Algemeen Nienws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2618. Woensdag 18 Juni 1890. 30® Jaargang. Kermis of Jaarmarkt aan te besteden: 18 Juni ISISIB Juni 1890. Paarden- en Veemarkt ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor Nederland 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushonders. ADYERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elken regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Dft tolad versehtjnt Uin»das- en Vrijdaaravond bij den nitgever P. J. VAN BE 8 A N D E te Ter Nenzen. Burgemeester en Wethouders der geineente ZAAMSLAG maken bekend 1°. dat de gewone jaarlijkscbe alhier zal worden gehouden op liiiisdng den jsten j u|| 1890, aanvangende des voormiddags te 9 uren en eiudigende des namiddags te 3 uren Van wege de gemeente worden uitgeloofd elf premien naar welke geene medediuging wordt toegelaten aan do eigenaren van het grootste getal paarden en vee, die daarvoor in het vorige jaar zijn bekroond, alsmede voor paarden en vee, wegens welke alhier reeds vroeger eene premie is toegekeud en voor paarden en vee na 11 uren aangebracht. Geen liedjeszangers, orgeldraaiers en derge- lijken worden tijdens de rnarkt toegelaten. 2°. dat de in deze gemeente zal plaats hebben op IMilS- tlag den l8tBn Juli e. k. tot en met Donderdag den 3den dier maand en dat geene nadagen zullen worden toegestaan. Zaamslag, 6 Juni 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. BE BOKX, Yoorzitter. E. H. WOETMAN, Seeretaris. BUEGEMEESTEE en WETHOU- BEES van OSSENISSE brengen ter algeineene kennis, dat zij op /ateidag den 21 Juni e. k., des namiddags 3 ure, ten gemeente- huize bij G. de Waal, onder nadere goedkeuriug zullen trachten Het verbouwen van het alhier be- staand SCHOOLGEBOUW, waarvan bestek en voorwaarden alle werkdagen des voormiddags van 9 tot 12 ure ter iuzage is neder- gelegd op de secretarie dezer gemeente en algemeen verkrijgbaar gesteld tegen betaling van f 1,—. Be "plaatselijke aanwijzing zal gescbiedeu een uur voor de aanbesteding. Ossenisse, den 4 Juni 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. F. EOSSEEL, Burgemeester. A. HEEMANS, Seeretaris. Er is misschien geen woord, dat een aangenamer klank heeft en meer tooverkracht bezit dan't woord vrijheid. Ben gevangene, die lange, bange dagen heeft doorgebracht in zijn eenzaraen kerker, sinds het onzalig oogenblik, waarop de breede poort zich onheiroepelijk achter hem sloot, moet bet als hemelsche rnuziek in de ouren klinken//Gij zijt vrij 1" En geen wonder voorwaarHoe dikwijls heeft hij door de tralien van zijn eng verblijf opgezien naar 't groudeloos blauw van den hemel; hoe vaak heeft hij den vogel benijd, die, sterk in 't gevoel zijner vrijheid, zich hoog, hoog in de lucht verhief hoe meuigmaal gevoelde hij een heimwee naar de bosscben en velden daar buiten, en wie telt de oogenblikken, waarop gebed en vloek samen smolten in dat eene woord#vrij met smacbtend verlangen uitgesproken. Doch bepalen we ons niet alleen tot dit voorbeeld, want door alle tijden heen, bij alle raenschen van wat rang, ras of richtiug zij mogen geweest zijn, altijd is de vrijheid geweest een kostbaar en zeer begeerlijk goed. Vrijheid was een dochter des Hemels, die, in ambergeur neergedaald, een talloos tal van priesters en priesteressen telde, die streden voor hare altaren of zich koesterden in 't heerlijk licbt aan hare ofi'ervuren ontstoken en tyran noch priester was bij machte het vuur harer outers te dooven. Vrijheid was de leus van alien, die in boeien en ketenen zuchtten vrijheid was het wachtwoord dier duizenden, die den nek niet wilden krommen onder het opgelegde jukof die in vrijheid van denken en spreken een kleinood zagen, om 't welk te verkrijgen of te behouden ze alles, alles wilden opofferen. Iedere natie kent die tijden van worsteling voor de vrijheidin de geschiedboeken van elk volk komeu bladzijden voor, welke spreken van daden, die het nageslacht met bewondering en eerbied vervullen. Baar staan namen vermeld van mannen en vrouwen, die een sieraad waren van huu tijd, en, misten ze al den stralenkrans van beiligheid in den gewonen zin, toch waren zij ontegenzeggelijk vervuld met heilig vuur voor de groote zaak, die zij voorstonden en waarvoor zij goed en bloed veil hadden. Zij, als door onweder voortgedreven, opgejaagd als 't vervolgde wild, gescheiden van al wat hun lief en dierbaar was, ballingen op vreemden bodem, zij hielden toch de vaan der vrijheid hoog. En de strijd, hoe hachelijk ook, werd aangebonden en voortgezet, om te juichen bij de victorie of hun zaak stervend met hun bloed te bezegelen. Ook de gescliiedenis van ons land en volk levert van zulk een vrijheidskamp voorbeelden te over. Ook ouze vaderen streden en leden voor de vrijheid in die dagen van durven en ridderlijk streven. Immers de hiel duldde geen prikkel, de hals geen keten en gewetensvrijheid was de vurige begeerte, de innerlijke kracht, de ademtocht der ziel. Met ontzag zien we terng op dat voorgeslacht en met dankbaarheid herinneren we ons hunne namen. En dat is goed een volk dat de daden zijner vaderen in eere houdt, kan niet ondergaan Maar helaas, we treffen ook tijden aan, waarin onder valsche leuzen de vrijheid werd prijsgegeven. Blinde hartstocht speelde een gewichte rol, en de duur gekochte vrijheid werd opgeotferd, de zelf- standigheid verdween en men wierp zich zijn belagers in de armen, om door hunne omhelzing verstikt te worden. Be kracht werd ontzenuwd, de hoop vernietigd, de moed gedoofd, en de ondernemingsgeest verloor elken prikkel. Be eendracht week om plaats te maken voor partijzuchtdie het vuur van de tweedracht voedde. Zelfzucht verving ongehoorde zelfopoffering en de gevolgen bleven niet uit. Er werden toestanden geboren, waaraan de eenvoudige herinnering ons 't hart doet ineen krimpen. En de ketenen, die men zich zelven gesmeed had, sehrijnden ten bloede, en men voelde zich zelven er door vernederd. Zie, naast de herinnering aan den moed onzer vaderen, is 't goed dat wij, kinderen van dezen tijd, ook terugzien op hunne dwaasheden en verkeerd- heden, om ons te spiegelen aan hun voorbeeld. En zoo willen we ook thans doen, nu we een der schoonste gedenkdagen beleven in onze ge- schiedenis nu we een feit gedenken, waarbij ons bedreigd volksbestaan gered en gevestigd werd. 18 Juni 181518 Juni 1890 Een tijdruimte van vijf-en-zeventig jaren ligt tusschen die beide datums. Driekwart eeuw Be meesten der toen levenden zijn van 't wereldtooneel afgetreden, maar de ge scliiedenis heeft hunne daden en namen bewaard, opdat wij en na ons onze kinderen zouden weten, hoe onze onafhankelijkheid verkregen werd. Brengen we 't ons nog even in herinnering op dezen gedenkwaardigeu dag Be heersehappij van den man, die half Europa aan zijn voeten zag, liep ten einde. Willem Y had zijn vaderland moeten verlaten en zag het nooit veder. Be droom van vrijheid, gelijkheid en brot lerschap was een hersenschim geweest, die voor ons land en volk de trenrigste gevolgen had. Yrijwillig hadden we ons 'tjuk op den schouder gele^d. Oranje, miskend, veracht, verdreven, omdat we geloof hadden geslagen aan alsche leuzen, was balling. In slaap gewiegd door al die bedwelmende voorstellingen, was het ontwaken vreeselijk. Zwaar drukte Napoleons ijzeren vuist op een groot deel van Europa, en niet het minst op ons land. Be geschiedenis leert ons, dat de ervaring in dezen opgedaan bitter, zeer bitter was. Hij was ontegenzeggelijk een groot man, maar door heersch- zucht verblind, bereidde hij zelf zijn val voor. Met koninkrijken had hij gespeeld; hij had kronen weggeschouken, der vorsten tronen deed hij waggelen op hunne grondvesten Maar de vlammen van Moskou waren het voorspel geweest vau zijn naderen- den val, en de volkenslag bij Leipzig bracht niet weinig bij tot zijn vernedering. Geen wonder dat de mare van zijn aldaar geleden nederlaag doordrong ook in ons land en hoop gaf op redding en uitkoinst, op herstei van ons volksbestaan, dat door den rustverstoorder geheel was vernietigd. tin weer was 't een vorst uit het huis van Oranje, waaraan Nederland zoo oneindig veel verplicht is, te veel om het ooit te vergeten, dat een vorst uit dat geliefde stamhuis, zeggenwij,op de eerste roepstem kwam tot het volk, dit zijn vader had verdreven, om een rijk te stichten, waarin op nieuw vrede en welvaart zou heerschen. De adelaar, gewoon zijn vleugelen over half Europa uit te breiden was gekortwiekt, de wereld- beheerscher beperkt binnen de enge grenzen van een onbeduidend eilandje in de Middellandsche zee. Elba was hem aaugewezen tot verblijfplaats. Maar gewoon te heerschen en nog de kracht in zich gevoelende om andermaal een belangrijke rol op het wereldtooneel te spelen, had zijn vernuftige geest op middelen gepeinsd, om het te verlaten, ondanks de schijnbaar onverkomelijke bezwaren. Het Weener Congres, bijeengekomen om weer orde te brengen in den verwarden toestand, waarin ons werelddeel door Napoleon was gebracht, werd in de feestelijkheden, bij die gelegenheid gegeven, eensklaps gestoord door de verpletterende tijding: ^Napoleon is weer iu Frankrijk teruggekeerd." En dat gerucht bevatte waarheid den 1 Maart landde hij te Cannes. De legers tegen hem afge- zonden, kozen de zijde van den man, die hen zoo vaak ter overwinning had geleid. De pogingen door hem aangewend om de vorsten van Europa gunstig voor hem te steramen, bleken vruchteloos. De rustverstoorder moest weg. Oostenrijk, Eugeland, Nederland en Pruisen gordden het zwaard aan en fiusland zou als bondgeuoot steun verleenen. Gewoon snel te handelen en hierin jnist uitkomst ziende; de vereeniging van de legers der bondge- nooten willende voorkomen, tastte hij den 10 Juni de Pruisen aan met zulk een ovcrmacht en geweld, dat deze legermacht onder den grijzen Bliicher moest wijken voor de Fransche wapens. Doch waartoe zouden we deze geheele geschiedenis nog eens ophalen Ze is genoeg bekend. Genoeg zij het met een enkel woord aan te stippen, dat bij Quatre-Bras het Fransche leger geduchten tegenstand vond in een bende Nassauers in Nederlandschen dienst, onder bevel van hertog Bernard van Saxen-Weimar. Voldoende zij het te melden, dat de Prins van Oranje, die de bal- lingschap zijns vaders had gedeeld, aan het hoofd der Nederlandsche troepen de macht der Fransche weerstond, en dat Wellington zijn troepen legerde in de vlakten van Waterloo. En daar, daar werd het lot van den wereldd winger beslist. Daar werd de Prins van Oranje gekwetst, daar vergoot hij zijn bloed voor de vrijheid vau zijn vaderland. Op dat slagveld, waar duizenden den grond drenkten met hun bloed, daar spatten al de droombeelden van den eersten Napoleon als zeep- bellen uiteen en de man, die nooit een anderen wil gekend had dan den zijnen, moest op het rotsachtige eiland St. Helena zich allerlei beper- kingen zijner vrijheid lateri welgevallen. En 'tis op dezen dag, de roem der dagen, dat wij, kinderen dezes tijds, dien dag met dankbaar heid gedenken. Er is een tijd geweest, dat in de bedehuizen deze dag opzettelijk werd herdacht, en dat was goed. Dit kan niet altoos blijven. Toch verwachten wij dat, ook zonder uiterlijk vertoon, die dank nog leeft in aller hart, dat de herinnering aan dit feest ons nog blijmoedig en daukbaar stemt. Ware het zoo niet, het zou ouvergeeflijk het zou te betreuren zijn 18 Juni 181518 Juni 1890! Ge leert ons veel. Ge leert ons met dankbaar heid terugzien op de dagen van weleerge roept ons een Oranjevorst voor den geest, die, als zijn vaderen, zijn bloed stortte voor het heil van ons land. Met eerbied ontblooten we onze hoofden, als we staren op uwe graven, evenals op die van zoovele dapperen die sneuvelden op 't Waterloosche veld. Maar dat slagveld roept ons nog iets anders toe. Leert het ons aan den eenen kant, dat alle vleesch is als gras en al zijn heerlijkheid als een bloem des velds, het predikt ons aan den anderen kant luide en met krachtige stem, dat er voor een volk geen schooner, geen kostbaarder kleinood is dan zijn vrijheid en zelfstandigheid. Jaren zijn voorbijgegaan 1 En nog nog gedenken we met blijdschap dien dag, den dag die ons 'tleven schonk, d. i. ons zelfstandig volksbestaan. O, laten we ons ook in deze veelbewogen tijden, niet laten verleiden door valsche leuzen. Zoo vaak wordt ons vrijheid voorgespiegeld, waarvan het einde slavernij heet in den volsten zin des woords. Laat ons ook daarin de oprechtheid der duive pareu aan de voor- zichtigheid der slang. Laat ons toch vooral niet teren op de daden en den roem onzer vaderen, maar zelf handen uit de mouw steken, opdat zij zich in hunne graven niet over ons schamen. Eendracht, samenwerking zij onze leuze om ons dierbaar vaderland te doen blijven, wat het eenmaal was; om de vrijheid te behouden, die toch zoo duur is gekocht 1 Kweeken we vaderlandsliefde aan bij ons zelven en bij onze kinderenzij het ons niet te veel in de jeugdige harten die zaden te strooien, die een rijken oogst zullen geven voor 't volgend leven. De geschiedenis van ons voorgeslacht iu zijn grootheid en vernedering, in zijn eendracht en verdeeldheid worde hun steeds als een spiegel voorgehouden. Weg dan met alle onverschilligheid en lauwheid, die een volk ten verderve voert. Het wel en wee van ons dierbaar vaderland ga ieder ter harte, wie hij ook zij. En daartoe kan ieder in zijn kriug medewerken. z/Rechtvaardigheid verhoogt een volk". Bit woord moge oud zijn, verouderd is het niet. Laat ons eerlijk zijn, wakker, rechtvaardig. De Jansalie-geest weggebannen uit ons midden. Kloek van verstand, helder van hoofd, in heilig liefdevuur blakende, zal ons dierbaar Nederland, het erf onzer onvergstelijke vaderen blijven wat het was. Vijfeuzeventig jaren zijn daar heen gesneld en op dezen dag gedenken we, als in de dagen van ouds, wat Oranje voor Neerland deed. Op het Loo zetelt een grijze vorst, die zijn land ten zegen, zijn volk ten weldaad was. Tot nog toe is het gevaar afgewend, dat ons heeft, gedreigd. Zijn dierbaar leven is gespaard gebleven, en hoewel aan den avond van zijn leven voert hij nog het bestuur met krachtige hand. Zijn koninklijke vader voerde zijn legerscharen ter victorie, hem waren werken des vredes gegeven om die ten uitvoer te brengen. Betreuren we het, dat hij, onze vorst, de laatste telg is uit het fier Oranjehuis, Neerlands hope is gevestigd op de loot uit zijn stam gesproten, op Prinses Wilhelmina. Spare haar de Algoede tot heil van ons land, verlenge Hij de dagen onzer geliefde koningin en behoude Hij nog lang in 'tleven onzen dierbaren koning, aan wiens voeten we op dezen dag onze nederige hulde nederleggen als aan een vorst uit het geliefd Oranjehuis. TER NEIIZENSCHE COURAIVT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1890 | | pagina 1