Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2653.
Zaterdag 18 October 1890.
30e Jaargang.
DOOBELIJKE VERWANTSGHAP.
Binnenland.
aanbesteden:
ABONNEMENT:
Yoor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoaders.
ADVERTENTIEN.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zieh abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Bit blad vcrsehijnt Uinwdag- en Vrljdajravond bij den nlt*ever P. J. t A N BE S A W P E te Ter Nenzen.
Bargemeester en Wethouders van TER NEUZEN
zullen op Dinsdag, 21 dezer. 's morgeiis 11 uren,
op het gemeenteraadhuis, bij enkele inschrijving,
Het leggen van RIOLEN met bij le
vering der benoodigde materialen.
Bestek en voorwaarden liggen op de gemeente
Secretarie ter inzage en zijn aldaar verkrijgbaar,
tegen 50 cents per exemplaar.
Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen
bij den gemeente-bouwmeester.
Ter Neuzen, 10 October 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
F»olitieli Overziclit.
John Bull heeft de handen weer vol met zijn
Ieren. Twee der Iersche nationalisten, die voor
de rechtbank te Tipperary moesten verschijneo,
de heeren Dillon en O'Brien, zijn naar Amerika
uitgeweken. Het openbaar ministerie requireerde
onmiddellijk in beslagneming van den gestelden
borgtocht van 2000 pond voor beiden, benevens
uitvaardiging van bevelen tot hunne aanhoudmg.
Een der bekende leiders van de Italiaansche uiterste
liukerzijde, de' beer Felice Cuvallotti, heeft te
Florence in eene rede op scherpe wijze de rede
van Crispi gecritiseerd. Leve Frankrijk Leve
Triestklonk het door de zaal. Binnen kort zal
Crispi zeker op deze rede terugkomen, want hij
heeft eene uitnoodiging van den burgemeester van
Turijn, om daar eene rede te houden, aangenomen.
Den Franschen Minister van financien, Rouvier,
was ten laste gelegd, dat hij door aankoop en
verkoop van staatspapieren rijzingen en dalingen
op de geldmarkt heeft veroorzaakt, van welke hij
ten behoeve van persoonlijke speculation zou hebben
gebruik gemaakt. Rouvier heeft daarop een staat
openbaar gemaakt, waaruit blijkt, dat de beschuldi-
ging klinkklare laster is.
De Zwitsersche Bondsraad heeft den heer Respini,
het hootd der vroegere regeering in Tessino, in zijn
ambt hersteld. Bij de stemming is gebleken dat
de meerderheid voor de herziening van de grondwet
27 stemmen beloopt. In het kanton is het
onrustig en daarom worden troepen hier en daar
gelegd. Volksbijeenkomsten zijn verboden en
iedere onwettige maatregel zal ten strengste worden
gestraft, zoo luiden de orders. De zaak van den
te Louden verblijf houdenden beeldhouwer Castrioni,
die beschuldigd is van moord, gepleegd op het lid
FEUILLETON
in
III.
NACHT EN MORGENROOD.
Het groene gordijn was in het midden gescheiden,
en Mina Waldstein stond in de opening. Zij
had een sneeuwwit kleed aan, dat in bevallige
plooien ora haar lijf golfde. Het schoone blonde
haar was los, en hing van hare schouders tot op
den grond neder, terwijl zij met uitgestrekten arm
vreesachtig en augstig naar haren vader zag. Zij
was doodsbleek, bewoog zich slechts langzaam en
aarzelend naar voren, en geen trek verried dat
zij van mijne tegen wooraigheid bewust was. Toen
zij op twee schredeu afstands van mijnen stoel
genaderd was, zag ik in hare eene hand een heker
van goud, met sraaragden ingelegd, welke behoorde
bij de flesch die ik in mijne hand hield. Eene
doodsche stilte volgde. Ik zag naar den dokter.
Hij stond op, en gaf mij door een teeken te
kennen, dat ik den beker, welke zijne dochter
vasthield, uit de flacon vullen zou. Zijne oogen
fonkelden vurig onder de witte wenkbrauwen
en ik was gedwongen dit bevel op te volgen.
Ik trad naar Mina toe en goot den inhoudvande
flacon in den beker. De vloeistof was kleurloos en
der Tessiner regeering Rossi, is verdaagd. De
verdediger zal bewijzen, dat Castrioni, toen de daad
gepleegd werd, niet in Zwitserland was. Intusschen
blijft de beschuldigde in de gevangeuis. De latere
berichten uit Zwitserland melden, dat de toestand
algemeen kalmer is geworden in Tessino. De
liberalen bebben besloten aan eene verzoenings-
conferentie deel te nemen.
Uit Weeneu wordt bericht, dat de spanning
onder de Armeniers in Konstantinopel toeneemt,
tengevolge van het gerucht, dat op enkele Armenische
gevangenen de pijnbank zou zijn toegepast. Vooral
op den Turkschen Minister van justitie zijn de
Armeniers zeer gebeten.
Daar is een ukase uit de lucht gevallen in St.
Petersburg, een wet tot bescberming van den arbeid.
Niemaud heeft iets gehoord van een ontwerp of
van beraadslaging endaar is de wet. Dat
kan alleen in Rusland zoo, in een land waar een
despotiek gezag heerschtgeen commissien en
sub—commissien, geen Kamer van afgevaardigden,
geen Senaat zijn er noodig om een wet te scbeppen
en in praktijk te brengen. Op eenen goeden
morgen zegt de Czaar tot een bevoegden minister
,breng mij een wetsontwerp tot bescherming van
den arbeid." De minister gehoorzaamtde Czaar
teekeut, en het ontwerp is eene ukase geworden.
Een land met een bekwaam en goedgezind despoot
brengt het stellig verder dan een republiek waann
de partijen elkaar beurtelings van 't kussen jagen.
De nieuwe wet of ukase heeft betrekking op de
civiele verautwoordelijkheid der werkgevers tegenover
hunne werkiieden ingeval van ongelukken. 0ns
bestek laat niet toe de ukase in hare bijzonder-
heden op te nemen, het zij genoeg te zeggen, dat
zij op meer dan een punt navolgiug verdient. Als
zij nu maar in toepassing wordt gebracht en niet
alleen op het papier blijft staau totdat een gril van
den Czaar haar weer opheft zonder ooit in werking
te zijn gewest.
Uit Konstantinopel wordt geseiud, dat de Ame-
niers en Drusen te Selenkia in Sirie de kazerne
in de lucht hebben doen springen, waarbij 40 Turk-
sche soldaten gedood werden. Tevens overvielen zij
de openbare gebouwen, vermoordden den gouverneur,
beroofden de kas en bevrijdden uit de gevangeuis
de Drusen, die wegens den opstand in den Libanon
gevangen waren genomen.
Prov. blad no. 88 bevat eene circulaire van
den Commissaris des Konings aan de burgemeesters
in Zeelaud, waarin hij, naar aanleiding van een
ontvangen ambtsbericht dat zich het mond- en
klauwzeer geopenbaard heeft onder een koppel
runderen in de gemeente Vaals in Limburg, wijst
op het gevaar, dat onzen veestapel en veehandel
helder als water, maar toen ik haar inschonk,
voelde ik dat de geur in de lucht elk oogenblik
sterker en drukkender werd. Ik zag dat zij den
drank aan hare lippen bracht, en toen ontmoetten
hare oogen een oogenblik de mijne. Eensklaps
scheen de geheele kamer rond mij heen te dansen,
eene vreemde, tooverachtige muziek klonk in mijne
ooren, mijn hoofd klopte onstuimig en ik zonk be-
wusteloos voor hare voeten neder.
Het was klaar dag, toeu ik uit mijne bezwijming
outwaakte. Ik lag op eene groote canape of
rustbed, in een sierlijk gemeubileerde kamer, met
twee groote, openslaande Frausche ramen, die het
uitzicht haddeu op een schoonen tuin. Voor eene
der vensters stond een schrijflessenaar, waarop
papieren, een halfronde bel en en een blad met
dichtgekurkte flesschen. Het was een heerlijke
dag, geen wolkje dreef aan het heldere azuur van
den hemel, en in de verte zag ik de zee, waar-
over zich hier en daar een een wit zeil vertoonde,
terwijl het stille golfgeklots zachtkens tot mijn
gehoor doordrong. Voor het huis schenen rozen
en jasmijn naar boven te groeien, want ik kon de
scharlakenroode knoppen van de eerste en de witte
sterren van de laatste te voorschijn zien komen.
Dit alles maakte echter geen indruk op mij, want
het was mij onverschillig waar ik mij bevond, of
hoe ik er gekomen was. Ik voelde door mijne
leden een loomheid en uitputting, alsof ik maanden
lang er aan de koorts had gelegen, en deze mij
bedreigt, indien die ziekte zich in ons land mocht
'spreiden. Vooral in de grensstreek van Zeeuwsch-
Vlaauderen bestaat kans op overbrenging speciaal
uit Oost- en West-Vlaandereu en zal op de ter
weiding toegelaten runderen en schapen scherp
toezicht moeten worden gehouden, terwijl tegen
ongeoorloofden invoer van runderen, schapen en
varkens ten strengste moet worden gewaakt.
De Commissaris verzoekt den veehouders be-
hoedzaamheid aan te bevelen, ook in het toelaten
van vreemde kooplieden bij het vee en hen indachtig
te maken, dat bij onverhoopt ontstaan der ziekte
onverwijld aangifte moet worden gedaan.
In het laatste geval wordt de strenge toepassing
der wet van 20 Juli 1870 (Stbl. no. 131) aan-
bevolen, met name ten aanzien van afzondering
en toezicht, het plaatsen van kenteekenen en de
onmiddelijke kennisgeving aan den districtsveearts.
Bij het voortgezet debat in de Tweede Kamer,
over de Floreszaak verklaarde de Minister Woensdag
gaarne de beeindiging van het tinonderzoek te
wenschen maar de verantwoordelijkheid der staking
rustte op de Indische regeering. Eene gewijzigde
motie-Cremer, uitsprekende de noodzakelijkheid der
staking van alle verdere mijnonderzoekingen op
Flores, werd verworpen met 59 tegen 26 stemmen.
Eene motie-Roell, akte nemende van de verklaringen
der regeering omtrent hetgeen haar wenschelijk
voorkomt met betrekking tot de mijnonderzoekingen
op Flores, werd goedgekeurd.
In een kortstondige vergaderir.g heeft de
Tweede Kamer gisteren de voor openbaar debat
jioe aanhangige wetsontwerpen ten einde gebracht.
Zoowel het wetsontwerp tot bekrachtiging der
met den heer Croll gesloten overeeukomst nopens
de dokwerken te Taudjong-Priok (Batavia) als die,
noodig geworden tot regularisatie der zaken van
het overuemen van het Rhijuspoorwegbedrijf, als
nopens de afschaffing der scheepvaartgelden op het
kanaal van IJmuiden, werden zonder stemming
aangenomen.
Een kort debat volgde over de vraag of de
door den Minister van Financien ingediende belas-
tingontwerpen thans nog of eerst na het reces der
Kamer in de afdeeliugen zouden worden onderzocht.
De centrale sectie had tot het laatste beslotende
heer Borgesius wenschte dadelijk onderzoek Zijn
voorstel werd echter verworpen met 38 tegen 34
stemmen, zoodat het onderzoek eerst zal plaats
hebben na de terugkomst der Kamer, die tot nadere
bijeenroeping is uiteengegaan.
De vereeniging „Moed, Beleid en Trouw,"
onder beschermheerschap van Z. M. den Kouing,
en onder het bestuur van vele hoogstaanzienlijke
mannen, militairen en niet-militairen, heeft tot het
Nederlandsche volk het onderstaande manifest gericht:
tfLandgenooten Op den 30 April 1890, den
nu eerst verlaten had. Lichamelijk gevoelde ik mij
zoo zwak, dat ik geen vinger bewegen kon, waarom
ik geheel werkeloos in de kamer en door het
venster rond zag. Ik was alleen. Toen kwam
mij eensklaps als een electrische schok de her-
innering aan den avond van mijne aankomst in
Prolldu voor den geest. Mijn vroeger geloof,
mijn blind vertrouwen in dokter Waldstein, ver-
dwenen, om plaats te maken voor bitteren haat
en afschuw tegen den ouden man. Maar mijne
lichaamszwakte verijdelde mijn voornemen om op
te staan, en toen het mij eindelijk gelukte mij op
den eenen arm op te richten, voelde ik mij zoo
uitgeput, dat ik bedwelmd en machteloos weder op
de canape nederzonk.
Negen uren ligt hij daar reeds bewusteloos.
wanneer dat nog vijf uren langer duurt, dan weet
ik dat mijne plannen gelukken zullen. Dood en
leven leven en dood hoe wonderlijk zijt gij
aan elkander verbondenDeze woorden werden
op een zachten, maar vasten toon uitgesproken.
Hoewel ik geen teeken van leven gaf, had ik de
stem van dokter Waldstein herkend. Ik hield
mijne oogen dicht en luisterde. Denkelijk was hij
alleen, want er volgde geen antwoord, ik kon ook
door het krassen van zijne pen begrijpen, dat hij
druk schreef aan zijnen lessenaar. Vroeger sprak
ik van mijne erge zwakte, maar tot mijne groote
vreugde begon ik te bemerken, dat, terwijl ik met
geslotene oogen nederlag, mijn geest gedurig sterker
75jarigen gedenkdag van het bestaan der Militaire
Willemsorde, werd onder de hooge bescherming
van Z. M. den Koning eene Vereeniging gesticht,
die onder de zinspreuk „Moed, Beleid en Trouw"
werkzaam wil zijn in het belang van de Ridders
der Militaire Willemsorde beneden den rang van
Officier.
De Vereeniging wil die Ridders bij hun terugkeer
in de Burgermaatschappij zoo mogelijk aan eene
passende betrekking helpen hen geldelijk steunen,
wanneer zij, voor weiken ongeschikt, buiten hun
schuld in armoede vervallen na hun dood zooveel
mogelijk zorgen voor hunne weduwen en weezen.
Om dat doel te kunnen bereiken is er geld, ja
zelfs veel geld noodig, doch bij het stichten der
Vereeniging rekenden wij op Uwen steun.
Nederland zendt zijne zonen naar Oost-en W est,
ingedeeld bij Land— of Zeemacht, om te waken
voor de eer van Nederlands vlag om het gezag
van onzen geliefden Koning ook in onze schoone
Kolonien hoog te houden, doch Nederland vergeet
die zonen niet.
De braven, die voor dat doel hun leven veil
haddendie blootgesteld aan de verwoestende
ziekten van een tropisch klimaat, aan de duizende
gevaren van een hardnekkigen strijd tegen een
dapperen vijand, uitmuntten boven velen, hunne
kameraden ten voorbeeld waren, en den roem van
Nederlands leger en vloot verhoogden die braven
worden door U landgenooten hooggeschatgij volgt
hen op hun moeielijk pad.
Wanneer die dapperen in het Vaderland terug-
keeren, versierd met het kruis voor Moed, Beleid
en Trouw, doch dikwerf met eene zwaar geschokte
gezondheid, mogen zij niet in armoede vervallen,
niet zijn blootgesteld aan zorgen en gebrek.
Helpt ons dat te voorkomen. Met vol vertrouwen
doen wij een beroep op Uwe medewerking, Uwe
offervaardigheid, Uwen steun.
Aan eene jaarlijksche gift van minstens f 5,—
is volgens de Statuten het lidmaatschap der Ver
eeniging verbonden. Donateurs zijn zij die een
jaarlijksche gift van f 25,dan wel eene gift
in eens van 200,storten. Maar elke gift,
hoe gering ook, is als blijk van belangstelling in
het door ons ondernomen werk hartelijk welkom.
Vergeet niet dat met vele kleine giften een groot
doel kan worden bereikt.
Wanneer iemand over eene betrekking heeft te
beschikken, waarvoor een oud-soldaat geschikt is,
dan doe hij daarvan opgave aan den secretaris van
het bestuur den kolonel der mariniers F. A. van
Braam Houckgeest te Amsterdam.
Men leest in het Handelsblad
Het vooraf beraamde schandaal, waarvoor de heer
Tindal verantwoordelijk is, heeft Maandagavond
plaats gehad.
Hij wist van te voren wie op zonden komen als
werd. Het werd mij langzamerhand duidelijk, dat
de oude mij, met een mij onbekend oogmerk, tot
toetssteen van eene zijner duivelsche proefnemingen
had gemaakt. Hij had door den invloed van het
dierlijk magnetismus, mij tegen mijnen wil traps-
gewijze zoover gebracht dat ik volkomen aan zijne
macht onderworpen was. Ik nam daarop het besluit,
om tegenover zijne verdere handelingen een vasten
wil te stellen, mij echter voor het oogenblik stil en
onbewegelijk te houden. De dokter scheen wan
meening te zijn, dat ik nog bewusteloos was, ik
wilde hem deze gedachte niet ontnemen, omdat
ik wilde hooren, of de oude man niet nog iets van
zijne oogmerken zou te kennen geven.
Hoe lang ik in dezen toestand nederlag, weet
ik niet, maar eensklaps bemerkte ik, dat, sedert
mijn ontwaken tot bewustzijn, bestendig dezelfde
geraniumlucht, mij omringd had. Toen mij dit
duidelijk werd, maakte zich eene vrees van mij
meester, die ik niet in staat ben te beschrijven.
Ik kwam echter weder tot bezinning en trachtte
mij bedaard elke gebeurtenis te herinneren, die
betrekking had op mijnen omgang met dokter
Waldstein en zijne dochter. Ik herinnerde mij
nu, dat ik den geraniumgeur nooit bemerkt had,
dan wanneer Mina tegenwoordig was, en eveuwel
was ik overtuigd dat zij v66r de komst van den
dokter niet in de kamer geweest, noch op't oogen
blik in de nabijheid was. Als een plotselinge
bliksemstraal school eene gedachte mij door het
SEIZE
COHAST
mil EST urn