Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2613.
Zaterdag 31 Mei 1890.
30e Jaargang.
DE BURGGRAVIN.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoaders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels/ 0,40. Yoor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Dit blad verachijnt Uinsdas- en Vrijdasavoud bij den ultgever P. J. VAN D E SANDE te Ter Nenzen.
folitiefe Overzicht.
De Engelsche Minister-president, Lord Salisbury,
heeft van een politiek feestinaal gebruik gemaakt
om Stanley gevoelig op de vingers te tikken. Het
kon, volgeus hem, der regeering onverschillig zijn,
indien Stanley haar allerlei vreeselijke dingen
toeschreef, bijvoorbeeld dat zij bergen en wouden
weggaf, en de streken niet wilde aannemen, die
Stanley baar als nieuw Engelsch gebied had aan-
geboden. Maar de zaak kreeg een gansch ander
voorkomen, wanneer Stanley door geheimzinnige
toespelingen (op de hem opgelegde reserve) den
schijn aannam alsot het ministerie van buitenlandsche
zaken achter hem stond. Stanley was in niets
ingewijdal wat hij beweerde was onjuist. De
Engelsche regeering had niets aan Duitschlaud
prijs gegeven, om de eenvoudige reden dat de
onderhandelingen nog niet waren afgeloopen. Zelfs
was het niet eens zeker, of men tot eene over-
eenstemming zou geraken. ,/It can be, Mylord,"
maar als een ander die politieke verzekeringen van
u niet zoo gaaf voor waar aanneemt, dat is zijn
zaak. Jelui hengelt te veel en Byron heeft ge-
zegdwNo angler can be a good man."
De president der repnbliek is Zondag avond van
Montpellier te Besamjon aangekomen. Ook hier
rnoest hij vele toespraken aanhooren en beantwoorden.
De iuwijding van een lyceum, waaraan de naam
van Victor Hugo is gegeven, woonde hij bij.
Daarna hadden er gvmnastische feesten plaats.
Vervolgens heeft de president er eene tentoonstelling
van fraaie kunsten bezocht en deelgenomeu aan
een door den gemeenteraad aangericht feestinaal.
Van Besamjon is hij naar Belfort gegaan. Meer
dan tienduizend Elzassers, zegt de Temps, waren
gekomeu om hem te begroeten. De oudste pastoor
sprak, natnens zijne ambtgeuooten, den heer Carnot
toe. Wij dragen iu ons hart, zeide hij, eene
groote liefde voor Frankrijk en voor u, in wien
wij het hoofd des staats zien. Frankrijk neernt
evenals de kerk eene eereplaats in ouze harten,
en wij scheiden bet vaderland niet af van de kerk.
De heer Carnot antwoordde het grondgebied van
Belfort is klein in oppervlakte, maar het is groot
door zijne gevoelens.
De Duitsche Bondsraad heeft besloten voor
drukwerken van 50 tot 100 gram een porto van
5 Pfennige in te voeren. Yerder machtigde de
Bondsraad den rijkskanselier om op het verbod
van den uitvoer of doorvoer van levende schapen
uit Oostenrijk—flongarije en Rusland uitzonderingen
toe te laten voor dieren, voor de fokkerij bestemd.
In alle stilte hebben de vrijzinnigen Eugen Richter
van zijn partijtroon gestooten en in zijne plaats
gezet den meer gematigden afgevaardigde Schrader.
Men wil het in Duitschland eens kalmpjes aan-
leggen, zoo 't schijnt, zelfs de socialisten zijn
FEUILLETON.
2) -
Mevrouw Maujean had zich, zonder die wolkjes
van koelheid te bemerken, terstond geheel overge-
gevenze vertelde alles en gaf zich geheel over
aan deze op nieuw gevonden vriendschap. Haar
lieve rondborstigheid en oprechtbeid, haar aardige
burgerlijke bevalligheid hadden haar gewone uit-
werking; ze verwekten sympathie. De gravin
bewaarde niet laug haar aristrocratische terugge-
trokkenheid. Haar vriendiu won het. De groote
dame luchtte met een innig welbehagen.
Toen begon zij ook te praten, en, antwoordende
op eeuige tot haar gerichte vragen, trad zij in
bijzonderheden omtrent hare zonen, die zjj in
stilte met Gilbert vergeleek.
Jan zult ge niet zien, zei ze, hij is in Parijs
gebleven. Hij is grootmaar hij is ook drie jaar
ouder dan zijn broeder. Ik heb hem bij zijuoom
De Cabrol gelaten, die met verlof uit Weonen
komt, en die hem naar zijn goederen zal meeneraen.
Daar hij hem helpen wil in zijn cirriere, wil hij
hem natuurlijk ook goed leereu keunen. Ik ben
hier alleen met Pieter, die wat onbezonuen is,
zoo'n wild paardje. Daar is hij, ik hoor hem.
God, wat ziet hij er rooverachtig uit 1
tegenwoordig vrij bedaard. Tengevolge van weder-
zijdsche toegevendheid is de werkstaking onder de
schoeumakers te Mainz geeindigd, terwijl die te
Gera ook teneinde loopt, daar de werkstakingskas
uitgeput is. De metselaars te Nordhausen hebben
verklaard aan de eischen der werklieden niet te
kunnen voldoen en nu hebben de laatsten het
werk gestaakt.
De Keizer heeft een ongeluk gehad. Hij reed
met den erfprins van Meiuingen naar het stoom-
bootstation, zelf de paarden besturende. Het rij-
tuig stootte door het schichtig worden van een der
paarden, de Keizer sprong er uit en heeft den rechter
voet verstuikt.
De Zweden en Noren zijn in de wolken met het
aangekondigde bezrek van Duitschland's Keizerlijk
echtpaar. De Zweedsche Rijksdag is na eene zitting
van vier maanden gesloten en totaal onvruchtbaar
geweest. Er is letterlijk niets afgedaan vanwege
de partijschappen, iets wat overal de verbetering
in den weg staat. In het hooge noorden van Europa
beginnen de werkstakiugen ook al, maar alles neemt
er een rustig verloop.
Het slaven-apostelfeest is weder in Rusland
gevierd. Te St. Petersburg kwam de slavische
weldadigheids-vereeniging bijeen die zich steeds ten
doel stelt, panslavistische propaganda te maken.
Professor Telewitch hield de feestrede, die niet zoo
heel malsch voor de Duitsche buren was. Duizend
jaren had het slavisch element tegen de Duitsche
kolonie gestreden in de vlakten van de Weichsel
en Elbe waren ontelbare slaven begravenal de
slaven van Europa waren gegermaniseerd en alleen
op zuiver Russischen bodem had de dood aanbren-
gende vaan der Duitschers de nederiaag geleden,
omdat de vertegenwoordigers van het oude Rusland
hunne eigene vaan omhoog hielden en het pauselijk
zwaard evenmin uoodig hadden als het geloof en
de idealen van het Westen. Over de Ruthenen
en de Oosteurijksche slaven werd ook een woordje
gesprokenRusland zou deze broederen nooit in
den steek laten. Men zong er liederen, door vorst
Nikita gedicht. Misschien kan men daarin hooreu,
hoe wel het den boeren in Rusland gaat
De oud-Minister van Waterstaat, de heer
J. G. van den Bergh, is plotseliug overleden.
De heer Van den Bergh was een onzer bekwaamste
spoorwegingenieursonder zijn leiding is o. a. de
brug over bet Hollandsch Diep (MoerdijkWil-
lemsdorp) gebouwd. Onder zijn leiding werd de
spoorweglijn ArnbemNijmegen met haar belang-
rijke overbrugging aangelegd. Zijn werkzaamheid
werd later nog uitgebreid tot de lijnen Nijmegen
Yenlo en AmersfoortNijmegen.
Er kwam een groote jongen binnen, met bruin
gelaat en gitzwarte oogen, met zoo kort geknipte
haren, dat men elke vlek op zijn schedel zien
kon, met roode en breede lippen. Zijn buis was
slordig, met gaten in de ellebogen. Bij 't binnen
komen nam hij zijn strooienhoed af, waardoor de
kalk, die hij er in bewaarde door een gat in den
bodem op den grond viel.
Gilbert glimlac'nte, terwijl hij dacht aan de
zorg aan zijn toilet besteed.
Maar hij bewonderde er niet minder de ge-
makkelijkheid om, waarmede Piet dezen salon
biuneutrad en waarmede hij groette, ofschoon hij
toch niet wist, dat er bezoek was. Hij benijdde
hem deze natuurlijkheid. De gravin had zachtjes
haar zoon naast Gilbert geduwd opdat hij hem de
hand zou geventoen kwam hij naast haar zitten
deftig, zonder iets te zeggen, zonder zich te ver-
roeren.
Onderwijl giug de gravin met spreken voort,
altijd den jongen Maujean onderzoekende, alsofzij
zijn zedelijke en geestelijke hoedanigheden wilde
lennen om daardoor te kunnen oordeelen over de
wenschelijkheid van een omgang met haar zoon.
Het onderzoek was zeker gunstig, want eenige
oogenblikkeu later, toen het gesprek wat intimer
werd, zij ze tot de kinderen dat ze samen in den
tuin konden gaan. Zij gingen recht op deu boom-
guard toe, waar de zonnestraleu schitterden op de
;akken der boomen. Zij verguldeu de appelen,
De /Maatschappij tot Nut van't Algemeen
te't thans ongeveer 16100 gewone leden, beneveus
370 eereleden.
De toestand der financien is betrekkelijk gunstig.
Van de machtiging aan het hoofdbestuur verleend,
om f 11 000 van het kapitaal der Maatschappij te
verzilveren, behoefde geen gebruik te worden ge
maakt integendeel bleef er een saldo over van
16-38,51, terwijl de som van f 16000 in prolongatie
belegd bleef.
Aan de Maatschappij viel dit jaar een legaat ten
deel van f 500.
Volgens R. v. A. heeft er op den eersten
Pinksterdag een werkstaking onder de machinisten
van de Hollandsche spoorweg-Maatschappij gedreigd.
Al de machinisten op 5 na, hadden bij hun
directie een verzoekschrift ingediend, waarin zij
hunne bezwaren tegen het onlangs nieuw ingevoerd
premiestelsel hadden uiteengezet. Zij hadden zich
voorgenoraen, dat bij niet inwilligen geen hunner
op de Pinsterdagen op zijne machine zou stappen.
De directie der Maatschappij, bekend geworden
met het opgevatte voornemen, ontbood twee der
machinisten op het bureau der hoofdadministratie
en beloofde hun een rechtvaardig onderzoek hunner
grieven tegen het nieuwe premiestelsel.
R v. A. deelt verder mede, dat de machinisten
der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen
zich hadden verbonden, geene machinelengte buiten
het terrein der Maatschappij de IIoll. lijnen te
zullen oprijden, indien zij daartoe van hoogerhand
mochten gepresd worden.
De bijenteelt begint in de Veenkolnnien
naarmate zij meer in landbouwstreken veranderen,
grooter afmetingen aan te nemen en kan, wat
kwaliteit en kwantiteit aangaat, weldra met de
Drentsche bijenteelt wedijveren. Dit verschil is op
merkendat, terwijl de Drentsche ymker zich
aan de voorvaarlijke korf houdt, de bijenhouder
in de nieuwe streken meer tot de uit Duitschland
komende „kasten" (bijenkasten) overgaat en in het
algemeen de zaak meer uit een wetenschappelijk
oogpunt behandelt. Eene firma te Hoogezand expor-
teerde jl. herfst 35 a 40 duizend kilo honig.
Zij, die zich aan het examen ter verkr. van de
hoofdacte waarvan het schrit't. ged. op 24 en
25 Juni e. k. zal plaats hebben, terwijl het mond.
onderzoek op 14 Juli daaraanv. zal aanvangen
wenschen te onderwerpen, gelieven zich voor
10 Juni e. k. aan te melden bij den voorzitter
der commissie, voor welke zij verlangen te ver-
schijnen, met overlegging van de vereischte stukken.
De voorzitter van de commissie te 's Hage
noodigt hen, die zich bij hem aaumelden, uit om,
indien zij op bepaalde dagen b. v. Israelieten
op den Zaterdag bezwaarlijk voor het mondeling
rond welke de vliegen elkander den buit betwistten.
Piet schudde aan een grooten pruimeboom,
zoodat de vruchten als hagel naar beneden kwamen
en noodigde, terwijl hij het voorbeeld gaf, zijn
makker uit er van te nemen. Toen ze verzadi°-d
waren, zei hij
Willen we de mieren nu eens verdrinken. .Ge
zult zien, hoe aardig dat is.
Ze leverden zich met de onbedachtzame wreed-
heid aan kinderen eigen aan het barbaarsche spel
over. Ze vulden in den vijver groote gieters, die
ze langzaam in de mierenhoopen uitgoten. De
beestjes vluchtten, hunne eieren medenemende,
het waren groote, roodachtige mieren. Soms waren
de beide gieters ledig zonder dat het water ver genoeo-
iu de gaatjes was doorgeloopen.
Die gaat ver, riep Pieter lachende. En hij
trappelde van vreugde. Zijn lachen klonk onder
de boomen en vermengde zich met het geluid der
krekels. Toen ging hij naar de plank aan den kant
van den vijver en amuseerde zich met de insecten te
grijpen en ver in 't water te werpen. Het was op
die plek, door overhangende boomen en kreupelhout
zoo warm en vochtig, dat allerlei gedierte als uit
den grond scheen op te komen. Lang nog voelde
Gilbert de frischkeid, die hij genoot, toen hij langs
de trappen van den vijver afdaalde, en later herin-
nerde hij zich nog de verwondering, waarmee hij
toen het laudelijk genoegen van zijn vriend Piet
aanzag.
onderzoek kunnen opkomen, daar van met opgave
van redenen al dadelijk bij de aanmelding duidelijke
mededeeling te doen, opdat hierop kunne worden
gelet bij de oproeping.
Woensdagmorgen ruim 10 ure ontstond er
een verschrikkelijke brand aan den Feijenoorddijk
te Rotterdam en wel in pand n°. 6, bovenwoning,
behoorende tot de panden bekend onder de bena-
ining „oude huizen waar woonde de verver Braus.
De brand nam, aangewakkerd door den wind, in
eens zoo in hevigheid toe, dat onmiddellijk de
andere bovenwoningeu der panden 2, 3, 4, 5 en
7 in lichtelaaie stonden.
De panden, behalve *n0. 1, dat gespaard bleef,
zijn totaal vernield en uitgebrand, 24 huishoudens
waarvan 21 niet geassureerd waren, zijn totaal
geruineerd. Hartverscheureud was het te zien, hoe
moeders haar kroost en ouden van dagen wee
droegen, om hen in veiligheid te brengen?
Oorzaak van den brand is onbekend, toch wordt
er door de politie streng onderzocht.
Verdere ongelukken vielen niet voor, dan dat
een bewoonster in haar pand door den schrik in
onmacht viel, doch zij werd bijtijds weggedragen.
De panden behoorden in eigendom aan den heer
Kolff en waren verzekerd. Op last der gemeente
moesten bedoelde panden a. s. Augustus worden
gesloopt. Zij stonden op gemeentegrond.
Het huisgezin van Braus, waar de brand uitge-
broken is, bestaat uit man, vrouw en vijf kinderen
wegens oneenigheid had de vrouw de woning met
een kind verlaten. De vader, die den nacht in
liuis doorgebracht had, was tien minuten voor het
uitbreken van den brand weggegaan, vier kinderen
zonder toezicht achterlatend. De benedenbewoon-
ster, die veel last gehad heeft van het leven van
het gezin van den bovenbewoner, hoorde weder
een ongewoon geraas, riep luide dat zij stil moesten
wezen, doch begon alras te bemerken, dat er ernstig
onraad was. De gesloten deur werd met geweld
geopend. Er bleek brand, doch aan blusschen
met eigen hulp viel niet te denken. Redden was
het eemge waarop de vrouwen der bewoners be-
dacht moesten wezen. De brandweer kwam spoedicr
doch ook haar krachtig optreden vermocht weinig'.
Over alle huizen was een zolder. Voor de verschil-
lende bewoners waren de afdeelingen met latten
afgescheiden, zoodat de brand, in de bovenwoning
uitgebroken, eenmaal op den zolder ruim en licht
voedsel vond in de houten afscheidingen en in een
oogenblik over alle panden verspreid was. De
scheidingen der woonvertrekken waren ook van
hout, zoodat het behouden van een gedeelte eene
onmogelijkheid was. De toestand der bewoners,
veelal werklieden van de fabriek Feijenoord, is diep
beklagenswaaadig, velen zitten met het schamel
overschot van hun huisraad in de open lucht, niet
wetende waar zij hun hoofd ter ruste zullen leggen.
Toen de krekels zwegen, hoorde men een dof
geluid, als of men op den grond sloeg. Het kwam
van de boerderij, die op twee honderd meter af-
stands lag, waar men bezig was met koren te
dorschen.
Zij gingen er heen.
Zij pakten dorschvlegels, maar waren spoedio1
moede en gingen zich in de schaduw van een
hooimijt neerleggen, terwijl de laudlieden afentoe
met hen schertsten en ^mijuheer" Pieter uitnoo-
digden om in hunne plaats te werken, als zij daar
zouden gaan liggen. Piet lachte zonder te ant-
woorden; men zag, dat de menschen van hem
hielden.
De drukkende warmte maakte de kinderen loom;
doch Gilbert minder dan Piet. Hij maakte van
de gelegenheid gebruik om zijn vriend met een
strootje in het oor te kittelen. Gilbert duwde, al
spelende, gedurig zijn hand wegmaar toen hij
weer begon, greep hij hem bij den arm. Ditjuist
wenschte Pieter, ten einde een voorwendsel te
hebben om zijn kracht te toonen. Want dadelijk
wierp hij zich op hem, en begonnen beiden over
elkander te rollen. Toen Piet boven was, hield
hij stevig Gilberts vuisten vast, ging op zijn borst
zitten, boog met een triomfeerenden glimlach naar
hem toe, zoodat deze hem vlak in de diepe, blauwe
oogen kon zien en de dikke, zinnelijke lippen,
zoowel als het kort afgeknipte haar kon bekijken.
De jonge Maujean ondervond een heimelijka
TEB ,\EimS(HE (01BWT