Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2589.
Landbouwberichten.
Zaterdag 8 Maart 1890.
30e Jaargang.
Binnenland.
Gemengde berichten.
RECHTSZAKEN.
Bijvoegsel van de Ter ITeusensche Courant.
Men schrijft ons uit Hoofdplaat omtrent en
naar aanleiding van de, in de geschiedenis dier
gemeente zoo belangrijke, raadszitting van Maandagjl.:
Aan die zitting was voorafgegaan eene samen-
komst van burgeineester en wethouders op Zaterdag
1 Maart.
Tot ons genoegen vernamen wij van een der
raadsleden bij de raadszitting was geen publiek
aanwezig dat er een goede toon heerschte, en
menige zaak afgedaan is kunnen worden.
Als voornaamste gevolg der raadsver^adering moet
geuoemd worden de inning der kaai- en zakgelden,
waarmede den volgeuden da.z, Dinsdag, onmiddeliijk
is aangevaugen. Mej. De Mey werd met de
inning belast.
Behoort nu onze beruchte werkstaking tot de
geschiedenis Wij vertrouwen dat de vele onaan-
genaamheden, die zij voor beide partijen wel zal
opgeleverd hebben, uu ten goede zullen leiden en
bet waarlijk blijken moge, dat alle partijen over-
tuigd zijn van de waarheid dat alleen sameuwerking
in het waarachtig belang onzer gemeente kon zijn.
M. Ct.
Naar het Haagsche Dagblad verneemt, wordt
bet stoomschip Atjeb naar Bassorah (Aziatisch-
Turkije) gezonden, waar ongeregeldheden plaats
hadden aan het Nederlandsche vice—consulaatschap.
Vice-consul te Bassorah is sinds 1888 de heer
Johan F. B. Rolufs.
Nog voor Paschen zal de heer Domela
Nieuwenhuis aan de Schoterlandsche kiezers ffver-
antwoording doen."
In alle deelen van het district zal hij optreden.
Door 70 personen van het dorpje Wartena
bij Tietjerk werd eenigen tijd geleden, rubriek VIII
der volkstellingskaart ingevuld als volgt behoort
tot geen kerkgenootschap, maar is van de gerefor-
meerde gezindheid." De kerkeraad der Ned. herv.
gem. te dier plaatse nam met die verklaring geen
genoegen en liet den betrokken leden weten, dat
zij voortaan niet meer beschouwd zouden worden
als behoorende tot de Ned. herv. kerk. Velen
van hen, die genoemde verklaring op hunne kaart
hadden onderteekend, beleden echter later, dat
het in onkunde was geschied, en geenzins met het
doel om met de kerk te breken. De kerkeraad
meende evenwel niet anders te mogen handelen.
Het gerechtshof te 's Hage heeft gisteren den
jongeliug L., uit Hulst, vrijgesproken van het
opzettelijk in een strafzaak afleggen van eene valsche
verklaring en de kosten der getuigen h decharge
gebracht ten laste van den Staat. De appellant
was door de rechtbank te Middelburg tot 1 jaar
gevangenisstraf veroordeeld.
VERKORT VERSLAG van de cornmissie ter
bevordering en ter aanmoediging van de
verbetering der paardenfokkerij in Zeeland,
omtrent de keuringen van fokdieren, gehou-
den in de maand Februari 1890.
Over het algemeen is meer belangstelling in de
keuringen der cornmissie waar te nemen het ge-
halte der aangebodeue paarden was beter dan het
vorig jaar, terwijl veel belangstelle.nden de keuringen
bijwoonden j van de 76 bij de verschillende secre-
tarissen der afdeelingen van de Maatschappij tot
bevordering van Landbouw en Veeteelt" aangegeven
paarden waren een tiental niet opgekomen. In 't
geheel werden zeven keuringen gehouden, namelijk
te Zierikzee, Tholen, Middelburg, Cortgene, Goes,
Oostburg en Hulst.
Bij de keuring in Oostburg voor Zeeuwsch-Vlaande-
rens westelijk deel, zijnde het derde keurings-district,
werden wij aangenaam getroffen door een drietal
hengsten van den heer Nagtegael uit Belgie. Deze
dieren, welke niet gekomen waren ter mededinging
naar de uitgeloofde prijzen, daar ze ingevolge eene
bepaling in het reglement, hiervoor niet in aanmer-
king konden komen, waren alleen aangebracht om
de cornmissie te laten zien over welk fokmateriaal
men in deze streek kan beschikken. Genoemde
hengsten hadden eene hoogte, varieerende tusschen
166 c. m. en 172 c. m., met or.geveer gelijke
lengte, terwijl de omtrek der pijpbeenen van 24
tot 26 c. m. bedroegvoegt men daarbij droge,
mooi gevormde beenen met uitmuutenden stand,
sterk kruis en lenden en bovendien zeer goede
bewegingen, dan kan daardoor gestaatd heeten onze
ingenomenheid met de mededeeling van den heer
Luteijn Mazure, dat de hengsten van den heer
Nagtegael hij heeft er een zestal die zoowel in
Zeeuwsch-Vlaanderen als Belgie ter dekking roud-
geleid worden jaarlijks 400 a 500 merrien in
dit district dekken. De hier ter keuring aangebo-
den hengsten hadden alien veel minder goede
hoedanigheden, zoodat de cornmissie geen vrijheid
vond een hunner voor eene onderscheiding voor
te dragen. De merrien, die wij te zien kregen,
waren volgens onze meening het beste geschikt uit
geheel Zeeland voor den landbouwer paardenfokker,
daar deze als zware trekpaarden eene hooge waarde
in den handel vertegenwoordigen en tevens als het
meest geschikte paard voor den akkerbouw moet
geacht worden.
Onder de hengsten waren in geen der andere
districten, zooveel goede exemplaren aangeboden als
in het vierde keuringsdistrict (Zeeuwsch-Vlaanderen
oostelijk deel), zoodat met groni van het gebruik
dezer fokdieren goede resultaten zijn te wachten.
Ilet gehalte der merrien daarentegen was minder
goed dan in het derde district, aangezien deze over
bet algemeen een te lange rug en geen droge beenen
hebben, terwijl de hoeven veel te wenschen overlateu.
De volgende staat geeft een overzicht der ver-
kregen uitkomsten
Derde district.
No. 112. „Prosper", van Pr. Fr. Thomaes,
gestationeerd in de gemeente Hoofdplaat, geschikt
als akkerpaardin 1889 gekeurd onder no. 21,
een voorschotspremie f 100 toegekend.
No. 113. ,/Canrobert", van Fr. Buijck, ge
stationeerd in de gemeente Sluis (Heille), geschikt
als landbouwpaard in 1889 gekeurd onder no. 15,
2* prijs f 100 toegekend.
Vierde keuringsdistrict.
No. 122. ,/Leo", van Ch. Steijaert, gestationeerd
in de gemeente Graauw, geschikt als landbouwpaard;
in 1889 gekeurd onder no. 1, een zilveren medaille
toegekend.
No. 124. „Jan", van Leop. Steijaert, gestationeerd
in de gemeente Graauw, geschikt als landbouwpaard
in 1889 gekeurd onder no. 5, een goud. med.
toegekend.
No. 125. ,/Max," van Jules Vogelvanger,
gestationeerd in de gemeente Hulst, geschikt voor
gemengd gebruik; in 1890 2e prijs f 100.
No. 121. Prosper," van Janus de Feijter,
gestationeerd in de gemeente Zaamslag, geschikt
als landbouwpaard; in 1890 een prijs van f 50.
No. 127. #Frans," van P. A. Verschueren,
gestationeerd in de gemeente ITeugstdijk, geschikt
als landbouwpaard; in 1890 een voorschotpremie
van 100.
Ten opzichte van eenige nieuw bekroonde hengsten,
werden de volgende opmerkingen gemaakt
De vierjarige hengst ,/Mrfx", van den heer Jules
Vogelvanger te Hulst heeft eene zeer fraaie taille,
meet 166 cM. hoogte bij 168 cM. lengte met een
pijpbeen van 24 cM. omtrek, belooft nog veel
in zwaarte te zullen toenemen, waarom, ofschoon
thans geschikt als zwaar koetspaard, zijne nakome-
lingen hoogstwaarschijnlijk zullen blijken zware
landbouwpaarden te zijn en tevens waarde te hebben
voor den handel.
De tweejarige voshengst vFrans" van den heer
P. A. Verschueren te Hengstdijk meet 162 cM.
hoogte bij 168 cM. lengte. Neemt men daarbij
in aanmerking, dat het pijnbeen een omtrek heeft
van 23,5 cM., het paard uitnemend als zwaar
landbouwpaard gebouwd is, zeer goede en krachtige
bewegingen beeft, dan mag het van zeer veel
belang geacht worden, dezen hengst aan den dienst
der fokkerij te kunnen verbinden.
Het aan de Rotterdamsche Lloyd toebehoorend
stoomschip Noord-Holland werd zoozeer geteisterd
door de rattenplaag, dat de directie besloot, een
beroemden Engelschen rattenvanger naar Rotterdam
te doen komen. De groote man verscheen, en
ziet, 201 ratten werden door hem gevangen. De
manier, waarop de verdelging geschiedt, houdt de
man geheim, terwijl de uitoefening van het bedrijf
alleen bij nacht te verrichten is.
Te Venendaal waren een paar kinderen tusschen
schooltijd in het schoollocaal aan het spelen. Een
van hen had het ongeluk den ander met een gloeiende
kachelpook in 't oog te stooten. Het gevolg was
dat de tienjarige knaap onmiddeliijk uaar Utrecht
moest worden gebracht, om onder behandeling van
prof. Snellen gesteld te worden.
De sneeuwbuien, in de jongste dagen gevallen,
kunnen geacht worden een ware weldaad te zijn.
De vallende sneeuw toch zuivert de lucht en
neemt alle bacterien mede.
Is het waar, dat ook de influenza wordt ver-
oorzaakt door smetstoffen, iu de lucht voorkomende,
dan waren, met het oog op die ziekte, de sneeuw
buien ons dubbel welkom.
Om het enorme aantal bacterien, dat zich in
de sneeuw bevindt wat door microscopische
onderzoekingen gebleken is dient men kinderen
te beletten om sneeuw in den mond te nemen.
Een treurig ongeluk had te Mechelen (Lim-
burg) plaats. Zekere J. v. H., houtzager, was in
een boom geklommen, om eenige takken af te zagen.
Plotseling voelde hij zich ongesteld en leunde met
den rug tegen een sterken tak, die met den boom-
stam een vork vormde. Weinige minuten daarna
overleed hij aan bloedophooping in de hersenen.
Met de zijde tusschen de twee takken, king hij,
de beenen loshangend, op een hoogte van 30 voet
gedureude ruim 2 uren, totdat men door het bij-
brengen van ladders het lijk kon naar benedeu
halen.
Uit St. Oederode meld men
De landbouwer H. v. d. W. en diens voormalige
dienstbode M. S. werden gisteren zwaar geboeid
naar 's Bosch overgebracht. Aan het station te
Best waren duizende nieuwsgierigen bijeen. V. d. W.
wordt beschuldigd een kind, waarvan M. S. heimelijk
bevallen was, voor twee maandeu in zijn weiland
leveud begraven te hebben. Destijds had men er
twee dagen te vergeefs naar gezocht en eerst heden
werd het lijkje, in een hemd gewikkeld, in zijn
wedand gevonden. Hij ontkent elke schuld aan
het begraven van het kind.
Uit Leiden schrijft menWie zich den
onlangs grpleegden diefstal van 300 horloges her-
innert, gepleegd ten nadeele van een houder van
een huis van verkoop met recht van wederinkoop,
zal zich tevens heriuneren, dat sedert dien tijd van
hier werd vermist zekere Bijrij, vroeger bij de
brandweer te Amsterdam, later bij de glazenwasscherij
verbonden. Deze man, verdacht bedoelden diefstal
te hebben gepleegd, is Diusdagavond ten huize
van zijne moeder in hechtenis genomen. Zekere
Van der Staay, van medeplicbtigheid verdacht, is
mede in verzekerde bewaring genomen.
De ontvanger der registratie te Hardegarijp
is in hechtenis genomen en gevankelijk naar
Leeuwarden gebracht. Naar het Haagsche Dagblad
mededeeld, is dit geschied op verzoek van den
officier van justitie te Alkmaar.
Men brengt dit in verband met het onder ver-
dachte omstandigheden afbranden in 1888 van het
registratiekantoor te Medemblik, toen de verdachte
daar ontvanger was.
Thans schijnt gebleken te zijn, dat hij zich in
zijne vroegere betrekking te Medemblik heeft
schuldig gemaakt aan verduistering van gelden en
op grond danrvan is hij in hechtenis genomen.
Hij is reeds gevankelijk naar Alkmaar overgebracht.
Het is bijna niet te geloven, maar Dinsdag
maakten eenige personen de reis op schaatsen van
Amsterdam naar Haarlem, op enkele plaatsen afstap-
pende; een drietal hunner bekwam dan ook een
nat pak, daar zij tusschen Sloterdijk en Halfweg
er door zakten. Intusschen schijnt T wintertje ons
te gaan verlaten zeker ten genoege der landbouwers
en tuinlieden.
Monte Carlo, het paradijsje in de Riviera, is
Zondag-avond door een aldaar ongehoord hevigen
sueeuwstorm geteisterd. Het was er reeds eenige
weken koud en verwonderlijk weer geweest, maar
Monte Carlo, onder eene twee duimdikkesneeuwlaag,
moet een merkwaardig schouwspel hebben opge
leverd. Intusschen is het er vol en de speelwoede
grooter dan ooit. Er is pas eene nieuwe vleugel
bij de bank aangebouwd.
Overal in Europa heerscht strenge koude
gedurende de laatste dagen. Te Weenen lag de
sneeuw 3 voet hoog en in Hongarije viel zooveel
sneeuw, dat het spoorwegverkeer daardoor werd
gestremd. Te Parijs reed men schaatsen in het
„Bois de Boulogne," hetgeen daar in Maart bijna
nooit is geschied. Ook te Madrid was het
bijzonder koud. In Engeland heeft het volgens
de waarnemingen op het observatorium te Green
wich in de maand Maart in vijftig jaren zoo hard
niet gevroren. Een vorst van 13 graden werd
volgens de boeken in de maand Maart het laatst
vermeld op 13 Maart 1845. Nu echter is de
dooi weer ingevallen. Van alle kanten nit Schot-
laud en Engeland komen berichten van stormen
en regens, welke op vele plaatsen groote schade
veroorzaakten.
In het Oostelijk deel van Londen traden in
de vorige week, dne Mormoonsche predikers voor
een zeer talrijk publiek op, dat aangelokt was door
de zonderiinge kleeding der heeren en het splinter-
nieuwe van het geval. De Mormonen behooren,
naar men weet, tot eene godsdieustige sectie in
Noord-Amerika en onder lien is de veelwijverij
in zwang.
De toehoorders vatten het zaakje als een kostelijke
grap op en juist werd schaterend gelachen omdat
iemand den oudsten apostel, een ouden man met
lange, grijze haren, gevraagd had hoeveel vrouwen
hij er wel op nahield en van wat slag zij waren,
toen de heer Young, geestelijke en lid van den
Anti-Mormoonschen bond de tribune betrad, om
de drie zonderlingen een lesje te geven. Hij
vertelde dat, eenige jaren geleden, een Londensch
jong meisje overgehaald was om naar Utah (de
streek waar de Mormonen huizen) te gaan en
dat zij kort geleden van daar was teruggekeerd,
barrevoets en uitgehongerd en met twee kinderen
op den arm, den geheelen weg van Liverpool naar
Londen had zij te voet en bedelende moeten
afleggen. Dit zeggende stelde hij de jonge moeder
aan de aauwezigen voor, en vroeg of deze soms
geneigd waren nog meer van hun zusters door de
Mormonen om den tuin te laten lijden. Thans
ontstond een onbeschrijfelijk schandaal vuil en
steenen vlogen naar de drie predikers en zij werden
onder allerlei mishandelingen uit de zaal verdreven,
zoodat zij met stuk gescheurde kleederen en in-
geslagen hoeden in een vigelante hun toevlucht
moeslen zoeken, om zich zoo spoedig mogelijk aan
verdere handtastelijkbeden te onttrekken. Dit was
de tweede maal sedert zes maanden dat de Mormonen
in Londen werden afgeranseld.
Een week geleden meldde men uit Engeland
dat een stoomjacht met zes passagiers, waaronder
een meisje van zeventien jaar op reis van Workington
naar Maryport was verongelukt. Omtrent het lot
van het schip hoorde men niets en men vreesde
het ergste. Nu is het raadsel opgelost. Kort
na de afvaart, 's avonds te negen uur ging het
vuur uit, en het jacht kon niet verder. Het laatste
restje steenkolen was spoedig verbraud en hierna
gingen de deuren der hut, stoelen, banken, in
't kort al het houtwerk, dat men maar eenigszins
missen kon in het vuur, helaas, de stoomketel
geraakte defect en het scheepje dreef wind en
golven ten prooi af. Toen het vuur onder den
ketel uitgegaan was, kon men geen signalen meer
geven, want men had geen lucifers aan boord.
Maandagmorgen bevond het verslagen reisgezel-
schap zich midden in de Solway-Firth, zonder
reddingsboot, kompas of zeilen. In deze trooste-
looze dagen varvaardigde Miss Shory de eenige
dame aan boord, uit haar rokken een soort zeil.
Hiermede zeilde men slechts langzaam verder, want de
boot vulde zich langzamerhand met water. De leef-
tocht was op, zoodat men honger leed. Tegen den
a vond kreeg men gelukkig de Schotsche kust in
't gezicht en het jacht strandde op de kust
ongeveer zes Eng. mijlen van Kirkenbright. De
boot werd geheel in stukken geslagen, doch met
levensgevaar redden zich de passagiers. Na een
tocht van twee uur bereikten zij, aoornat en ver-
moeid, een eenzame landhoeve, waar men gastvrij
werd ontvangen.
De bemanning der Victoria was op reis van
Australia naar Queensland getuige van een vreeslijk
schouwspel. Onderweg sprong een der passagiers
in een vlaag van waanzin, over boord. Het vaar-
tuig stopte dadelijk en een boot werd uitgezet.
Toen deze met 13 mannen er in te water
werd gelaten, slipte een der takels en vielen alien
in zee. Groote ontsteltenis onder de passagiers,
want men wist, dat er zeer veel haaien in den
omtrek waren. Een tweede boot werd uitgezet
maar intusschen werd de reiziger, die overboord
gesprongen was en 2 matrozen door de haaien ver-
slonden. De 11 anderen werden door de tweede
boot gered uit het water, dat ver in de rondte
rood van bloed was
In het hospitaal van Bellevue te New-York
is een meisje opgenomen, Annie Anderson, die
zich inbeeldt Jeanne d'Arc te zijn en beweert, dat
God haar de zending heeft opgelegd Frankrijk te
redden, niet door het wegjagen der Engelschen
maar door het omverwerpen der Republiek en het
teruggeven van den Troon aan de familie Orleans.
Die zonderiinge gedachten hielden reeds lang
haar bezig en toen zij de gevangenneming van den
Hertog van Orleans vernam, geraakte haar hoofd
geheel op hoi en begon zij zulke dwaasheden, dat
men haar oogenblikkelijk moest opsluiten. Op
dit oogenblik is zij weer kalmer maar zij vraagt
gedurig eene wapenrusting en eene banier met
leliebloemen om haren veldtocht te beginnen.
Voor de negende maal huwde dezer dagen
een vrouw te Seltzville in Indiana, Mollie Corwin
genaamd, terwijl de moedige burger dier stad, die
de rol van negenden echtgenoot op zich heeft
durven nemen, zich in den naam van Ciisack ver-
heugt. Mollie Ciisack, geboren Corwin, heeft echter
niet het miuste recht op den naam van een
vrouwelijke blauwbaard, daar zes van haar vroegere
echtgenooten nog springlevend zijn en zich trots
hun gescheiden staat, in een uitstekende gezondheid
verheugen. Iu 1867 stapte zij voor de eerste maal
in het huwelijksbootje, dat blijkbaar nog al eens
met stormachtig weer te kampen had. Gemiddeld
duurde elk huwelijk dus twee jaar en 10 maanden
zoodat, als zij op den ingeslagen weg voortgaat,
zij best nog in deze eeuw het dozijntje huwelijken
vol kan maken.