Woensdag 16 April 1890.
Algemeen
Nienws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
jig?g&M
AAHKQHDIBIHQ.
Wepn en Voetpaien let ie KnnsMen.
AANKONDIGING.
Wepn en Voetpaien let ie Knnstverten.
No. 2600.
30e Jaargang.
i&tatiljR ®g ®S®®?1
Binnenland.
aanbesteden:
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Dit blad verachljnt Dimming - en Vrijdasavond bij den nltgever P. Jt. VAN DE S A N D E te Tee Neuzen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
zullen op IHnsdag, 22 dezer, des voormiddags 11
uren, in het gemeentehuis aldaar, in het openbaar,
bij enkele inschrijving,
het onderhouden van en het doen
van herstellingen aan de ge-
bouwen en andere gemeente-
eigendommen, gedurende 1890.
Het bestek ligt ter lezing op de gemeente-
secretarie en is aldaar in afdruk verkrijgbaar, tegen
betaling van 75 cents per exemplaar.
Inlichtingen zijn te bekomen bij den geineente-
bouwmeester, door wien plaatselijke aanwijzing zal
geschieden op Donderdag', 17 dezer, 's namiddags
half 2 uren.
Ter Neuzen, 8 April 1890.
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis van belanghebbenden dat, te
beginnen llaaudag 21 dezer, van wege de gemeente
eene algemeene opneming zal worden gehouden
van de
Ter Neuzen, 8 April 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
ZAAMSLAG brengen ter kennis van belang
hebbenden dat, te beginnen op llonderditg 24
April 1890, van wege de gemeente eene algemeene
opneming zal worden gehouden van de
Zaamslag, 11 April 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. DE BOKX, Voorzitter.
E. H. WORTMAN, Secretaris.
FEUILLETON.
zijn Koetsier.
2)
Den geheelen dag was alles aan hem waardigheid
en deftigbeid, maar des avonds ging het des te
lustiger toe, toen hij, als gastheer van den lijf-
koetsier van den erfstadhouder, aan tafel de bonneurs
waarnam. Hij ging zijn gasten met een goed
voorbeeld voor en at en dronk onverpoosd, zoodat
zijn rood gelaat nog rooder werd en ten laatste
een waar vreugdevuur geleek. Hij ledigde het eene
glas na het andere op het welzijn van den grooten
Koning en het jonge echtpaar, totdat hij eindelijk
niet meer wist wat hij deed. Uit loutere vader-
landsliefde en om een groot vertoon te maken,
ontzag hij geen kosteu. De duurste gerechten
werden door hem besteld, de fijnste wijnen werden
geschonken, en meer dan houderd flesschen cham
pagne geledigd ter eere van zijn collega en het
schoone feest, zoodat de rekeniDg van den verheugden
waard tot een veel hooger bedrag klom dan den
zuinigen Koning lief was.
Daarover bekommerde zich echter de door den
wiju zich zalig gevoelende Pfund, die zich niet
klein of gering wilde voordoen, volstrekt niet.
Den volgenden dag ontwaakte hij echter met hevige
hoofdpijnenhij kon zich in't geheel niet herinneren
JPolitiefa. Overzicht.
In Frankrijk is het bericht ontvangen van een
succes der Fransche wapenen in Senegal. Veel
geestdrift wekt zulk eene tijding niet. Sedert in
Tongkin zoovele soldaten zijn gestorven, willen de
boeren er niet van hooren, dat hunne zoons naar
verre gewesten worden gezonden. Het gouverne'
meut zou zeker eene expeditie zenden naar
Dahomey, indien het die stemming der bevolking
niet vreesde. De boulangisten zouden er dadelijk
pariij van trekken bij de verkiezingen. Er blijtt
dus niets anders over dan in Senegal inlandsche
troepen aan te werven, die wel beter gewapeud en
geoefend zullen zijn, dan de strijders van Dahomey,
maar vooreerst nog niet in voldoend getal.
Door het thans bij het Parlement van Engeland
ingediende wetsontwerp wil de regeering van lord
Salisbury niet alleen de verdrukte en ontevreden
lersche pachters verzoenen, maar ook de laudheeren
uit hunne financieele moeielijkheden verlossen en
ben in staat stelleu, onder gunstige voorwaarden
zich te ontdoen van eigendommen, die niets meer
opbrengen. Het is dan ook eene teleurstelling
voor de regeering, dat de laudheeren zich volstrekt
niet ingenomen toonen met het ontwerp.
Dit is misschien de oorzaak, dat de uitzettingen
van pachters verleden week weder zijn begonnen.
Daarbij werd te Newross de politie door de bevol
king met steenen geworpen en op de vlucht gejaagd.
Het is wel te verklaren, dat op het oogenblik,
dat een ontwerp tot uitkooping van de laudheeren
in het Parlement aanhangig is, gewelddadige uit
zettingen het volk verbitleren. De lersche pachter
begrijpt niet, waarom men hem de gelegenheid
wil geven eigenaar te worden van den grond, dien
hij bebouwt en hem uit huis en hof verdrijft, dat
met bij stand van den staat hem weldra zal toebe-
hooren.
Het is nu bekend geworden, dat op het laatste
socialistencongres te Leuven besloten is alle werk
lieden in Belgie tot deelneming aan de betooging
op 1 Mei aan te sporen. Niet alleen te Brussel,
maar ook te Antwerpen, te Luik en in de groote
fabrieksplaatsen van Henegouwen zullen optochten
van werklieden worden gehouden en de leiders der
socialisten beweren dat zij 200,000 werklieden op
de been zullen brengen. Ofschoon het in Belgie
gemakkelijker is dan in vele andere landen eene
groote menigte volk bijeen te krijgen, is het toch
twijfelachtig of op den 1 Mei meer dan het ge-
wone getal van socialistiscbe demonstranten zal
opkomen, indien ten minste de optochten niet
worden verboden. Het is waarschijnlijk, dat het
ininisterie Beernaert het voorbeeld zal volgen der
Fransche republiek en gepaste maatregelen nemen
om te voorkomen, dat door straatdemonstratien de
orde wordt gestoord.
Eindelijk is de Senaat van Spanje uitgepraat
hoe hij eigenlijk in zijn bed gekomen was. Eerst
uadat hij zich met ijskoud water behoorlijk het
hoofd had begotsn, kwam hij tot bezinuing en was
weer geheel de oude.
De Koning had hem laten roepen, zooals hij
meende, om met hem over de voorgenomen reis
naar Silezie te spreken.
Dadelijk herinnerde hij zich den geestelijke en
nam zich voor, een goed woordje voor den neef
zijner vrouw te doen. Toen hij echter in het
paleis kwam en het gelaat van den Koning zag,
verging hem alle lust daartoe.
De groote Frits kwam zijn lijfkoetsier tegemoet
met een gelaat, waarvoor zelfs de moedigste zou zijn
verschriktzijn blauw heerschersoog bliksemde, en
de rimpels op zijn anders zoo helder voorhoofd
voorspelden een naderend onweder.
In de eene hand hield hij de rekening, welke
de waard uit De Koning van Portugal had inge-
leverd, in de andere den bekenden krukstok, dien
hij soms tamelijk hard op den rug zijner onder-
geschikten kon laten dansen.
lverel, riep de Koning hem toe, wat heb je gedaan
Uwe majesteit, stamelde de verschrikte Pfund ik
weet van niets.
Zoo te eteu en te drinkenl't Is ongehoord,
Leverpasteien, fazanten en meer dan honderd
flesschen champagne te bestellen! Je bent een
groote deugniet en verdient, dat ik je honderd slagen
voor elke flesch doe uitbetalen en daar den duivel jaag.
over de vraag, of generaal Daban twee maanden
arrest zal hebben. Zaterdag werd met 103 tegen
63 stemmen de motie van maarschalk Martinez
Campos verworpen; de regeering beschikt dus ten
spijt der generaals nog over eene groote meerder-
heid. Nog grooter was deze bij de stemming over
een door de conservatieven voorgestelde motie van
wantrouwen; slechts 47 senatoren stemden er voor.
De Italiaansche staatsman Ruggiero Bonghi
een tegenstander van Crispi heeft in de Nuova
Antologia een artikel geschreven over den val van
Von Bismarck. Hij zoekt de eigenlijke oorzaak
hiervoor in het verschil tusschen den geestelijken
aanleg van Von Bismarck en dien van den Keizer;
Von Bismarcks karakter is volgens hem voor.fi
practisch, dat van den Keizer vooral mistisch.
Twee mannen van beteekenis van zoo verschillende
gezindheid kunnen op den duur niet samenwerken.
De triple alliantie zoo besluit Bonghi
zal naar ik meen, voorloopig niet worden gestoord.
Deze had twee steunpilaren: de geschreven traktaten
der drie mogendheden, welke haar vormden, en den
man, die deze verdragen wist tot stand te brengen.
De laatste steuupilaar is gevallen, en deze was
niet de minst sterke. De alliantie zal niet worden
opgezegd, dat is zekermaar het zal moeilijker
zijn dan tot dusver haar te vernieuwen en haar
duurzaam te behonden.
In deze richting znllen zich langzamerhand de
gevolgeD van Von Bismarcks aftreding doen gevoe-
len verder en verder zal zich de golving uitstrek-
ken, die door zijne verdwijning is ontstaan. Er
waren in den toestand van Europa reeds elementen
genoeg, en er is nu nog een bij gekomen de
wil van een al te rnachtig jongman, niet meer in
toom gehouden door de verbinding met een raads-
man van rijpe ervaring, een wil zoo vol veer-
kracht, dat voor niemand, ook voor den Keizer
niet, de mogelijkheid is te voorzien, wsarin hetzij
eigen aandrift, hetzij de maclit van gunstige of
ongunstige gebeurtenissen, den Keizer en ons vroeger
of later kan of moet leiden.
Dat de stad Rome zich reeds sedert geruimen
tijd in financieele moeielijkheden bevindt is bekend.
Het gemeentebestuur is bij de uitbreiding en de
hernieuwing der stad zoo roekeloos te werk gegaan,
dat, ofschoon dit werk nog bij lange na niet is
voltooid, toch het daarvoor bes^emde crediet reeds
verre is overschreden. Der stad ontbreken nu zelfs
de middelen om het werk voort te zetten en hare
verplichtingen na te komen en daarom benoemde
de regeering, naar men weet, eene commissie, ten
einde de zaak grondig te onderzoeken. Het verslag
dezer commissie is nog niet openbaar gemaakt,
maar toch weet men reeds, dat de toestand nog
ongunstiger is gebleken, dan men had verwacht.
Wat de regeering in deze zaak zal doen, is nog
niet beslist, maar de correspondent van de Times
Terwijl de Koning zoo sprak, wende de lijfkoetsier
zijn oog van zijne majesteit niet af. Een licht trekken
der mondhoeken van zijn heer verried, dat deze, in
weerwil van zijn toorn toch innerlijk lachen moest.
Pfund kende den Koning en wist, hoe hem tot bedaren
te brengen. Hadde hij een verontschuldiging gesta-
meld en vrees getoond, dan zou hij verloren zijn
geweest alleen door driestheid en een aardigen
zet kon hij zich redden en het onweder be-
zweren.
Gelooft uwe majesteit misschien, zeide hij daarom
gevat, dat de lijfkoetsier van den erfstadhouder een
even arme duivel is als ik P De kerel drinkt
niets dan champagne. Wat moest ik hem nu
anders voorzetten P
Het trekken der mondhoeken van den Koning
veranderde in dat onwederstaanbare glimlachen,
waarmede hij ieders hart won.
Goed, sprak hij, ik wil ditmaal genade voor
recht laten gelden, maar in 't vervolg, als je weer
een lijfkoetsier voor mijn rekening trakteeren moet
menageer je dan een beetje en zet hem bier of
hoogstens een flesch rijnwiju voor.
Ik zal er om denken, bromde de lijfkoetsier.
Voor ditmaal zal het je te vergeven zijn, en
ik zal je dure rekening betalen. Houd je gereed,
over acht dagen gaan we de revue in Silezie houden
en dan moet jij me weer rijden.
Daarmede keerde de Koning hem den rug toe,
nog voordat hij een woord ten gunste van den
beweert te weten, dat de regeeriug niet zal helpen,
orudat zij toch een bankroet niet kan beletten.
Mocbt echter de regeering haar oorspronkelijk
voornemen, om der stad ter hulp te komen, hand-
haven, dan zal zij dit toch zeker niet doen, tenzij
het beheer der gemeentelijke geldmiddelen voortaan
aan haar handen worde toevertrouwd.
De ontwerpen tot regeling van de pensioenen
der burgerlijke ambtenaren enz., zijn, blijkens de
afdeelingsverslagen, in de Eerste Kamer met inge-
nomenheid ontvangen.
Meer bepa.fidelijk wees men op de bepalingeu ten
bate der zoogenaamde oude weduwen en op de
wijzigingeii als gevolg der amendementen—Roell,
en geloofde, dat de financieele berekeningen, waarop
deze voordrachten steunen, door de uitkomst zullen
blijken juist te zijn.
Sommige leden hadden liever verhooging van
bezoldiging als middel gezien.
Eenige leden wezen op de billijkheid, om de
ambtenaren, werkzaam bij de administratie van de
bestaande pensioenfondsen voor de geemploieerde,
tot het algemeen bestuur behoorende, en de weduwen-
fondsen voor de ingenieurs en opzichters van den
waterstaat, bij de administratie van het nieuwe
weduwenfonds in dienst te stellen.
De heer Henry Tindal te Amsterdam heeft
een adres aan de Tweede Kamer gericht, waarin
hij, steunende op het advies van buitenlandsche
autoriteiten op militair gebied, die hem tot open-
baarmaking van hunne meening machtigden, be-
toogt, hoe eeu bombardement van Den Haag niet
in strijd zou zijn met het volkenrecht.
Adr. verzoekt, dat deze aangelegenheid onmid-
dellijk vdor iets anders ernstig ter sprake zal
worden gebracht en onverwijld zoodanige maatre
gelen zullen worden genomen, waardoor het bom
bardement van Den Haag, geen noodlottige gevolgen
meer kan hebben en daardoor ophoude eene ge-
rechte oorlogshandeling te zijn.
Het Berliner Tageblatt, dat eerst de brochures
van den heer Tindal als van minder gewicht he-
handelde, komt nu op diens streven terug. Het
blad bevestigt de mededeeling van de M. Allg.
Ztg. aangaande den drang, door de Duitsche Re
geering op de Nederlandsche uitgeoefend omdeze
het Fransche gouvernement te doen verzoeken, dat
het geen oorlogschepen opdrage om onderzoekings-
tochten aan onze kust te houden. Een particulier
telegram, dat het Berliner Tageblatt uit Den Haag
ontving, verklaart bovenstaande mededeeling voor
juist, en verzekert, dat de Nederlandsche Minister
van Buitenlandsche zaken vriendschappelijk jegens
Duitschland gezind is.
predikant had kunnen spreken, waartoe het oogen
blik toch ook niet geschikt was.
Daarom bewaarde Pjund, die zijn heer kende,
zijn verzoek tot een betere gelegenheid. Of hem
de schrik in de leden zat, of dat het de naweeen
van het dure gastmaal en de gevolgen van een
bedorven maag waren, weet ik niet, maar nauwe-
lijks was de lijfkoetsier in zijn woning teruggekeerd,
of hij moest naar bed, omdat hij hevig de koorts had.
De dokter, die onmiddellijk geroepen was, schudde
bedenkelijk het hoofd en beval den patient voor
alles rust, waarmede de zieke echter volstrekt niet
tevreden was. Hij wist dat de Koning naar de
revue wilde, en daarom verzocht hij den dokter
hem in mi listens acht dagen gezond te maken,
wat deze echter verklaarde met geen mogelijkheid
te kunnen doen. De gedachte, dat hij thuis moest
blijven, en de Koning door een ander zou worden
gereden, maakte Pfund zoo bedroefd, dat zijn ziekte
verergerde. Ook Frederik de Groote was er in
't geheel niet onverschillig onder, toen hij vernam
dat zijn koetsier ziek was. Hij was nu eenmaal
aan hem gewoon en had op zijn reizen niet gaarne
een anderen koetsier dan zijn ouden Pfund. Daar
om besloot de groote menschenkenner, den
zieke op zijn wijze te genezenhij wist ook hoe
hij met zulk een trouw dienaar handelen moest,
om hem weer gezond te maken, en rekende daarbij
op de wilskracht, welke de ziel soms op het zieke
lichaam uitoefent. Daarom schreef de Koning
Y21 NEDZENSCU COURANT
en