Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. Paarden- en Veemarkt No. 2658. Woensdag 5 November 1890. 30e Jaargang. Binnenland. DE VONDELING. ABONNEMENT: FEUILLETQN TEH UlimSIHE COURANT Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor Nederland 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- busbouders. ADVERTENTIEN. Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Dit blad vcraehljnt Dluatdag- en Vrijdagavond bij den i Itgever P. J. VAN WE S A N D E te Ter Neuzen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekeud, dat in die gemeente zal worden gehouden op Woensdag, 12 Novem ber 1800. Ter Neuzen, 24 October 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. JPolitieli Overzlcht. De koning der Belgen is te Berlijn. Zijne Majesteit werd door den keizer hartelijk ontvangen en sainen reden zij van het station naar het paleis, begeleid door een eckadron der ^gardes du corps". De keizer gaf een gala-diner van 150 couverts, waarbij Leopold tusschen den keizer en de keizeriu was gezeten. Misschien staat dit bezoek ook in verband met de Congozaken, de vorst heeft ten- minste een onderhoud gehad met een bankier. Eerstdaags vertrekt Caprivi naar Milaan om Crispi te ontmoeten en koning Umberto tevens. Ook graaf Kalnoky komt. In de couloirs der Fransche Kamer van afgevaar- digden is een gerucht in omloop, dat de minister De Freycinet zou aftreden. De werkstaking te Calais is geeiudigd de arbeiders in de tule—fabrie- ken hebben alien den arbeid hervat. De Zwitsersche bondsraad heeft het beroep afge- wezen van de conservatieven tegen den uitslag der volksstemming in Tessiuo ten gunste der grondwets- herziening. Eenige ongeregeldheden hebben weer plaats gehad in Lugano. Een patrouille soldaten werd door het gepeupel aangevalleu en een soldaat werd de schedel gespleten. De aalmoezenier belette dat de verbitterde troepen op de menigte schoten. De militaire bezettiug zal nu niet vermiuderd worden. De spanning in het kanton duurt voort de regeering heeft de gewapende boeren, die door het conservatieve bewind wareu opgeroepen, afge- dankt, omdat zij deze oproeping als onwettig beschouwt. Daar in Albion meenen velen dat het kabinet Salisbury zijn tijd heeft gehad en dat Gladstone spoedig weer aau het bewind zal koinen. Glad stone zelf heeft die verwachting uitgesproken en meent, dat de tegenwoordige oppositie in het eerst- volgend parlement met een meerderheid van niet minder dan 90 stemmen zitting zal nemen. In eene rede te Edinburg keurde Gladstone het sterk af, dat lord Salisbury een gezant naaT den Paus i) De kleine, aan de Noordzee gelegen badplaats S., was ditmaal druk bezocht. Het was in het beste gedeelte van den badtijd en iederen dag kwarnen nieuwe gasten aan. Heden had het vaar- tuig dat de gemeenschap onderhield van het eiland met het vaste land, slechts een enkel persoon aan- gebracht. Hij had in de woniug van den ouden Jensen zijn intrek genomen en was later op den dag naar het groote logement gegaan, waar ten drie uur open tafel werd gehouden. Hoewel het gedurende den maaltijd zeer levendig toeging, was zijn komst toch niet onopgemerkt gebleven. Hij moest dan ook wel in 't oog vallen, want hij was zes voet lang en zijne houdiug getuigde van kracht en zelfbewustzijn. De smalle wenkbrauwen, die boven den gebogen neus aaneensloten, verleenden aan zijn gelaat eene haast strenge uitdrukking, die echter door den kalmen, vasten blik der don- kere oogen werd verzacht. Een litteeken op het voorhoofd en het ijzeren kruis in het knoops- gat van zijn jas deden hem als gewezen militair kennen. De vreemdeling ging aau het boveneinde van de tafel zitten, waar een der bedienden een stoel voor hem neerzette en nam de aanwezige gasten een voor een op, als wilde hij zich oumiddelijk gezouden had, daar deze niet als wereldlijk vorst is te beschouwen. Ook dat Engeland zich heeft laten verleiden met een vreemde mogendbeid te onderhandelen over de recbten van Engelsche onderdanen en bezittingen onder Engelsch beheer. Voorts uitte hij zijn afkeer over het optreden van Rusland tegen de Joden, waartegen ieder welden- kend man zijn stem moest verheffen. De Turksche regeering in Armenie eindelijk wordt, zei hij, gekenmerkt door verdrukking en roof en moet spoedig leiden tot den val en de ontbinding van het Ottomanische rijk. De .great old man" schijnt nog een krachtig gestel te bezitten. Lord Salisbury heeft zich geneigd getooud, ouderhandelingen te openen over een nieuw traktaat met Portugal. De onthulliugen van Troup, die de Emin-expeditie meemaakte, baren het grootste opzien. Troup beweert, dat Stanley's bewuste tocht door het woud van Midden-Afrika geheel overbodig was. Slechts geld en eerzucht zouden Stanley daartoe gedreven hebben, niet minder dan de begeerte om Emins voorraad in ivoor te vermeesteren, waarvan den deelnemers der expeditie een aaudeel als buit voor- gespiegeld werd. Zuiver commercieele bedoelingen gaven eigenlijk tot de expeditie den stoothet verlossen van Emiu was geheel bijzaak. De Engelsche admiraal Freemantle maakte zich dezer dagen meester van Witoe, dat hij geheel in in de asch heeft gelegd. Admiraal Freemantle ging op 25 Oct. met 900 matrozen en mariniers en 150 inlandsche soldaten van de Oost-Afrikaansche compagnie te Elepiui aan laud en trok naar Witoe op. De voorhoede, door den vijand aangevallen, had drie gewonden, doch de hoofdtroup maakte zich op den 27 Oct. stormenderhand van Witoe meester en verwoestte de stad. De vijand had veel dooden van den kant der belsgeraars werden slechts drie man gekwetst. Een begin van een ijselijk moordtooneel wellicht, want de Zwarten komen uit de binnenlanden opzetten als hagel en zaad, voortdurend den Europeaan bestokende. Volgens de berichten hebben er ook weer gevechten in Soedan tusschen de Mahdisten en de met Egypte bevrieude stammen plaats gehad. De Sheik der Simoessi had de Mahdistische beweging met geweld onderdrukt, doch daarbij zelf groote verliezen ge- leden. Egyptische troepen zijn naar Soeakin ver- trokken, om van daar tegen het bekende hoofd Osman Digna op te trekken. Hoe wel niet in ernstige mate, nemen de krach- ten des Konings toch langzamerhand af, al moge van dag op dag schijnbaar geeu verandering te constateeren zijn. Z. M. is nog dikwijls eenigszins opgewonden en breugt dan ouduidelijk uitgesproken klanken voort, overtuigen in welk gezelschap hij zich bevond. Het scheen dat hij het niet bizonder belaugrijk vond want het onderzoek was weldra afgeloopen en hij haalde een courant uit zijn zak waarin hij bleef lezen totdat men hem de soep bracht. Wie zou die vreemdeling zijn fluisterde eene jonge mooie vrouw haren echtgenoot, den advocaat Karsten toe. Hij ziet er zeer voornaam en net uit. Naar de ridderorde en het het litteeken te oordeelen is hij offieier. Het is graaf Fabrie, een hooggeplaatst ambtenaar. Ik ken hem uit den oorlog van 1870, zeide een jong en rijk fabrikant, die aan de rechierzijde der dame zat en haar voortdurend het hof maakte. Kent ge hem O, maar dat is kostelijk zeide mevrouw Karstens zachtjes. Spreek niet te hard, merkte haar echtgenoot op. Graaf Fabrie had de opmerking gehoord en keek op van zijn courant. Hij staarde naar den fabrikant, stond op en groette beleefd. Hij heeft u herkendfluisterde de jonge vrouw, toen de graaf zijn courant weder ter hand had ge nomen. Gij moet mij het een en ander van hem vertellen en op welke wijze ge met hem in kennis zijt gekomen. Ik stond enkel als vrij williger bij zijne compagnie verder kwarnen wij niet met elkander in aanraking, autwoordde de fabrikant tot haar groote teleur- s telling. voor een enkele maal afgebroken door gezegden, Me het gevolg van een momenteelen terugkeer van bewustzijn kunnen zijn. Na die vlageu van opgewondenheid, welke soms lang aanhouden, vervalt Z. M. in een toestand van volslagen apathie. In de jongste zomervergadering werd aan het lid den heer mr. P. C. J. Hennequin verlof ge- geven, omtrent den stoombootdieust op de Wester- Schelde de volgende vragen tot Ged. Staten te richten a. bestaat er geen mogelijkheid om de dienst- regeling voor de bemanning van de stoombooten op de Wester-Schelde in dier voege te wijzigen dat zij nu niet eens gedurende eenige weken on- afgebrokeu dienst moet doen, dan weder gedurende eenige weken, wanneer het schip waartoe zij behoort buiten de vaart is, geheel werkeloos is b. is de dienst zoodanig geregeld dat de bemanning op bepaalde tijden recht heeft op een vrijen Zondag? c. bestaat er bij Ged. Staten bezwaar om eene vaste pensioensregeling voor de bemanning der stoombooten te ontwerpen Ged. Staten deelen thans, naar aanleiding dezer vragen, het volgende aan de Staten mede Wat betreft het sub a. vermelde. Die moge lijkheid bestaat niet, althans voor zooveel de gezag- voerders en de machinisten betreft. De uiteenloo- pende aard der booten en de verschillende machinerieen maken het wenschelijk dat zij, die daarmede het meest vertrouwd zijn, niet dan bij de hoogste uoodzakelijkheid vervangen worden. De dienst is in den regel niet zoo druk, daar gewoonlijk slechts twee der drie booten in dienst zijn, dat niet ge- makkelijk door ruiling om de drie weken aan alien een vrije Zondag kan worden toegestaan, als dit verlangt wordt. Van dit verlangen blijkt echter zelden. Sub b. Uit het vorenstaande blijkt dat ook deze vraag ontkennend moet beantwoord worden. Een bepaald recht om te eischen bestaat niet alleen de mogelijkheid om aan daartoe geaane aan- vragen te voldoen is aanwezig, en zij worden in dat geval ingewilligd, teuzij bijzondere omstandig- heden, als bij v. ziekte van kameraden, zich daar- tegen verzetten. Voor buitengewone diensten worden buitengewone belooningen gegeven en deze worden zeer gewaardeerd. Met wijzigingen in de bestaande regeling zou de bemanning, de gezagvoerders en machinisten iugesloten, Ged. Staten kunnen dit met zekerheid verklareu, allerminst ingenomeu zijn. Sub c. Zoodadige pensioenregeling achten Ged. Staten niet raadzaam. Meermalen is daaraan gedacht, maar de bezwaren zijn steeds te groot geacht. Voor het in het leven roepen van een fonds met verplichte deelneming is het personeel te klein. Voor het sluiten eener overeeukomst met eene maatschappij zijn de eischen veel te hoog en sommige leden der Dus zulleu wij niet door uw bemiddeling in de gelegenheid komen, om kennis met hem te maken, merkte de jonge vrouw spijtig op, die reeds her- haaldelijk, maar te vergeefs beproefd had, in aan raking met een clubje badgasten uit de hoogste kringen te komen, dat zich steeds van het overige gezelschap afgezonderd hield. Zij had al reeds gehoopt, zich op haar bekendheid met den graaf heel wat te kunnen laten voorstaan. Aan het benedeneinde der tafel werden stoelen verschoven, een heer en twee dames stonden op en verlieten de zaal. De heer reikte de jongste der beide dames zijn arm, terwijl de oudere dame, die orastreeks zestig jaar oud scheen, min of meer verlegeu achter het paar aanliep. Een zonderling paarmerkte mevrouw Karsten op. Hij ziet er als een kalkoensche haan uit en zij als een witte roos. Hoe is de vrouw toch aan dien man gekomen Maar waarom zou hij juist haar man zijn Hij kan evengoed haar vader wezen, zeide de fabrikant. Ik geloof noch het een noch het ander, sprak Karsten. Misschien zijn zij voogd en pupil Onwillekeurig keek Fabrie, die door het op vrij luiden toon gevoerde gesprek opmerkzaam was ge- worden, naar het paar. Hij outstelde, zag er zeer verbaasd uit en had een vraag op de lippen, maar uitte die niet, en luisterden enkel met gespannen aandacht toen mevrouw Karsten tot eene dame in bemanning te oud. De gevallen waarin het verleenen van pensioen tot dusver gevorderd werd, zijn buiten- dien zeldzaam. Ged Staten achten het daarom meer in het finan- cieel belang der provincie geen vaste regels te stellen, te meer omdat zoodoende meer vrijheid behouden blijft om bij elk geval met bijzondere omstandigheden, die alleen moeilijk vooraf aan regels te binden zijn, rekening te houden. Het blad de Reforme spoort de Belgische regeering aan het voorstel van Nederland te ondersteunen, om alle Europeesche Staten te doen deelen in de kosteu, voor de uitvoering van het Congo-tractaat vereischt. Zij beveelt die onder- steuning aan, niet slechts om het recht, maar ook om de goede verstandhouding met Nederland te bevorderen. Het voorstel van Nederland, dat de Reforme eene #reddiugsplank" noemt, opent aan Belgie den weg om uit het koloniale wespennest te geraken. Uit Brussel wordt echter aan de Times geseind, dat Nederlands voorstel betreffende een interna- tionale subsidie als onaannemelijk beschouwd wordt, omdat door zulk een subsidie de onafhankelijkheid van den Congo-staat in beginsel vernietigd zoude worden. Door de Vereeniging van landbouwers, die suikerbieten verbouwen", is aan de Tweede Kamer een adres gezonden, waarin zij met aandrang verzoekt, dat aan het ontwerp bevattende nadere bepalingen omtrent den accijns op de suiker, de goedkeuring der Kamer moge worden onthouden. Eenzelfde adres is ook door de Noord-Brab. MU van land- bouw aan de Kamer toegezonden. Den l,ten Januari 1891 zal het Herstellings- oord Hoogullen, in de gemeente Eelde ®/4 uur gaans van het spoorstation de Punt (Drenthe) geopend worden voor een beperkt getal mannelijke drankzuchtigen. Als geneesheer-directeur zal op treden de heer Dr. P. W. Westerhoff, te Eelde. De kosten van voeding, huisvesting en bewassching bedragen f 250 per jaar, bij vooruitbetaliug elk kwartaal te voldoen. De patienten zullen worden beziggehouden met land- en tuinbouw, of met een bedrijf zooveel mogelijk naar ieders behoefte. Meestal wordt een verblijt van minstens een jaar noodig geacht. Reeds nu kunnen patienten worden aangegeven bij den secretaris-penningmeester, den heer Herman Hover, te Dordrecht. De instructie tegen Aafke Kuypers schijnt haar beeindiging nabij te zijn. Hetgeen vastge- steld is moet van dien aard wezen dat verwijzing naar de openbare terechtzitting hoogstwaarschijnlijk het gevolg er van zijn zal. De rechter van instructie, Mr. Royaard heeft mej. Kuypers de laatste dagen tegenover hare dienstbode in een zeer scherp verhoor haar nabijheid de vraag nckte of zij den naam van het zoo ongelijke paar kende. De aangesprokene, een oude juffer, die als de wandelende nieuwsbode van het badplaatsje bekend stond, zeide dat zij den naam nog niet op de lijsten der aangekomen gasten had gezien. Zij had echter gehoord dat de man een rijk scheepsreeder, en zijne vrouw een meisje van zeer zonderlinge at komst was. Zij hadden eene vrij afgelegen villa gehuurd en schenen er in afzondering en zonder met iemand kennismaking aan te knoopen, te willen leven. Dat zijn wij niet van plan, he vrouwtje? z^e de advocaat schertsend. Met dat doel zijn wij ook niet hier gekomen, nep de jonge vrouw levendig. Als iedereen die hier naar de badplaats komt, menschenschuw wilde zijn en zich van ieder ander afzonderde, zou ik 't hier heel spoedig erg ouaangenaam beginnen te vinden Daar heeft u gelijk in, zeide de fabrikant. Wie weet, voegde hij er met een veelbeteekend lachje bij, welke redenen het paar misschien heeft om zoo afgezonderd te leven. Gedurende dit gesprek had graaf Fabrie betaald, was opgestaan en nam met een buiging van den fabrikant en dieus gezelschap afscheid. De vrouw van den fabrikant keek thans naar het clubje dat het middelpunt der lange tafel innam en waarvan de leden het luide lachen en sprekeq

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1890 | | pagina 1