Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2672.
Woensdag 24 December 1890.
30e Jaargang.
Binnenland.
DE VONDELING.
ABONNEMENT:
advertentiEn.
FEUILLETON.
TER UI/IVNMIf 10HUM
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland f 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32^.
Men abonneert zich bij allfe Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoaders.
Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Kit hlad vernchijnt Uin«tin°- en Vpljdacavond bij den uitgever P. X. VAN BE S A N D E te Ter Neuzen.
folitieli Overzicht.
Von Bismarck is ook een oogenblik in Berlijn
geweest op zijne reis van Varzin naar Friedrichs-
ruhe. Hij was vergezeld van zijne echtgenoote.
Ofschoon zijn oponthoud aldaar slechts zoolang
tluurde als noodig was van den salonwagen aan
net Stettiner station naar het Silezische station te
rijden, waren toch, ondanks de felle koude, onge-
veer honderd personen verschenen, die hem het
vaderlandsche lied ,/Deutscbland iiber Alles
stormacbtig toezongen. De voorinalige .Reichs-
kanzler" dankte voor die vriendelijke bejegening
en sprak levendig met het publiek. Opmerkelijk,
dat er niemand vanwege het hof aan het station
was verschenen.
De Italiaaansche premier heeft in de Kamer de
beschuldigingen weerlegd, die tegen de staatkunde
van het Kabinet zijn gericht. Hij verklaarde dat
de regeering trouw zal blijven aan de gesloten
bondgenootschappen. Italie's positie in Afrika is
benijdenswaardig en men zal inettertijd de vruchten
er van zien, verzekerde Crispi. De regeering heeft
geene buitensporige plaunen, daar zij den generaal
Orero heeft verboden naar Kassala op te rukken.
Wat de waarborgwet aangaat, deze verzekert de
uitoefening van 's pausen geestelijke machtmaar
er is in Italie slechts een souvereinkoning Um-
berto zoo eindigde de premier zijne rede.
De Duitsche bladen schrijven nog al een en
ander over de Jodenvervolging in Rusland. De
nieuwe wet tot regeling der Jodenkwestie zal
waarschijnlijk in het begin van 1891 worden
afgekoudigd. Die wet bevat o. a. de volgende
paragrafenAan Jodeu geen grond verkoopen,
verpachten of leenen de gronden, die zij in bezit
hebben, zullen bun ontnomen worden de Joodsche
handwerkslieden zullen strikt binnen de grenzen
van het voor de Joden bepaalde woongebied
gehouden wordenzij, die zich buiten de grenzen
begeven, zullen gedwungen worden terug te keeren;
de onderdaneu, die deze overtredingen in de hand
werkeu, zullen gestraft worden. Arme Joden
Er zijn bladen iu Rusland, die zich tegen het
nemen van zulke barbaarsche maatregelen ver-
klaren. lleilig nog dat Mecklenburg, waar eens
de knoet regeerde, bij bet Rusland van heden,
tenminste als de uitvaardiging van zoo'n wet
mogelijk is. Geen wonder, dat het leger der
nihilisten zich dan uitbreidt.
De Zwitsersche Bondsraad heeft besloten, aan
zes bekende aanhangers der anarchistenpartij het
verblijf in Zwitserland te ontzeggen.
Parnell zet zijn tocht door Ierland voort en
overal waar hij zich vertoont, ontbrandt een felle
strijd tusschen zijne partijgangers en de nationalisten,
die hem niet langer als huu hoofd willen erkennen.
De regeering houdt zich op den achtergrond, treedt
zij echter op, dan schijut zij meest op de zijde
12)
De koele houding van den graaf had hij daarom
op gelijke wijze beantwoord en slechts op het oogen
blik gewacht om hem dit te zeggen, als hij zich
geroepen mocht achten, naar aanleiding van de
loopende geruchten, die ook Campella ter oore
waren gekomen, rekenschap van hem te vragen.
Graaf Fabrie bemerkte van dit plan evenmin
iets als van de praatjes der badgasten, waarmede
hij in de laatste weken bijna in 't geheel niet
omging. Enkel bezorgdheid over de geliefde ver-
vulde hem en hij had slechts den wensch Mona
van dienst te zijn, al moest hij er zijn eigen
levensgeluk ook voor opofferen. Reeds sedert ge-
ruimen tijd was de ovcrtuiging in hem levendig
geworden, dat hij geen recht had om tegenover
den kunstenaar als verongelijkt man op te treden.
Vergeef mij, zeide hij, als ik u kom lastig
vallen, ik zie dat ge op het punt stond te spelen,
en eensklaps hield hij op met spreken, ver-
anderde van kleur en keek vol verbazing en in
de grootste spanning naar het kleiue portret dat
naast de viool lag.
Was dat niet Mona's portret Het was het-
zelfde goudblonde haar, het waren dezelfde fijne,
van Parnell te ziju misschien ligt hierin de aan
leiding om met Parnell te haudjebakken, teneinde
te zamen tegen Gladstone op te trekken. Parnell
gaat voort met schelden. ^Ellendige gootmusschen,
ellendige schurken, ellendig schuim, laffe troep,"
ziedaar eenige der smaakvolle kwalificatien, die hij
den mannen, welke hem jaren lang zoo trouw ter
zijde hebben gestaan, naar het hoofd slingert. Wie
zou den voormaligen kalmen en bezadigden Parnell
herkennen 1 Ter eere van de anti-Parnellisten
wordt gezegd, dat zij, niettegenstaande deze uit-
vallen, hunnen vroegeren leider blijven ontzien en
zijn roemvol verleden niet uit het oog verliezen.
ParnelFs handeling heeft intusschen aanleiding
gegeven tot eene zeer lage daad. Een onbekend
persoon wierp Parnell, toen deze op het punt stond
van Castlelower naar Kilkenny te vertrekken, met
ongebluschle kalk in de oogen. Bij de aankomst
te Kilkenny leed Parnell hevige pijnen, maar de
geneesheeren hopen zijue oogen te zullen behouden.
Met eenige mededeelingen uit h<?t Zwarte wereld-
deel en uit de Nieuwe Wereld sluiten wij ditmaal
ons opstel af. De spoorweg ter verbinding van
Bloemfontein met het spoorwegnet der Kaapkolonie
is ingewijd. De gouverneur en de Ministers dier
kolonie en een vertegenwoordiger van president
Kriiger waren bij de plechtigheid tegenwoordig.
Zij vonden eene hartelijke ontvangst. Zoo is er
dan een weg van de Engelsche Kaapstad naar de
niet-Engelsche Zuid-Afrikaansche Republieken ge-
legd. Pas op, Afrikaanders, zonen van de Holland-
sche Boeren, John Bull ligt op den loer
Uit Mozambique wordt geseind, dat de Engel-
schen Massihessi hebben aangetast, de Portugeesche
vlag omlaag gehaald en zich meester gemaaktvan
de goederen der Mozambique-compagnie.
Men leest in de Haagsche kout der Prov.
Gr. Ct.:
Als een staaltje van de goede opvoeding, die de
jeugdige Koningin van hare moeder Ontvangt,
vertelt men dat zekeren dag op Het Loo het
Prinsesje aan de deur harer moeder kloppende,
Koningin Emma lachend vroeg ,/Wie is daar
n De Prinses van Oranje," luidde 't antwoord
der tieujarige.
Als Willemientje er is, riep de Koningin, mag
ze binnenkomen, maar de Prinses van Oranje kan
ik op 't oogenblik niet ontvangeu.
Ouze Koningin-Regentes zal in de degelijke en
eenvoudige opvoeding, die zij aan de jeugdige
Wilhelmina wil geven,dikwerfgedwarsboomd worden
door hare omgeving, ristocratische hovelingen, die
met hunne vleierijen jegens het kind van staat
niet spaarzaam zullen zijn. Doch het is veel
waard, dat de moeder zelve al het mogelijke zal
verstandige gelaatstrekken, het was dezelfde fijn
besneden mond, het waren dezelfde heerlijke blauwe
oogen. Campella ontwaarde waarnaar hij keek.
Hij ried dadelijk wat de graaf dacht en begreep
diens argwaan.
Hij nam het potret op en reikte het hem toe.
Gelijkt dat portret niet op oogbedriegelijke wijze
op de jouge dame Zou men niet haast overtuigd
zijn, dat het een en hetzelfde gelaat was P
Is zij het dan niet vroeg Fabrie in de grootste
spanning op het portret starende.
Neen, antwoordde Campella bedaard. Maar nu
kunt ge misschien begrijpen waarom ik zoozeer
verbaasde en ontsteld was bij het zien der jonge
dame.
Maar mijn hemel zeg, van wie is dat portret
dan P riep Fabrie levendig.
Het is het portret mijner vrouw
Uwe vrouw zeide de graaf, Campella verbaasd
aanziende. Waart ge ooit gehuwd? Ik heb dat
nooit geweten I
Er zijn maar weinigen die dat weten, antwoordde
Campella droevig maar ga zitten graafmisschien
hebt ge den tijd om naar het verhaal van mijn
kort en treurig huwelijksleven te luisteren. Wellicht
is het voor u een soort van geruststelling, hij
zeide deze woordon op eenigzins spotachtigen toon
om te hooren dat ik reeds vijfentwintig jaar
geleden huwde en in dien tijd zelf dit portret
heb geschilderd.
doen, om onze jeugdige Koningin als een gewoon
sterveling op te voeden. Zooals kinderen van 10
jaar zijn, op wie de dood, zelfs van bunne naaste
bloedverwanten, nog geen diepen iudruk kan maken
is de jeugdige Koningin nu en dan reeds heel
vroolijk en opgeruimd. Gisterenmorgen nog zag
een mijner bekenden, die toevallig in't paleis was,
haar op een been hinkende door een der gangen
komen, terwijl zij echt kinderlijke pret had.
Er is nu weer leven en bedrijvigheid in het
Noordeinde. Koningin Emma, die zonder twijfel
eene allerpopulairste vorstin zal worden, zal zich
in ons residentie-leven mengen en dat zegt voor
het geluk van een echten Hagenaar al heel wat.
De M. Ct. maakt in een brief uit de Hofstad
melding van het volgend doorslaand blijk van de
mildheid des overleden Konings.
Jaarlijks werden namelijk ongeveer zes tonnen
gouds ter beschikking gesteld van de directie der
zuken van weldadigheid, alzoo het geheele inkomen
der Kroon uit 's Rijks schatkist.
En daarmede werd, gaat het blad voort, in stilte
zonder ophef, ontzaglijk veel goed gedaan. Meer-
malen werd zelfs bij een aanzienlijke gift de ver-
phchting opgelegd den naam van den Koninklijken
gever niet publiek te maken. Nog niet lang
geleden werd op die wijze f 10,000 door Zijn
Majesteit geschonken voor een stichting te Amster
dam ten behoeve van den werkliedenstand. Nu,
na den dood des Konings, is daaraan eenige
rnchtbaarheid gegeven, en het kan daarom niet
worden afgekeurd, dat nu ronduit wordt medege-
deeld, dat die vorstelijke gift ten deel viel aan
het Volksbadhuis in de hooldstad dat zonder haar
vermoedelijk niet zou zijn tot stand gekomen. Die
stichting draagt derhalve niet ten onrechte den
naam van Koning Willems Badhuis."
Bij herhaling is door de Besturen der Suzanna-
en Wilhelminapolders in Zeeland, die ieder aan
een zijde langs het nog open deel der voormalige
haven van Arnemuiden liggen, aangedrongen op
de medewerking van den Staat tot afdammiug van
die oude haven aan de zijde van bet Sloe, ten einde
door die afdamming outslagen te worden van het
onderhoud hunuer langs de haven loopende dijken.
Hiervoor was noodig verkoop van aan den Staat
behoorende gronden. Vermits nu de gronden voor
open bare verhuring ongeschikt waren en een koop-
prijs kan worden bedongen, waardoor deu Staat
vergoed werd wat hij bij latere bedijking zou kunnen
winnen, is met het Bestuur van den genoemden
Suzanna-polder een overeenkomst van verkoop ge
sloten, waarvan thans de bekrachtigiug bij de
Staten-Generaal is aangevraagd. De koopprijs be-
draagt f 2200.
De sluiting der jacht op klein wild is bepaald
op 31 December a. s. met zonsondergang.
Vijfentwintig jaar geleden herhaalde Fabrie.
Hoe is dat mogelijk
Hij nam Campella eens goed op. Ge moet toen
noch een knaap zijn geweest.
Een knaap niet, maar een jongmensch van
twee en twintig jaren dat smoorlijk verliefd geraakte
op de jonge dame wier portret hij moest schilderen,
Ge moet weten, voegde hij er ter verduidelijking
aan toe, dat de muziek eerst later mijne vriendin
werd, toen ik in mijn grenzenlooze smart meer
troost vond in het rijk der toonen, dan in de
kleuren van het schilderspalet. Kortom ik schilderde
het portret der geliefde en werd razend verliefd.
De arme kunstenaar behoefde er niet op te rekenen
dat de ouders der jonge dame hun toestemming
tot een echtverbintenis zouden geven en daarom
overreedde hij haar, toen zij zijne liefde beantwoordde,
om een geheim huwelijk aan te gaan. Dit is een
stap, dien men op later leeftijd niet doet, of waarvan
men ten minste eerst al de gevolgen berekent,
alvorens men haar, die men lief heeft deelgenoote
maakt in den strijd om het bestaan. Die licht-
zinnige streek mijner jeugd zou mij het geheele
volgende leven berouwen Na in Engeland getrouwd
te ziju, waren wij, om aan de navorschingen van
haar familieleden te ontkomen, naar Italie gevlucht
dat mijn tweede vaderland werd. Ge ziet mij
verbaasd aan. Ge hebt gcdacht dat ik Italiaan
van geboorte was, niet waar? Ik ben het niet,
ten minste enkel van moederszijde, mijn vader
Bij het ingediende wetsontwerp op het faillisse-
ment en de surseance van betaling is het fail-
lissement niet langer beperkt tot kooplieden, maar
is het toepasselijk op iederen schuldenaar. De
zegel— en registratierechten voor faillisseinenten
zijn opgeheven. Een eenvoudiger verelfening is
voorgeschreven voor faillissementen van weinig
aanbelaug. Zoo kan met toestemming van den
gefailleerde reeds daags na de faillietverklaring de
boedel verkocht worden, zelfs na machtiging van
den rechter-commissaris ondershands. Zoo is, als
vooraf blijkt, dat geen vordering zal worden be-
twist, een verschijnen der crediteuren ter verifi-
catie-vergadering onnoodig. De voor de crediteuren
gewichtigste stukken zullen niet alleen ter griffie
der Rechtbank, maar ook ter griffie van het Kan-
tongerecht worden gedeponeerd.
De heer Henry Tindal, te Amsterdam, heeft
zich, onder dagteekening van 18 December jl.,
met een nieuw adres tot de Tweede Kamer
gewend.
Hij begint met er op te w'jzen, dat de vele
verzoekschriften, door hem aan de volksvertegen-
woordiging gericht en verschillende door hem openbaar
gemaakte stukken, die hij den leden deed toekomen,
slechts tot gevolg hadden ^het vermeerderen van
de ter griffie gedeponeerde stukken." Toch acht
adressant het zijn plicht, nogmaals een verzoek
tot de Kamer te richten.
Hij verklaart, dat 't hem pijnlijk getroffen heeft,
dat noch in het voorloopig verslag der commissie
van rapporteurs, noch in het regeeringsantwoord
op de hegrooting van Oorlog de hoofdzaken der
defensie ter sprake zijn gebracht.
blechts de opkomst der milicienstorpedisten, uit
Den Helder en omstreken afkomstig, werd eveu
aangeroerd. Het is mogelijk, dat er betreffende
deze zaak (slechts over pi. m. 70 man handelende)
en andere kleinigheden, kleine veranderingen in de
opkomst van miliciens zijn gebracht, ook naar
aanleiding van de critiek. Dit alles heeft echter
geen betrekking op de mobilisatie van het geheele
leger. Deze geschiedt naar het bekende, voor vier
jaren ingevoerde stelsel.
Hoe verderfelijk en onzinnig dit stelsel door
den heer Tindal wordt geacht, heeft hij vaak
trachten aan te toonen en herhaalt hij dit in zijn
jongste adres.
Adressant neemt thans de vrijheid, de Kamer
eerbiedig te verzoeken, den tegenwoordigen staat
onzer verweermiddelen het onderwerp te doen uit-
maken van eene parlementaire enquete.
Deze enquete zou alleen behoeven te loopen over
de hoofdzaak,/Uit te maken of het waar is
wat adressant en duizenden met hem in en buiten
het leger geloovennamelijkdat we op het
oogenblik zoo goed als weerloos zijn."
Mocht het der Kamer behagenzoodanige
was orkestdirecteur te Praag en eerst na mijn
huwelijk veranderde ik mijn famielienaam. Ik liet
dien van mijn vader varen en koos dien mijner
moeder.
Wij vestigden ons te Milaan. Ik had een
klein vermogen dat ik door den vroegtijdigen dood
mijner ouders had geerfd en leefde onbezorgd. Ten
emde mijne jonge vrouw niet al te zeer te doen
gevoelen, dat zij de schitterende omstandigheden
waarin zij vroeger verkeerde, om mijnentwil had
moeten vaarwel zeggen, huurde ik eene villa, waarin
ik haar met al de weelde trachtte te omringen
waaraan zij gewoon was. Ik verloor daardoor een
groot deel van mijn vermogen, maar daar lette ik
niet op en hield mij overtuigd dat ik door mijn
talent genoeg zou blijven verdienen. Ik schilderde,
in de heerlijke afzondering waarin wij leefden, veel
en stuurde mijn doeken naar tentoonstellingen of
naar kunsthandelaars ten einde ze te verkoopen.
Middelerwijl had de geboorte van een dochtertje
ous geluk nog vergroot, maar tevens mijne uit-
gaven doen vermeerderen. In de eerste jaren van
mijn huwelijk ontving ik het geld dat mijn werk
opbracht, steeds zeer prompt en ik hoopte dat het
steeds zoo zou blijven. Maar dit was niet het
geval en langzamerhand kwamen de zorgen. Mijn
jonge vrouw leed er het meest onder en vaak vond
ik haar weenend naast het bedje van ons kind.
Haar trauen brandden mij op het hart en dag en
nacht dacht ik er over op welke wijze ik onzea