Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. No. 2605. Zaterdag 3 Mei 1890. 30e Jaargang. 225 M3. Grind Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letter worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Kit. bind verwchijnt Diusdag- en Vrtjdagavond blj den uitgever P. J. VAN BE SANDE te Tee Neuzen. Bij deze courant belioort een bijvoegsel. Wordt verzocht voor Dinsdag, 6 Mei a. s., des vooriniddags 10 uren, prijs- opgaaf voor het vervoer van ongeveer van de losplaats bij het Schuttershof naar den Molen- en Koedijk en voor een klein gedeelte naar Sluiskil, Driewegen en de begraafplaats alhier. Nadere iuiichtingen daaromtrent te bekomen bij den gemeente—bonwmeester. Ter Neuzen, 28 April 1890. Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. ir*olitieJ£. Overzicht. Naar aanleiding van het bezoek, dat de Duitsche Keizer aan Kouiugiu Victoria te Darmstad heeft gebracht, wordt de verhoudiug tusschen Duitsch- land en Engeland weder in de bladen besproken. In beide lauden ziet men daarin het bewijs, dat die verhoudiug hartelijker en inniger is dan ooit. Het officieuse Weener Fremdenblatt vat die beschouwin- gen in deze woorden samen Het Bntsche rijk breugt der mogendheden die reeds nu over de grootste strijdkrachten der wereld beschikken, eene zeemacht aan, die haar gelijke niet heeft en de aauwezigheid van een Duitsch eskader bij de aanstaaude manoeuvres der Eugelsche vloot zal eeu symbool zijn van deze machtige broeder- schap. Daardoor ziju de middelen, die in dienst staau van den vrede, tot eene indrukwekkeude hoogte gebracht en aan den vrede zelven is daar door de grootste dienst bewezen. De Times schrijft het den Keizer toe, dat de verhoudiug tusschen Engeland en Duitschland veel is verbeterd. Ook Bismarck, zegt zij, erkende de waarde van Engelands vriendschap, rnaar hij ver- langde, dat het op dezelfde voorwaarden als Oostenrijk zou toetreden tot het drievoudig verbond. Daar hij evenwel te Londeu niet denzelfden invloed kon oefenen als te Weenen, nam hij eene eeuigermate terughoudend beleefde houding aan. De Keizer begreep beter, ouder welke voorwaar den Engeland met het drievoudig verbond kon samengaan en dat het met de overlevering en het belang van Engeland in strijd was, een formeel bondgenoutschap met een staat van het vasteland te sluiten. Het bericht dat de hertog van Luynes, de vriend van den hertog van Orleans, den gevangene van Clairveaux, zou zijn gevangen gezet, wordt tegen- gesproken, maar men verzekert toch, dat in Frank- rijk een orleanistisch complot is ontdekt. Eenige leiders der monarchale partij zouden zich van de FEUILLBTON. Boven aan de trap kwam mij een dienstmeisje tegemoet, dat mij den cactus en de scherven uit de handen nam. Haar blik gleed daar bij over mijn persoon, waarbij zij eeu glimlacb met kon onderdrukken. Ik moet er zeker komiek uitgezien hebben, maar toch vond ik haar glimlach volstrekt niet gepast. Juist wilde ik haar daarvoor een paar scherpe woorden toevoegen, toen een deur open ging en de jonge dame te voorschijn trad. Het was eeu lief schepseltje van ongeveer vijftien jaar; in de grootste verlegenheid keek zij mij aan. Haar medelijdende blik ontwapende mijn boosheid, te meer daar zij allervriendelijkst verzocht in haar kamer binnen te treden. i/O, mijnheer, ik vraag u duizend maal om verschooning voor mijn groote onvoorzichtigheid zeide zij. Ik begoot juist mijn bloemen op het balkon en zette daarbij dien grooten pot op de borstwering; door mijn onbedachtzaamheid stiet ik toen den pot er af. Ik hoop dat u niet gewond is, anders zal ik dadelijk een dokter laten komen en bij deze woorden ging zij naar de deur om aan een der bedieuden last te geven om een genees- heer te halen. O neen, mejuffrouw, dat is niet noodig haastte anarchisten en blanquisten hebben willen bedienen om heden een oproer te inaken. Zij brachten hun onder het oog, dat het protectionistisch stelsel kleederen en levensmiddelen duur maakte en zij rekenden er op, dat vele officieren ontevreden waren, omdat de minister van oorlog geen militair is. Dynamietbommen zijn in beslag genomen en men zegt dat zij door orleanisten waren uitgedeeld. Er worden evenwel tegenwoordig zoo vele geruch- ten in omloop gebracht, die geen geloof verdienen dat men ongeloovig begint te worden. De verkiezingen voor den Parijschen gemeenteraad ziju zonder stoornis afgeloopen. De boulangisten hebben hemel en aarde bewogen, om op het stadhuis de meerderheiil te krijgen, maar zij hebben eene geweldige nederlaag geleden, zoodat de balling te Jersey op zijn neus zal kijken. De conservatieven laten den troep van //le brav' general" los. De President der Republiek is van zijne reis terug- gekeerd. Overal was de ontvangst hartelijk, ook op Corsica, dat al meer en meer republikeinsch begint te worden. Prins Napoleon (Plon-Plon) is weinig gesticht door het bezoek van Carnot aan Corsica, aan het land waar zijn oom geboren is. Hij noemt het biunentredeu van dat land eene onbetamelijke daaddat mag, volgens hem, niet iemand doen, die 's Keizers erfgeuaam verbant. Hij noemt Carnot iemand, die aan het hoofd staat eener partij, die Frankrijk ten gronde richtdie betrekkingen bezet, maar niet vervultdie door het bezoek aan het huis, waar zijn oom geboren is, hem heeft beschimpt. Men zou zeggen, dat de oude prins niet wel bij 't hoofd is. Maar de grofheden van Plon-Plon hinderen den gevierden President nietmen houdt natuurlijk altijd rekening met den man, uit wiens mond de vuile zwadder komt. Te Sofia kreeg men bericht dat eene gewapende bende, langs den Donau uit Ruinenie gekomen, het dorp Yyanovatch heeft aangetast, waarom uit Widdin troepen daarheeu zijn gezonden, terwijl in Widdin vele personen in bechtenis zijn genomen wegens samenspanning tegen Ferdinand en zijn Minister Stamboeloff. Het proces-Pauitza zal openbaar behandeld worden. Maanden heeft de instructie reeds geduurd en het is gebleken dat majoor Panitza schuldig staat aan hoogverraad en aan de plannen om den vorst met geweld te ontvoeren, Stamboeloff te vermoorden en ^met behulp eener buitenlandsche regeering" de Bul- gaarsche omver te werpen. Vrij zeker zal de oproerige majoor zonder genade gefusileerd worden, al moge ook //Zekere mogendheid" tusschenbeide komen ten gunste van Pauitza. Vroeger hebben Panoff, Oesoenoff en consorten, de rebellen van Roestschoek, hetzelfde lot ondergaan, trots Rusland's vingeropsteken. Panitza heeft beproefd de wachters om te koopen voor groote sommeii; deze deden ik mij te antwoorden. Het is Goddank nog tamelijk goed afgeloopen, ofschoon mijn hoofd mij wel pijn doetIk streek bij deze woorden over mijn hoofd en voelde een flinke buil. ,/Ik heb wel een buil opgedaan, maar het neergevallen water heeft de pijn al eeu beetje verzacht. Met mijn kleeding is het echter Die zal ik natuurlijk vergoedenriep zij uit en liep haastig naar een tafeltje, waarop een geldbeursje lag. O neen, volstrekt niet, zeide ik. Alleen zou ik gaarne zien, dat het dienstmeisje mijn kleeding weer wat in orde bracht. Ik heb geen oogenblik te verliezen. Precies te een uur moet ik ter audi- entie verschijnen, sedert jaren heb ik daarop ge- hoopt en daarvan hangt mijn levensgeluk af. Als ik een miuuut te laat kom, is misschien de gunstige gelegenheid voorbij en daarmee het uitzicht om ooit gelukkig te kunnen worden. U ziet, ik sta hier als op gloeiende kolen. Hoe jammer, dat u juist nu dit ongeluk moest overkomen. O, mijnheer, ik zou ontroostbaar zijn als ik de schuld moest dragen van de vernietiging van uw levensgeluk. Met deze deelnemende woor den snelde zij naar de deur en kwam een oogenblik later met een dienstmeisje terug. Met weinig woorden belastte zij het meisje, dat het zoo spoedig mogelijk mijn kleeren moest reinigen. De dieust- bode had reeds een borstel in de hand en kwam naar mij toe om het werk te beginnen. Yoor echter de regeering dit weten, daarna is de majoor naar eene andere gevangenis gebracht en onder scherpe bewakiug gesteld. Er wordt gezegd dat Panitza eene volledige bekentenis heeft afgelegd en nog meer medeplichtigen heeft aangewezen. Yermoedelijk zal men niet te veel waarde hechten aan dit laatste, daar Panitza zelfs Stamboeloff, tegen wien het complot eigenlijk gericht was, als medeplichtige heeft genoemd. Uit Afrika verneemt men dat de nieuwe Duitsche ambtenaar Emin-Pacha met zeshonderd lastdragers, vijf Duitsche officieren en een sterk corps Nubische soldaten uit Bagamoyo naar het binnenland vertrok- ken is, om door te gaan tot zijne vroegere woonplaats Wadelai, teneinde van daar den voorraad ivoor mede te brengen, die op eene waarde van twee miliioen mark wordt geschat. In Brazilie was weder eene werkstaking uitge> broken onder de ministersdie van financien en die van buitenlandsche zaken hebben de prikken bij 't breien gelegd, doch later de portefeuilles weer opgeraapt. Omtrent 's Konings gezondheid meldt men dat zich in het begin der vorige week weder eene lichte keelaandoening heeft geopeubaard, en dat sedert dien tijd de algemeene toestand iets minder guustig is gebleven. Z. M. ontvangt intusschen dagelijks achtereenvolgens de verschillende heeren der hofhouding bij zich. Het college voor de zeevisscherijen heeft in zijn geheel ontslag aan Z. M. den Koning verzocht. Het is zegt het N. v. d. D. niet geheel onbekend wat daartoe aanleiding heeft gegeven. Het college voor de visscherijen, hetwelk indertijd is ingesteld om de regeering van zaakkundig advies te dienen in alle aangelegenheden, welke op de zeevisscherij betrekking hebben en in verband daarmede steeds was samengesteld uit rechtsgeleerden, dierkundigen en mannen van de practijk heeft sinds het optreden van het tegenwoordig Ministerie bij herhaling moeten ondervinden, dat zijne adviezen weinig geteld worden en dat de regeering blijkbaar meer waarde hecht aan de persoonlijke meening van den rijksadviseur voor de zeevisscherijen. Verschillende aan het departement van waterstaat gerichte stukken bleven in den laatsten tijd geheel onbeautwoord en uit allerlei voorvallen heeft zich bij de leden de indruk gevestigd dat de tegen- woordige regeering op de medewerking van het college weinig is gesteld. Terwijl in het najaar van 1889 aan den voorzitter van het college door den Minister van Waterstaat werd opgedragen de aanstaaude conferentie te 's Gravenhage over de zalmvisscherij op de Maas zij echter begon, schudde zij het hoofd en zeide juffrouw dat zal vergeefsche moeite zijn. Die vlekken op de jas kan ik nu niet wegmaken, ze moeten eerst droog zijn. En die witte das, dat witte vest is heele- maal vuil geworden en de handschoenen ook. Dat moet eerst gewasschen worden Maar ik heb nog slechts tien minuten, riep ik verschrikt uit. Kan ik in dien tijd uiet wat op ge- knapt worden Kan mijn hoed niet wat opgestrekeu worden //Neen, dat gaat zoo gauw niet," luidde het antwoord. ,/Kunnen er dan nog niet andere kleedingstukken uit de stad ontboden worden vroeg de jonge dame angstig. //In zoo'n korten tijd kan het niet," antwoordde het dienstmeisje. i/O, dan is alles verlorenriep ik wanhopig uit en liet mij op een stoel zinken. De jonge dame keek mij medelijdend aan en wrong de handen, doch plotseling vloog er een straal van vreugde over haar gelaat. Zij keerde zich naar het dienstmeisje en sprak haastig Gauw Martha, ik heb een redmiddel gevonden. Neem den sleutel, die in mijn kamer op het naaitafeltje ligt, en ga naar Papa's kleerkast. Neem daaruit een jas en verder alles wat mijnheer noodig heeft breng ook een chapeau-claque mee. Daarop wendde zij zich om en vroeg mijU neem mijn aanbod wel aan, niet waar, mijnheer Ik zal u tusschen Frankrijk, Belgie en Nederland te regelen en te leiden, benoemde de Minister in het begin van April voor deze conferentie plotseling drie andere gedelegeerden voor Nederland, zonder den voorzitter vooraf van ziju veranderde inzichten kennis gegeven en zonder vooraf de meening van het college inzake deze conferentie te hebben ingewonnen. Deze handelwijze van den Minister noodzaakte den voorzitter aan Z. M. deu Koning ontslag te vrageu als zoodanig en tevens als lid van het college. Aan de N. R. Ct. wordt uit Berlijn ge- schreven, dat de kans voor Rotterdam om tot tusschenhaven in de nieuwe stoomvaartlijn op Oost-Afrika te worden bestemd, weder aanmerke- lijk is gestegen. Behalve de kamer van koop- handel te Mannheim dringen op de keus van Rotterdam zeer aan de Vereeniging ter bevorde- ring van de gemeenschappelijke belangen in de Rijnprovincie en Westfalen en de noord—westelijke groep der vereeniging van Duitsche staal- en ijzer- industrieelen. Als equivalent wenscht men echter, dat de Rijn op Nederlandsch grondgebied op minstens evenveel diepgang zal worden gebracht als het Duitsche gedeelte der rivier. Ter uitvoering van art. 187 der grondwet strekt de ingekomen wetsvoordracht. O. a. is bepaald, dat in het algemeen de wette- lijke sanctie op de instelling van den staat van oorlog en den staat van beleg moet worden ver- leend, dat die goedkeuring binnen eene maand na het inlreden dier toestanden moet worden ge- vraagd en dat dezen terstond bij Koninklijk besluit worden opgeheven, wanneer het betrekkelijk wets- voorstel niet wordt aangenomen. Alleen voor het geval van oorlog wordt de bovenbedoelde bekrach- tiging niet vereischt, daar de noodzakelijkheid om in dit geval den staat van oorlog of dien van beleg te bestendigen niet aan twijfel onder- hevig is. Elk gedeelte van het grondgebied des rijks kan bij Kon. besluit in staat van oorlog of in staat van beleg worden verklaard1°. wanneer oorlog of oorlogsgevaar ontstaan is2°. wanneer binnen- laudsche onlusten de in- of uitwendige veiligheid van het rijk in gevaar brengen. Wanneer de veiligheid van eenig gedeelte van het grondgebied des rijks in dadelijk gevaar wordt gebracht, kan dat gedeelte door het militair gezag vanwege den Koning in staat van beleg worden verklaard. Sommige trekkers te Terwispel en Beets zijn aan het werk gegaan, doch werden door de werk- stakers verjaagd. Den werklieden die de schepen laadden, werden de korven afgenomen. De burge meester stelt een onderzoek in. Te Beets laden de schepen onder militaire bescherming. De commissaris des Konings is te Beetsterzwaag aangekomen. die kleeren leenen, totdat de uwe door mijn zorgen weer gereinigd zijn. Op die manier mist u de audientie niet en ik heb mij niet te verwyten, dat ik uw levensgeluk vernietigd heb. Aanvankelijk wist ik niet wat ik op dit vrien- delijk, bijna smeekend aanbod zou antwoorden, doch eindelijk stamelde ik eenige woorden van dank en besloot met te zeggen, dat ik met vreugde van dit heusche aanbod gebruik wilde maken. Blijkbaar verheugd drukte de jonge dame mij daarop de hand en verdween toen met het dienst meisje door een zijdeur. Nauwelijks was er een minuut verloopen of Martha stond met de noodige kleedingstukken voor mij en verzocht mij beleefd in deze kamer mij te willen verkleedeu. Ik was niet bijzonder op mijn gemak in een vreemd huis in zoo'n prachtige kamer van kleeding verwisselen. Toen het meisje echter de learner uit was, begon ik omiddellijk mijn gedaanteverwisseling, die in een paar seconden was afgeloopen. De jas scheeu wel voor een veel dikker heer gemaakt te zijn, maar hij was van zulk fijn laken, dat ik in mijn eigen oogen er heel netjes uitzag. De hoed kostte mij echter veel hoofd breken, daar ik niet wist, hoe hem open te maken. Ook wilde ik mijn onkunde niet bekend maken aan het dienstmeisje dat in de voorkamer stond toen ik daar binuentrad. Op datzelfde oogenblik kwam van de andere zijde de schoone jonge dame binnen. Ik nam afscheid en beloofde de kleederen onmiddellijk na de audientie TER NEIIZENSCHE COIIRANT !>G

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1890 | | pagina 1