Gemengde berichten.
werd uitgevoerd. Het Handelsblad zegt aan het
eind van zijn zeer uitvoerig verslag
Wij gelooveu te moeten teruggaan tot de April
dagen van 18S7, om het tafereel dat het midden
der stad Woensdagavond bood, bij een ander feest
te vergehjken. Reusachtige drommen feestvierenden
trokken voortdurend door de stad, waar het door
de aftrekkende muziekkorpsen tock al levendig was.
Eerst tegen middernacht kwam er doorkomen aan,
maar toch waren de Kalverstraat en het midden
der stad nog veel later getuigen van het feestge-
juich. De nationale liederen klonken, evenals
Die Wacht am Rhein en het Heil dir im Siegerkranz
uit duizenden kelen, die soms nog door allerlei
iustrumenten verstrekt werden. Een enkele troep
feestvierenden had zelfs een compleet muziekkorps
waarmede men tegen middernacht voor het Konink-
lijk Paleis den Keizer een ovatie bracht.
De meeste koffiehuizen moesten de deuren gesloten
honden, en voor enkele groote cafes, die sinds
1887 als het brandpunt der feestvreugde bekend
staan, verdrong zich nog tegen half een een menigte,
die wachtte op een plaatsje.
Alles liep volraaakt ordelijk af, behalve op den
Dam, waar voor de taptoe een enkele betreurens-
waardige botsing plaats had, omdat het publiek
dat in grooteren getale was toegelaten dan Dinsdag,
zeer sterk opdrong.
L. M. de Keizer van Duitschland ontving gistereu-
morgen 0 uur een deputatie uit de in Amsterdam
wonende Duitschers, voor het aanbieden van een
hulde-adres.
Keizer, Keizerin, Koningin-Regentes en Koningin
Wilhelmina bezochteu het Burgerweeshuis. Zij
toonden veel belangstelling in deze grijze stichting
en in het costuum der weezen. Daarna werd
rechtstreeks een bezoek gebracht aan het stadhuis
waar de Keizer een afschrift ontving van de oude
acte, waarbij Amsterdam op verzoek van den keur-
vorst van Brandenburg zich peet stelt over Carolus
Aemilius.
Oyeral werden den vorstinnen ruikers aangeboden
Hierna werden de praalgraven in de Nieuwe
Kerk bezichtigd, in het bijzonder het graf van
admiraal de Ruyter.
Na het gebruik van het dejeuner ving de water-
tocht naar het Merwedekanaal en den Amstel aan
tot bijwoning van den roeiwedstrijd.
Een schitterend vuurwerk op het Y zooals
Amsterdam nimmer zag werd des avonds den
Hoogen Bezoekers aangeboden.
Naar men aan het Nieuws meldt, bestaat bij
de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen
gelegenheid tot plaatsing van eenige jongelieden als
surnumerair, zonder examen.
Om hiervoor in aanmerking te komen, moeten
zij den leeftijd van 18 jaren bereikt en dien van
35 jaren niet overschreden hebben, en in het bezit
zijn van een diploma van eindexamen eener H. B. S.
met 3jarigen cursus of van een bewijs, dat zij
(minstens) toegelaten zijn tot de 4e klasse van een
5jarigen, of van een akte van bekwaamheid als
onderwijzer.
TER NEUZEN, 3 Juli 1891.
Gisteren werd nabij onze stad, op de hofstede
Zoutvliet, het aangekondigde tweede Vlaamsch
Zendiugsfeest gevierd. Woensdag xon, wegens de
geweldige ouweers- en regenvlagen, de bidstond voor
het feest niet op het terrein gehouden worden,
maar rnoest men zich daartoe in de Herv. kerk
vereenigen het feest zelf had onder begunstiging
van het heerlijkste zomerweder plaats. Reeds vroeg-
tijdig begaven velen zich naar de haven om de
aankomst der bezoekers uit andere deelen der pro
vince af te wachten. De stoomboot Zeeland uit
Zierikzee stoomde te ruim uegen ure met een
300tal feestgangers de haven binnen, weldra gevolgd
door de Walcheren.
Precies te 10,15 uur werd door den voorzitter
der feest-commissie, Ds. De Jonge uit Brussel, het
feest geopend die na eene korte inleiding het woord
gaf aan Ds. Roose uit Rotterdam, wiens welspre-
kende openingsrede blijkbaar met belangstelling werd
aangehoord. Na hem traden nog Ds. Van Griet-
huijsen en Ds. Siebenhaar, beiden uit Goes, op.
hem naar Londen zou terugbrengen. Aan de poort
stond ik nog even naar het vertrekkende rijtuig
te zien en keerde toen naar mijn kantoor terug
om te sluiten.
De maan scheen helder en het was hoog water,
zoodat de geschutpoorten van het tusschendek
der Orgueilleuse gelijk met den wal lagen. De
romp van het schip teekende zich dus voor mij
duidelijk tegen den helderen hemel af, toen ik den
laatsten stapel plauken voorbij was.
Op eens hoorde ik een dof gestommel en ge-
trappel alsof iemand op zware houten klompen
liep. Het geluid scheen uit het oude schip te
komen. Nauwelijks had ik tijd om mijn gedachten
hier over te laten gaan of ik zag een gedaante
van het tusschendek op het dek komen. De be-
wegingen er van waren vreemd en houterig. Er
ging mij een rilling van vrees door de leden toen
ik er naar keek. Het wezen liep nog voort tot
aan de plaats, waar het ankerspil geweest was.
Toen het daar stond, scheen ik het te herkennen.
Ja, het was precies de admiraal. Ik zag om naar
mijn kantoor om eene vergelijking te maken,
.ontzettend de admiraal stond er niet meer
(Wordt vervolgd).
Van twaalf uur tot half twee werd pauze ge
houden. Muziekkorpsen uit Brussel en Goes bene
yens de zangvereeniging „Looft den Heer" uit
Ter Neuzen, lieten zich beurtelings hooren en
brachten er niet weinig toe bij de feestvreugde te
verhoogen.
Na de pauze traden nog een negental sprekers
voor de schare op, onder wie wij noemen Ds. Van
Veen van Benschop, vroeger te Ter Neuzen. ZEerw
had tot onderwerp //De aanneming en de verwer-
ping van het Evangelie beide leidende tot verbreiding
van het Evangelie." Hierop volgde Ds. Van der
81uijs van Lnkhuizen, die in eene zeer schoone
rede den nood en de klacht der heidenwereld
schilderde.
W eldra brak het uur van scheiden aan. Ds. Van
der Valk van Delft sprak een ernstig en hartelijk
afscheidswoord en spoedig daarna stroomden de
feestgangers huiswaarts.
Vermelden wij nog ten slotte, dat het feest bijge-
woond werd door ongeveer 2700 personen en dat
alles in de beste orde is afgeloopen. Wij kunnen
de hoofd-commissie geluk wenschen met het wel-
slagen ook van dit tweede Vlaamsch Zendingsfeest
Door Z. M. den Keizer van Duitschland is
o. a. aan den heer P. W. Steenkamp, hoofd -com-
missaris van politie te Amsterdam, de Orde van
den Rooden Adelaar derde klasse geschonken.
Bij resolutie van den Minister van financien
is de heer W. Stute, fungeerend visiteur te Sas
van Gent, benoemd tot hoofd-kommies te Hulst
en zijn hem daar de function opgedragen van
sectie—chef voor den velddienst en dienstgeleider op
zijn standplaats.
Als hoofd van de openbare school E te
Middelburg is met 10 tegen 3 stemmen benoemd
de heer M. M. Blankert, thans in die betrekking
te Zuidzande.
De in de maand December van het vorige
jaar naar V est-Indie vertrokken sergeant Van der
Linden, van het 3de regement infanterie, in garnizoen
te Middelburg, is te rekenen van 15 Juni jl.,
benoemd tot West-Iudisch ambtenaar bij de recherche
te Suriname op een traktement van f 1500.
Naar men verneemt, is de werkman die 1.1.
Maandag bij de ringrijderij op het Naaikussen zich
aan het gebruik van sterken drank te buiten ging
en niet buiten levensgevaar verkeerde, thans her-
stellende.
Iu de eerste helft der maand Juni is door
het hulpkantoor Hoek de volgende onbestelbare
brief verzonden aan het adres van A. van Over-
beke te Kampen.
Ivoewacllt. Woensdagavond ontlastte zich boven
een gedeelte van deze gemeente en wel voornamelijk
over het dorp een vreeselijke hagelbui vergezeld
van een hevigen wind. Groote hagelsteenen vielen
met eene verbazende kracht neder en vernielden
alles, wat te velde stond. Ofschoon de bui slechts
een vijftal minuten duurde, was de uitwerking
verschrikkelijk. Al de op het veld staande gewas-
sen werden vernield. Van de rogge kan niets
meer komen, evenmin van de erwten. De aardappeleu
en het vlas zijn ook deerlijk gehavend. In de
tuinen is letterlijk niets heel gebleven. Op de
vruchtboomen, die toch zooveel beloofden, zijn
slechts enkele vruchten meer te zien en die er nos?
op staan dragen de duidelijkste sporen van den
hagel. Sommige jonge peren en appels hangen
aan de boomen alsof ze met een mes middendoor
gesneden zijn. Boomen zijn omver gewaaid en in
verschillende woningen werden door den hevigen
hagelslag de ruiten stuk geslagen. De hagelsteenen
waren van zeldzame groote en van allerlei vorm.
Een inwoner dezer gemeente vond er een, die 13
gram woog, te beklagen zijn die arme landbouwers,
die in den tijd van 5 minuten zoo hun arbeid
van een geheel jaar vernietigd zien.
Groenendijk. Ter gelegenheid van den verjaar-
dag van H. M. de Koningin-Regentes zal op
Zondag 2 Augustus a. s., alhier een volksfeest
plaats hebben. Bij advertentie zal later het door
de feestcommissie op te maken programme worden
bekend gemaakt.
Woensdagmiddag sloeg de bliksem in een
huis onder Kesteren en veroorzaakte een fellen
brand. De woning lag in korten tijd geheel in
de asch. Het pand was verzekerd.
De bliksem sloeg dien dag in den windzaag-
molen van den heer L. Pennings te Kessel. De
molen is door den daardoor veroorzaakten brand
geheel vernield.
Ook woedde onophoudelijk een vrij hevig
onweder boven Zeveriaar. Hevige slagen volgden
elkander voortdurend op. Het huis van den heer
De Vird, gemeente-secretaris, werd getroffen. De
bliksem baande zich een weg door den schoorsteen,
beschadigde eenige meubelen in een niet bewoonde
kamer en ging wederora door den schoorsteen naar
buiten zonder brand te hebben veroorzaakt.
Boven Vucht en omstreken ontlastte zich des
namiddags 2 uur een zwaar onweder vergezeld
van hagelslag. Er vielen steenen als duiveneieren.
Vooral te Gemonde heeft de hagel groote verwoestin-
gen aan den te veld staanden oogst toegebracht,
terwijl mede aldaar veel glasruiten en dakpanuen
stuk hagelden en boomen omwoeien.
Men schrijft uit Moergestel
Woensdagnamiddag om twee uur hadden wij
hier een groot kwart uur eene zware donderbui
met hagelslaghagelsteenen vielen er als duiven
eieren zoo groot. De geheele oogst is vernield
de takken der boomen, die met schoon ooft prijkteu,
liggen tegen den grond, het graan ligt plat op
het veld alsof het gedorscht was, de aardappeleu,
boonen en erwten, alles is totaal te niet. De
glazen der huizen zijn aan gruizelemeuten geslagen
en de gordijnen stuk gehageld.
Uit Oosterwijk wordt aan de N. R.Ct. geschreven
Een hagelslag zooals bij menschenheugenis niet
in deze streken bekend is, heeft onze gemeente
geteisterd. De schade hierdoor veroorzaakt is niet
te berekenen. Er vielen hagelsteenen ter groote
van een klein kippenei en ongeveer 25 gram
wegende. In de zoogenaamde kleine heide is
niets hoegenaamd overgebleven de aardappelen,
de boekweit en het koren kunnen als verloren
beschouwd worden.
Als een staaltje van hondentrouw is het
navolgende uit Westkapelle wel vermelding waard
De hond van iemand, welke met Mei 11. naar
Amerika vertrokken was, verkocht zijnde naar een
andere gemeente, kwam tot driemaal toe, na zich
telkens van den ketting losgewerkt te hebben, naar
Westkapelle terugen bleef telkens bij het
paard, hetwelk daar aan een ingezetene ook van
dien persoon verkocht was, waar het beest moeielijk
van daan te krijgen waswel een bewijs dat het
beiden trouwe vrienden zijn.
In het jaar 1890 bedroeg het aantal nieuw
gebouwde panden te Rotterdam 438, bevattende
1430 woningen. Van gemeentewege zoowel als door
particulieren werden afgebroken 53 huizen, bevat
tende 60 woningen.
Een curieus staaltje weder met hoe weinig
doorzicht de bepalingen van de wet betrelfende het
dragen van wapenen ontworpen en aangenomen
zijn. De Haagsche schutters werden, teneinde
dienst te doen bij de komst van den Duitschen
Keizer in Den Haag, met Beaumont-geweren ge-
wapend, die zij in burgerkleeding moesten afhalen.
Hierdoor echter zou de wapenwet overtrede worden,
en daarom werd uit het geweer eerst het slot
genomeu, dat dan afzonderlijk aan de schutters
werd ter hand gesteld.
Eenige passagiers voor Grouw vergaten dezer
dagen uit te stappen, toen de trein voor dat station
stopte. Toen men weer van het station vertrok,
bemerkte men dii en uit den wageu werd geroepen
te stoppen, doch conducteur en machine-personeel
hoorden dit niet. Een leerling van het gymnasium
te Leeuwarden kreeg medelijden met de Grouwster
reizigers en haalde de noodrem over. De trein
stond spoedig stil, de Grouwsters konden uitstappen
maar de gymnasiast kreeg wegens zijne betoonde
welwillendheid proces—verbaal.
De vischsloep ,/Drimmelen," stuurman C.
B. Zwanenburg, Dinsdagavond laat te Pernis binnen
gekomen, bracht mede het lijk van den matroos
Hendrik Verhagen. Deze was verleden week,
toen hij met eene zware koorts te kooi lag,
daaruit aan dek gekomen, en onder het uitroepen
udaar gaat ie", overboord gesprongen. Toen het
gelukte hem met de jol aan boord te halen, was
hij reeds dood. Hij laat eene weduwe met drie
jonge kinderen na.
Van de buitengewone drukte, welke in ver-
band met het feest in Amsterdam eergister op het
perron van de Holl. Spoor te 's Graven hage
heerschte, maakte een behendig zakkenroller gebruik,
van een heer, die met den sneltrein van 10,32 in
den Haag kwam, zijne portefeuille, inhoudende
ruim /"100 aan bankpapier, te ontfutselen. Ter-
stond werd de politie met het voorgevallene in
kennis gesteld, doch de dader was natuurlijk reeds
gevlogen, misschien wel naar Amsterdam, om(daar
zijne kwade praktijk voort te zetten.
De ontrolde portefeuille is later door den stations-
portier onder een der banken van de 2e klasse
wachtkamer gevonden. In de portefeuille bevonden
zich eenige brieven, doch het bankpapier was er
uit verdwenen.
Eenige ooggetuigen vertelden, dat zij op de
plaats waar de portefeuille werd gevonden een uur
van te voren twee personen hadden zien zitten,
waarvan de een denkelijk een Duit.scher was. Deze
had aan het buffet een muntbiljet van tien gulden
gewisseld.
Van een en ander werd kennis gegeven aan den
statiouschef en aan de politie.
Hield mej. Trijntje de Jong, alias de
millioenenjuffrouw, te Drachten woonachtig, zich
in den laatsten tijd vrij kalm, zoodat men haar
bijna niet zag, j.l. Maandagavond moest zij toch
eens weer aan haar hart lucht geven, schrijft de
Eriesche Ct. Men zegt omdat zij 't eerste hooi
binnen had.
Een hare woning voorbijkomende troep muzikanten
werd door haar aangehouden en uitgenoodigd achter
het huis een lustig deuntje te doen hooren. Hieraan
werd, in de hoop op een buitenkansje, gaarne
voldaan. De muziek speelde, Trijntje danste, en
onder 't gebruik van een //snapsje" ging het er
vroolijk toe.
Dit kwam ter oore van Drachten's jeugd, zoodat
in een oogenblik Trijntjes woning omringd was.
Zelfs ouderen van dagen moesten een kijkje nemen.
Eensklaps treedt ze te voorschijn met een verroeste
sabel, jaagt eerst de muzikanten van het hiem en
wendt zich daarna, met dreigende houding en steeds
met het wapen zwaaiend, tot de lastige indringers,
die uiteenstoven en een goed heenkomen zochten.
Zij keerde terug, doch werd thans op hare beurt
aangevallen en met zand en allerlei ontuig geworpen.
Zieude, dat ze hiertegen niets kon uitrichten,
neernt zij een kort besluit, slingert de sabel tusschen
de menigte, die spoedig in beslag werd genomen,
en verwijdert zich daarna weer achter hare woning.
De muzikanten, haar thans outwapend ziende,
kregen nu ook weer moed, gingen weer naar haar
toe en eischten betaling voor de geleverde muziek
maar zij konden hoog of laag springen, Trijntje
stoorde zich hieraan niet. Zij keerde zich om,
ging in huis en liet en muzikanten en nieuws-
gierigen aan hun lot over.
Een inwoner van Benningbroek is gestorven
aan bloedvergiftiging. Met een geneesmiddel had
hij zijn paard ingesmeerd, doch daarbij schijnt iets
van die stof in een open wond aan zijn duim te
zijn gekomen, welk lichaamsdeel hevig opzwol.
Ook hand en arm bleken hevig gezwollen en maar
al te spoedig deelde het gif zich aan het geheele
lichaam mee, zoodat de patient na weinige dagen
lijdeus bezweken is. De ingeroepen geneeskuudige
hulp kon hem niet redden.
Nabij de hofstede Steenenkamer, op ongeveer
1 uur afstand van Bergen-op-Zoom, hebben eenige
arbeiders, die aldaar werkzaam waren met het
blootleggen van de wortels van een voormalig
dennebosch, gemakshalve het aanwezige gras, de
ruigte, enz. in brand gestoken. Het vuur ver-
spreidde zich in weinige oogenblikken over een
groote oppervlakte en dreigde een nabijgelegen
dennenbosch met vernieling, toen het den ge-
meenteveldwachter met een arbeider nog tijdig
mocht gelukken het vuur te stuiten en het bosch
te bewaren.
Tegen de onvoorzichtige arbeiders, te Wouw
woonachtig, is proces-verbaal opgemaakt.
Een handelaar in aardappelen, wonende in
een klein plaatsje in Hannover, maakte op reis
kennis met zekeren C. V., zaakwaarnemer te
Amsterdam (reeds vroeger veroordeeld). Onder-
handelingen werden aangeknoopt en de aardappel-
handelaar liet zich bewegen, aan V., voKeos
vertoonde volmacht vertegenwoordigtr van ^het
huis" B., in de Rijswijkschestraat te's Gravenhage
2 waggouladiugen aardappelen te zenden op
voorwaarde van dadelijke betaling.
De geschiedenis had het bekende verloopde
aardappelen werden gezouden, maarhet geld
kwam niet, en de handelsbetrekking kostte den
Duitscher ongeveer 750, waarbij hij nog van
geluk mocht spreken, dat hij en auderen er niet
nog leelijker ingeloopen waren, want de handels-
relatien waren op veel grooter schaal voorbereid
en bepaalden zich niet alleen tot aardappelen,
maar ook een groote leverantie van draadnagels
was in het program van actie opgenomen.
De firma G. Visser en A. Brouwer verzond de
aardappelen veiligheidshalve naar Rotterdam, aan
het adres van een kruier aldaar, waar ze tot elken
prijs van de hand gezet werden, terwijl de betaling
geschiedde met een wissel van 3000 op de
Nederlandsche Bank, die echter, daar geen der
betrokken firmanten voor een cent crediet heeft,
natuurlijk totaal waardeloos was, zooals door den
secretaris der Nederlandsche Bank nader werd
geconstateerd.
Van de geslepenheid der firmanten bleek ter
terechtzitting van de Haagsche rechtbank op over-
tuigende wijze.
Het O. M. achtte, wegens het doortrapt overleg,
een zware straf noodig. Terwijl echter beklaagde
Visser nog een gevangenisstraf heeft te ondergaan
van 2£ jaar, wegens oplicktiug, en de wet slechts
een maximum van 4 jaren voor het onderhavige
feit toelaat, was de eisch voor hem nu 11 jaar en
voor A. Brouwer 4 jaar gevangenisstraf.
De toegevoegde verdediger, Mr. A. G. Bik, ver-
klaarde in de handelingen van beklaagden niets te
zien als een termijnhandel, zooals gedreven wordt
in effecten, grauen, enz., en concludeerde, wat de
,/oplichting" betreft, tot vrijspraak en tot ontslag
van rechtsvervolgiug ten aanzien van de poging
tot oplichting.
De schrik van Whitechapel. Sedert eenigen
tijd heeft zich onder de bewoners der beruchte
Londensche wijk Whitechapel een vereeniging
gevormd, die zich ten doel stelt geregeld die wiji
te bewaken, zoowel des daags als des nachts, om
zoodoende Jak the Ripper eene herhaling zijner
bekende misdaden te beletten.
De voorzitter dezer vereeniging, de heer Backert
ontving dezer dagen een ongeteekenden brief van
den volgenden inhoud Binnenkort zal ik mijne
werkzaamheden in uwe wijk weer beginnen indien
gij, of een der leden uwer helsche bende het waagt
mijn spoor te zoeken, dan zal ik je een mes in
het hart stooten. Wees dus gewaarschuwd, en laat
me met vrede. Dat de politie me pakke, als ze kan
dat is haar plichtmaar ik beklaag haar, want ik
zal me nooit levend laten vangen. Reeds tweemaal
was ik bijna geknipt.
Geheel de uwe, Jack the Ripper.
De voorletters van mijn waren naam zijn G. W. B.
De heer Backert stelde dezen brief ter beschik-
king der politie, die in het schrift dezelfde hand
herkent van de brieven, welke zij reeds meermalen
heeft ontvangen, gewoonlijk een paar dagen voor
dat de misdaad plaats had.
Met de herinnering aan de bekende gruwelijke
feiten kan het niet anders, of deze brief moet onder
de bevolking van Whitechapel niet weinig ongerust-
heid gewekt hebben, die zelfs de zorgvuldigste