T Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. No. 2670. Woensdag 17 December 1890. 30e Jaargang. BEKENDMAKING. Binnenland. De Burgemeester der gemeente Ter Neuzen DE VONDELING. ABONNEMENT: Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post Nederland f 1,10. Yoor Belgie f ],40. Voor Amerika f 1,82£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven bushoaders. ADVERTENTIlN. Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer/ 0,10. Grootere letters women naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. r Olt blad verMchiJnt Ulnsdai- en Vrljdatavond bij den nltcevee P. X. VAN DE 8 A N D E te Tee Kenzen maakt bekend, dat eene Openbare Vergadenng van den Gemeenteraad is belegd tegen Vrijdag den 19 December 1890, des voormiddags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 15 December 1890. De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN BOVEN. Jr*olitieli Overzicht. Onder de Iersche afgevaardigden, die in de laatste dagen Parnell hebben bestreden, neemt Timothy Healy eene zeer belangrijke plaats in. In het Engelsche Lagerhuis heeft hij tal van vrieuden, niettegenstaaude menigeen het mikpunt zijner scherpe uitvallen is. Hoewel door Parnell in het parlement gebracht, heeft hij daar spoedig zijn eigen weg gevoudeu. Hij is scherpzinnig en scherp, ijverig en voortvarend en zoo brutaal als alle ,Home Rulers" te zamen. Healy noemt de man- nen, die Parnell getrouw gebleven zijn, bijna zonder uitzondering eerlijke en oprechte mannen, die ieders hoogachting verdieneu en Parnell een van de meest buitengewone menschen, die ooit hebben bestaan. Wij hebben Parnell geschapen en Parnell heeft ous de Iersche partij geschapen zegt hij. Hij gelooft niet dat Parnell alleen door eerzucht wordt gedreven. Betrelfende de „chronique scandaleuse," zegt Healy, dat hij nog altijd had geloofd, dat Parnell zich van den blaam zou xunnen zuiveren en Parnell's manifest noemt hij schande- lijk. Voor de toekomst heeft hij alle hoop. Wij hebben Ierland aan onze zijde, zegt hij, maar, alsof daaromtrent bij hem wel eenigen twijfel bestaat, hij drukt tegelijk de hoop uit dat Parnell geen steuu zal vinden bij de overgroote meerder- beid der Iersche partij, als hij beproeft zich bij de regeering aan te sluiten. Het Luxemburgsche ministerie heeft bij den Grootherlog zijn ontslag iugediend, om dezen, ter gelegenheid van de troonsverwisseliug, in de keuze zijner raadslieden geheel vrij te laten. De Groot- hertog heeft dit verzoek afgewezen, onder dank- betuiging voor de door het ministerie bewezen diensten. Bij het afleggen van den eed bracht de Groothertog hulde aan nu wijlen den Koning— Groothertog, die aan het land geluk, voorspoed en on- afhankelijkheid heeft verzekerd. #De dankbaarheid van een viij volk," zeide hij verder, »is het loon geweest van den Koning-Groothertog en hierin ligt een les voor mij en mijn zoon. Het volk zal de nagedachtenis van Willem III in eere FJEGXJILLETON. 11} Ik verzoek u nogmaals vriendelijk, laat mij uitspreken. Ik ben nu eenmaal aan den gang en dus moet alles achter elkander worden gezegd. Wie weet of ik naderhand de juiste woorden wel zou weten te vinden ge weet dat ik geen rede- naar ben. Ik heb reeds lang bemerkt dat Mona en gij elkander liefhtbbeu en ik als derde te veel ben daarom beschouw ik het als goed om Mona haar woord terug te geven en eene verloving te doen ophouden waarvan de zegen van welken priester ook, onder deze omstandigheden, geen ge- lukkig verbond voor het leveu kan maken. De vraag is nu maar, of ge met haar gelukkig wilt zijn en haar tot uwe vrouw wilt maken? Ik weet dat men in uw stand bizonder veel op heeft met een goede afkomst en dat, al hebt ge de arme Strandgoed ook nog zoo lief, haar geheimzinnige afkomst een beletsel kan zijn voor eene echtver- bintenis. Daar heb ik aan gedacht en daarom in de laatste weken een zeer nauwkeurig onderzoek ingesteld. De oude Jensen heeft mij daarbij ge- holpen en papieren te voorschiju gebracht, die vroeger in t bezit waren van de familie van den overleden visscher, die haar het eerst had gevonden. Die papieren waren naast de arme Strandgoed, op houden. Ik ken de plichten, welke de grondwet j mij oplegt, en om die te vervullen, ik zal trachfeu het vertrouwen der bevolking te behouden." Voorzeker een lofwaardig getuigenis over den ontslapen vorst. De Koning van Italie heeft de zitting van de Karaer geopend. Met vreugde en vertrouwen begroet Z. M. de nieuwe Kamer. Upberto wijst verder op de goede verstandhouding met de andere mogendheden en op het verdwijnen van interna- tionale verwikkelingen. Het welzijn van den werkman zal worden verzekerd, de financien zullen worden geregeld door bezuiniging en belasting- hervorming, de vrijheid van geloof zal steeds blijven gewaarborgd, maar de Koning zal niet toestaan, dat zijn souverein gezag wordt geschonden in naam van den godsdienst met staatkundige bedoelingen. Deze rede werd met herhaalde en levendige bijvalsbetuigingen aangehoord en aan de koninklijke familie werd eene warme ovatie gebracht. Onlangs is in Spanje voor de eerste maal de wet van 26 Juni 1890 toegepast, welke het algemeen stemrecht daar te lande opnieuw heeft ingevoerd. Het gold in dit geval de vernieuwing van de helft der provinciale raden in de 49 pro- vincien des Rijks. De uilkomst heeft geleerd, dat de invoering van het algemeen stemrecht tot geen uitzondering aanleiding heeft gegeven op den in Spanje, naar het schijut, algemeen geldigen regel, dat de verkiezingen, van welken aard ook, door de regeering worden beheerscht. Invloeden van buiten blijven bij algemeen stemrecht gelden, daar en elders. In de Zuid—Amerikaansche Republiek Uraguay pakt ook een deel van het ministerie weer de koffers. De heeren ministers van justitie en van binnenlandsche zakeu stappen op. In de groote Noord-Amerikaansche Jtepubliek woelen de democraten en de republikeinen. De laatsten zien in den heer Blaine den redder in den iiood en zij verwachten, dat hij hen in 1892 tot de overwinuing zal leiden. Blaine zelf echter gevoelt, dat dit, na de laatste nederlaag bij de stembus, niet zoo gemakkelijk zal gaan, en geeft zich alle moeite, om zich, door de bevordering der nationale belangen, weder populair te maken. Men weet, dat Blaine nooit een voorstander is geweest van het Mac. Kinley tarief. Men voert nu reeds onderhandelingen met den Braziliaanschen gezant te Washington om over en weer vrijdom van invoerrechteu te verkrijgen. H. M. de Koningin-Regentes heeft den Minister van Oorlog uitgenoodigd, aan alle offi- cieren en verdere militairen van de landmacht, die door hnn tegenwoordigheid of door hun op- treden hebben medegewerkt tot het brengen eener laatste hulde aan Z. M. den Koning, daarvoor haar dank over te brengen. Bij het algemeen debat over de Staatsbe- grooting verklaarde de heer Tak van Poortvliet, in de zitting van gisteren, namens vele leden der linkerzijde, thans van politiek debat af te zien in afwachting van de gelegenheid, door den voorzitter aangekondigd, om later ruime gelegenheid te gaan tot politiek debat. De heer Domela Nieuwenhuis betoogde, dat de liberalen en de clericalen niets gedaan hebben voor het volk, conservatief is het leidend beginsel. En de katholieken, diegbij uitnemendheid conser vatief zijn, laten de anti-revolutionairen den spits afbijten. Deze regeering verweet hij gemis aan constitutioneelen zin door haar stilzwijgen over de toestand van wijlen Z. M. den Koning, het kiesrecht- hervorming hlijft achterwege. Financieele hervorming eveneens. De Staat blijft inkomsten trekken uit jeuever en de Staatsloterij. Losmaking der banden tusschen Kerk en Staat blijft evens achterwege. Het defensie—vraagstuk lost zich op in weer- loosheid en zwaren druk. Aan het sociale vraagstuk is niets gedaan. Het Staatsblad no. 179 bevat een koninklijk besluit van den volgenden inhoud 1°. aan iederen oud-strijder der jaren 1813—1815, gerechtigd tot het dragen van het eereteeken (Zil- veren Kruis), ingesteld bij Koninklijk besluit van 10 Mei 1865 (Staatsblad no. 32), wordt jaarlijks, op aanvrage van den belanghebbende, tot de Koningin gericht, ten laste der begrooting van het departement van oorlog, bij wijze van gratificatie eene geldelijke tegemoetkoming van een honderd en vijftig gulden verleend, mits blijke, dat hij uit eigen middelen niet voldoende in zijn levensouder- houd kan voorzien 2°. die tegemoetkoming zal voor de eerste maal, zoo mogelijk, nog in den loop van 1890 en verder telkens omstreeks het midden der maand Juni worden uitgekeerd. Aan den Min. van Binn. Zaken is door de commissie van rapporteurs voor Hoofdstuk V van de Slaatsbegrooting mededeeling aan de Kamer verzocht van de redenen der afwijzende beschikking op de aanvragen van gemeenten om vrijstelling van de helling van schoolgelden en van de uitkom" sten van het onderzoek over de vraag, of instel- de plank in een flesch verborgen en duiden aan dat Mona, tenminste van moeders zijde, van hooge geboorte moet zijn. Waarom die visscher de papieren tot aan zijn dood heeft geheim gehouden, begrijp „ik volstrekt niet. Hij moet een slim en onaangenaam mensch zijn geweest en heeft waar- schijnlijk in stilte naar Mona's bloedverwanten gezocht, want haar ouders zijn voorzeker met de //Urania" vergaan. Hij heeft geen geluk gehad of stellige redenen gevonden om te blijven zwijgen. Misschien komt in die duisternis lichtdit is zeker dat Mona's doopceel en de huwelijks-acte van haar ouders aanwezig zijn en geen twijfel kan bestaan aan haar wettige geboorte of aan haar afstamming van voorname familie. Het is moeilijk te beschrijven met welke gevoelens graaf Fabrie de woorden van den reeder had gevolgd. De eenvoudige plompe man tegenover hem, werd in zijn oogen een held, terwijl hij zich zelf als zeer erbarmelijk beschouwde. Mijn heer Wantrop zijn stem trilde van ontroeringmijnheer Wantrop, uwe onbaatzuchtig- heid, uwe edelmoedigheid treffen mij diep geef mij de hand Bij den heme], nooit heb ik beter en edeler mensch de hand gedrukt. Als ik toch aarzel, uwe Stil, stil, laten we niet verder praten. Ge doet mij rood van schaamte worden. Ik handelde enkel meuschelijk en heb Mona lief alsof zij raijne dochter was, geweet het zelf, want ik heb het u verteld, op welke wijze onze verloving tot stand kwam. Aarzel daarom niet om gelukkig met haar te worden Ge spreekt met zooveel overtuiging, mijnheer M antrop, merkte de graaf terneergeslagen op, alsof enkel nog maar een woord van mij voldeende' zou zijn, om Mona gelukkig te maken en ge vergeet geheel en al dat ook zij nog spreken moet. Oe geloott toch niet, riep de reeder, voor wien eensklaps een licht scheen op te gaan, dat er iets aan is van de praatjes, waarop vandaag ook de oude Jensen doelde, dat mijne arme Mona, vroeger in eenige betrekking heeft gestaan met dien Campella of dat zij hem zelfs nog zoo lief zou hebben Geloolt gij het niet Gij waart jarenlang van li3ar gescheiden en Onzin riep de reeder. De nijdige neven en nichten die het niet konden duiden dat ik goed voor Mona was, en die haar eene schijnheilige noemden die 'torn mijne erfenis te doen was, zouden er zeker wel voor gezorgd hebben, dat ook het kleinste minnarijtje van Mona mij ter oore was gekomen, als er sprake van was geweest. Die Campella heeft haar gisteren misschien door zijn spel onder een soort betoovering gebracht, aange- zien alien die rondom haar zaten het hebben gezien, en er moet dus wel iets waars aan zijn. Ik heb er niets van bemerkt, maar dat komt daardoor dat ik allerlei andere dingeu aan het hoofd had. lingen van weldadigheid, die al of geen subsidie genieten, bijzondere scholen of inrichtingen voor opleiding van onderwijzers door geldelijke bijdragen steunen. de belangrijke quaestie van het opperbevel blijft de aandacht der regeering gevestigd, zoo leest men in de Mem. van beantw. op het verslag over het budget van oorlog. Zij was zich steeds bewust wat haar te doen had gestaan, indien bij mobilisatie de Koning niet in staat ware geweest het opper bevel te voeren. In verband met het smartelijk verlies, dat de natie door 's Konings overlijden heeft getroffen, zal de regeering nader overwegen, welk besluit thans dienaangaande moet genomen worden. In algemeenen zin beaamt de Minister de wensche- lijkbeid van de instelling van een kommandant van het veldleger, maar hij kan tot de benoeming niet overgaan, voordat over de legerwet is beslist. Eeiden hield \rijdag de R. K. kiesveree- niging „Recht voor Allen" voor het district Katwijk eene voor alle katholieke kiezers toegankelijke vergadering. De heer A. Op de Laak hield eene redevoering, vvaarin de geschiedenis van de legerwet en van het verzet daartegen uitvoerig geschilderd werd. De voorzitter stelde de volgende motie voor .„De„fi',.K'.centrale kiesvereeniging /.Recht voor Allen district Katwijk; overwegende, dat tot wering van de nationale ramp, waarmee Nederland bedreigd wordt door de aanneming der voorgestelde wetten op de legerorga- msatie, er geen ander middel overblijft dan dat hetwelk aangegeven wordt in de motie van de pre- sidenten der Noord-Brabantsche kiesvereenigingen verklaart haar voile adheasie te schenken aan die motie en noodigt alle katholieke kiesvereenigingen in Nederland uit, in deze haar voorbeeld te volgen en die motie met haar adhaesie te willeu steunen. De motie werd met algemeene stemmen en bij voortdurend applaus aangenomen. Uit Rotterdam meldt men: Heeft alles zijn goede en kwade zijde, dit is in hooge mate het geval met het ijs. De goede zijde daarvan is, dat het gelegenheid geeft tot gezonde lichaams- beweging, iets wat door bewoners van een handels- stad, die hun dagen meest op bedompte kantoren moeten shjten, niet ger.oeg naar waarde kan worden geschat. Duizenden maakten dan ook met het heerlijke winterweer van de gelegenheid gebruik weer voor een week levenslnst op te doen. Doch nu de keerzijde van de medaille, die vooral in deze stad duidelijk in het oog springt. Hier, waar bijna uitsluitend het vervoer te water geschiedt kan men zich niets verschrikkelijkers deuken dan dicht water. Alle havens liggen hier vol schepen. Geloof mij echter die Campella heeft geeiTmacht over haar, daarvoor heeft zij u te zeer lief. Fabrie deelde die meening niet. Campella's ontsteltenis toen hij Mona voor 't eerst zag de wijze waarop de geliefde het vioolspel had gevolgd haar bios bij het noeraen van zijn naam, dat afles stond hem levendig voor oogen en maakte het hem on mogelijk de jaloerschheid te verbannen, die hem zijn gewone bezonnenheid had ontroofd. i. ?°g Steeds vroe2 de reeder het nootd schuddende. Ja, ik kan uw vast vertrouwen niet deelen, zeide de graaf eerlijk. Blijf dan ten minste nog eenige dagen om u te overtuigen dat ge u bedriegt, riep de reeder ongeduldig. r Gelooft ge, dat dit de juiste weg is? Het is ten minste de eenige redding voor mijn arme .Strandgoed. Ik moet het u thans zeggen. Toen ik te huis kwam, zag zij er zoo zwak en ziek uit, dat ik ontstelde, maar zij wilde niets van een geneesheer weten, en Ursula vertelde mii onder v.er oogen, dat zij geloofde dat Mona zich het afscheid van u zoozeer ter harte had genomen want zij had na u vertrek voortdurend bittere tranen geschreid. Nu weet ge alles, zeide de reeder ten slotte, zuchtend, en wischte met zijn zakdoek het bezweete voorhoofd af. Misschien was het met verstandig en wellicht is Mona mii er alles behalve dankbaar voor, dat ik zoo ruiterlijk TER \EIZEVN(HE (01RA\T.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1890 | | pagina 1