A .gemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
"AANBESTE DIN 6.
De 8toomDoot4imUpJe_W ester-Schelde.
No. 2621.
Zaterdag 28 Juni 1890.
30e Jaargang
AANBESTEDEN
DE BURGGRAV1N.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Eranco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,324.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoaders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer _/"0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
.m b.art verMctiljnt en VHJ«l»*avo„d b.j den nltgever P. J. V A 31 »E 8 A M l> E te Ter Kensen.
By deze courunt behoort een hijvoegsel.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
PHILIPPINE, brengen terkennis van gegadigden,
dat zij op Woensdag den 9 Juli 1890. des na-
middags 3 ure, op het raadhuis der gemeente in
het openbaar zullen
Het maken van een E.IOOL met
ZINKPUTTEN in de gemeente
Philippine.
Allen, die omtrent de voorwaarden van aanbe-
steding, 'inlichtingen wenschen te bekomen, kunnen
zich daartoe vervoegen op het Gemeentehuis en
bij den Secretaris, van heden tot den dag der
aanbesteding, des voormiddags van 9—12 ure.
Philippine, den 25 Juni 1890.
Buraemeester en Wethouders voornoemd,
J. B. DHOOGE, Burgemeester.
L. N. STUBBE, Secretaris.
Ontegenzeggelijk bekleedt de stoombootdienst
op de Wester-Schelde, onderhoudende het verkeer
tusschen deze streken en den overwal, eene voornatne
plaals onder de groote belangen van de Provincie,
en waardeering verdient dan ook, hetgeen door
het provinciaal bestuur, vooral in de laatste jaren,
ter verbetering van dien dienst werd verricht, ten
gevolge waarvan de dienst Vlissingen—Breskens,
waarin thans 6 malen daags heen en weer wordt
gevarenongetwijfeld uitstekend geregeld moet
worden geacht, evenals ook de dienst Walsoorden—
Vlake zeker naar eisch in de behoefte voorziet.
Beide diensteD, en dit is van zeer veel belaug,
sluiten goed aan bij andere reisgelegenheden.
De dienst Ter Neuzen—Vlissingen laat ecliter,
en dit is met het oog op het groote belang van
dien dienst zeer opmerkelijk, in meerdere opzichten
noo1 veel te wenschen. Gedurende het grootste ge-
deelte van het jaar wordt slechts 2 malen daags
tusschen Ter Neuzen en Vlissingen en oingekeerd
gevaren.
Na reeds sedert vele jaren naar eene goede regeling
erustig verlangd te hebben, vleide meuigeen zich
dat deze, zoo al met afdoende dan toch in beduidende
mate zou worden verkregen door de indieuststelling
van de Walcheren, meener.de dat in de lijn
Ter NeuzenVlissingen en oingekeerd uitsluitend
door deze boot zou worden gevaren, omdat wegens
den grooten afstand, juist daar aan zeer snelvareude
FEUILLETON
booten zoo groote behoefte bestaat, wat voor kleinere
afstanden als VlissingenBreskens niet het geval is.
De dienst is evenwel niet aldus geregeld. De
Walcheren vaart slechts, gelijk de andere booten,
bij afwisseling van en op Ter Neuzen, zoodat de
reis Ter NeuzenVlissingen en omgekeerd, evenals
vroeger, nog zeer dikwijls bijzonder lang duurt, het
geen het verkeer op die lijn zeer groot nadeel doet.
In het oog springend is het groote voordeel
van aansluiting aan de eerste sueltreinen uit
Vlissingen, ten einde vroegtijdig te Goes en in
andere plaatsen van Zeeland en verder te kunnen
koinen, tijd te hebben om daar zaken te doen en
nog denzelfden dag te huis weder terug te kunnen
zijn. Van Breskens en Walsoorden uit is men
daarvan steeds verzekerd, doch van Ter Neuzen
uit wordt die aansluiting als het ware geheel
gemist.
Alleen wanneer de Walcheren den vroegdienst
van Ter Neuzen naar Vlissingen heeft en de
omstandigheden niet ongunstig zijn, zijn van Ter
Neuzen uit de eerste sueltreinen uit Vlissingen te
halen. Bovendien weet het publiek niet wanneer
die vroegdienst door de Walcheren wordt verricht.
Voor de Walcheren vast van Ter Neuzen naar
Vlissingen en omgekeerd, dan zou het tijdstip van
eerste afvaart slechts een weinig behoeven te worden
vervroesjd om het bewuste groote voordeel ook
dagelijks aan Ter Neuzen en omstreken te ver-
zekeren en dan zou (evens altijd aansluiting worden
verkregen tusschen de boot van 10 u. 30 m.
voormiddag uit Ter Neuzen en de dag-mailboot
naar Engeland, wat ook van beteekenis is, vooral
omdat het tijdstip van vertrek uit Ter Neuzen
uitstekend verband houdt met dat van aankotnst
aldaar van de beide spoortreinen uit Belgie.
Voer eene bepaald goede regeling van den
provincialen stoombootdienst op de Wester-Schelde
en om zich deswege niet tot half werk te blijven
bepalen, wat wel goedkoop kan schijnen, doch hier
in werkelijkheid duur is, is echter de aanschaffing
v in eene tweede snelvarende boot noodzakelijk,
waarom wij hopen dat daartoe spoedig moge worden
overgegaan.
Het geldt hier toch wezenlijk, zooals ook cijfers
aantoonen, een groot provinciaal belang. Het
verkeer tusschen Ter Neuzen en Vlissingen is
belangrijk en wacht slechts op eene betere regeling
van den stoombootdienst, om zich snel en nog veel
verder uit te breiden, hetgeen met het oog op de
drukke scheepvaart en de algemeene ontwikkeling
te Ter Neuzen volstrekt niet te verwonderen is.
Stellig zal die uitbreiding niet het minst ten goede
komen aan de belangen van den overwal, terwijl
zij voorts ook de belangen van de spoorwegen ter
weerszijden van de Schelde zal dienm.
In 1888 de cijfers van 1889 zijn ons nog
niet bekend werden in 1985 reizeu met
8)
Ziet ge, ik was geboren, oin builen te leven, bij
mijn vrouw en kinderen. Had ik het raaar gedaan
Ge zult me wel oud vinden en dtk geworden
Neen, zei Gilbert.
Wat u betreft, gij zijt dezelfde. Wat zeiden de
Romeinsche dames van u?
Toen Gilbert zijn hoed afnam, om het zweet
van zijn voorhoofd te vegen
Ha, er zijn bij u toch ook haren verdwenen
En ge'trouwt niet Dat moest ge doen 1 A propos,
hoeveel inkomen hebt ge tegenwoordig
Gilbert antwoordde, eigeulijk tegen zijn zin
zoowat twintig duizeud franc.
Dus genoeg voor twee, als men geen dwaas-
heden begaat. O, die dwaasheden Hij gaf
zijn paarden onderwijl een fermen zweepslag
Gilbert was onrustig. Hij hunkerde Blanche
de Cabrol weer te zien, en was bang tegelijk.
Maar het rijtuig ging voort ze waren voor
de stoep.
Zij wachtte hen op.
Wat zijt gij vriendelijk om naar ons toe te
komen
Tegelijk gaf ze hem de hand. Ze was nog
even schoon, doch, naar het scheen vriendelijker
voor hem dan vroeger.
Gilbert werd naar zijn kamer gebracht.
We wachten u in het salon, zei ze.
Toen hij zich wat had opgefrischt wat al
gedachten waren onderwijl door zijn hoofd ge
gaan ging hij Daar beneden.
De oude markiezin De la Fonfreyde was er aan
't praten met den pastoor van Mareuil. Ze was
niet veel veranderd, en toonde dadelijk, door haar
vriendelijke ontvangst, aan den pastoor, dat ze
oude bekenden waren.
Komt juffrouw Sainte-Severe niet, vroeg ze
aan Blanche, die met haar man aan de andere
zijde van het salon zat.
Juffrouw Albanie de Sanite-Severe was de voor-
lezeres der markiezin. Ze kwam een oogenblik later
binnen met Guy en Jeanne aan de hand. Gilbert
nam ze en lichtte ze op. De jongen geleek op
zijn moeder, het meisje op haar vader. Mevrouw
De Cahrol glimlachte en stelde mijnheer Maujean
aan de juffrouw voor. Gedurende de voorstelling
bladerde Pieter in een album, dat hij daarna met
eeu zucht van verlichting dichtsloeg alsof hij zeggen
wildeDat is afgeloopen Men kwam zeggen dat
de tafel gedekt was. De markiezin ging aan den
arm van Gilbert naar de eetzaal. De abt Souchon
gaf zijn arm aan de burggravin, Pieter aan juffrouw
Sainte-Severe, en de kinderen kwameu achteraau.
Gilbert zag met pleizier, dat de markiezin haar
de stoomboot en bovendien nog eenige reizen met
sieigerschuiten of roeibooten, die voor den dienst
Vlissingen—Breskens en omgekeerd mede beschik-
baar zijn, van Vlissingen naar Breskens 17095 en
in hetzelfde aantal reizen terug 16834 personen
vervoerd, terwijl in slechts 859 reizen met de stoom
boot, dus 1126 minder, van Ter Neuzen naar
Vlissingen 10480, en terug in hetzelfde aantal
reizen 10725 personen werden vervoerd, ongere-
teud nog het vervoer van 1138 personen van
Ter Neuzen r.aar Breskens en 1193 terug, en van
ruim 3300 personen naar en van Borssele en Hoe-
dekenskerke.
Deze cijfers, die ter versterking van hetgeen zij
bewijzen, door meerdere zouden kunnen worden
aangevuld, en ook nog verder zouden kunnen worden
toegelieht, zijn, dunkt ons, reeds welsprekend genoeg.
Indedaadverbetering. van den provincialen
stoombootdienst tusschen Ter Neuzen en Vlissingen
en omgekeerd is hoogst gewenscht.
Ter Neuzen, 26 Juni 1890. v. B.
folitieli Overzicht.
Duitschland is de laatste jiren sterk vooruitge-
gaan in schulden.
Tot 1876 was schuld een vreemd woord voor
den Duitschen staatthans is het een zeer Duitsch
woord geworden. Maar even anderhalf milliard
(1,500,000,000) mark zou de schatkist te kort
komen, wanneer »allen die iets te vorderen hebben"
hunne rekening eens tegelijk inzonden.
Vierhonderd millioen is nog niet eens geplaatst
en telkens worden er uieuwe leeningen aangegaan.
Wilhelm is weer naar huis, want Z. M. moet
weer weg en dus dienen de koffers gepakt. Eerst
naar Kiel de vloot inspecteeren, dan naar den
Deenschen Koning te Fredensborg, wien zijn groot-
vader bijna het gansche rijk ontnomen heeft
verder naar Christiania, waar der Zweden vorst
hem zal ontmoeten en vervolgens naar de Noord-
poolneen, dat gaat nietwij bedoelen
naar de Noordkaaptoch ook nietnaar
Drontheim. Een heele nasleep komt achter den
„Reise Keizer" aan die heet men in deftigen stijl
„een groot. gevolg." Dat gaat alles op kosten
vanmaar 't is waar ook „daar wordt minder
op gelet". De derde suppletoire begrooting bij den
Bondsraad ingediend, vraagt ruim 73 millioen mark,
waaronder 42 millioen voor militaire doeleinden
bovendien wordt voor den aanleg van strategische
spoorwegen nog 104 millioen gevraagd. Die Duitsche
burgers schijnen toch maar duiten te hebben
De oude heer te Friedrichsruhe heeft eene deputatie
ontvangen uit de Berlijnsche conservatieven en
nationaal-liberalen. De eenige diplomaat gaf als
oorzaak van zijn aftreden op, verschil van meening
in den boezem van het ministerie. Met nadruk
betoogde hij, dat hij nog steeds het recht van
ouden, goeden eetlust nog had. Pieter at weinig
maar dronk veel. De abt, die nog niet veel gezien
had, vroeg veel naar Rome, en Gilbert liet zich
niet bidden. Toen hij sprak, merkte hij dat juffrouw
Sainte-Severe met heel veel oplettendheid luisterde.
Men ging, om Gilbert, vroeg naar bed. En
deze viel, buiten zijn verwachting, spoedig in een
diepen slaap.
Den volgenden dag ging alles op het kasteel
zijn gewoneu gang. Aan niets kon men merken
dat er een gast meer was: ieder had zijn werk.
Bij de maaltijden en s avonds als de pastoor met
de markiezin zijn partijtje kwam maken, zag men
elkander. Toen Gdbert vertelde, dat hij niet lang
kon blijven zag hij een wolk van treurigheid gaan
langs het hoofd van mevrouw De Cabrol. En
Pieter zei
Wie weet, of gij ons wel ooit zult verlaten.
Gilbert liet zich gemakkelijk overhalen, en
voelde zich te Mareuil overgelukkig.
Hij verwonderde zich over zijn eigen kalmte.
Was het met de jaren, dat hij nu niets meer
voelde van die dwaze opwelliogen van jaloerschheid
of kwam dat door het eentonige leven en de stille
omgeving. Tevreden te leven in Blanche's nabij-
heid, met haar te kunnen omgaan en spreken,
vroeg hij haast niets meer. Toen hij kwam dacht
hij, dat hij zijn eed, altijd eerbied te toonen aan
de vrouw van zijn vriendniet zou kunnen
houden.
triliek bezatwant met zijn ambt had hij niet tevens
het verstand verloren. Hij zou Diet zwijgen hij
was nog de oude, en zou zich niet naar de mee
ning van anderen voegen, ook al moest hij alleen
ilijven staan. Hij ondersleunde de vredespolitiek,
en achtte het zijn plicht, zelfs tegenover den
hoogstgeplaatsten persoon zijn gevoelen ronduit te
verkondigen. Men kon van hem niet verlangen,
dat hij een rustig landbouwer werd. "V an een
kritiek van het jongste Eugelsch-Duitsche verdrag
wenschte hij zich te onthouden. De Hoogstge-
plaatste persoon zal wel denken La garde meurt
mais ne se rend pas.
Over den ruil tusschen Duitschland en Engeland
is men van weerszijden nog lang niet uitgepraat.
Een Duitsch vice—admiraal, Von Henk, acht het
bezit voor Duitschland van belang, vooruamelijk
om den vuurtoren, daar men dat licht kan ontsteken
of uitdooven naar gelang der omstandigheid, een
voordeel, dat anders de vijand zou hebben. Hij
lerinnert er nog aan, dat in 1870/71 de Franschen
voor de ku3t waren en aan het licht van Helgoland
een baken hadden, en al kan het eiland geen
geschikte havenplaats voor de Duitsche vloot aan-
bieden, het kan toch telegrafisch met de kust in
gemeenschap gebracht worden om zoo de belang-
hebbenden op de hoogte te houden van de bewegingen
eener vijandelijke vloot. Minder aardig is het voor
de Duitschers, dat de Helgolandsche visschers zich
niet zoo ingeuomen betuigen met den overgang
der nationaliteit. De uit Engeland terugkeerende
gouverneur werd ontvangen met salutschoten, het
zingen van hetEngelsche volkslied, het uit-
steken van Engelsche vlaggen, terwijl men zich
overigens niet om den gouverneur bekommerde.
't Was een ware demonstratie. Dat had men zoo
toch niet verwacht. Intusschen heeft de zaak haar
beslag nog niet gekregen.
Ook over de Afrikaansche zaken wordt druk
gesproken en geschreven, zoowel in Engeland als
in Duitschland. Wismann, de Duitsche rijks-
commissaris, is te Bsrlijn aangekomen, wie weet
met hoeveel en welke belangrijke nieuwtjes.
De Franschen steken den neus ook in de Afri
kaansche aangelegenheden, dat spreekt als een boek.
In de Kamer heeft Deloncle de regeering geiinter-
pelleerd over de Zanzibarkwestie. Hij meent, dat
het niet opgaat, dat Engeland en Duitschland zoo
maar onderling aan 't land verdeelen en 't protec-
toraat nemen gaan. Daar liggen traktaten waarbij
Engeland en Frankrijk zich verbonden om de onaf-
hankelijkheid der sultans van Mascate en van
Zauzibar tegenover derden te waarborgen en zelven
niet aan te tasten. In 1886 nog werd door ver-
schillende nota's en pourparlers tusschen de ge-
machtigden van Engeland, Frankrijk en Duitschland
het standpunt der waarborging van Zanzibar's
onafhaukelijkheid herhaaldelijk bevestigd en in 1888
De uren, dat hij met haar alleen was, waren
natuurlijk vrij zeldzaam.
Zoodra hij besloten had, langer te Mareuil te
blijven, ging hij werk zoeken. Hij zocht zijn
papieren weer op, legde ze op tafelmaar van
werken kwam niet veel. Hij stond vroeg op, en
voor dat hij zich aan zijn schrijftafel zette, ging
hij wandelen. Toen hij naar het terras ging, zag
hij de markiezin met de juffronw zitten rekenen.
Men leefde ruim op het kasteel en was er zeer
gast vrij. Altijd waren er gasten. Dat eischte
groote uitgaven, die alleen aan de oude dame
moesten verantwoord worden.
Plezierige wandeling, mijnheer Maujean, ge
zijt vroeg
De juffrouw keek hem, met de rekeningen in
haar hand, ook aanmaar zei niets. Als hij
zoo in de frissche najaarsmorgens door de tuin
liep, keek hij dikwijls naar de vensters der burg
gravin, of ze ook open waren. Zoo dwaalden zijne
oogen steeds in 't rond en was hij niemendal
verwonderd haar tred op het voetpad te hooren.
Ze kwam naar hem toe, zei, dat ze ook wilde
leeren vroeg op te staan, wandelde naast hem voort
en vroeg, hoe hij juffrouw Sainte-Severe vond.
O, zeer beschaafd, zeer aedistingeerd. Hij zei
dit eigenlijk om mevrouw, die veel van haar hield,
plezier te doen.
Ja, zei ze, ze is er maar ongelukkig aan toe
haar vader heeft haar niets nagelaten. Deze was
ISCBE COIIRANT.