Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
No. 2593.
Zaterdag 22 Maart 1890.
30e Jaargang.
0)1 BiSSGVBe)
Binnenland.
ABONNEMENT:
Yoor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post
Nederland 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Yoor Amerika f 1,82£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren eh Brieven-
oushouders.
ADYEETENTIEN:
Yan 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Dlt blad verschljnt Dlnadas- en Vrljd.igavond bij den uttgever P. J. VAN HE 8 A N D E te Ter Neuzen.
Politick Ovcrzioht.
Wat zoolang, maanden reeds, in de lucht hing,
is eindelijk naar 't schijnt werkelijkheid geworden,
nl. een kanseliers—crisis in Duitschland. Vorst
Bismarck heeft den Keizer verzocht ontheven te
worden van zijn functien als Rijkskanselier, de
Ministerraad heeft zich met dezen zoo gewichtigen
stap bezig gehouden en de Keizer heeft's kanseliers
verzoek ingewilligd en hem ontheven van zijn
functien, terwijl hij (de Keizer) besloten heeft dat
's vorsten zoon, graaf Herbert von Bismarck, die
gemeend had het voorbeeld zijns vaders te moeten
volgen, als staatssecretaris zal aanblijven. Dat is
een mededeeling, ernstiger en gewichtiger dan in
zeer langen tijd een tot ons is gekomen en toch
zij was te wachten, maar juist doordien reeds zoo
vaak geruchten in dien zin hebben geloopen, zijn
wij voorzichtiger geworden, en het gevolg is dat
het bericht nu nog meer opzien baart. Bismarck's
woorden, door hem onlangs uitgesproken^de Keizer
zal zijn eigen kanselier zijn," kunnen dus nu
verwezenlijkt worden of eigenlijk waren zij het
reeds sinds eenigen tijd, en juist in dat feit moet
de oorzaak worden gezocht van Bismarck's aftreding.
De Keizer was zijn eigeu kanselier waar 't gold
de sociale kwestien en Bismarck was te zeer de
man van overtuiging, de vertegeuwoordiger van
een vorig geslacht, dat geen rekening houdt en
bijna niet kan houden met de veranderde toestanden,
om met zijn jougen gebieder in deze te kunnen
medegaan.
De pu'olicatie van 's Keizers rescripten was de
onderteekening van het doodvonnis van een van
Europa's grootste staatslieden, die zijn gedragslijn
niet kon veranderen, al eischten de omstandighedeu
het ook nog zoo dringend. De beschouwingen van
den 31jarigen man en den 75jarigen grijsaard
kunnen niet overeenstemmen, 't moest tot een
conflict komen en 't is er toe gekomen een groote
figuur zal van het wereldtooneel verdwijnen, maar
vergeten worden nooit. Bijna dertig jaren lang
heeft Bismarck in Duitschland, ongeveer twintig
jaren in Europa eene eerste plaats ingenomen. In
1862 werd hij de diplomaat, de vertegenwoordiger
van zijnen Koning te Frankfort, bij wijleu den
ouden Bonsraad, de gezant te Petersburg, te Lon-
den en te Parijs, Pruisisch presidentminister. Hij
groeide in het parlementair conflict en in den
buiteolandschen oorlog. In 1867 werd hij, de
Pruisische jonker, graaf en kanselier van den bond,
in 1871 vorst en rijkskanselier. In andere landen
komen en gaan de Ministers Bismarck bleef, wat
veranderen mocht, onder Wilhelm I, ouder Frederik,
ouder dieus zoon, de leider van Duitschlands
politiek.
Vorst Bismarck, was nu, in tegenstelling met
voorheen, een waarborg voor het behoud des vredes.
Nu de rijkskanselier heengaat, is de vraagwelke
FEUILLETON.
la
Joachim had intusschen de teugels een weinig
gevierd, deed een schrede nader tot Irene en bood
haar de hand, die hij nog vrij had en die zij
met een allerliefst lachje vatte om uit den zadel
te springen.
Middelerwijl was ook de oude graaf genaderd, die
een kleinen ornweg had moeten maken, om op
het een weinig lager dan den straatweg liggende
stoppelveld te komen. Hij sprong van zijn paard
bedankte den jongen vrijwilliger in de warmste
bewoordingen en drnkte hem daarbij herhaaldelijk
de hand. Deze wist echter behendig't gesprek op
andere onderwerpen te brengen en praatte zoo leven-
dig en vroolijk met Irene, dat het hevig verschrikte
meisje na betrekkelijk korten tijd haar ontroering
had overwonnen en zich, toen ook haar paard weer
bedaard en rustig was, moedig in den zadel wierp.
De wandelrit werd echter niet voortgezet, daartoe
ontbrak de noodige opgewektheid, en vader en
dochter keerden na een hartelijk afscheid van den
jongen vrijwilliger, en het dringend verzoek om
hun spoedig een bezoek te brengen naar de stad
terug.
Joachims kameraden, die, zooals licht te begrijpen
is, alles met de meeste opmerkzaamheid hadden gade
richting de keizer aan zijne staatkunde zal geven.
Keizer Wilhelms karakter is nog te weinig bekend,
om nu reeds te kunnen zeggen, hoe het zich zal
ontwikkelen. Gister was de keizer voor ons niets
dan een soldaat, heden is hij een menscheuvriend
en een hervormer. Zeker is alleen's keizers vaste
besluit om zijn wil door te zetten en elken tegen-
stand te breken. Wat zal er morgen gebeuren
Welke verrassingen staan ons nu te wachten
Laten wij hopeu, dat zij zullen meevallen en de
rust der wereld niet zullen storen."
In de Belgische Kamer heeft de Minister De
Bruijn het vrijhandelstelsel verdedigd tegen zijne
partijgenooten, de heeren Cartuyvels, Dumont en
anderen, die het herstel van graanrechten vragen.
De bewering, dat het invoerrecht op granen het
geneesmiddel zou zijn voor alle kwaleu, waaraan
de landbouw lijdende is, zeide de Minister, is
nooit bewezen. Belgie verbruikt tweemaal meer
graan dan het zelf opbrengt; het vreemde graan
te belasten moet dus onvermijdelijk tot verhooging
van den broodprijs leiden. De Staat mag echter
het brood niet duurder maken ten voordeele van
weinigen. De kleiue landbouwer zou van de
invoerrechten geen voordeel trekken, alleen de
groote grondeigenaarniet de pachter. Ook
zou door de graanrechten de groote graanhandel,
welke thans eene der voornaamste bronnen van
inkomsten is, de Antwerpsche haven verlaten en
zich naar Nederland verplaatsen. De landbouw
wil geene bescherming. De meeste takken van
nijverheid verlangen bescherming slechts voor hunne
producten; de een vraagt bescherming voor het
ijzer, de ander voor het linnen, een derde voor
wollen stoffen, enz., maar als er aan een voort-
brengsel bescherming wordt gegeven, dan moet zij
ook aan andere worden toegestaan, en zal nu het
land aan de niet slechts wetenschappelijk, maar
ook door eene jarenlauge ervariug in Belgie deugdelijk
bevonden vrijhandelstheorieen den rug gaan toekeeren,
om zich aan protectionistische proefneming en
avonturen te wagen? Welke eischen de toekomst
zal stellen, wie zal het beslissen, maar op het
oogenblik is, zoo zeide de Minister met nadruk,
voor Belgie stelhg nog niet de tijd gekomen om
met zijne oeconomische politiek te breken.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, de
heer De Savornin Lohman heeft op het bekende
adres van eenige oflicieren der dd. schutterij te
Rotterdam, waarin zij hunne grieven tegen den
kommandant van het korps hadden bloodgelegd, ge-
autwoord, dat hunne klachten, o. a. betreffeude de
wijze van handelen bij het opmaken van de voor-
drachtcn tot vervulling van vacaturen bij hun
korps, alsmede de daaraan door hen vastgeknoopte
geslagen en hem niet weinig benijdden, dat hij zoo
gelukkig was geweest het schoone meisje aan zich
te verplichten, ontvingen hem, toen hij in't prieel
terug kwam, met luid gejuich en zochten zich door
plagerijen eenigszins schadeloos te stellen. Joachim
deed met hen mede, om niet onbeleefd te schijnen,
doch was stiller dan gewoonlijk en sprak bijzonder
weinig, toen zij naar de kazerne terugkeerden.
Maar toen hij alleen was, schitterden zijn don-
kere oogen het vuur, dat in zijn hart tot hevige
vlammen was aangewakkerd, verbrak de grenzen,
waarin hij het voor de oogen zijner kameraden
had moeten terug dringen. De wonderlijkste,
avontuurlijkste gedachten verdrongen elkander in
zijn geest. Hij gevoelde, dat hij niet zoo was
als andere menschendat een hem onbekende
macht hem tot hooger, tot het hoogste doel zou
leiden als hij niet bij zijn pogingen ter berei-
king daarvan ten gronde ging. Maar wat was
het dat in zijn biunenste rusteloos hem voortdreef P
Reeds zoo vaak had hij beproefd die iuwendige
stem te bevredigen. Als knaap wilde hij de zoon
van een herbergier te Bastilde, een groot handelaar
worden die met de geheele wereld in betrekking
stond en op alle zeeen zijn schepen hadin zijn
jongelingsjuren had een zekere droefgeestigheid
hem overvallen, en hij nam het besluit, in de
godgeleerdheid te studeeren, om eenmaal in woor
den vol edel vuur aan de menschheid wijsheid
en deugd te verkondigen. Met dat doel was hij
aantijgingen, ten eenenmale ongegrond bevonden
zijn, en dat hunne onbehoorlijke houding in dezen
scherpe afkeuring verdient.
De Minister van Financien brengt ter ken-
nis van ambtenaren der dir. bel., invoerr. en acc.,
dat wegens het ontbreken van sollicitanten voor
het opengevallen kantoor Sas van Gent, ontvangers
en andere ambtenaren, die volgens de bestaande
bepalingen voor de vervulling van ontvangkantoren
in aanmerking kunnen komen, onverschillig of zij
overigens bevoegd zijn tot mededinging naar genoemd
kantoor, zich daarvoor nog tot 10 April e. k. bij
het Departement van Financien kunnen aanmelden.
Door den Minister van Justitie is tot de
procureurs—generaal, fungeerende directeuren van
rijkspolilie, een schrijven gericht, waarbij voorschrif-
ten worden gegeven, ten behoeve der ambtenaren
van politie, voor de richtige handhaving van de
wet van 23 Juni 1889 (Stbl. no. 82), houdende
bepalingen tot voorkoming van bedrog in den
boterhandel.
Nu eergisteren de Tweede Kamer denieuwe
pensioenregeling heeft aangenomen en naar alle
waarschijulijkheid ook de Eerste Kamer daaraan
weldra haar zegel zal hechten, mag men deze
belangrijke aangelegenheid als afgedaan beschouwen.
De strijd, welke gevoerd is om het zoo ver te
brengen, heeft ruim 15 jaren geduurd.
De bezwaren, welke bij het onderzoek in de
Tweede Kamer werden geopperd, zijn gelukkig uit
den weg geruimd, en de Minister verleende tevens
zijn medewerking om de beperkende bepalingen
van zijn eerste ontwerp ten opzichte van de we-
duwen en weezen van reeds gepensioneerde en
overleden ambtenaren ruimer te doen stellen. Een
warme strijd werd over deze uitbreiding sedert
een jaar gevoerd, maar is, dank zij vooral aan den
onverflauwden ijver van de hoogleeraren prof. Yan
Pesch en Van Geer, geeindigd met de zegepraal
dergenen, die zich niet door vrees voor mislukking
van de geheele zaak, lieten weerhouden voor de
billijkheid op te treden.
Wordt de regeling, die thans door de Tweede
Kamer is goedgekeurd, gelijk te verwachten is,
weldra tot wet verheven, dan zullen duizenden
ambtenaren zich verheugen en met dankbaarheid
de mannen herdenken, aan wier onverflauwden ijver
zij een niet te versmaden verbetering, vooral in het
belang hunner vrouwen en kinderen, te danken
hebben.
Het hoofdbesluur van den Volksbond, ver-
eeniging tegen het drankmisbruik, heeft zich tot
de Coramissarissen des Konings in de onderscheidene
provincien gewend bij eene circulaire, waarin er
op wordt gewezen, dat bij het verleenen van
vergunningen boven het maximum zeer ongelijk
wordt gehandeld; dat de schatting der lokalen,
naar 't College te Cahors gegaan, doch spoedig had
hij't weer verlaten. Het enge studeervertrek scheen
hem een gevangenis toehij zag in, dat hij een
ruimer arbeidsveld, een grooter gezichtskring voor
zich moest hebben, als hij zich gelukkig wilde
gevoelen en zich naar de ingevingen zijner ziel
zou kunnen bewegenen spoedig besloten,
nam hij als vrijwilliger dienst in 't Ardennenleger.
Of hij zich nu evenwel op den rechten weg bevond,
die hem tot zulk een hoog standpunt in de rnaat-
schappij zou opvoeren, dat hij vrij en zonder vrees
de hand zou durven uitstrekken naar het schoone
meisje, dat thans nog door zoo'n diepe kloof van
hem gescheiden was, die smartelijke gedachte
pijnigde hem, en hij dorst niet wagen die met ja
te beantwoorden. Wei gevoelde hij levendige
geestdrift voor den knjgsmansstand, maar hij ver-
achtte den kinderachtigen slobkousendienst, die
frischen, fermen, fermen soldatenmoed en een
spoedig avancement in den weg staat. Hij was
dan ook als vrijwilliger niet veel beter op zijn
gemak dan in 't College te Cahors.
Vaak vergeleek hij zich in bitteren humor met
een vogel, die wilde vliegen en altijd slechts van
de eene kooi in de andere fladderde. Zeker zou
hij ook reeds van Mezieres zijn weggevlogen, zoo
niet zij hem als eene fee had teruggehouden en
geboeid. Maar tot dusver toch altijd slechts als
eene fee, die hij alleen uit de verte aanschouwen,
die hij niet naderen kon en wellickt had hij dan
waar sterken drank wordt verkocht, te laaggeschiedt;
dat de burgemeesters op lotingsdagen de drankge-
legenheden niet doen sluiten, en eindelijk wordt
aangedrongen op tijdige sluiting en niet te vroege
opening van de drankgelegenheden. Het hoofdbestuur
geeft den Commissarissen des Konings in overweging,
op de eene of andere wijze aan de genoemde
grieven te gemoet te komen.
Omtrent de werkstaking te Enschede wordt
nader gemeld, dat er ongeregeldheden hebben ge-
dreigd. Een der belhamels, die aan het hoofd
staan der beweging onder de werkstakers der
katoenspinnerij, viel cen der directeuren dezer
fabriek aan, terwijl hij een rijtoertje maakte en
beleedigde hem op grove wijze. De man werd
terstond in hechtenis genomen en de orde streng
gehandhaafd.
In een tweede fabriek der firma Ter Kuile
Morsmau dreigt thans ook eene werkstaking uit
te breken; in de spinnerij is zekere gisting onder
de aantappers ontstaan.
Bij de firma Weil Co. heeft de beweging
zich mede geopenbaard. Twaalf arbeiders hebben
er de spoel bij neergelegd.
De schildersknechts hebben het voorbeeld der
timmerlieden gevolgd en loonsverhooging, van 13
op 15 cent geeischt.
In haar nummer van 5 Jan. jl. deelde de
Dordr. Ct. mede, dat van Ternate, dd. 6 Nov.,
het bericht was ontvangen, dat Zr. Ms. stoomschip
Java naar Nieuw-Guinea was vertrokken, teneinde
de Papoea's te bestrijden, die den oorlog aan ons
gouvemement hadden verklaard. Aan een nader
van daar ontvangen schrijven, ontleent thans het
blad dienaangaande het volgende
De Java is 24 Januari van zijne zending naar
Nieuw-Guinea te Ternate teruggekeerd. De Java
heeft met de hulptroepen van den sultan van Tidor
15 kampongs verbrand en geplunderd. De Papoea's,
van de komst des vijands verwittigd, waren reeds
gevlucht. Toch zijn er eenigen gesneuveld, die
zich nog in de buurt bevonden. De buit is groo-
tendeels ten voordeele der inlandsche hulptroepen
gekomen, die ten getale van 1500 man medege-
gaau zijn. Zij hebben zeer verstandig gewacht
totdat wij hun vooruitgiugen. Toch hebben eenigen
van die vrienden wonden bekomen. Van den vijand
is het opperhoofd omgekomen. Het meeste succes
is behaald nadat de kommandant, door de omstan-
digheden gedrongen, besloten had zijne instructie,
om in geen geval het binnenland in te gaan, wat
breeder op te vatten. De hulptroepen zijn toen
mede landwaarts ingegaan.
Men verwacht eene nieuwe expeditie als de over-
geblevenen ten minste geen vergiffenis komen vragen.
Alle toegangen tot het bosch waren onveilig gemaakt
met bamboespunten en kuilen, zeer netjes met gras
bedekt en eveneens met scherpe werktuigen voorzien,
ook ongeduidig zijn boeien gebroken en was van
daar gevlogen, zoo niet heden het toeval hem met
een enkelen ruk tot haar had gevoerd en hem
haar hand doen drukken. Of hij haar nu ook
zou kunnenj vasthouden, die schoone hand? H(j
vond geen einde in al de gissingen, en toen hij
zich ter ruste had gelegd, was zijn geest er nog
mee bezig, zoodat hij den geheelen nacht slapeloos
doorbracht.
Nadat hij den volgenden morgen zijn dienstplichten
had vervuld, kleedde hij zich zoo zorgvuldig mogelijk
en begaf zich naar de woning van den kommandant,
graaf Barabere, om, voldoende aan de hem gedane
uitnoodiging, den graaf en de schoone Irene zijn
opwachting te maken en te vernemen, of de schrik
van den vorigen dag geen slechte gevolgen had
gehad.
Met de meeste voorkomendheid werd Joachim
zoowel door den graaf, een echte aristocraat, als
door diens dochter ontvangenbeiden betuigden
hem opnieuw hun dank, en weldra waren zij in
een levendig gesprek gewikkeld, waarin Irene
bijzonder veel behagen schepte. Toen hij afscheid
nam, werd hem dringend verzocht, zijn bezoek
dikwijls te herhalen. Niets was hem aangeuamer,
hij voldeed dan ook gaarne aan dat verzoek en
werd steeds met vreugde begroet, vooral door
Irene, die naar zijn verhalen, en vooral naar zijne
beschrijving van 't leven in't zuidelijk gedeelte van
Frankrijk, met de meeste belangstelling luisterde.
tii mmscn mmm
2)