Algemeen Nieaws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. Een Mam van Zeenwscb-Tlaanderen. No. 2680. Zaterdag 17 Januari 1891. 31e Jaargang. Naar het armhuis? Binnenland. ABONNEMENT: FEUILLETQN. 3) TER NEUZEIVS€HE IRAT. Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post Yoor Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADYEETENTIlN. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot bet plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Kit blad verschijiit UliMdas- en Vrijdagavond bij den nitgever P. J. V A It 8 A H D E te Ter Neuzen. I N G EZOND E N. Van nabij bekend met de zaak en daarin het grootste belang stellende, lazen wij met bijzondere voldoening het hoofdartikel, onder .het opschrift ,/Ier Neuzensch belang", in een der vorige nomraers van de Ter Neuzensche Couraut, van de ontoe- gaukelijk verklaring der haven van Ter Neuzen door het loodswezen te Vlissingen en over de daarop gegronde weigering om loodsen voor die haven af te geveu, hetgeen met het oog op de verhonding van de schepen tot de assurantie— maatschappijen met sluiting van de vaart op die haven gelijk stond. Tot ons genoegen zagen wij in dat hoofdartikel met waardeering gesproken van de goede diensten ten belange dier haven, bij deze gelegenheid door den heer Walter, als lid van de 2e Knrner der Staten-Generaal bewezen. Ongetwijfeld heeft zijn optreden bij den Minister van Marine daarvoor zeer gunstig gewerkt. Reeds meermaleu is de heer Walter, en ook de heer Glinderman, zeer belangstellend en met het beste gevolg voor de belaugen van den spoorweg en de havenzaken van Ter Neuzen werkzaam geweest, waardoor zij, aangezien die zaken de groote algemeene belaugen van Zeeuwsch-Vlaanderen betreffen, de voldoening hebben mogen stnaken, uitstekende diensten aan hunne kiesdistricten te hebben bewezen. Gelukkig voor de beide districten, begint ook door de voortdurende verbindiug van den Brakman de eenheid van belangen voor het 4" en 5" distrikt van Zeeuwsch -Vlaanderen meer en meer op den voorgrond te tredeu, waardoor van zelf sameuwerking in geheel dit land voor gemeenschappelijk belang zal worden verkregen. In Nederland is het loodswezen uit- en naar zee het monopolie van den Staat, terwijl voor dien landsdienst door de scheepvaart goed moet worden betaald. Er zijn er, die in het algemeen een vrij loodswezen ook voor Nederland zeer gewenscht achten. Tegen opheffing van het Staatsloodswezen wordt aangevoerd dat bij een vrij loodswezen het bij goed weder wel nooit aan loodsen zou ontbreken, maar dat zij bij slecht weder dikwerf met zouden te vinden zijn. Dit kan echter alleen geldeu voor buitengaats. Iuderdaad laat het zich denken, dat wanneer, zooals in den winter dikwerf het geval is, er weinig of geen schepen in zekere richting op de kusien te verwachten zijn; bij opheffing van het Staatsloodswezen, daar veelal te vergeefs naar een kruisend loodsvaartuig zou worden uitge- zien. Voor den loodsdienst van Vlissingen naar Ter Neuzen is het hieromtrent een geheel ander geval en geeft het gebeurde gerechte aanleidiug ernstig aan het nut van een vrij loodswezen te denken. Voor schepen met besternming naar Belgie, wordt door (S1 o t.) De sleepende, langzame gang van den ouden man was voor Frank, op dat oogenblik onver- drageiijk. Hij nam grootvader bij den arm, leidde hem over de straat en trok hem toen met zulk een haast over de stoep voort, dat de verbaasde grijsaard buiten adem was en bijna neerviel. Eerst toen er eenige straten tusschen hen en het armen- huis lagen, matigde Frank ziju schreden, zoodat de oude weer adem kon halen. Daarna bracht hij hem in zijn huis terug en zette hem op zijn gewone plaats in den armstoel bij den schoorsteen. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen, Martha, zeide Frank, ik stond voor den ingang, en keek naar de bel, toen hij zijn oogen op mij richtte. Zijn blik en hetgeen hij tot mij sprak deden mij sidderen. Ik kon het niet doen. Het was mij of ik op het punt stond den ouden man te vermoorden. En het is erger dan een moord, vrouw, iemand van zijn medemenschen tusschen die muren te brengen, zij zijn daar levend begraven. Maar, Frank Het zal nooit gebeuren, Martha, viel Frank zijn vrouw in de rede. Wij moeten alles doen om hem en ons hiervoor te bewaren. de mededinging van het Belgisch loodswezen voor een goed deel het voordeel van een vrij loodswezen verkregen, maar voor schepen met besternming naar Nederiandsche havens, en dus ook naar Ter Neuzen, wordt elke mededinging gemist. Bij goed weder is het loodsen van Vlissingen naar Ter Neuzen zeker gemakkelijk en in het algemeen kan eerst onder moeilijke omstaudigheden de loodsdienst bijzoudor worden gewaardeerd. Thans echter heeft zich juist het geval voorgedaan dat, terwijl er voor zeestoombooten nog volstrekt geen bezwaar bestond om naar Ter Neuzen op te varen, zij te Vlissingen geen loodsen meer kouden bekomen, met welke weigering is voortgegaan, totdat een gewone sleep- boot en een zeestoomschip zonder loods naar Ter Neuzen waren opgevaren, en daar, zonder eenig bezwaar op de reis te hebben ondervonden, waren aangekomen. De vaart naar Ter Neuzen wegens ijsgang eerst sluiten en daarna bij aanhoudende en strenge vorst weder openen Het heeft veel van een kluchtspel, maar het is ergerlijk tevens, want door de bewuste weigering ziju groote handels-en scheepvaartbelangen, evenals plaatselijke belangen, deerlijk geschaad. Met energie en ten koste van veel geld was geheel het 7 uren lange kanaal van Ter Neuzen naar Gent be- vaarbaar gehouden, en dit werd door die handeliug geheel doelloos gemaakt. Wij zullen niet treden in de vraag van het loodswezen te Vlissingen naar mogelijke drijfveeren ol bedoelingen en bepalen ons eenvoudig tot de feiten, die overtuigond toonen, dat door deze han deliug een misslag is begaan, waardoor het aanzien en het gezag van het Staatsloodswezen geleden heeft. Hopen wij dat onze volksvertegenwoordigers de heeren Glinderman en Walter, de zaak verderter sprake zullen brengen, waar het behoort, wij voegen voor dit geval hieraan gaarne toe dat tegen den Minister van Marine in dezs geen enkele grief bestaat, en dat men integendeel veeleer levendige erkentelijkheid jegens Zijne Excellentie gevoelt voor hetgeen daaromtrent van zijnentwege werd verricht. Glausrijk is thans op nieuw bewezen, dat de haven van Ter Neuzen ook in den strengsten winter voor de zeevaart toegankelijk blijft. Nu wij tocb over die vaart spreken, gevoelen wij ons gestemd ook een woord in het midden te brengen over den Provincialen Stoorabootdienst, die reeds sedert lang op Ter Neuzen is gestaakt, zoodat het 5" district van alle verkeer met den overwal is verstoken. Tusschen Vlissingen en Breskens daartegen wordt de dienst zooveel mogelijk onderbouden. In de Middelburgsche Courant van jl. Vrijdag lezen wij ,/De boot naar Breskens moest heden ochtend terugkomenmaar men zou het van Met een wederkeerigen blik in elkanders vochtige oogen bezegelden de echtelieden het verbond, dat grootvader een t'huis bij hen zou hebben, zoolang zij zelf een dak boven zich en een stuk brood met elkander hadden te deelen. De oude was niet slechts kostbaar, maar ook in de winterraaanden vooral door zijn gebrekkigheid zeer lastig geweest. In het voorjaar kwam hierin verbetering, doordien hij een groot deel van den dag voor de deur van het huis kon zitten. Met den kleinen Koenraad aan de hand, strom- pelde de oude man dikwerf door het naburig plantsoen, terwijl hij den kleinen jongen de vroo- lijkste geschiedenissen verhaalde. Frank en Martha werden echter met den dag stiller en bedroefder; zij waren de offers van hun zware zorgen. Het huisgezin vermeerderde nog, terwijl de inkomsten voortdurend verminderden. Frank geraakte zelfs langzamerhand in schulden. De toestand was zeer treurig. Het eohtpaar wist nauwelijks raad om het droge brood voor hun talrijk kroost bij elkander te krijgen, terwijl zij hun eigen behoeften zooveel mogelijk beperkten om den ouden grootvader „iets krachtigs" te kunnen aanbieden. Maar alle vlijt en spaarzaamheid vermochten niet het ongeluk af te weren, dat Frank en den zijnen hoe langer zoo dreigender toescheen. Op zekeren namiddag, terwijl Frank, in sombere gedachten verzonken, in zijn kleinen winkel zat, bemerkte hij eensklaps een man, die half binnen de middag nogmaals met een sleepboot beproeven." Waarom, zoo vragen wij, wordt de dienst Vlis singen-Ter Neuzen niet met een sleepboot onder- houden Het 5e district toch is zoo sterk bevolkt, en lijdt dit district door het isolement schade, de overwal heeft daar nog meer nadeel van. W inters als deze moeten er toe leiden ernstig te overwegen of voor den provincialen dienst, het schroefstoomschip niet de voorkeur verdient boven het raderstoomschip. Daar in het geschrevene niets voorkomt, wat redelijkerwijze tot onderteekening verplicht, onthouden wij ons daarvan, wijl het ons eenig en alleen om de zaak te doen is eu geenszins om ons vooruit te dringen of de aaudacht op ons te vestigen, en ook opdat de welgemeende hulde door ons aan den Minister van Marine en den heer Walter gebracht, niet kunnen worden verdacht van vleierij met eenig bijoogmerk. In de zitting der Tweede Kamer van gisteren ving het algemeen debat aan over de begrooting voor het Depariement van Kolouien. Vooraf deehle de voorzitter raede, dat hij des- verlangd bij het XI hoofdstuk gelegenheid zal geven tot het houden van algemeene beschouwingen over de Staats begrooting. Door den heer W. K. van Dedem werd gewezen op de tekortkomingen dezer regeering ten opzichte van Indie. Landrente, opiurapacht, koffiecultuur, spoorwegen, irrigatiewerken, de regeling van het mijnwezen en de comptabiliteitswet, al die groote vraagstukken zijn nog niet tot eene gewenschte oplossing gebracht, hoewel dit voor Indie dringend noodig is. De Minister verdedigde het beleid der Regeering en deed uitkomen, dat, hoevel de verwijten van den heer Van Dedem meer zijn voorvanger be- troffen, hij toch tot op zekere hoogte diens inzichten decide. Ook de heer Levyssohn Norman onderwierp het beleid dezer Regeering aan critiek. Hij wees op de noodzakelijkheid van irrigatiewerken, bezoldiging der dessa-hoofdeu en besprak opnieuw de subsidi- eering der Mahomedaansche volksscholeu. Bij beschikking van den Minister van Binnen- landsche Zaken, is bepaald, dat de examens ter verkijging van akten van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de nuttige en in de fraaie handwerken voor meisjes voor bet jaar 1891 zullen aauvangen op 16 Febr. e. k. en dat de comrnis- sien, met het afnamen dezer examens belast, zitting zullen houdenvoor de nuttige handwerken te Breda, 's Gravenhage, Utrecht en Groningen voor de fraaie handwerken te Breda, 's Gravenhage en Groningen deur van zijn woning stond. Frank gevoelde, dat thans de ontzettende, lang gevreesde slag hem zou treffen en dat nu de schande over hem en zijn gezin zou komen. Kom binnen, en maak geen omslag voor mij, zeide hij tot den vreemdeling, ik ben geheel op uw komst voorbereid. Werkelijk? vroeg de man, die nu nieuwsgierig nadertrad. Ja, volkomen. Ik ken uw last, evengoed als gij zelf. Zoo, weet gij het reeds antwoordde de man op denzelfden toon. Gij zijt toch niet gekomen, om met mij te spotten riep Frank, terwijl hij van zijn stoel op stond en den vreemdeling uitdagend aanzag, om met mij te spotten en mij te ru'ineeren P Met u te spotten P Neen, verre van dat. Mijn bezoek geldt ook eiugelijk niet u, maar mijnheer Gaywood, mijn ouden buurman. O, dan verzoek ik u vergeving, riep Frank half verlegen, half verschrikt, maar wij verkeeren in zulke droevige omstandigheden, dat ik werkelijk niemand anders dan een dienaar van het gerecht verwachtte. Wanneer ik mij niet zeer bedrieg, antwoordde de vreemdeling vriendelijk, dan breng ik goede tijding. Zyt gij niet de schoonzoon van mijnheer Gaywood Ja mijnheer, ik ben zijn schoonzoon en wenschte Blijkens nader bericht van Hr. Ms. gezant te Parijs is de invoer van Nederlandsch vee in Frankrijk over zee slechts toegelaten op voorwaarde dat het rechtstreeks van eene der Nederiandsche havens naar eene Fransche haven is vervoerd, d. w. z. dat op de reis geene haven van een ander land, is aangedaan. Overigens moeten de zendingen vergezeld zijn van een certificaat van de overheid der plaats van herkomst, inhoudende dat de dieren gezond zijn, en dat op gemelde plaats op het oogenblik der verzending, noch gedurende de zes daaraan voor- afgaande weken eenige besmettelijke ziekte onder runderen, schapen, bokken, geiten of varkens heerschte. Door den kerkeraad der Hervormde gemeente en den gemeenleraad te Brielle, is besloten met het oog op den bijzonder strengen en langdurigen winter eene uitdeeling te houden uit het fonds rouwe Briei van Ellemeet, welk fonds ontstaan is door eene gift van 6000, in 1758 ten behoeve van de armen ontvangen van de descendenten van Mevrouw Briel van EllemeetMr. Jacob van Citters c. s., voor den afstand van het recht, dat men voor de armen bij pestelentie of in dure tijden krachtens eene testamentaire dispositie van mevrouw Van Ellemeet zou kunnen doen gelden op de renten van een kapitaal dat oorspronkelijk f 6000, ruim f 30,000 groot was geworden. De ontvangen f 6000 zijn reeds aangegroeid tot zulk een kapitaal, dat er 2 maal in drie jareu f 2000 kan uitge- deeld worden. In den stormachtigen nacht van Maandag op Dinsdag strandde tijdens dikken mist op den Razenden Bol (Texelsche gronden) de Engelsche stoomboot Elstow, kapitein Gray, met katoen van Norfolk naar Bremerhaven bestemd. Door den voortdurenden mist bleef deze stranding Dinsdag van den wal onopgemerkt. Wel hoorde men de stoomfluit van de Elstow herhaaldelijk overgaan en werden vletterlieden op onderzoek uitgezonden, maar van het schip zelf werd niets gezien. Eerst Woensdag in den vroegen morgen, toen de mist was opgetrokken, werdeu de noodvuren van het stoomschip door de kustwacht gezien en konden er pogingen tot redding van de in nood verkeerende equipage worden in 't werk gesteld. Daar de beide beschikbare sleepbooten door het ijs werden verhinderd zee te kiezen, moesten de reddingsboot en de reddingsvlet van de N. en Z.-Holl. reddingmaatschappij, van den zeedijk te water gelaten, naar de strandingplaats worden ge- roeid, wat wegens het vele en zware drijfijs en door de hevige branding van de redders reuzenkrachten eischte. Gelukkig bereikte men echter met veel inspanning het schip en slaagde men er in de ge- wel in zijn belang, dat ik een rijke schoonzoon ware. Misschien zal hij die niet eens behoeven. Wat bedoelt u daarmede vroeg Frank. Nudat is vlug verteld. Ik las voor eenige dagen in een courant een bericht, waarin aan Henry Gaywood werd medegedeeld, dat als hij zich bij den heer Hawk aanmeldde, hij goede tijding zou ontvangen. Daar ik dadelijk vermoedde, dat dit mijn ouden buurman en vriend gold, en ik toevallig ook met mijnheer Hawk in kennis ben, zocht ik laatstgenoemde op,vond mijn vermoeden bevestigd en hoorde dat uw schoonvader, Henry Gaywood, volgens het testament van zijn in Indie gestorven broeder Houd op, mijnheer, riep Frank, terwijl hij den vreemdeling bij den arm greep, houd op, mijnheer gij drijft een bitteren spot met ons God behoede mij daarvoor, antwoordde hij ernstig. Beantwoord mij dan een andere vraag, giug Frank even opgewonden voort, hebt hij uw vijf ziunen nog alien bij elkander? Zonder twijfel. Goedvertel dan maar door. Nu, ging de vreemdeling voort, ik wilde u vertellen, dat mijnbeer Henry Gaywood volgens het testament van zijn kortelings overleden broeder vijf duizend pond sterling heeft geerfd, die hjj, als hij zich bekend maakt, bij de Engelsche Bank kan ontvangen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1891 | | pagina 1