt
ook, dat de hongersnood Rusland teistert. Vorst
Nikita schijnt tegenwoordig geen roebels uit Peters
burg te ontvangen, wat men mag opmaken uit de
ellende, die in hetkleine vorstendommetje heerschen -
de is. Rusland, dat anders de onderdanen van
den eenigen vriend van den Czaar zooveel mogelijk
steunt moet thans al zijn hulpmiddelen zelf ge-
bruiken. Vorst Nikita heeft nu in Fraukrijk
groote voorraden graan laten koopen, maar hij
verkoopt slechts tegen contant geld. Tengevolge
van den toestand in MoDtenegro trekken duizenden
Montenegrijnen naar Turkije en dat zegt wat naar
Turkije gaan verhuizen.
De Standaard heeft een bericht de wereld inge-
zonden, dat velen de oogen doet richten naar de
Nijlmonden. Het blad zegt, dat het Fransche en
het Russiscbe smaldeel saam in de wateren van
den Levant gaan kruisen en tot verzamel plaats
Alexandria zullen hebben. Het doel zon zijn de
inlandsche bevolking aan 't verstand te brengen
dat de Fransch-Russische bond nu een feit is en
de overeeukomst tusschen Frankrijk en Rusland
te Konstantinopel en te Kairo te bevestigen. JNog
wordt verteld, dat men ook zou pogen den Sultan
te bewegen van Engeland te eischen, dat het Egypte
ontruimt, en den nieuwen khedive onmiddeilijk
onder de Porte te plaatsen. Zulke berichten zullen
John Bull uit zijn vel doen springen.
Het Engelsche parlement is geopend met eene
rede van de Koningin, waarin verklaard werd dat
de verhouding van Engeland tot de buitenlandsche
mogendheden vriendschappelijk is geweest. In den
onderkoning van Egypte heeft de Koningin eenen
eerlijken bondgenoot verloren, wiens wijze regeering
er toe bijdroeg om in weinige jaren de welvaart
en den vrede in Egypte te herstellen. De Koningin
stelt een vol vertrouwen in den opvolger van den
onderkoning, die zeker dezelfde schrandere staat-
kunde zal volgen. De Koningin hoopt, dat de
inrichting van de haven te Zanzibar zal bijdragen
tot de ontwikkeling van het grondgebied des Sultans
en tot de uitbreiding van den Engelschen handel
aan de oostkust van Afrika, De Koningin kondigt
voorts de invoering van een lokale regeering in
Ierland aan, overeenkomstig het stelsel in Engeland
zelf gevolgd. Voorts eene wijziging in de conventie
bestaande tusschen de regeering en de Engelsche
bank en eindelijk eene verandering van de wetgeving
betreffende de verantwoordelijkheid van patroons
ten opzichte van ongevallen, aan werklieden over-
komen.
in Spanje blijft het bij voortduring onrustig.
Nu weer hebben te Palancia, in Oud-Castilie, de
spoorwegwerkers een oustuimige betooging gehouden
en de overheidspersouen mishaudeld. De politie
heeft de orde hersteld en een aantal personen in
hechtenis genomen. Intusschen is te Xeres het
rechtsgeding tegen de arnarchisten begonnen. Men
F EUILLETON
4)
Met een bedrukt hart begaf Qretd zich op den
morgen van de terechtzitting, die door de geheele
stad met spanning te geinoet werd gezien, op weg
voor dien zwaren gang. Zij werd in een donker,
laag vertrek gebracht, waar vijf in uniform gekleede
personen om een tafel zaten een gewoon soldaat,
een onderofficier, een sergeant, een luitenant en een
kapitein. Deze vijf vorraden het gerechtshof waar-
van de kapitein voorzitter was. Aan een andere
tafel zat de auditeur, een oude, brommige heer,
die als aanklager optrad, en op den achtergrond zat
op een houten bank de beschuldigde, aan weerszijden
een soldaat met de bajonet op het geweer, Daar-
voor had op een stoel een der andere luitenants
plaats genomen, die als verdediger optrad.
Grete waagde niet naar die richting haar oogen op te
slaan, maar op bevel van den kapitein moest zij het
doen. Herkent gij den beschuldigde? vraagde hij.
Ja, fluisterde zij onder de blikken van den ge-
vaDgene huiverend.
Vertel ons dan het geval, juist zoo als het ge-
beurd is.
verwacht, dat ncht schuldigen ter dood zullen
worden veroordeeld. De troepen zijn in de kazernen
geconsigneerd, en patrouilles kruisen de stad door.
Graaf Taaffe heeft zijn grooten tegenstander onder-
scheidene betrekkiugen aangebodeu om hem zoo-
doende van het politieke veld te verwijderen.
Laatstelijk die van president der Rekenkamer in
Oostenrijk, doch Von Plener heeft telkens voor de
eer der benoeming bedankt. Dientengevolge hebben
de Duitsche collega's in den Rijksraad hunne
vreugde betoond. Vooral waardeeren zij dit besluit,
omdat hij zelf over weinig of geen verinogen be-
schikt, en het presidentschap niet alleen eene zeer
invloedrijke betrekkiug is, maar ook een jaarlijksch
inkomen van 22000 fl. geeft.
De uitslag der verkiezingen voor de Hongaarsche
Kamer is thans geheel bekend in 412 districten.
Gekozen zijn 243 liberalen, 86 onafbankelijken,
62 nationalen, 14 unionisten, 3 afgevaardigden tot
geen der partijen behoorende. Nog drie herstem-
mingen moeten plaats hebben en nog een ver-
kiezing.
Te Berlijn overleed graaf Launay, Italiaansch
gezant, in den ouderdom van 73 jaren, waarvan
hij meer dan 20 jaren te Berlijn werkzaam was.
Hij was deken van het corps diplomatique en bij
ieder zeer gezien. Italie erkende ook zijne ver-
diensten, hij was ridder eener orde, waarin nog
nooit een diplomaat was opgeuomen, n.l. de orde
van Annunziata.
De Franschen kunnen in Tonking ook weer
aan 't werk komen. In de provincie Duong hebben
al reeds belangrijke gevechten plaats gehad tegen
rooverbenden. De vijand werd verdreven, 15
mannen zijn gesneuveld. In de maand December
hadden er ook al gevechten tegen roovers plaats
gehad en ook bij die gelegenheden deden de Franschen
velen in het zand bijten. Die woeste benden staan
niet voor een beetje, gelukkig dat de Franschen
evenmin vervaard zijn voor een kleinigheid.
Bij het departement van marine is inbewerking
het plan voor een vrijwillige marine—reserve. De
Minister heeft daartoe, door tusschenkomst van
de Commissarisen der Koningin, aan de gemeente-
besturen gevraagd een overzicht van het personeel,
uitmakende de bemanning der talrijke stooinvaar-
tuigen, die als passagiers-, sleep- of vrachtboot de
rivieren en binnenwateren van ons land bevaren.
Onder het opschrift „een duistere zaak"
deelt de Haagsche correspondent van het Dagblad
voor Nederland, nog het volgeude mede uit het
krankzinnigengesticht aan het Slijkeinde in Den
Haag
ffZekere juffrouw uit Sneek is hierheen ge-
komen om haar dochter uit het krankzinnigen
gesticht te halen, en beklaagde zich bij ons dat
men haar kind, trots herhaalden aandrang bij den
Met gebroken stem voldeed Grete aan de uit-
noodiging. Alles kwara tot in de geringste
bijzonderheid met haar vroegere verklaring overeen.
Hij dreigde u dus met den dood, nam de auditeur
het woord. Hij zwaaide het mes en riepZwijg
of ik steek u dood
Ja, klonk het nauwelijks hoorbaar van de lippen
van het meisje.
Daar klouk van de bank van den beschuldigde
een gillend neen De gevangene was opgesprongen,
en de uitgestoken hand woest schuddend, herhaalde
hij Neen Neen 1
Hij wilde meer zeggen, maar toornig voegde de
kapitein hem toeZoo gij u niet bedaard houdt,
Kempe, laat ik u in boeien slaan De beurt van
spreken is dadelijk aan u Verzwaar uw vonnis
niet noodeloos
De gevangene viel weer op de bank neer en
verborg het gelaat in zijn handen. Grete moest
haar getuigenis onder eede bevestigen en mocht
toen heengaan. Door vreeselijke aandoening ge-
schokt, sleepte zij zich met moeite voort.
Intusschen werd het verhoor vervolgd. De vol-
gende getuige was de luitenant, die den winkel
was binnengekomen. Zijn verklaring stemde vol-
komen overeen met die der aangevallene. Hij had
de bedreiging van te zullen dooden wel niet gehoord
burgemeester en den officier van justitie, niet
wilde medegeven.
Het meisje diende bij den heer G. in het
Emmapark en is in het krankzinnigengesticht
geplaatst zonder dat hare ouders er iets van wisten
Mijiiheer bracht haar gewapend met een bewijsje
van zijn buurman en dokter, doodeenvoudig naar
het politiebureau, waar men haar een nacht opsloot
en den volgenden dag met een paar agenten naar
't gesticht liet brengen! Dit was alles al in orde,
toen haar moeder hier kwam op een uitnoodiging
van mevr. G. om haar dochter te komen halen,
omdat ze wat zenuwachtig was. In plaats van
haar te kunnen medenemen, hoorde ze, dat haar
kind in het gesticht zat. Ze mocht het ook niet
zien, zoodat ze onverrichter zake naar Friesland
moest terugkeeren. Ze had natuurlijk geen rust
en is nu alweer sinds Woensdag hier, doch heeft
het nog niet verder gebracht dan haar dochter ten
minste te zien. Zij bevond haar kalm, maar hon-
gerend en verlangend om er uit te komen, wat
haar echter tot dusver niet werd vergund, trots
alle moeite die de vrouw zich heeft gegeven bij
burgemeester en justitie.
Legio is het aantal vragen dat hier rijst.
Is hier gehandeld krachtens art. 14 der wet
door den burgemeester of neemt men aan onze
politiebureaux maar een ieder in voorloopige be
waring, die daar door een particulier wordt afge-
leverd
Hoe is het mogelijk, dat de officier van justitie
vdor zijn requisitoir en de president der Rechtbank
vdor zijn machtiging tot plaatsing in het gesticht
de ouders van het meisje geheel buiten de zaak
hebben gehouden
Er loopen hier over deze zaak zonderlinge ge-
ruchten, die wij ons wel zullen wachten te helpen
verspreiden, doch dit nieuwe bewijs hoe gemak-
kelijk het gaat om iemand in een krankzinnigen
gesticht te brengen, strekt zeer zeker om de be
staande onrust ook op dit punt nog te vermeerderen.
Volgens een later bericht van denzelfden corres
pondent is het meisje gisteren eindelijk in vrijheid
gesteld.
De Haagsche briefschrijver van de Zutfensche
Ct. (het Tweede Kamerlid Goeman Borgesius)
zegt o. a.
De onthullingen over het Haagschekraukzinnigen-
gesticht zijn hier het gewone discours van den dag.
Ieder wil de brochure van mevrouw Stuten lezen en
er is dan ook reeds een tweede druk van verschenen.
Eerst werd er weinig gewicht aan gehecht, maar
dat is geheel anders geworden, nu ook van andere
zijde veel van 't geen in die brochure te lezen
staat, bevestigd wordt. Trouwens eene beste reputatie
had het Haagsche krankzinnigengesticht toch reeds
niet. Raadpleegde een familie een geneesheer over
het meest aan te bevelen gesticht dan was dikwijls
het autwoordDe meeste gestichten zijn goed,
maar ik mag u niet aanraden een bloedverwant
te laten verplegen hier op het Slijkeinde.
maar het mes in de opgeheven vuist van den mis-
daniger en op den vloer ook het uit de lade ge-
vallen geld zien liggen. Twijfel aan het booze opzet
van den beschuldigde was, volgens verklaring van
den getuige, volstrekt onmogelijk. Hetzelfde betuig-
den nog eenige andere personen, welke op Grete's
hulpgeschreeuw toegesneld waren.
Fuselier Kempe, dus nam nu de kapitein het
woord, gij hebt de getuigen gehoord en ik raad
u welmeenend, door een openhartige bekentenis
zoo mogelijk een zachter vonnis te verkrijgen. Blijft
gij bij uw hardnekkige verklaring, dat gij onschuldig
zijt, dan moet de wet u met haar voile kracht
treffen.
De beschuldigde antwoordde, zonderling kalm, of-
schoon nu en dan weer tot zijn gebrek vervallend Ik
dank u, heer kapitein, voor al de goedheid, die u hier
ook betoont. Ja, ik zal de waarheid zeggeu, de voile
geheele waarheid, maar u zult me niet gelooven.
Wat hier straks juffrouw Berger verklaarde is waar.
Het is waar voor zooverre het arme meisje het
ondervonden en beleefd heeft, maar niet waar naar
mijn weten en willen. Ik had voor het meisje,
dat ik zoo dikwijls in de winkeldeur zag staan, of
aan het raam met eenig handwerk bezig, reeds
lang liefde opgevat, en dikwijls ging ik voorbij en
deed er wel eens kleine inkoopen. Dat zij nooit
TER NEUZEN, 12 Februari 1892.
De loting voor de Nat. Mil. heden te Axel
gehouden, heeft, voor wat de gemeente Ter Neuzen
betreft, den volgenden uitslag gehad
c
r* g
2 g
N A M E N
Opgegeven
o e
LOTELINGEN.
reclames.
1
de Jonge Meeuwis.
2
Jausen Jacobus.
3
de Bruijne David.
Eenige zoon.
4
Scheele Marinus.
Broederdienst.
5
Nelissen Willem Andreas.
In dienst.
6
de Feijter Jacobus.
7
Verlinde Jacobus Cornelis.
8
Dekker Dirk.
9
den Boer Johan Henrie.
10
du Pon Jacobus A. de Haas.
11
van Hoeve Jannis Pieter.
12
Verijke Jozias Johannes C.
Broederdienst.
13
Dieleman Jan Christiaan.
14
Veerman Gijsbregt Pieter.
Eenige zoon.
15
Verpoorte Adriaan.
Eenige zoon.
16
Dees Martinus.
Broederdienst.
17
Solleveld Desire Pierre.
18
van Duijze Louis.
19
de Koeijer Abraham.
Broederdienst.
20
't Gilde Cornelis.
Eenige zoon.
21
de Witte Levinus Reinier.
22
van Es Marinus.
23
Jolijt Jacob Johannes.
24
Verhelst Martinus.
Broederdienst.
25
van Driessen Pieter F.
26
Vermast Cornelius Th.
Broederdienst.
27
Versluijs Hermanus.
Broederdienst.
28
Uitdeuhof Augustinus F.
29
de Kraker Jannis.
30
ten Hoeve Johannes.
Broederdienst
31
Dieleman Martinus.
32
de Smit Jan.
Eenige zoon.
33
Leunis Reinier.
34
de Groen Pieter Jacob.
35
Bareman Gelijn.
Eenige zoon.
36
Vereecke Adolphus.
37
'"t Gilde Willem Pieter.
38
van der Velden Johannes M.
39
Bliek Jacobus.
Eenige zoon.
40
Harms Francois.
41
de Zeeuw Anthonie.
42
Hamelink Simon Cornelis.
43
van der Hooft Cornelis G.
Broederdienst.
44
Moggre Jannis J. J. M.
Broederdienst.
45
de Putter Levinus Jan.
46
van Strien Jan.
Broederdienst.
47
Platteeuw Jacobus Reinier.
48
van Wijck Cornelis.
49
Klaassen Hendrik A.
In dienst.
50
van Dixhoorn Leendert.
Krankzinnig.
acht op mij sloeg geloof ik gaarne in haar winkel
komen dagelijks veel soldatenzij geeft hun wat
zij verlangen en daarmede uit. Om den enkelen
bekommert zij zich niet. Maar ik wilde opgemerkt
worden, en zoo wachtte ik den gunstigen dag af
den ongeluksdag. Om de brandende hitte werd
het exerceeren afgezegd, en ik sloop om den winkel
rond. Eerst waren er gevangenen binnen, en nadat
deze vertrokken waren, bleef nog haar moeder.
Kort daarop giug zij ook weg, maar ik dacht, dat
zij terug kon komen en ik slenterde eeu poos op
en neer, wachtend, nu en dan door de winkelramen
kijkend. Eindelijk vatte ik moed en trad binnen.
Dat het meisje zeer ontsteld van den stoel opvloog
en mij driftig toesprak, bracht mij in verwarring.
Ik wist niet recht, wat ik zou zeggen en toen zij
over mijn meisje begon, stemde ik haastig toe.
Ik dacht er aan, als zij eens mijn meisje zijn zou,
en het denkbeeld kwam bij mij op, iets heel mooi's
te koopen en het haar dan aan te bieden. Nu
schoot mij tot mijn ontsteltenis te binnen, dat ik
maar weinig geld bij mij had, maar ik herinnerde
mij den dukaat aan mijn horlogeketting, en gaarne
wilde ik dien opofferen. Toen ik dat zeide, werd
zij veel vriendelijker en schertste met mij. Nu
nam zij den dukaat, en terwijl zij zich bukte, om
mij kleingeld terug te geven, streken haar hareq
TER NEIIZENSCHE tOlRA\T
Hit lil ml verscltijnt ninsdag- en Vrijdaifavnnd bij den uitgever
VAX 1> K A V D G te Ter Xeuzen.
DER
2