Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. S3 wsm,33^a No. 2681. Woensdag 21 Januari 1891. 31e Jaargang. ill a Ter Neuzen's belangen. Binnenland. ABONNEMENT: FEUILLETON TER MENSCHE COIIRAIVT Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie /1,40. Voor Amerika 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Hit bind verMcbiJut Ulnadag- en Vrijdagavond blj den altgever P. J. VAN DE S A N D E te Ter Nrnzen. In den loop der maand Februari a. s. moeten, ter voldoening aan art. 8 der betrekkelijke veror- dening, alle mannelijke ingezetenen, wonende in de kom der gemeente, geboren in het jaar 1860, en ook die van ouderen leeftijd, voor zoover zij hun 50e jaar nog niet zijn ingetreden, die in het vorige jaar zich in de gemeente hebben gevestigd, ter gemeente—secretarie aangifte doen om voor den dienst bij de brand weer te worden ingeschreven. Die deze aangifte verzuimen worden, onrermin- derd de daartegen bedreigde boete, ambtshalve ingeschreven, of, wanneer het verzuim eerst na de loting wordt ontdekt, zonder loting in dienst gesteld. Ter Neuzen, 20 Januari 1891. Burgemeester en Wethouders aldaar, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. Onder de menschelijke hebbelijkheden en onhebbe- lijkheden speelt 't egoisme of de eigenbaatzucht een voorname, zoo niet de voornaamste, rol in de wereld, zoowel onder kleiuen als grooten, zwakken als machtigen. Ieder is zich zelf het naast, het hemd is nader dan de rok, zijn van die spreekwoordendie een mensch zich 't ge- makkelijkst en 't liefst tot levensregel maakt en ook in praktijk brengt. Maar daar is ook geen menschelijke hartstocht, die een mensch meer verblindt en hem onbillijk vaak doet zijn en onrechtvaardig soms ook. Aangezien de kwaal zoo algemeen is, kan men elkaar de feilen, die er 't gevolg van zijn, ook gemakkelijker vergeven. Doch al wie met hare algemeenheid geen rekening houdt of maar immer en altijd bij zijn even mensch belangeloosheid of zelfopotiering vooronderstelt, vooral als hij met hem zikeu te doen of te vereffeneu heeft, zal het in de wereld zeker nooit ver breugen. Wij willen gaarne bekennen, egoistisch genoeg te zijn om meer belang te stellen in den bloei en voorspoed onzer vaderstad in 't algemeen en hare haven in't bizonder dan van andere zeeplaatsen of zeehavens, die met de onze concurreeren. En wanneer wij daarbij onbillijkheden of onrechtvaar- digheden zouden begaan, hebben wij er niets tegen, dat men ons onze feilen toont. Maar als ieder ander hebben wij het recht te eischen, dat men hierbij op eene redelijke wijze te werk ga en niet in eene overdrijving vervalle, die aan het belachlijke grenst. Daar hebt gij bij v. de Vlissingsche Courant, i) -v._ Wilt u werkelijk reeds naar huis Blijft u geen enkel dansje meer Neen, heusch niet 1 Mama wil naar huis, het is al zoo laat De jonkman keek vluchtig op de pendule. Drie uur reeds 1 Wat gaat de tijd toch snel voort als men zich gelukkig gevoelt 1 De jonge dame antwoordde daar niet op, maar bleef toch staan, alsof zij nog iets verwachtte. Mejuffrouw, begon de jonge beeldhouwer plot- seling met gedempte stem en met zekeren haast, alsof hij vreesde, dat een volgeud oogenblik de goede gelegenheid tot spreken voorbij zou zijn, mejuffrouw, juffrouw Margareta, het is heden de derde maal, dat ik het het geluk heb u in gezel- te ontmoeten. Nu gaat u heen en ik blijf achter met de vraagZal ik zoo gelukkig zijn u ook een vierde maal te ontmoeten De tijd der winterge- zelschappen loopt ten einde Mijne ouders ontvaugen hunne vrienden in elk jaargetijde, antwoordde het meisje zacht zonder de oogen naar hem op te slaan. De gelukkigen, die tot hunne vrienden behooreu O, mijne ouders behooren niet tot degenen, die naar aanleiding van onze artikeien over het staken der loodsbediening tusschen 3 en 8 dezer op het lumineuse denkbeeld is gekomen, aan te merken, dat de vaart tusschen Vlissingen en Ter Neuzen in het geheel niet officieel gesloten is geweest. Wij zouden van het snuggere blad wel eens willen veruemen, op welke wijze eene vaart dan wel offici'eel gesloten wordt, als dit niet geschieden kan door het ambtsbevel van een daartoe bevoegd ambtenaar. Of ware volgens het blad daartoe eene effectieve blokkade van eenige oorlogschepen noodig geweest? Of is het blad zoo'n vreemdeling in Jeruzalem, d. i. in de scheepvaart, dat het niet weet, dat de gezagvoerders van zeeschepen over'talgemeen de vaart van Vlissingen op Ter Neuzen en v.v. zonder loodsbediening niet ter hunner verantwoor- ding durven nemen Dit is de vermakelijke zijde van de aanmerking van het Vlissingsche orgaan. Maar het wordt heel wat erger als het er op volgen laat „Van Ter Neuzenscbe zijde werd steeds, op gevaar af dat schip en lading naar den kelder ging, de vaart op Ter Neuzen gaande gehouden. Wat er overigens op 'tspel gezet werd, en welke middelen werden aangewend om zijn haan maar koning te laten kraaien, willen wij maar liefst blauw-blauw laten." Wij meenen ons de vrijheid te mogen veroorlooven, deze voorstelling eene kolossale on waarheid te noemen. En het bewijs het bewijs dat er geen gevaar was en niets gewaagd werd is geleverd op 8 dezer door het feit, dat acht schepen toen onze haven hebben verlaten en ongedeerd Vlissingen bereikt, terwijl op denzelfden dag nog drie andere van Vlissingen bier binnen liepen. En de Middel- burgsche Ct., die als provinciaal blad poseert, neemt deze voorstelling zonder eenige bedenking overZou de ergeruis, die dit blad genomen heeft van hetgeen wij schreven over de concurrentie van vreemde havens, niet beter gericht zijn geweest tegen de Vlissingsche zuster Inderdaad, wij hebben gesclireven, dat de con currentie van vreemde havens aan de voorbarige staking van de loodsbediening op de Wester-Schelde van iuvloed kan geweest zijn. Men gelooft gaarne wat men wenscht. Bij afsluiting van zeehavens door ijs of anderszins geldt ook 't spreekwoord den een zijn doodden ander zijn brood. En zonder profeet te zijn, mag men voorspellen, dat ook in de toekomst de afslui ting van de Antwerpsche haven deze ten nadeele, de Rotterdamsche zeker, 't is te hopen ook de Vlissingsche zal ten goede komen evenals de Ter Neuzeusche. En waren wij Vlissingers geweest, wij zouden gedaan hebben als de inwoners dier Scheldestad en als alle andere menschen in gelijke omstandigheden, namelijk geloofd wat wij wenschten, die een kunstenaar onder de nuttelooze menschen rekenen. Werkelijk juffrouw Margareta vroeg de jonge beeldhouwer verheugd en daarbij drukte hij de hand der jonge dame zoo levendig, dat eene Engelsche gouvernante in haar verontwaardiging zeker een appelflauwte had gekregen. U kan niet gelooven hoe gelukkig ik mij gevoel door deze verzekering Als eenig antwoord op deze woorden meende de jonge kunstenaar een zacht drukje van haar hand te bemerkentegen alle regelen der wel- levendheid had hij nog alijd haar hand in de zijne. U zal er dus niet boos om zijn Margareta als ik een onberoemd beoefenaar der kunst het waag, uwe ouders Zij schudde bijna onmerkbaar het hoofd. Ik kom, ik kom, nep zij daarbij eene dame toe, die in de verte naderde. Met een kuikje tot afscheid keerde zij zich toen af van den jonkman, die in zijn verbijstering vergat een kus op haar hand te drukken en haar als in een droom na- staarde. Nauwelijks had de jonge dame echter een paar schreden gedaan, of zij keerde zich om en riep Och, mijnheer Haardt, mijn waaier ligt daar nog op een stoel I Meer woorden waren niet noodig om den jongen kustenaar in den grootsten ijver naar het bedoelde voorwerp te doen heensnellen. Hij kende dien te weten de afsluiting van de Ter Neuzeusche en nog andere havens, opdat de prachtige loskaden aldaar geen dag, geen uur leeg zouden zijn. Zulk egoisme is nu eenmaal menschelijk, en te Vlissingen en te Middelburg weet men al te goed, dat het zich te Antwerpen, terwijl zijn haven gesloten is, nog vrij sterk gelden laat. En omdat het zoo wenschelijk en algemeen is, hebben wij gewag ge- maakt van concurrentie van vreemde havens, wier iuvloed de ambtenaar, die 't bevel tot staking van een loodsbediening gaf, onbewust of te goeder trouw kan ondergaan hebben. Het geval is voor dien ambtenaar al treurig genoeg. Wij gevoelden geen lust en zagen geen redenen om hem met scherpere steenen te werpen en herstellen ook gaarne eene vergissing, die wij tegenover hem begaan hebben. Wij hebben geschreven, dat hij slechts enkele maanden te Vlissingen vertoefde. Het waren slechts enkele dagen. En is dwalen menschelijk, voor hem was het in de gegeven omstandigheden te gemakkelijker. Nog deze vraag willen wij genoemde bladen stellenHoe kwam het, dat de hervaiting der loodsbediening op de heropening der Wester-Schelde van uit Vlissingen eerst vier dagen later werd bericht aan de N. Rott. Ct., terwijl van de staking of heropening terstond en zelfs herhaaldelijk kond was gedaan aan dat en andere bladen Nu wij toch over Ter Neuzen's belangen spreken moet ons nog eene opmerking van het hart. Het was eerst Dinsdagnamiddag, 8 dezer, dus bijna 24 uren na de staking der loodsbediening, dat ons gemeentebestuur, en nog niet uit eigen initiatief, maar aangezocht door eenige cargadoors eene emstige poging deed om Ter Neuzen van die voorbarige of ongegronde stopping van de hoofdbron zijns welvaarts te verlossen. Men denkt hier wel eens te eenzijdig over de internationale scheepvaart in onze haven. Men denkt te veel aan de werkgevers en vergeet of ziet over het hoofd de werklieden, ja zoovele andere ingezetenen, wier financieele of stoffelijke belangen met die der cargadoors in meerdere of miudere mate samengaan. Men zal niet kuunen ontkennen, dat de werk gevers aan onze loskade in die dagen eer hebben gedaan aan hunne zaken, niet alleen door spoedig en druk bij betrokken autoriteiten tegen het voorbarig besluit te protesteeren, maar ook door toen en ook nu nog zich geldelijke opofferingen te getroosten om de scheepvaart gaande te houden. (Zij lieten tot wegruiming van ijsschollen van de monding der haven eene sleepboot komen, die hun op 30 ponden kwam te staan. Thans nog geven zij den loods voor elk schip dat hij in- of uitvoert, edn pond). waaier zeer goed en drukte hem met teederheid tegen zijn lippen. Bij zijn terugkeer was de jonge dame reeds verdwenen. Te vergeefs wachtte hij nu geruimen tijd aan de deur der kleederen Kamer, of zij uit die deur weer te voorschijn zou komen. Toen hij eindelijk de hoop moest opgeven haar nog eens te zien en met een vriendelijken glim- lach beloond te worden, verliet hij de balzaal, die hem nu ledig scheen en ging de straat op. Achteloos dwaalde de jonkman nog langen tijd in zoet gepeins door de straten voor hij zijne woning opzocht en ter ruste ging. Den volgendeu morgen was Felix Haardt in zoo'n gedrukte stemming als niemand zou vermoed hebben, en hij zelf allerminst. Hij zat in een poover gemeubileerd kamertje dat eigenlijk een aanhangsel van zijn werkplaats daar naast was. Hij was bezig iets te doen, maar hield daarmee op en liet droevig het hoofd hangen. En waar was hij mee bezig Met het inpakken van verschillende voorwerpen van waarde, die hij in een reistasch legde, welke geopend voor hem op de tafel stond. Meermalen hield hij even op om in de kamer heen en weer te loopen en halfluid tot zich zelf te spreken. Dit laatste was een gewoonte, die het gevolg was van zijn eenzaam leven, dat hij geheel aan de kunst wijdde. O, mijne ouders behooren niet tot degenen, die Zeg mij, dat eigen belang hen daartoe beweegt, zelfs dat zij spiering uitwerpen om kabeljauw te vangen. Maar daardoor verdienen onze werklieden in deze barre dagen toch een goed loon en makeu onze neringdoenden goede zaken. Wat zou Ter Neuzen worden zonder die scheep vaart Deze is Ter Neuzen's belang, de hoofdbron van zijn welvaart, van zijn vooruitgang. Ook ons gemeentebestuur mag dat geen oogenblik vergeten en, naar onze bescheiden meeningter harer behartiging in gelijke omstandigheden wel wat spoediger optreden dan het in de dagen tusschen o en 8 dezer gedaan heeft. In politieke kringen te Berlijn wordt verteld, dat Keizer Wilhelm bij het bezoek, dit jaar door hem aan Engeland te brengen, wat waarschijnlijk reeds in het voorjaar het geval zal zijn, op zijn reis daarheen ook het Nederlandsche Koninklijk Hof zal bezoeken. De gezondheidstoestand van wijlen Koning Willem III belette tot dusver deze beleefdheid des Keizers, terwijl de veranderde om standigheden thans een, zij het ook slechts korte, ontmoeting met de Koningin—Weduwe zouden gedoogen. Vroeger werden alle stukken, aan den Koning gericht, aan 's Konings kabinet geopend, en werd aan Z. M. alleen dat gedeelte daarvan voorgelegd, wat de directeur nuttig of raadzaara oordeelde om door den Koning te worden gezien. Koningin Emma heeft nu, volgens een betrouwbaren zegsman, den nieuwen regel ingevoerd, dat alle aan haar gerichte brieven door haar zelve of althans in hare tegen- wooordigheid moeten worden geopend en gelezen. Met het oog op de zware ijsbevloering in de strooraende rivieren en andere rijkswateren in Nederland en de daardoor, bij het door den dooi losraken van het ijs, in het vervolg allicht te ontstane gevaar voor de zee— en rivierwaterkeerende dijken, is door het bestuur van den polder Oud- Heinenoord besloten, aan den Minister van Waterstaat, te verzoeken, zoo spoedig mogelijk zich tegen den naderenden vijand te weer te stellen, door b. v. de stroomende wateren van de mondiugen af op- waarts los te maken, of met andere aan de regeering ten dienste staande krachtige middelen te trachten de ons nakende ouheilen af te wenden. Als een bewijs dat de toestand van het ijs op de Schelde zeer veel belangstelling trekt, ook bij de Belgische regeering, kan men hieruit opmaken, dat Zondag een redacteur van het Journal de Bruxelles speciaal belast was zich op de hoogte te stellen van den toestand der havens en het ijs op de Schelde te Vlissingen. een kunstenaar onder de nuttelooze menschen rekenen heeft zij gezegd. Dat klonk bemoedigend. En hoe lief zei ze datMaar zou ze hetzelfde wel zeggen, als zij mij bezig zag aan hetgeen ik nu doe P En dan haar ouders, haar vader, de rijke consul Hansen 1 Ja, mijnheer Hansenzou ik moeten zeggen als hij nu kwam binnenstappen, de jonge beeldhouwer Felix Haardt is juist bezig zijn kostbaarste voorwerpen in te pakken om ze naar de lommerd te laten brengen. De nogonbe- roemde en uwer familie onwaardige beitelaar wil u heden een beleefdheidsvisite brengen om naar den welstand uwer dochter te informeeren. Daartoe ontbreken hem echter eenige noodzakelijke dingeu om zijn uiterlijk een behoorlijk aanzieu te geven. Zoudt ge het u kunnen voorstellen, mijnheer Hansen dat jonge mensch is tot over de ooren verliefd op uwe dochter eu zou haar liefst dadelijk naar het huwelijksaltaar geleiden. Bij deze woorden onderbrak Felix zich zelven met een bitteren lach en zette zijn wandeling door de kamer in zenuwachtige haast voort. Daar viel zijn oog op den waaier, die haar toebehoorde. Hij nam hem op, wikkelde met zorg het papieren hulsel af en drukte het voorwerp aan zijn lippen. De herinneringen, die nu bij hem levendig werden, vaagden weldra alle verbittering van zooeven bij hem weg. Hoe mooi is hij, zeide hij, terwijl hij den

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1891 | | pagina 1