Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
trichinenziekte7~
schutterTjT
No. 2606.
Woerisdag 7 Mei 1890.
30e Jaargang.
U)ft g i8 gs
Binnenland.
A B 0"N N E M E N T:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Eranco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,324.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushonders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letter
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
bind verschljnt Dtngdag- en Vrljdnsrnvond bij den ultgever P. J. VAN DE 8 A N l» E te Ter Ne««en.
I).
DE COMMISSARIS DES KONINGS IN ZEE-
LAND maakt bekend dat, tengevolge van vertraging
bij de herstellingswerken aan de groote Sluis te
TER NEUZEN, de aangekondigde stremming der
vaart door die Sluis, welke op 12 dezer zou eindigen,
met twaalf dagen wordt verlengd.
Middelburg, 5 Mei 1890.
De Commissaris des Konings voornoemd,
DE BRAUW.
De BURGEMEESTEtt van TER NEUZEN, in
aanmerking nemende dat in onderscheidene ge-
meenten krachtige maatregelen tegen de voor den
mensch zeer gevaarlijke trichinenziekte zijn genomen,
waarschuwt de ingezetenen ernstig tegen bet ge-
bruik van rauw of halfgaar varkensvleescb,
ham met uitgezonderd, en maakt ben opmerk-
zaam dat de bouders van varkens tegen die ziekte
veel kunnen medewerken door aan bunne varkens
geen dierlijken afval te verstrekken, de varkens-
hokken en mestvaalten ziudelijk te houden en alle
ongedierte, als ratten, muizen, bunsingen, enz.,
zooveel mogelijk, op te vangen en te vernietigen.
Ter Neuzen, 6 Mei 1890.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN BOVEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
TER NEUZEN herinneren belanghebbenden dat
zij zicb ter inschrijving voor de schutterij moeten
vervoegen op de gemeeute—secretarie, tusschen 14
(lezer en 1 Juni a. S., en dat zij, die in gebreke
blijven dit te doen, ambtshalve ingeschreven, zonder
loting ingelijfd en bovendien tot geldboete moeten
verwezen worden.
Ter Neuzen, 6 Mei 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
F*olitieli Overzicht.
De Rijksdag van Duitschland zal spoedig eene
gelegenheid hebben om zich over de uitbreiding
der Duitsche bezittingen in Oost-Afrika uit te
laten. Voor de expeditie, onder leiding van Emin
pacha ondernomen, en voor andere maatregelen tot
FEXJILLETON
Op straat gekomen liep ik zoo haastig mogelijk
naar het ministerie en deed intusschen vergeefsche
moeite om den hoed open te krijgen. Ik durfde
hem echter niet met kracht aan te pakken uit vrees
dat ik hem zou bederven. Ten laatste gaf ik mijn
pogingen op en hield den hoed alleen boven mijn
hoofd om het te beschermen tegen de brandende
zonuestralen. Gelukkig, dat het zomer wasde
menschen konden nu denken dat ik het zeer warm
had. Ik had het ook werkelijk zeer warm, weinige
minuten brak mij het zweet aan alle kanten uit,
toen ik de wachtkamer van Zijne Excellentie
binnentrad. Mijn hart dreigde te barsten, toen
de bode mij naar mijn naam vroeg en mij verzocht
bij Zijne Excellentie binnen te gaan.
Ik kwam in een groote luchtige kamer, die
echter een onaangenamen indruk op mij maakte
Zijne Excellentie zat bij het raam aan een groote
schrijftafel. Er heerschte een drukkende stilte in
het vertrek, men hoorde alleen het krassen van
Zijner Excellentie's pen, waarmee hij aanteekeningen
maakte op de voor hem liggende documenten
Zonder van zijn werk op te zien, vroeg Zijne
Excellentie mij na een poos
„U dingt naar de vacaute ontvangers betrekking,
niet waar?"
vestiging der Duitsche heerschappij zal een buiten-
gewoon crediet worden aangevraagd. Het is met
waarschijnlijk, dat het zal worden geweigerd.
De rijkskanselier, generaal Von Caprivi, werd
niet voor een voorstander van de uitbreiding der
iolonien gehouden, maar volgens de Post zou hij
aebben gezegd, dat hij levendig belang stelde in
de koloniale ondernemingen en zou trachten ook
deze zijde van het nationaal leven zooveel mogelijk
te bevorderen.
Algemeen is men overtuigd, dat de Keizer voor
eene stoutmoedige koloniale politiek is.
De regeering van Italie wil de begrooting voor
189091 met 174 millioen lire verminderen, van
welke 10 millioen komen op de begrooting van
oorlog, 5 millioen op die der marine en 24 millioen
op die van openbare werken. Daardoor zou het
deficit tot 15 millioen worden vermiuderd.
Evenals in Italie vermeerdert in Frankrijk het
getal van hen, die op vermindering der staatsuitgaven
aandringen, en het ministerie heeft zich daardoor
genoopt gezien de begrooting voor 1891 met 20 mil
lioen te verlagen. Hiervan komen 15 millioen op
het departement van oorlog. Waarschijnlijk zal in
de Kamer ook worden aangedrongen op verlaging
van de begrooting van marine. De Minister wil
zoovele schepen laten bouwen of veranderen, dat
men beweert, dat alle rijks en particuliere werven
des lands dat werk niet in den voorgeschreven tijd
kunnen verrichten. Reeds verleden jaar konden de
toegestane buitengewone credieten niet worden
verwerkt.
De dag van 1 Mei is voorbijgegaan zonder
gevaarlijke rustverstoringen. Wei hebben op een
paar plaatsen zich kleine botsingen voorgedaan,
zooals in Oostenrijk en te Parijs, maar, wat eerst-
genoemd land aangaat, stonden de wanordelijkheden
niet in onmiddellijk verband met den l"ten Mei,
en in de Fransche hoofdstad was het een bende
rumoermakers, die ook in andere tijden wel eens
het verhitte hoofd opsteken, welke eene poging in
het werk stelde, om kabaal in het leven te roepen.
Men kan dus veilig zeggen, dat overal de werk-
lieden zich rustig gedragen hebben, zelfs in steden
waar reusachtige manifestaties op touw gezet waren
en dus lichtelijk aanleiding had kuunen gegeven
worden tot wanordelijkheden.
Deze gunstige afloop is in de eerste plaats te
danken aan het gezond verstand der werklieden,
dat ten slotte toch altijd de overhand heeft. Zij
hebben begrepen, dat men, in spijt van de bewe-
ringen dergenen, die alleen in wanorde de gele
genheid zien om de man te worden, door geweld-
plegingen de toestanden niet verbetert, maar slechts
verergert. In de tweede plaats zijn het de krachtige
voorzorgsmaatregelen geweest, waardoor de verschil-
lende regeeringen den slechten burgers den pas
„Om u te dienen, Excellentie Sedert zes jaar
ding ik naar een ontvangersplaats," luidde mijn
antwoord, tamelijk stotterend.
,/De voor mij liggende rapporten luidden zeer
gunstig voor u", sprak Zijne Excellentie en wendde
zich nu een weinig naar mij. „Er moet echter een
borgtocht van vijftieuhonderd gulden gesteld worden.
Is u in staat dien te stellen
„Om u te dienen, Excellentie! Wanneer mij het
geluk te beurt valt benoemd te worden, zal mijn oom
die som voor mij storten," antwoordde ik met een
verlicht hart.
„Zoo-oo zeide Zijne Excellentie en begon de
glazen van zijn knijpbril met een zijden doekje af
te vegen. Toen die gewichtige bezigheid was af-
geloopen zette hij den bril weer op en verzocht mij
wat nader bij hem te komen.
Met een buiging voldeed ik hieraan en trad in
het voile licht, waarna Zijne Excellentie mij scherp
ouderzoekend opnam. Plotseling vloog er een
vreemde uitdrukking over zijn gelaathij stond op
en trad naar mij toe. Zijn oogen waren op mijn
rok, of liever op het knoopsgat daarvan gevestigd
Onwillekeurig vroeg ik mij zelven af. Zou hij
bemerkt hebben, dat die jas de mijne niet is
„U is mooi gedecoreerd, mijuheer I" riep hi
verwonderd uit, terwijl hij mij scherp in het gelaat
zag. „Verduiveld, de Nederlandsche Leeuw."
ylk vroeg ik verbaasd. „Ik weet niet...
»Maar in uw knoopsgat draagt ge het lint van
die orde!" klonk het scherp.
bebben afgesneden, om kwaad zaad te strooien en
bloedige tooueelen uit te lokken. Men heeft hier
en elders wel getracht, die maatregelen in een be-
achelijk daglicht te stellen, maar de ordelijke
ieden zijn het er alien over eens, dat bescherming
noodig was tegen de kwaadwilligen. Eene regeering,
die maatregelen achterwege had gelaten, zou niet
verantwoord zijn geweest tegenover het land, welks
aelangen haar toevertrouwd zijn.
Te Lens, departement Pas-de-Calais, werd op
den l8teu Mei eene vergadering van mijnwerkers
gehouden, en toen deze geeindigd was wilden zij
een optocht houden. Een veertigtal gendarmes,
wilden hen uiteendrijven, en toen dit niet spoedig
gelukte, gaf een luitenant, aanvoerder der gendar
mes, bevel een der belhamels gevangen te nemen.
De werklieden wierpen al wat in hun bereik was,
naar de gewapende macht. De luitenant werd met
een steen aan de borst getroffen, en twee zijner
manschappen werden aan zijne zijde gewond. Een
der werklieden greep het paard van den luitenant
bij den teugel. De luitenant diende hem een sa-
belhouw op de vuist toe, die een diepe wond ver-
oorzaakte. De gendarmes tegen de overmacht niet
bestand, kregen nu bevel van den luitenant naar
het station te rennen, om zich aldaar te versterken.
De menigte zette hen achterna en zond een hoop
steenen op hen af, zoodat de officier zich genoopt
zag eene nieuwe charge uit te voeren, tengevolge
waarvan een twaalftal persouen gekwetst werden.
Op dat oogenblik kwamen twee in alle haast ont-
boden compagnien soldaten van de genie de gendarmes
versterken. De werklieden werden uiteengejaagd
en de voornaamste punten der stad bezet.
De in de Vereeuigde Staten genomen maatrege
len, om de emigratie van Chineezen naar Noord-
Amerika tegen te gaan, schijnen geen hout gesneden
te hebben. Naar gemeld wordt toch heeft de
buitenlandsche commissie uit den Amerikaanschen
senaat besloten, den president te verzoeken met
Groot-Brittanie en Mexico overeenkomsten te sluiten,
waarbij aan Chineezen de toegang tot de Vereenigde
Staten uit Canada en Mexico wordt ontzegd. De
gestaarte bewoners van het Hemelsche Rijk wisten
dus blijkbaar van die kanten binnen te komen.
Donderdag 8 Mei zal op de algemeene begraaf-
plaats te Vlissingen onthuld worden het gedenk-
teeken op het graf van wijlen J. Hobein.
Bij deze plechtigheid zullen eenige hooggeplaatste
marine-autoriteiten tegenwoordig zijn. Te 1 uur
'a middags stelt zich voor het stadhuis een stoet
te samen, bestaande uit leden van het marine-,
infanterie- en schutterij-corps, Ylissings Manuen-
koor, de leden van het Nederlandsch en die van
„Ik?" herhaalde ik verbaasd en verbleekte op
datzelfde oogenblik, toen ik mijn oogen op het
linkerknoopsgat van mijn rok sloeg. Oh, dat is een
vergissing, Excellentie, een grap, dien men met mij
wilde hebben, ik verzeker u, dat ik daaraan geheel
onschuldig ben." Dit verzekerende drukte ik mijn
rechterhand met den hoed tegen mijn borst en
trachtte met mijn linkerhand het ordelint af te
rukken, doch nu keek Zijne Excellentie met groote
oogen naar mijn hoed, in welks voering een keu
rig monogram geborduurd was. Mijn verlegenheid
werd hand over hand grooter. De minister hield
mij een poos scherp in het oog en zeide toen
halfluid ,/Dat is merkwaardig, zeer merkwaardig,
en vervolgde toen met luidde stem tamelijk barsch
Geef mij un inzage van uwe getuigschriften, als
u die soms bezit."
ffOogenblikkelijk, Excellentie," antwoordde ik vol
ijver en greep in mijn borstzak, doch bliksemsnel
vloog mij door het hoofd dat ik mijn papieren in
den besmeurden rok had laten zitten. Gelukkig
voelde ik echter 4e papieren en reikte ze beleefd
aan den Minister over. Deze nam ze zeer onver-
schillig aan en trad aan het venster om ze in zien
Zoodra hij het eerste stuk inzag, hoorde ik een
uitroep van verrassing en dat ging zoo voort bi
het tweede, derde en vierde. Ik was zeer in mijn
schik over den gunstigen indruk mijner documenten
en begon reeds hoop te koesteren op mijne benoe-
ming tot ontvanger.
De Minister was eindelijk gereed met het inzien
et Belgisch loodswezen, benevens deputation van
onderscheiden vereenigingen.
Tijdens de onthulling zal Ylissingsch Manuenkoor
„Op het kerkhof" en „Bij de groeve" van De
Vliegh ten gehoore brengen. Waarschijnlijk zal
de plechtigheid opgeluisterd worden door de staf-
muziek van het 3de regiment infanterie uit Bergen
op Zoom.
Door de regeering is aan de Nederlandsche
Teidemaatschappij opgedragen, een onderzoek in
te stellen naar de mogelijkheid om onze zeeduinen
te bebosschen. Daargelaten de verbetering van
acclimatorische toestanden zou daarmede een wijze
van vastleggen der duinen verkregen kunnen worden
verreweg goedkooper dan de thans gevolgde, door
let poten van helm terwijl het door de tengevolge
daarvan ontstaande bescherming tegen den zeewind
ook voor de bezitters der daar achterliggende gronden
mogelijk zou worden, deze eveneens met houtgewas
te bezetten.
Blijkens een Zaterdag bij het departement
van kolonien ontvangen telegram van den gouver-
neur-generaal van Nederlandsch-Indie, is op 29
April jl. eene vijandige bende, 200 man sterk,
nabij Edie (Atjeh) na een vuurgevecht verdreven.
Onzerzijds werden gewond de officier van gezondheid
Dr. J. van der Wal, en acht mindere militairen
de vijand had zeven dooden en veertig gewonden.
De Javabode meldt, dat de blokkade te At
jeh zal worden uitgebreid over de geheele Noord-
oostkust, terwijl met versterking der zeemacht, de
afsluiting definitief zal zijn.
Men hoopt, dat daardoor de aanhangers derKe-
malapartij gebrek aan oorlogsmateriaal zullen krijgen
en dit hen zal dwingen tot pacificatie.
Het stoomschip „Van Speijk" is telegraphisch
van Siboga teruggeroepen, om deel te gaan nemen
aan de blokkade van Atjeh.
In het eerste kwartaal van 1890 zijn voor den
kolonialen dienst aangeworven 349 Nederlanders
en 90 vreemdelingen, aan wie f 111,500 aan
handgelden werd uitbetaald.
Naar Oost-Indie werden uitgezonden 6 detache-
menten, totaal sterk 20 officieren en 282 manschappen.
Hierbij waren 85 vreemdelingen.
Naar West-Indie, en wel naar de kolonie Curasao,
vertrokken 6 soldaten onder geleide van 1 officier,
waarbij slechts 1 vreemdeling was.
Naar Oost-Indie moeten dit jaar worden uitgezonden
1800 manschappen; naar Suriname 45 en naar
Curasao 42.
Men vreest hoe langer zoo meer dat het
loggerschip ,/VL. 7, Agatha Geertruida," schippej
G. Groeneveld, van de Maatschappij „Noordzee"
te Vlaardingen, den 31 Maart ter beugvisscherij
naar zee vertrokken, in den storm van den 8
der stu kken, hij liet nog even zijn blik onderzoekend
op mij rusten en schelde toen. Oogenblikkelijk
verscheen een beambte, wien een bevel werd toe-
gefluisterd, waarop deze onmiddellijk weer vertrok.
Mijn hart begon van vreugde te kloppen, bij de
gedachte, dat ik misschien dadelijk mijn aanstelling
zou krijgen. In die meening werd ik versterkt
door de omstandigheid, dat de Minister aan zijn
schrijftafel plaats nam en haastig eenige regelen
op eene blad papier neerschreef. Hoe verrast was
ik echter, toen het volgende oogenblik een rijks-
veldwachter binnen trad, aan wien Zijne Excellentie
het papier overhandigde, hem fluisterend daarbij
bevelen gevende, waarbij meermalen op mij gewezen
werd. Toen de Minister weer aan zijn schrijf
tafel ging, kwam de veldwachter naar mij toe en ver
zocht mij hem te volgen. Ten hoogste verwonderd
voldeed ik daaraan en maakte bij het verlatender
kamer nog een beleefde buiging welke oogen-
schijnlijk niet door Zijne Excellentie werd opge-
merkt.
Onder geleide van den veldwachter ging ik de
trap van het regeeringsgebouw af. Toen bleef ik
echter staan en vroeg mijn geleider, waar wij heen
gingen. »Dat zal je wel zien!" luidde het barsche
antwoord. Ik bleef staan, doch de veldwachter
pakte mij bij den arm en zeide heftigH Maak
maar geen drukte, anders zal ik geweld gebruiken."
(Slot volgt.)
TER VEI ZEIS! HE COIIRANT
Dlt