Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2639.
Zaterdag 30 Augustus 1890.
30e Jaargang.
BEKENDMAK1NG.
DE ZWAIiTE lilUEVEMASCIl.
De Burgemeester tier gemeente Ter Neuzen
31 Augustus 1890.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushonders.
ADVERTENTIlN.
Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Bit blad verwchljnt Uinitdae- en VrildAgnvoiad blj den aftgever P. J. VAN BE S A N B E te Tee Neuzen.
maakt bekend, dat eene Openbare Vergadenng van
den Gemeenteraad is belegd tegen Dilisdag den
2 September 1890, des voormiddags ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 29 Augustus 1890.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN BOVEN.
Nog eeu kleine tijd en Nederland zal feest
vieren. De driekleur zal wapperen en hare banen
ontplooien op den adern van den windde oranje-
strik zal de borst sieren van jongeling en rnaagd,
van grijsaard en bestje, van ouders en van kinderen.
Ook en vooral de kinderen zullen zich in feest-
gewaad kleeden en met bios en jubelkreet ter reie
gaan op den blijden dag, waarop onze beminde
Prinses Wilhelmina haren 10dcn verjaardag viert!
Het zal feest zijn in de meeste ook in de
kleinste gemeenten van ons land, en heel een
natie zal haar bee ten Hemel zenden voor't behoud
van "Wilhelmina, Neerlands lust en Neerlands hope.
En 't is goed dat, opgewekt en toebereid door
de ouderen, de kinderen onzes volks weten en reeds
vroeg doordrongen worden van de waarheid, dat
Nederland en Oranje een is, steeds een, wat er
kome of wat er keere. O, 't is goed dat de jongeus
en meisjes uit voile borst een vreugdelied aauheffen
en in de geestdrift der meer bejaarden een prikkel
zien om lief te hebben ons Vorstenhuis en het
koninklijk kind, dat, zoo God wil, eenmaal geroepen
zal zijn tot den troon harer vaderen.
Daar ligt kracht in 't lied van Neerlands jonk-
heid, dat wijd en zijd zal klinken en dat in staat
zal zijn, snaren te doen trillen in het harte van
ons, die de kinderschoenen reeds lang zijn ontwassen.
Welk eeu blijdschap moet het zijn voor den grijzen
Koning en zijne geeerbiedigde gemalin, dat een
geheel volk mede juicht en mede jubelt en hier-
door als 't ware op nieuw de gelofte aflegt van
houw en trouw de liefde voor de vorsten uit het
huis van Oranje in feestzaugen en vroolijkheid, in
woorden en in dadeu tentoonspreidt.
Maar ook hoe groot, hoe rein en verheven
moet de oudervreugde zijn als gansch een volk
deelt in die blijdschap, jubelt op het verjaarfeest
van het eerste Kind des lands. Wat moet het
den koninklijken Vader goeddoen, zich zelve te
zien herleven in 't kind, dat zijn hoop en troost
is, nu Hem zooveel ontvielen welke inoeder weet
het niet en gevoelt niet, wat koningin Emma zal
gevoelen op dezen dag, waarop haar oogappel
haren 10dc" jaardag viert.
FEUELLBTON.
Een verhaal uit de papieren der hertogin
van Nottingham.
13)
Ik heb hetIk heb het alschreeuwde
Tracy, maar in het volgende oogenblik had hij Lane
reeds op den rug en droeg hem in veiligheid op
straat. Waar is het pakje? Vroeg Lane.
Tracy wierp het hem toe en stortte zich toen
weder in het brandende huis. Maar het was te laat
De vlaminen dreven hem terstond weder terug,
en toen hij zag dat hij verder niets kon doen, begon
hij om te zien naar een onderkomen voor zijn onge-
lukkig huisgezin.
De heer Jonas Aldridge vernam deze gebeurtenis
met niet weinig genoegen. Deze lastige personen
waren thans geheel zonder zijn toedoen uit zijn huis
verwijderd en de keten was thans gebroken, die
hem op zulk een onaangename wijze met hen scheen
te verbinden. Buitendien waren zij naar alle waar-
schijnlijkheid ten gronde gericht en dientengevolge
zonder hulp en steun. Thans scheen het oogenblik
gekomen, waarin men hen met goed gevolg uit
de stad verwijderen kon en verhinderen dat zij
zich daar weder vestigden. Thans kon Gurney
O, we weten hethet zal velen goed zijn op
die feestdagenwant het volk van Nederland
bemint het Vorstenhuis, dat het bestuurt en deelt
mede in zijn vreugde en smart.
En het zal zijn liefde en dankbaarheid over-
brengen op 't Kind, dat reeds een plants heeft
veroverd in de harten van alien, en eenmaal ge
roepen om zelf te regeeren, zal zij kunuen rekenen
op wakkere handen, kloeke vuisten en liefdevolle
harten.
Uit de borst van blonden en grijzen rijst op
dezen dag de bede, dat God onze beminde Prinses
behoede, Haar leide aan Zijne hand door dit leven
Haar jeugd bescherme en Haar geschikt make
voor hare grootsche en verhevene roeping.
Zoo zal ook deze dag den baud versterken die
Nederland en Oranje samensnoert.
Vol liefde staart het volk naar het Koningskind
dat op 't blondlokkig hoofdje de hoop van Neder
land als krone draagt.
Wat het volk thans biedt aan de tienjarige zal
ze ook behouden als vrouw n. 1. liefde en eerbied,
hulde en toewijding.
Laat ons dan alien feestvieren met een daartoe
rec'ntgestemd en dankbaar hart.
En als de kinderlijke klanken opstijgen en de
levendige oogen stralen van genot, o, laten
we ons zelven dan niet te groot achten maar
vol geestdrift uitroepeu L ve de Koning, leve
de Koningin, leve onze beminde Prinses Wilhel
mina.
Jr*olitieli Overzicht.
De Keizer en de Czaar hebben elkander ontmoet
en nog wat misschien gedineerd en gesoupeerd en
gedronken en geklouken hebben ze ook. Zelfs
hebben ze getoast op elkanders vreeselijke krijgs-
heiren en hunne ontwikkeling, hoewel ieder voor
zich wellicht dacht'k wou dat je benden maar
wat minder in de melk hadden te brokken. Ziet
ge nu wel, zou Talleyrand gezegd hebben, dat de
mensch de taal ontvangen heeft om de gedachten
te verbergen Enfin, de beide machtige potentaten
lijken dikke vriuden, want men gaat nu al ver-
luiden, dat de Czaar en de Czarine met het noodige
gevolg in October te Berlijn zullen komen om
van Wilhelm's gastvrijheid te profiteeren. Zoo
heel lang zal het verblijf in Duitschland zeker niet
zijn, want dan zou de Reise Kaiser ook zoo lang
thuis moeten blijvenmen kan toch moeielijk
uitgaan en zijn gast in den steek laten. Wilhelm
heeft nu reeds den voet weer op den vaderland-
schen grond. „Au revoir Bon voyage riep de
Czaar zijn gast bij de inseheping toe. Te Memel
heeft de Keizer de plaats bezichtigd, waar zijn
voorouders tijdens de verdrukking van Pruisen
onder Napoleon verblijf hielden.
Ter geruststelling voor de bezorgde vrienden
nuttig worden; want daar Tracy nu geen huisvader
meer was, kon hij geworven worden.
Zonder dat Tracy en zijne vrouw gissen konden
welk een heerlijk lot hun door den heer Jonas
Aldridge werd toegedacht, kamten zij uit alle macht
om na de geleden schipbreuk het hoofd weder
boven water te houden. Maar toch, het valt zoo
zwaar, na zulk een val zich weder op te heffen.
Want de vernedering der armen is juist hun armoede
en daar zij niets bezaten, konden zij ook niets
ondernemen, niets beginnen. Het eenige wat Tracy
kon beginnen was een dienst zoekeu en Mary moest
haar handwerk weer opvatten. Maar diensten en
klanten viudt men niet op een enkelen dag, en
zoo zagen zij zich alien te gelijk in eene kamer
geworpen en zij hadden geen brood. Ook had de
brand en de daarop gevolgde gemoedsschokken den
ouden Lane zoozeer aangegrepen, dat zijn lijden
nu weldra een einde zou nemen. Dat gevoelde hij
zelf, en op zekeren dag toen Mary de deur was
uitgegaan, riep hij Traoy aan zijn bed en vroeg
hem, of de heer Adams niet van gevoelen was dat
hij moest sterven.
Wel, vroeger waart gij ook zoo ziek, en toch
zijt ge er weer boven op gekomen, antwoordde
Tracy die hem niet wilde meedeelen wat de apotheker
van zijn toestand had gezegd.
Och, ik zie het wel, antwoordde Lane, gij wilt
mij niet angstig maken, maar mijn tijd is gekomen,
en ik wil gaarne van deze wereld scheiden want
der triple—alliantie is eene briefwisseling tusschen
de Keizers van Duitschland en Oostenrijk openbaar
gemaakt, waarin Wilhelm o. a. te kennen geeft,
dat hij van de diensten des ouden kanseliers afziet,
maar desniettemin de uitdrukkelijke verzekering
geeft, dat door de persoons-verwisseling in de
leiding der Duitsche staatkunde geenerlei wijziging
wordt gebracht in, en evenmin afbreuk wordt ge-
daan aan het voortbestaan van het verbond. Oosten
rijk make zich dus niet ongerust over Duitschland's
vriendschap met Rusland, wil dat zeggen. Nu,
wat men gaarne wil, kan men voor waar houden.
De Pruisische minister van financier! zoekt om
middelen tot stijving der inkomsten. Hij wil eene
uitbreiding der succesie-rechten voorstellen, waar-
door de vrijstelling der kinderen der ouders en der
echtgenooten vervalt. Thans wordt alleen 2 pet.
betaald van erfenissen van broeders of zusters, 4
pet. van betrekkingeu tot in den zesden graad en
8 pet. van de rest. Toch bracht deze belasting
in het laatste jaar nog bijua zeven millioen mark op.
De Franschen zijn tot wederdieust bereid. Wij
weten, dat de Italiaansche vloot eenige maanden
geleden den Franschen president alle eere aanaeed
bij zijn bezoek aan Corsicawederkeerig zal een
Fransch eskader zich vertegenwoordigen, bij het
te water laten van een Italiaansch pantserschip in
presentie van koning Umberto. Zwartkijkers zeggen,
dat dit een verkiezings—manoeuvre is in het voor-
deel van Crispi, die gaarne den volke laat zien,
dat Italie geenszins met Frankrijk getroubleerd is,
om zoodoende der tegenpartij een strijdleus uit de
handen te slaan.
Evenals in Frankrijk is men in Portugal maar
zoo matig tevreden met de overeeukomst tusschen
Engeland en Portugal in zake de verdeeling van
Afrika. De hoop van den Portugees, om zijn
Afrikaansch gebied van Mozambique dwarsover tot
Neder-Guinea door te trekken, is in rook verdwenen,
de looze Brit heeft er een wig tusschen geschoven.
De openbaringen van majoor Pinto brengen er
mede niet weinig toe bij om de Portugeezen tegen
den Brit in 't harnas te jagen. Pinto noemt
immers de Engelsche dieven en roovers. Van den
strijd tegen de Makololo's met hun dronken
koning zegt hij o. a., dat de Engelsche zendelingen
hen ophisten en dezen rieden om zich van majoor
Pinto meester te maken. Nu, als we lezen dat
er dezer dagen weder zooveel Engelsche zendelingen
op reis zijn gegaan met zooveel vuurwapenen,
zooveel kisten brandewijn en duizenden vaten rum,
dan in ons krediet voor die verbreiders van het
heerlijk Evangelie ook niet groot. Een gerucht
zegt, dat de Portugeezen herhaaldelijk geschoten
hebben op de Engelsche expeditie onder bevel
van Thomson op de oevers van de Zambesi. Om
de Portugeezen hopen wij dat het gerucht geen
feit blijkt te zijn. Portugal heeft meer te ver-
ik ben een zware last voor u en Mary, sinds gij
in het ongelnk zijt. Ik weet dat gij steeds vrien-
delijk en welwillend jegens mij zijt geweest, voegde
hij er bij, toen hij bespeurde dat Tracy iets wilde
zeggen. Maar het is hoog tijd dat ik onder den
grond ga. God weet, dat ik een zwaren strijd
heb gestreden, en hij is nog niet geheel voorbij.
U zoo arm, zoo behoeftig te zien en te weten dat
ik u kon helpen, dat is verschrikkelijk. Ik heb
dikwerf bij mij zelven gedacht, dat ik er geen
zoo groot kwaad aan had gedaan, indien ik er
toe overgegaan ware. De Heere zij mij genadig,
wat heb ik daar gezegd
Vader, antwoordde Tracy, gij moest zoo veel
niet spreken, dat doet u geen goed. Gij moest
wat trachten te slapen tot Mary weer te huis
komt. Tracy meende dat de oude man begon
te malen.
Neen, neen, hernam Lanedat zou niet goed
zijn. Thaus moet ik het zeggen. Gij herinnert u
nog wel dat pakje, dat wij uit den brand hebben
gered
Ja, antwoordde Tracy en zag in 't rond om
zich heen. Waar is hetIk heb het sedert niet
meer gezien.
Hier is het, hernam Lane, terwijl hij het van
onder zijn hoofdkussen te voorschijn haalde. Zie
wat er op staat Eerst na mijnen dood te openen.
Hebt gij het verstaan
Ja, vader
liezen dan het nu door den grooten koopman is
afhandig gemaakt.
Het standbeeld van admiraal De Ruijter te
Vlissingen zal, naar wordt gemeld, waarschijnlijk
een betere standplaats krijgen. Tot nu toe stond
de held met den rug naar de zeedoch thans
bestaat het plan hem te plaatsen op den nieuw-
aangelegden zee-boulevard en het beeld dan met
het aangezicht naar de zee te richten.
Tegenover de bewering dat eene dating van
de steenkolenprijzen was te wachten, geeft een
deskundige in de Haagsche Courant een betoog,
waarin hij duidelijk aantoont, dat rijzing, aanzienlijke
rijziug zelfs, onvermijdelijk is.
Hij wijst op den verminderden invoer uit de Ruhr-
streken, in verband met den aflooo der termijnen
van vroeger gesloten contracten. De Ruhrhandel
brengt nu nog zeer groote geldelijke offers om het
verloren debiet terug te bekomen, maar langzamer-
hand zullen ook de prijzen der Ruhrkolen in ver-
houding komen tot die van andere mijnen. te meer
daar thans ook de mijnen samenspannen en den
verkoop harer kolen in een hand geven.
Volgeus de Reinisch Westfalische Ztg. zullen
de kolen mijnen met I October een bestelbureau
oprichten en zijn daartoe 15 groote mijnen toege-
treden, om zoo min mogelijk concurrence onderling
te hebben.
De belangrijk mindere productie door de werk-
stakingen (verleden jaar) in de mijnen, gaf den
stoot tot de enorme verhooging der prijzenmaar
rneteen de oudervinding aan de exploitanten, dat
deze verraindering der opbrengst hun groote ver-
meerdering van winsten gaf. Vandaar dat zij
onderling besloten niet meer te produceeren dan
de vraag noodig maakte en dat de totale opbrengst
van 11500 per dag tot slechts 8250 waggons per
dag gereduceerd is.
Dat de vraag niet groot was, eindigt de schrijver,
lag mogelijk ook wel aan de hooge prijzen maar
zullen die prijzen lager of hooger worden als de
vraag moet komen Mij dunkt, hooger zelfs, indien
een strenge winter komt, enorm hoog.
Uit Het Bildt schrijft menBij een land-
bouwer onder St. Jacoba Parochie zijn 9 personen
uit Stavoren aangekomen om te werken. De 100
infanteristen, die volgens 't oordeel der autoriteiten
te familiaar met de arbeiders waren, zijn vertrokken
en vervangen door 125 militairen uit Helder,
grootendeels oudere soldaten, die onlangs voor
eenigen tijd zijn opgeroepen. De toestand blijft
nog gelijk. De werkstakers en werkgevers staan
lijnrecht tegenover elkander. 't Gerucht verspreidt
Eerst na mijnen dood te openen, hernam Lane.
Maar zoodra ik overleden ben, neem het dan en
breng het bij den heer Jonas Aldridge, het behoort
aan hem. Er ligt een brief in die alles verklaart,
en ik heb hem gebeden, raedelijden te hebben
met u en Mary, om des zwaren strijds wilde, dien
ik in armoede en ziekte streed, toen ik hare
jeugdige wangen zag verbleeken onder gebrek en
arbeid, en dien ik nu weder strijde, nu ik u alien
zoo zie lijden en ook de kleine Tracy met zijn
bleek gezichtje, dat vroeger zoo rond en blozend
was. Doch het zal nu spoedig voorbij zijn. God-
dank Zult gij het stellig in zijne eigene handen
geven
Daarop geef ik u mijn woord, antwoordde Tracy.
Nu, neem het dan weg en laat het mij niet
meer zien maar verberg het voor Mary, en zeg
er niets van aan haar.
Neen, vader, hernam Tracy. Maar thans moet
ik u verzoeken een weinig te gaan rusten.
Thans gevoel ik iets vreedzaams in mij, sprak
Lanethans kan ik misschien rusten. Gode zij
dank, de zwaarste strijd is thans voorbij en het
sterven eene lichte zaak.
De apotneker had gelijk toen hij voorspelde
dat Lane niet lang meer zou leven. In minder
dan eene week tijds na het overgeven van het
pakje lag de arme Lane reeds in het graf, en het
laatst wat hij met een veel beteekenden blik tot
Tracy zeide, was Dank er aan
C01IRANT