Gemengde berichten. Telegrafische berichten. RECHTSZAKEN. de koopers en verkoopers te zamen. Het onderzoek van het suikergehalte gescheidt ten koste der ver koopers door het proefstation te Breda. Bij het onderzoek zal de methode acqueuse a froid van Pellet gevolgd worden. Te Driel in de Bommelerwaard schijnen de gemoederen tot rust te zijn gekomen. Het deta- chement soldaten, derwaarts gezonden, heeft de rumoerige benden uiteengejaagd, de marechaussees hebben eenige rustverstoorders op?espoord en de officier van justitie en rechter-commissaris van de rechtbank te Tiel hebben een onderzoek ingesteld. Enkele der belhamels zijn gevlucht. Uit St. Jansland (Duiveland) meldt men dd. 10 dezer: Wordt van andere plaatsen gemeld, dat, ten gevolge der kwijning in den meekraphandel, de meestoven of stilstaan of geamoveerd worden gelukkig kan van deze gemeente gezegd worden dat de meestoof //de Eendracht" nog niet in dat lot deelt, j i, dat er zelfs nog geen vrees voor stilstand der werkzaamheden of voor het afbreken der stoof behoett te bestaan. In September 1.1. is zij begonnen te werken en zij zal dit blijven doen tot April In dien tijd zal er eeu vierde millioen oude ponden groene inee en racijn gemalen zijn. Dat zulks den arbeiden- den stand ten goede komt, behoeft geen betoog. Het vervoer der ineekrapvaten uit onze haven evenaart dan ook dat uit elke handelsplaats in dat product zoo het die niet overtreft. Uit Enschede bericht men De laatste avonden was het in de stad weder als gewoonlijk en werd nergens de rust verstoord. De werkstaking duurt eveuwel nog voort. Was het niet dat de goedgezinde arbeiders bang waren voor mishandeling van de zijde der andersdenkenden, zij zouden den arbeid reeds lang hervat hebben. De tiinmerliedenvereeniging alhier heeft zich tot de werkgevers en bazen gewend met het verzoek het loon der timmerlieden met 1 Mei a. s. van 13 op 15 cent per uur te brengen. Zijagrondeu dit verzoek op de volgende redenen: De timmerlieden werken gemiddeld 9 a 10 uur per dag, zoodat hun wekelijksche verdienste van f 7 tot f 7,80 ongeveer bedraagt. Het loon bedraagt echter in slappe tijden, als er geen of minder werk is en zij minder werkuren hebben, zeker gemiddeld nog geen f 7 per week. De tegenwoordige duurte der levensmiddelen maakt het hun moeilijk, het hooge kostgeld in aanmerking genomen, in hun onderhoud te voorzien, terwijl het voor diegenen onder hen die hoofden van gezinnen zijn nog moeielijker valt, voor zich en de hunnen te zorgen. Zij verzoeken daarom den werkgevers onderling van gedachten te wisselen aangaande hun aanvraag en hunne beslissing ter kennis van het bestuur der vereeniging te brengen. Bij Koninklijk besluit is benoemd tot dijkgraaf van den Sophiapolder de heer L. J. Boone. In de eerste helft der maand Februari zijn door het postkantoor alhier de volgende onbestelbare verzonden, aan de adressen vanV. van den Broecke te HaineWed. Jansen te St. Nicolaas. Zuidzande 13 Maart. Tot hoofd der openbare school alhier is benoemd de heer Koole, onderwijzer te IJzendijke. 's Gravenhage, 14 Maart. Tweede Kamer. Op de interpellate van den heer Cremer verklaarde de Minister Hartsen, dat de consul te Amoy voor alle havens van Zuid-China werkzaam zal zijn en een tijd lang te Hongkong verblijf zal houden om de toestanden op te nemen. De discussie over de wijziging der wet op de inkwartieringen is aauge- vangen. Wegens bezwaar van ongrondwettigheid om bij regl ment regelen te stellen voor de levering van piarden in vredestijd, is de discussiegeschorst tot Dinsdag 1£ uur. TElt IVEIJZEV, 14 Maart 1890. Voor eenige dagen ontving de landbouwer J. Dieleman Wz., in de Val, gemeente Zaamslag, een ongefrankeerden brief, waarin men hem dreigde zijn „boel in brand te zullen steken" indien hij op een aangeduide plaats in de weide geen 500 deed brengen door zijne dochter. De brief met potlood geschreven, bevatte behalve allergemeenste uitdrukkingen de waarschuwing, dat de omgeving door nieraand moest bewaakt worden, want dat ze „neergeschoten zouden worden." De politie alhier werd met deze zaak in kennis gesteld en doet sedert dien gestreng onderzoek. Toch meent zij, met het oog op den vuilen inhoud van den brief, hier te doen te hebben met een zoogenaamden grappenmaker, wien ze eveuwel gaarne die „aardigheid" zou willen afleeren. 't Een en ander kwam ons reeds eenige dagen geleden ter oore. Om de politie niet te bemoeilijken in haar werk zwegen wij er over. Nu evenwel een ander blad het reeds meldde, meenden wij niet langer te moeten zwijgen. Voor het gerechtshof te 's Hage stond gisteren in appel lerecht iemaud uit Hoek, die door de rechtbank te Middelburg is veroordeeld wegens verduistering. Bekl. had namelijk als voerman suikerbieten vervoerende, voor zich zelf en voor een ander, een gedeelte bieten aan den anderen toebehoorende, uitgestort op den hoop, die toebe- hoorde aan hem zelf Mr. P. L. F. Verschoor trachtte als verdediger optredende, aan te toonen dat er een vergissing plaats had gegrepeu. Volgens hem kon er van verduistering geen sprake zijn Het openbaar ministerie vorderde bevestiging van het vonnis der rechtbank te Middelburg. Een dolle koe heeft eergisteren heel Groningen in rep en roer gebracht. Om 10 uur losgebroken is het dier twee uren lang door politie en militairen achtervolgd. Den onderwijzers werd om halftwaalf door de politie verzocht de leerlingen niet uit de school te laten gaan, voor de koe gedood was. Na een kind, een werkman en een politie-agent verwond en het Noorderplantsoen beschadigd te hebben, wisten een onderofficier en een korporaal het woedende dier met een zestal schoten te doen vailen, waarna het door eenige slagers verder werd afgemaakt. Geen influenza meer, maarde slaap- ziekte De vvadsige Nona" schijnt zelfs iu Tilburg ingang te willen zoeken. Reeds zijn een paar personen aldaar door de slaapziekte aangetast, de een zou drie, de ander zelfs vijf dagen en vijf nachten achtereenvolgens geslapen hebben, ondanks de vele moeite om ze te wekken. Toen ze ontwaakten, verklaarden zij, dat ze zich niets herinnerden en het hun juist was als hadden zij een gewonen slaap geslapenalleen vonden zij er geen verkwikking bij. Men meldt uit Den Helder van 11 Maart In den afgeloopen nacht strandde in de nabijheid van Falga de Duitsche stoomboot Ascania, thuis- behoorende te Stettin en van Fowev metpijpaarde naar Hamburg bestemd. Zoo spoedig mogelijk werd van Nieuwediep een sleepboot uitgezonden, om te trachten het stoomschip vlot te sleepen, doch dit was inmiddels reeds vol water geslagen en gezonken. De opvareuden (13 in getal) wisten zich in een der scheepsbooten te redden, waarmede zij behouden het vaste strand bereikten. In den loop van den dag werd door vletterlieden een gedeelte van den inventaris geborgen. Het schip is met de lading als verloren te beschouwen. Het had ook reeds den vorigen dag bij Callantsoog aan den op eens en alien drongen om hem heen om hem te zien. Ja, het is de //Duivel" sprak de nieuw aangekomene lachend en hij stak eenen ouden man, dien hij kende, vriendelijk de hand toe. Ik moet ook eens zien' hoe het hier gaatging hij voort. Het is laug geleden, dat ik hier op de boerderij geweest ben en alles is hier in dien tijd vrij wat veranderd. Zijn bedaard en vriendelijk optredeu, zijn geheele voorkomen, dat duidelijk van zijne welvaart getuigde, bracht alien in verlegenheid, die hem vroeger bespot hadden. Het echijnt u goed te gaan zei een der oudere mannen. Nu, ik ben tevredensprak Hendrik lachend. Ik heb volstrekt niet over mijn lot te klagen. Gij wilt toch niet op de plaats bieden? Och, misschien Als het niet te hoog gaat. We zullen eens zien hoe het loopt De verkooping begon. In den beginne boden vele boeren, maar hoe hooger het ging, hoe minder aan het bod waren. Op het laatst boden nog drie der rijkste boeren. In eenige spanning hadden alien op Hendrik het oog gevestigd. Hij stond er bij, alsof hij bloot toe schouwer was. Nu ging hij bij den notaris staan en begon te bieden. Verbitterd en trotsch keken de drie boeren hem aan. Zij hadden vernomen dat de Duivel, een bedelaar geweest was. Hendrik gaf geen acht op hen en bood heel kalm hooger. Wil je hier den boel opjagen? schreeuwde ein- grond gezeten, doch was toen met eigen krachten weder vlot geraakt. Uit Asperen wordt gemeld, dat Cornelis Martinus de Swart en Sara van Oosterum aldaar 18 dezer hunue 60-jarige echtvereeniging hopen te vieren. Het inerkwaardige hierbij is, dat de beide echtelieden oud-strijders zijn. Beiden hebben deelgenomen aan den tiendaagschen veldtocht, de man als soldaat, de vrouw als markententster. De oudjes hebben het niet breed. Mejuffrouw Van der Werff, echtgenoote van een bekwaam koper- en blikslager aan den St. Antho- niedijk te Amsterdam, bemerkte Zaterdagavond, dat haar jongste kindje, dat den 20st8n Februari jl. het levenslicht aanschouwde, op een bizondere wijze kreuude. Zij stelde een onderzoek in en bevoud, dat de kleine geheel bebloed wasdadelijk werd door een bovenbuurvrouw hulp gevraagd bij eeu drogist in de Dapperstraat en deze vermoedde, dat de kleine een bloedspuwing had. Den volgenden ochtend echter ontdekte de be- zorgde moeder, dat het arme wichtje een diepe wonde had, die van den ooghoek naar de onderlip liep. Nu ging haar plotseling eeu licht op. De kleine was aangevalleu door ratten en deze hadden het hulpelooze schepseltje vreeselijk toegetakeld. Dienzelfden nacht had zulk een knaagdier ook aanval gedaan op de moeder en haar een beet in de lip gegeven. Dezer dagen stapte aan het station N. R. S. te Utrecht een doorgaand reiziger af, die met zich voerde ougeveer een 30tal gedresseerde kanaries in zeer kleine kooien. //Op vereerend verzoek" de daar aanwezigen zou hij in de wachtkamer 3e kl. eene voorstelling in de //hoo^ere kanarie-dressuur" geven. Eenige kooien werden ontsloten en een tabouret werd op eenigen afstand daarvau geplaatst. Op die tabouret werden eenige voorwerpen, als een hoedje, een lint, een miniatuur-parapluie enz. enz. gelegd en daarna begon de man te kommandeeren, alsof hij een eskadron artillerie voor zich had. Maar, hetzij de vogeltjes bang waren voor de nu en dan fluitende locomotieven, of dat zij te veel eden hadden door de reis, zij brachten niets tot stand. Venus wilde haar doekje niet omslaan, Amor wilde niet met een pijl gewapend door de zaal vliegen, Mars wilde het stuk geschut niet af- trekken, kortom alles viel iu duigen. De //koramandaut" was zeer verlegen met de zaak en zag zijn tniddelerwijl opgehaalde centen al gevaar loopen. Hij liep af en aan, kommandeerde al luider en luider, greep nu en dan een vogel en gooide hem naar zijn plaats, doch het hielp niets en de agitatie onder die kleine schepseltjes werd al grooter en grooter. Daar helderde het grimmige en angstige gelaat van den man plotseling op. Hij sloot de kooien, keerde zich naar het teleur- gestelde publiek en zeide op zegevierenden toon Heeren en dames! gij denkt dat mijn voorstelling mislukt is, o neen ik wilde u eens een duidelijke voorstelling geven van een werkstaking Het publiek lachte om dien gelukkigen inval, en de man maakte zich met zijn kanarie-werkstakers uit de voeten. Dit is zeker, dat niemand het betwisten zal dat hier la plus haute nouveaute op het gebied van dierendressuur vertoond was. Eenige zeelieden te Tessel hebben een nieuw middel aan de hand gedaan, ten einde een in nood verkeerend schip met den wal door middel van een lijn in gemeenschap te stellen Zij raden daartoe aan de vervaardiging van een zoogenaamde reddings- boei, in vorm net een gewone zeeton of baken overeenkomende, doch van een groote lengle, zoodat een persoon in liggende houding daarin bij gelegen- heid van een schipbreuk kan plaats nemen. 't Kan nl. gebeuren, dat een schip op een eenzame plaats strandt of dat niemand tijdens een stormach tigen nacht het in nood verkeerend vaartuig opmerkt. In zulke gevallen zou zoo'n reddingsboei uit- stekende diensten kunnen bewijzen. De boei dient van blik vervaardigd te worden delijk een van de drie boeren. Wie ben jijp Je krijgt toch de plaats niet. Hendrik verwaardigde zich niet hem aan te zien. Die het meest biedt, krijgt de plaats! antwoordae hij. Tegelijk haalde hij eenige papieren uit zijn zak en rijkte die over aan den notaris. Deze zag er een oogenblik in en gaf ze toen bevredigd terug. De verkooping werd voortgezet. De boeren boden al hooger en hooger, maar Hendrik bood toch tot het laatst het hoogst. De drie boeren liepen hijgend van kwaadheid weg. Verscheidene mannen drongen nu om Hendrik. Eeu van hen sprak Gij hebt de hofstede te duur betaald! Ik heb misschien eenige duizendeu thalers te veel betaald, maar ik wilde de plaats hebben. Ik denk, als Friese dat nu nog eens zag, hij blij zou zijn dat de hofstede nog zooveel geld heeft opgebracht, en aan hem dank ik het geluk van mijn leven, ja nog meer. Slechts weinige weken daarna betrok de oude smokkelaar van vroeger, de Duivel, met een def- tige vrouw en verscheidene flink opgegroeide kin- deren, de hofstede. De ouderen in het dorp noemden hem nog altijd de Duivel, maar in zijne tegenwoor- digheid zou niemand dat gewaagd hebben, hoewel hij zelf er om gelachen zou hebben. Doordejaren was zijn warm hoofd wel wat afgekoeld. Op de boerenhofstede begon nu een nieuw leven. Door den tijd was hij nog omzichtiger en scherp- ziender ge worden en hij had nog altijd een vaste hand van aangrijpen. Spoedig was alles weer in bloeienden staat. Voor Hendrik al zijn aandacht aan zijne zaken wijdde, vervulde hij een plicht der dankbaarheid. Het graf van Friese, diens vrouw en George was erg vervallen. Niemand had er zich om bekommerd. Nu legde hij er de hand aan. Na eenige weken verhief zich boven die graven een nette steen, met de namen der overledenen er in gebeiteld omgeven door een fraai ijzeren hek. Spoedig had Hendrik zich de algemeene achting verworven. Hij wist zijn wil altijd door te zetten en hij was ook streng, waar dit noodig wasmaar hij bleef rechtvaardig, het geluk had hem niet overmoedig gemaakt. Nog vele jaren leefde op de hofstede een oud man, die door het gezin steeds met de grootsle liefde werd behandeld. Hier en daar verrichtte hij soms en en van voren spits te zijn. Van boven moet een uikje van glas aangebracht worden, ten einde licht door te laten. Het toestel dient voor- te zijn van een of twee luchtbuisjes om toe- gang aan versche lucht te verleenen. Op 1/van de lengte, van voren afgerekend, wordt een bordje geplaatst, dat neerslaat voor zware zeeen, doch tijdens hevige wiudvlagen staande blijft. Dit bordje, ter grootte van ongeveer 5 vierkante palmen, moet als zeil dienst doen. Om de drijfkracht van het toestel te vermeerderen, wordt aan weerszijden de noodige kurk aangebracht. Aan het eene einde der boei wordt nu een lijn, ter lengte van 500 a 1000 ellen, stevig bevestigd. Zoo doende kan men een verbinding tot stand brengen tot op een af stand van de kust van meer dan 500 ellen, ook wanneer zich niemand aan het strand bevindt om hulp te bieden. De trein, die Vrijdagavond aan het Noorder- station te Parijs naar Duitschlaud vertrok, was een echte goudtrein. Iu dezen trein werden verzonden 70,000,000 francs in goud, het bedrag van een gedeelte der Russische leening, voor zoover hiervoor te Parijs was iugeschreven. Dat de wagen, waarin het goud werd vervoerd, ter dege bewaakt werd, behoeft geen betoog. Het volgende verhaal, dat aan Marryat ont- leend schijut, maar voor welks waarheid kan worden ingestaan, vertelde een matroos, Bauche genaamd, die op de Mathdde was ingescheept, en door een windvlaag over boord werd geworpen in de nabijheid Saint Pierre (Martinique). Hij zwom naar een kano, die toevailig op het water dreef en waarin een dertienjarige kajuitsjougen zat, die door dezelfde vlaag van zijn schip was weggeslingerd. Op den eersten dag, zoo vertelt hij werd de kajuitsjongen krankziuuig en op den derden dag stierf hij. In zijne heldere oogenblikken riep hij zijn moeder aan en bad voor haar en voor zichzelf hij was van huis weggeloopen. Na deze zeldzame opflikkeringen, verviel hij weder in zijn waanzin en vroeg mij om hem den wijn te geven welken hij mij uit het okshoofd had zien tappen, en zijn lijden deed mij zeer. Ik zou zoo gaarne het lijden van het kind verlicht hebben, maar ik had geen droppel water. Gelukkig begon het te regenen en nu maakte ik van mijn waterdichte pyakker een soort kom waarin ik het water opving. Van mijn hemd vervaardigde ik zoo goed en kwaad als het ging, een lapje zeil en bevestigde dat aan een reep hout, die ik van de kano afsneed. Toen de jongen gestorven was, kon ik er maar noode toe besluiten om het lijk in zee te werpen, want zes of acht haaien zwommen om de kano, als wachtende op de prooi; maar de ontbinding trad spoedig in en ter wille van mijn eigen gezondheid moest ik besluiten, het over boord te laten glijden. Na dezen droevigen plicht, wilde ik in een bui van zwaarmoedigheid mij zelf ook verdrinken, maar de haaien, die de kano nog altijd volgden, deden mij aarzelen. Eindelijk viel ik buiten kennis languit in de kano en ik weet niet hoe lang ik zoo gelegen heb, maar zeven dagen na het ougeluk op de Mathilda werd ik door een Noorsch schip opgemerkt, de Wladimir, kapt. Paderson. Toen de matrozen mijn mond openden om er bouillon in te gieten, vonden zij er een zwart stuk in, dat zij eerst voor tabak hielden, doch later bemerkten zij dat het een stuk van mijn schoen was, waarop ik gekauwd had om den honger te stillen. De zeeman vertelde verder dat de Mathdde later schipbreuk leed en dat een Engelsch schip de bemanniug redde en naar Frankrijk terugbracht. Hoe verwonderd waren zij dus toen zij te Saint- Malo den doodgewaandeu makker terugvonden. Te Louden, waar reeds voor vele jaren een beweging ontstond tot het in zwaug brengen van een practiseher kleediug, heeft kort geleden een arts een voordracht over het nauwe inrijgen ge- houden. Om zijne woorden meer gewicht bij te zetten, toonde de arts een Guineesch biggetje, welks rond buikje in een aardig corsetje was iugepend. Het schreeuwde gedurende de gansche vertooning zeer en zijn jammerlijk gekreun was de beste commentaar voor de beweringen van den arts. Deze beweerde niet zeer gelant dat het diertje minder goed opgevoed en daardoor rumoeriger was dan de dames, waarvan velen onder den druk van het corset zouden weenen en kreuneu als het biggetje, zoo het goed fatsoen dit slechts toeliet. Hij zeide verder, dat hij het diertje elken dag zoo zou inrijgen en het 's nachts slechts in vrijheid zou laten, om te kunnen opmerken, welke veran- deringen het zou ondergaan en hoelaug, het de marteling, waaraan zich alle dames onderwerpen, zou kunnen verduren. De ^Vereeniging voor Dierenbescherming" heeft zich de zaak nu echter aangetrokken en wil den eenigen lichten arbeid en anders hield hij het opzicht over de knechts en de arbeiders, alsof hij I ,q0]^^er gerechtelijk vervolgen, opdat hij het diertje de eigenaar was. Men had in hem een vroegeren gendarme herkend, denzelfden, die door den smokkelaar tegen den grond was geworpen. Het vermoeden was, dat Hendrik die smokkelaar was geweest en niet ten onrechte. Welke betrekking er echter tusschen hen bestond, waarom Hendrik den ouden man als zijn vader behandelde en hoogachttedat wist niemand, dan de gewezen gendarme en de gewezen smok kelaar. EINDE. niet doodmartele. De Engelsche couranten houden verscheidene protesten in van heeren en dames (waaronder waarschijnlijk stijfgeregene), om het diertje niet langer te kwellen. Allen, die bij de voordracht waren, zeggen, dat men zich met voor- stellen kan, hoe erbarmelijk het biggetje schreeuwde. Het was nu slechts op Engelsche wijze ingepend, hoe zou het arme beest geschreeuwd hebben, als het volgens de Fransche mode was ingeregen 1 In het plaatsje Reichenburg, in Bohemen, had de vrouw van den kastenmaker Berger, de vier knechts die bij haar man werk ten, het middag-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1890 | | pagina 2