Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2603.
Zaterdag 26 April 1890.
30e Jaargang.
BEKliNBMAKlNG.
Binnenland.
f&i&lffiCR Hi ®®®®?i:
De Burgemeester der gemeente Ter Neuzen
ABONNEMEN T
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Yoor Amerika f 1,324.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Yoor elken regel meer /0,10. Grootere letter
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Dit blad versehljnt Dinsdag- en Vrijdagavond bij den ultfever P. J. VAN DE SANDE te Ter Nenzen.
Bij (leze courant behoort een bijvoegsel.
maakt bekeud, dat eene Openbare Vergadenng van
den Gemeenteraad is belegd tegen Dinsdag den
20 April 1890, des voormiddags ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 25 April 1890.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN BOVEN.
JPolitieli Overzicht.
Keizer Wilhelm heeft te Bremen weder een paar
redevoeringen gehouden. Aan het feestmaal op het
raadhuis antwoordde hij op een toast van den
burgemeester Gij zijt zoo goed geweest, te spreken
van mijn Huis en van mijn streven voor Duitsch-
lands ontwikkelingik mag hierbij opmerken, dat
indien het ons gegeven is geweest datgene tot
stand te brengen, wat bereikt is, dit voor alle
dingen hieraau moet worden toegeschreven, dat
wij ons, volgens de traditie van ons huis, beschouweu
als door God geroepen om de volkereu, over welke
wij rnoeten heerschen, te regeeren en te leiden,
tot bevordering van hun welvaart en van hunne
geestelijke en stoffelijke belangen. Deze traditie
huldigend, heeft mijn grootvader de geweldige,
door u vermelde groote dingen en groote daden
volbracht en de eenheid van het rijk tot stand
kunnen brengen. Bij het diner, hem door de
directie van den Noord-Duitschen Lloyd aange-
boden, zeide de Keizer, dat zijn streven natuurlijk
gericht was op het behoud van den vrede, die
alleen de welvaart kan verzekeren. „Als vriend
van het zeewezen'' zoo ging hij voort „houd
ik het oog op de natuurverschijuselen. Toen ik
voor het eerst met een eskader de Oostzee bevoer,
was eene verandering van koers bevolen. Deze
had ook plaats, maar de schepen raakteu in den
nevel van elkander af. Plotseliug dook uit
dien nevel, hoog boveu de wolken, de Duitsche
vlag op, een verrassend gezicht, dat alien tot be-
wondenng stemdelater vertoonde zich het geheele
eskader, onberispelijk in den nieuwen koers sturend.
Dit is mij als een beeld voorgekomen. Welke
donkere uren ook over ons V aderland mogen
koinen, wij zulleu toch in krachtig voorwaarts-
streven ons doel bereikeu, naar den schooneu
stelregel„Wij Duitschers vreezen God en anders
niemand." Indien in de pers en het openbare
leven op teekenen van gevaar wordt gewezen, dan
kan men zich troosten met de gedachte, dat het
lang niet altijd zoo erg is, als het er uit ziet.
Men kan op mij vertrouwen, dat ik den vrede zal
beschermen, en wanneer de pers aan mijne woorden
FEUILLETON
en zijn Koetsier.
4)
(Slot.)
De onbegrijpelijke beschroomdheid van zijn heer
neef in stilte verwenschend, klom Pfund brommend
op den bok en klapte vervaarlijk met de zweep.
'tGeef alles niets, pruttelde hij. Met die ge-
leerden is niets te beginnen. Als de gebraden dui-
ven naar hen toe vliegen, vergeten ze nog den
mond te openen. En zoo'n schooue gelegenheid
komt niet licht weder.
De Koning boog zich nog eenmaal uit het rij
tuig en groette den predikant, en vooral Emilie, wie hi
een blik van verstandhouding toewierp.
Naar Rosevelde, naar de hoeve van Dietrich
riep hij den koetsier toe, die met een wrevelig ge>
laat gehoorzaamde.
Eenige oogenblikken later was het rijtuig uit
't gezicht verdwenen, en daarmede de hoop van
den predikant, om ooit een betere standplaats te
krijgen. Zijn vrouw deed hem gegronde verwijten
over zijn kiuderachtige beschroomdheid en ging in
haar toorn zelfs zoover, dat zij den Koning niet
spaarde.
soms eene andere uitlegging geeft, dan denke men
aan het oude woord, eens door een anderen Keizer
gesproken Ein Kaiserwort soil man nicht drehn
noch deuteln."
De chef der politie te Hamburg heeft nu openlijk
lekend gemaakt, dat hij niet alleen op 1 Mei
betoogingen in de straten, maar ook het houden
van volksbijeenkomsten zal verbieden. De socia-
isten, die de bewegiug leiden, hebben een deputatie
gezonden naar het stadsbestuur, om dit besluit te
doen wijzigen, maar zonder gevolg.
Maandag heeft de president der Fransche repu-
nliek te Ajaccio het ontbijt op de prefectuur
gebruikt en daarna het hospitaal en het huis, waar
Napoleon I is geboren, bezocht. Het laatste bezoek
duurde slechts kort. Het huis ligt in een nauwe
en sombere straat der oude stad en alleen het
benedengedeelte werd door de familie Buonaparte
bewoond. De oude meubels zijn eeuvoudig, bijna
armoedig. In een vertrek is het borstbeeld ge-
plaats van den keizerlijkeu prins, die door de
Zoeloes is gedood.
Overal, waar de heer Carnot passeerde, strooiden
de vrouwen rijst en graan, zinnebeelden van over-
vloed en van gastvrijheid. Daarna werd een tochtje
gedaan langs zee. Aan dien weg staan, volgens
oude Romeinsche gewoonte, vele grafmonumenten.
Een prachtig gezicht heeft men daar op de San-
guinaris, eilandjes, die hun naam ontleenen aan
het granaatkleurig graniet, dat zij opleveren. Aan
dien weg ligt ook de plek, waar het landhuis der
Buonaparte's heeft gestaan. Thans is het een
exercitieveld, door hooge muren ingesloten. De
maire vestigde ook de aandacht van den heer
Carnot op twee granietrotsen, die naar elkander
overhellen en gedekt worden door een grooten
steen. Daar, zoo wordt verteld, heeft Napoleon
als kind vele uren doorgebracht.
Des avonds gaf de heer Carnot op de prefectuur
een diner aan veertig officieele personen en hij
begaf zich van daar naar het stadhuis, terwijl op
de rede een vuurwerk werd afgestoken. Het
voornaamste stuk stelde den president der republiek
voor, omhelsd wordende door zijn grootvader. De
avond werd besloten door eene receptie in de
smaakvol versierde zalen der prefectuur. Des
ochtends ten 7 ure vertrok de heer Carnot naar
Bastia.
De Belgischo minister-president, de heer Beernaert,
heeft in de Kamer gezegd, dat de Koning op het
feest ter beurze zeer duidelijk gezinspeeld heeft op
zijn plan om den Congostaat aan Belgie bij uitersten
wil over te dragen. De Minister voegde er bij,
dat het leeningsplau voor den Congo, waarvan in
de pers sprake is geweest, niet bij de Kamer zal
worden ingediend, maar de regeering zal op het
daartoe gunstige tijdstip zeer duidelijke en ondubbel-
zinnige voorstellen aan de Kamer doen. De Minister
Hij heeft niet eens het gewone geschenk gegeven,
sprak ze op bitteren toon. Waar hij overnacht,
geeft hij toch altijd vijftig thaler, 't Is wel niet
veel voor een Konnig, maar 't zou ons toch goed
zijn te pas gekomen. Ik heb een nieuw kleedje
noodig, en de kinderen loopen in hun afgedrageu
goed rond, dat het schande is. Maar zoo gaat
het, als de man zijn woord niet weet te doen en
om zijn boeken alles vergeet.
Zoo sloeg zij een geruimen tijd door, doch de
goede predikant was daaraan reeds lang gewoon.
Hij nam een afdoend middel te baat, kreeg een
boek en verdiepte zich er in totdat hij niets meer
hoorde, en zijn knorrige vrouw buiten adem was.
Het bezoek van den Koning, dat gewoonlijk
zooveel vreugde veroorzaakte, liet dus hier bij de
echtgenooteu slechts outstemde gemoederen achter,
Emilie was de eenige in huis, die met een blij-
moedig lachje aan hem dacht, hoewel zij niet ge-
heel zonder vrees was.
Nog dienzelfden dag zou zij vernemen, dat de
Koning had woord gehouden. Toen zij na het
eten in het tuintje haar bloemen begoot, werd zij
eensklaps door .twee krachtige armen omvat, en
twee hauden werden haar op de oogen gelegd.
Raad eens wie ik benriep eeu welluidende
stem haar toe.
Laat me los, Karel 1 antwoordde zij verheugd
De joukman voldeed echter niet dadelijk aan
het bevel, maar drukte eerst een hartelijken kus
verklaarde, dat hij het als de gewichtigste daad
in zijne ministrieele loopbaan beschouwdeden
Koning te hebben bijgestaan, om Belgie met eene
gewichtige kolonie te begiftigen.
De rechterzijde deed luide toejuichingen hooren,
maar de linkerzijde onthield zich geheel daarvan.
John Bull krijgt het in Hindoestan ook te kwaad.
le denkbeelden over constitutioneele en parlemen-
taire leerstellingen, door hen naar Indie overgebracht
hebben daar een vruchtbaren grond gevonden en
de Hindoes beginnen nu over autonomie en zelf-
gekozen vertegenwoordiging te denken. Maar Sa-
isbury heeft daar geen ooren naar. Een paar
bladen in Bengalen uitgegeven binden den strijd
aan tegen het Engelsche kabinet. De Lord-premier
leeft nu wel besloten de inrichting der wetgevende
raden te wijzigen en er niet—officieele leden in
zitting te doen nemen. Maar de Hindoesche pro-
gressisten willen meer, zij willen zelf gouvernement
met een vertegenwoordiging zooals Engeland; zij
willen gel ijkstelling voor de wet van alle rassen
en een parlement, waarin hunne zelfgekozen afge-
vaardigden over hunne belangen beraadslagen.
Hindoes en Muzelmannen verschillen echter.zeer in
meening en hiervan hoopt John Bull partij te
trekken.
Bij de Woensdag gehouden verkiezing van een
lid der 2e Kamer voor 't kiesdistrict Delft werden
uitgebracht 2670 geldige stem men. Gekozen werd
Mr. H. A. van de Velde (a.) met 1398 stemmen.
Jhr. Mr. A. P. C. van Karnebeek (1.) bekwam
1274 stemmen.
Bij de behandeling der begrooting van Kolo-
uien, voorgedragen door Minister Mackay, werd een
koloniaal debat gevoerd. De heer W. van Dedem
opende dit met te beamen, dat onderwerping van
den sultan van Atjeh niet voldoende is, doch dat
zijn gezindheid daartoe steun moet viuden in de
bevolking. Van handhaving der genomen tweede
stellingen is niet veel heil te verwachten.
In alien geval vertrouwe men niet te veel op de
vriendschapsbetuigingen der Atjehers. Hij wenschte
een behoorlijke scheepvaartregeling voor de kust
en, wordt de blokkade gehandhaafd, een meer af-
doende dan de bestaande. In een woord vroeg hij
meer licht omtrent het standpunt van dezen minis
ter t. o. van Atjeh.
De heer Levyssohn Norman gaf eenige wenken
aan den nieuwen Minister, omdat deze Indie nooit
gezien heeft. Hij waarschuwde hem vooral, zich
niet te veel in details te verliezen en hoopte, dat
de Minister toch nog iets zou kunnen tot stand
brengen, vooral op fiuancieel gebied, waarop de
Minister zich wel wat te optimistisch beweegt.
Met het oog op de slechte koffieoogsten wees hij
op haar lippen, wat zij zonder veel tegenstribbelen
liet begaan.
Vader heeft zijn toestemming gegeven riep de
jongeling op juichenden toon.
Lieve hemel, hoe is hij daar zoo eensklaps toe
gekomen vroeg de schalksche Emilie met geveinsde
verwondering.
Ja, dat zal ik u eens vertellen, antwoordde
Karel. Heden ochtend kwam de Koning bij ons
op de hoeveik moest hem alle stallen, gebouwen
en werktuigen laten zien, waarbij hij er als een
geboren landbouwer met me over praatte. Ik
geloof, dat hij me op de tanden wilde voelen,
maar dan was hij juist bij den rechte. Daarna
heeft hij met vader lang onder vier oogen gespro
ken. Zooals ik gehoord heb, wilde hij in 'I vervolg
eens zouveel huur van 't domein hebben. Dat
kan ook, omdat de hoeve zooveel opbrengt, dat
men er dan nog ruim van kan bestaan. De oude
was geheel in de war en klaagde jammerlijktoen
heeft de Koning hem gezegd, dat hij onder een
voorwaarde ook in 't vervolg slechts de oude lage
pacht behoefde te betalen.
En die voorwaarde was vroeg Emilie, die reeds
alles begreep.
Dat ik medepachter zou worden en u trouwen,
en niet de rijke weduwe, die ik toch nimmer zou
genomen hebben.
En toen hebt ge natuurlijk geweigerd.
O, gij kleine plaaggeestVoor die woorden
den Minister op de wenschelijkheid van versterking
der middelen.
Op irrigatie-terrein in Indie zou de Minister
nog veel te doen vinden, groote waterwerken zijn
voor het oogenblik minder noodig. Doch de
Minister zal nog veel te doen viuden, om in de
behoeften van den inlander te voorzien en Java's
productie te verhoogen. Hij zou wenschen dat
meer voortgang werd gemaakt met de Billiton-
quaestie.
De zending van den Raad van Indie Groeneveldt
naar Cochin China, voor een onderzoek in zake
opium, achtte hij onwettig. De keuze op zich zelf
keurde hij af. Hij ontwikkelde een opium-stelsel,
dat den staat de tegenwoordige opbrengst verzekert,
maar het opiumgebruik onder de bevolking beteugelt.
Ook beklaagde hij zich over het weinige, dat tegen
de berri-berri gedaan wordt en wenschte hij gerust-
gesteld te worden, dat geen verandering zal worden
gebracht in de bestaande muntregeling.
Ook de heer Van Nunen wraakte 's Ministers
te groot optimisme, in zake de Indische fiuancien
en achtte een oversc'not op den loopenden dienst
nog volstrekt niet verzekerd. Zijns inziens was
middelen-versterking te verkrijgen uit vermeerdering
van de zoutbelasting, de koffie-cultuur, de Billiton-
mijnen en de Ombilienkolenvelden.
Ook de heer Guyot achtte afdoende blokkade
van Atjeh noodig, mits met behoorlijk materieel
en personeel, anders baat zij niet. De heer Geert-
sema vroeg of de mijnenwet was te verwachten.
De heer Hintzen drong aan dat het Indisch Bestuur
uitgeuoodigd zoo worden zijn eigen oordeel over het
koffierapport medetedeelen, opdat de Kamer in het
najaar zou kunnen beslissen. De heer Van Houten
bestreed de tegenwoordige blokkade en de bedoeling
om het vroegere sultanaat in te voeren. Voorts
kwam hij op tegen het optimisme van den Minister
inzake de koffiecultuur.
De Goesche Ct. bevat de volgende wel ietwat
duistere mededeeling
Bij aanleiding van de verschillende geruchten,
die omtrent mij in omloop zijn, wensch ik voor-
loopig slechts te constateeren, dat ik ten voile de
werkelijkheid blijf erkennen van de feiten van het
spiritisme en spiritualisme, maar er overigens vol-
komen mede gebroken heb.
Wanneer ik daartoe het oogenblik gekomen
acht, zal ik alien, die er naar vragen, gelijkelijk
in het openbaar antwoorden.
Aangenaam zal het mij zijn, als ook andere
bladen dit bericht willen overnemen.
Uw dw. dn.
(get.) P. HUET.
Toen onlangs Prof. Snellen, uit Utrecht, op
het Paleis het Loo een bezoek aflegde, werd door
sommigen gemeend, dat een der vorstelijke per
sonen zijne hulp als oogarts had ingeroepen. Ge-
moet ge mij nog een kus geven.
Yertel eerst de geschiedenis tot het einde, daar
na zullen we zien of je een kus verdient.
Ik gaf dadelijk mijn toestemming. Vader zette
wel een grimmig gezicht, maar toen hij zag, dat
het den Koning ernst was, en hij anders eens
zooveel pacht zou rnoeten betalen, besloot hij toe
te geven. Dat is alles wat ik weet, en nu moet
ge me zeggen, hoe de Koning er toegekomen is,
om aan mijn vader zulk een voorwaarde te stellen.
Dat zal ik je wel eens later vertellen, zei Emilie
lachend. Je moogt zoo nieuwsgierig niet wezen.
Geef me dan ten minste den beloofden kus.
En hij nam niet een, maar wel een dozijn kussen,
totdat zij hem eindelijk verzocht, toch een beetje
verstandiger te zijn.
Arm in arm gingeu nu de gelukkige geliefden
naar den verrasten predikant, wien zij om zijn
zegen op hun verbond verzochten.
Eenige weken later kwam een brief uit* Berlijn
met een groot rood zegel er op, die de aanstelling
bevatte van den predikant Frommberg tot super-
intendant van de streek, welke betrekking een
aanzienlijk inkomen opleverde. De Koning had
er eigenhandig de woorden bijgevoegd
Blijf wie ge zijt, een verstandig man en toch
een goed Christen. Houd Cicero in eere, want
hem hebt ge het te danken, dat ik ben uw u
toegenegen Koning.
Ook aan Emilie had de Koning gedacht en haar
TER MDMSCHE COIIRANT