Gemengde berichten. Telegrafische berichten. TER NEUZEN, 4 Februari 1890. RECHTSZAKEN. Arrondissements-rectatbank te Middelburg. hij (Wordt vervolgd.) Naar wij vernemen heeft de heer Keuchenius, Minister van Kolonien, zijn ontslag aan Z. M. den Koniug gevraagd. Gistervoormiddag werd weder een Ministerraad gehouden. van een van 20 moeder bekende Zaterdagavond kwam der politie alhier het ge- rucht ter oore dat een dienstmeisje sedert eenige dagen moeder was geworden, zonder dat hiervan op gebruikelijke wijze was kennis gegeven of zonder hulp van eene deskundige. Men verhaalde dan ook vreemde dingen. De brigadier der marechaussee Van den Ameele en de veldwachter Mullie acbtten het raadzaam de woning der ouders van de ver- dachte te bewaken zonder binnen te gaan, daar de vader van het meisje ernstig ziek was. Den volgenden morgen moest evenwel een ouderzoek plaats hebben. Dit leidde tot eene treurige ontdekking. In den regenbak werd n. 1. het lijkje gevonden kindje, dat zooals later bleek in den nacht Jan. 1.1. gebbren was. De ongehuwde C. Z. werd hierop in arrest genomen en haar bevalling. In de eerste dagen had zij haar kind in het bed verborgen gehouden en eerst later, toen zij bevreesd begon te worden voor de ontdekking moet zij het in den regenbak geworpen hebben. Het lijkje is naar de rechtbank te Middelburg op- gezonden om aldaar gerechtelijk geschouwdte worden. Naar men ons later mededeelt is uit het onder- zoek te Middelburg gebleken dat het kind geleefd heeft. Morgen zal de verdachte naar Middelburg gebracht worden. Z. M. heeft het aan den kapitein-magazijn- meester der artillerie D. van der Linden, toegezegd pensioen op een bedrag van 1517 's jaars be- paald en dat van D. A. van Wolframsdorff, ontvauger der directe belastingen enz. op 1051. Tegenwoordig zijn te Amsterdan tentoongesteld de schilderstukken die medegedongen hebben naar den //Willink van Collen" prijs. Een bevoegd beoordeelaar schrijft naar aanleiding hiervan in het Randelsblad o. a. 't volgende. „Nu vind ik echter in N°. 23 (motto „Zoeken en streven") veel mooiere dingen dan in't bekroonde stuk. Wanneer de schilder van deze schilderij eens niet aan een formaat gebonden ware geweest en hij had de wolkige lucht hoog boven zijn tureude visschers kunnen optrekken, dan zou iedereen zien hoe dun en licht die lucht en welke goede hoeda- nigheden dit doek bezitmen zou stellig de impressie krijgen in den guren zeewind te staan." Met genoegen kunnen wij mededeelen dat 't bedoelde stuk van onzen stadgenoot den heer W. J. Steenhoff is. Kaamslag-. Gemeenteraadszitting van jl. Vrijdag den 31 Januari. Tegenwoordig al de leden. lo. Geschiedt mededeeling van ingekomen stukken nl. eene verklaring van den landbouwer M. de Bruijne, dat de gemeente ten alien tijde het recht heeft, afvoerbuizen te doen plaatsen in de te dempen sloot aan den Axelsehen weg b. brief van Ged, Staten met kennisgeving, dat wordt goedgekeurd eene overeenkomst met de gemeente Axel tot gezainenlijke bekostiging der verbindingslijnen van de op te richten telephoonkantoren c. verslag van den heer J. Wisse Jz„ over de gevolgen van de verbinding des torens met de Ned. Herv. kerk met de conclusie, om die verbinding meer samengesteld te doen plaats hebben. Op voorstel van Burg, en Weth. werd met 5 stemmen tegen 2, die van de heeren Van de Kee en De Kraker, besloten, nog eenigen lijd te doen verloopen, daama nog eens opname te laten doen en eerst dan een besluit te nemen d. een verzoek van den heer A. Kok, hoofd der openbare school te Othene, om eene jaarlijksche bijdrage van 5 of f 10 uit de gemeentekas voor de aanschaffing van kinderlectuur. De heer Van de Bee zegt, dat het hoofd der school niet opgeeft, welke lectuur hij wil aanschaffen en dat het een groot verschil maakt, hoedanig de lectuur is, waarop de voorzitter antwoordt, zal weten. dat de heer Kok dit zelf het best Do heer Van de Eee spreekt hierop de moening uit, om de lectuur over te leggen aan den gemeenteraad, aangezien romans onnuttig zijn voor kinderen. Bij hem weegt de vraag •welke lectuur?" Wanneer dit aan de vrijheid van den onderwijzer wordt overgelaten, is hij er hepaald tegen. De heer Van Kerkvoort wil de keuze der boeken aan den onderwijzer toevertrouwen, daar hij de overtuiging is toegedaan, dat deze geen schadelijke werken zal aanschaffen. De heer Van de Ree wil zekerheid en stelt voor, aan den onder wijzer te vragen, welke boeken hij wil aanschaffen, welk voorstel wordt aangenomen met 5 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de voorzitter en de heer Van Kerkvoort. e. brief van den inspecteur van het telegraafwezen te Rozendaal, dat, nu de vroegcre candidaat-kantoorhouder C. A. van Vessem heeft opgehouden dagblad-correspondent te zijn, de bezwaren tegen zijne benoeming als kantoorhouder voor den telephoondienst zijn weggeruimd en met zijn ver- vangster en localiteit wordt genoegen genomen; f bezwaar van H. Klaassen tegen zijn aanslag in den hoofdelijken omslag; g. verzoekschrift van W. van Petegem c. s., om bouwgrond van de gemeente te bekomen aan den zuidelijken kant van het dorpsplein en een adres van adhesie, onderteekend door ruim 70 ingezetenen. De voorzitter deelt mede, dat den ingezetenen tot 7 Februari a. s., de gelegenheid is gegeven, tegen den afstand van den gevraagden grond bezwaren in te brengen. 2o. Een adres van den kerkeraad der Chr. Ger. gemeente, houdende de vraag, of hetzelfde subsidie wordt uitgekeerd voor verpleegden in het Christ, krankzinnigen-gesticht Veldwijk en in de Rijksgestichten, zulks op grond, dat er in Nederland gelijkheid in rechten behoort te bestaan voor alle godsdienstige gezindheden. Nadat de heer Van de Ree eenigen tijd gesproken had over het vallen van den nadruk op een zindeel, nadat hij gezegd had, veel verder te willen gaan en het bezwaar had vermeld, dat te Veldwijk de verpleging 300 was tegen die in de Rijksgestichten slechts 270, werd het voorstel van Burg, en Weth., tot eindbeslissing hebbende, dat de raad zich moet onthouden, eene stellige verzekering te geven, aangenomen met algemeene stemmen. 3o. Een verzoek van C. A. van Vessem, om met ingang van 1 Januari 1890 begunstigd te worden met de levering (ten behoeve der gemeente) van drukwerken, papieren artikelen en alles, wat tot het vak behoort. De voorzitter geeft de voorkeur aan de levering doer den heer Van de Sande, daar deze en voor hem de heer Dhont de gemeente jaren lang uitstekend bediend heeftterwijl nu versehillende personen de Jevering zullen hebben, wat wel geen bezwaar is, als zij maar in staat zijn, alles in orde te leveren. Na de opmerking van den wethouder Van Vessem, dat er geen contract met den heer Van de Sande bestaat, werd het verzoek met 5 tegen 2 stemmen toegestaan. Voor stemden de heeren Van de Ree, Van Kerkvoort, Riemens, de Kraker en de heer Van Vessem. 4o. een verzoek van C1 Klaassen, om verhooging van jaarwedde als doodgraver werd met algemeene stemmen afgewezen. 5o. Een brief van Ged. Staten, houdende verzoek, om het gevoelen van den gemeenteraad in te winnen omtrent het denkbeeld van het polderbestuur van Groote-Huissens, om het onderhoud van den geheelen weg van de hoofdkom naar de losplaats aan den Kleine-Huissenspolder voor rekening der gemeente te nemen, wanneer ingelanden van genoemden polder genegen mochten zijn, den weg tusschen den Kam- perschen weg en de Poonhaven te doen verharden. De voorzitter deelt mede, dat de gemeente reeds een groot aantal wegen in onderhoud heeft en nauwelijks bij machte is, die goed te onderhouden, en dat bovendien de gemeente weinig belang heeft bij de verharding van bedoeld gedeelte weg. De heer Van de Ree zegt, dat de weg naar de losplaats niet alleen is in 't belang van den polder, maar in dat der geheele gemeente en dat er niets beter is voor verkeer in de gemeente dan goede wegen. Het voorstel van hurgemeester en wethouders, om niet te bewilligen in dat van het bestuur van den Groote Huisssns- polder, werd met 5 stemmen tegen 2, die van de heeren Van de Ree en Riemens, aangenomen. 6o. Eene af- en overschrijving en wijziging in de be- grooting voor 1889 werd goedgekeurd. 7o. Op voorstel van den heer De Kraker werd, na mede deeling door den voorzitter, dat de Rijksveldwachter Koene steeds eene jaarlijksche toelage uit de gemeentekas ontving, besloten, genoemden veldwachter f 30 toe te staan voor ge houden toezicht in 1889. 8o. Werd besloten, den grond aan de losplaats van den Kleine Huissenspolder te doen weghalen, desnoods om niet. 9o. De heer Van de Ree vraagt, op grond, datdenieuwe schoblwet de gemeentebesturen tot hefting van schoolgeld verplicht, of het dagelijksch bestuur al met een voorstel tot sohoolgeldheffing gereed was, welke vraag ontkennend werd beantwoord met de opmerking, dat de bedoelde wet geen termijn hiervoor gesteld heeft. lOo. De wethouder Van Vessem vraagt, wanneer het adres in werking moet treden van zijn zoon, wat de levering van drukwerk, enz. aangaat, waarop de heer Van de Ree voorstelt, dit te doen ingaan op 1 Febr. 1890. Dit voorstel werd verworpen met 3 tegen 4 stemmen. Voor stemden de heeren Van de Ree, De Kraker en Van Vessem. Op voorstel van den heer Van Kerkvoort werd vervolgens besloten, den dag van ingang te bepalen op 1 April e. k. Niets meer te behandelen zijnde werd de vergadering gesloten. Hoofdplaat. De school heeft de vorige week eene geduchte reiniging ondergaan. Eenige inalen is men in gebreke gebleven met dien schoonmaak. De non-activiteit der kachels is opgeheven. Een tweetal onderwijzers richtten zich half Januari tot den Commissaris des Konings om be- taling hunner jaarwedde. Sinds Juli ontvingen ze geen cent. Hun verzoek, op zegel nog al, bleef tot hiertoe onbeantwoord. Assen, 4 Febr. Tot lid der Eerste Kamer is door de Provinciale Staten van Drenthe met 24 van de 30 uitgebrachte stemmen benoemd de heer Mr. A. E. J. Nijsingh te Meppel. De rechtbank heeft in hare zitting van 4 Februari de volgende vonnissen uitgesproken. J. S., oud 25 jdienstknecht te Ossenisse, is wegens mishandeling veroordeeld tot 7 dagen ge- vaugenisstraf. 1°. L. H., oud 22 j2°. L. L., oud 18 j., 3°. C. v. H., oud 22 j., alien te Kapellebrug (Clinge,) zijn wegens mishandeling veroord. ieder tot f 5 boete of 5 dagen hechtenis. In zake P. G., oud 48 jaar huisvr. van J. v. E., te Clinge, geappelleerde van een vonnis van het kantongerecht te Hulst, waarbij zij ter zake van invoer van vleesch is veroordeeld tot f 1 boete of 1 dag hechtenis, is het vonnis van dat kanton gerecht met te nietdoening van het appel vernietigd, doch alleen voor zoover verzuimd is de verbeurd- verklaring van het in beslag genomene uit te spreken en het vonnis overigeus in stand gehouden met verbeurdverklaring van den in beslag genomen emmer en het vleesch. volkomen. Wel twijfelde hij, of Hendrik, die geen arbeid gewoon was, wel lang het werken zou volhouden, maar hij wilde hem niet verder afraden. Hendrik had op hem vertrouwd, nu zou hij hem ondersteunen en helpen, zooveel hij kon. Sla toe zei hij, Hendrik de hand toestekend. Wij zullen het wel met elkaar vinden. Wilt ge het als knecht bij mij probeeren, ik zal u geen hinderpalen in den weg leggen, volhard daar nu bij Ik zal volhardenverzekerde Hendrik en hij verwonderd zouden zijn, als ze vernamen dat bij George's vader in dienst was getreden. Na weiuige oogenblikken stond hij voor Grietjes woning. Zijn inweudige blijdschap had zijn bleeke wangen rood gekieurd. Hij gevoelde zijn hart niet meer Duivel! hooren! Ik Teg toe. Alleen een ding wou ik nog vragen N.beek op, mijn jongen koopsor aan uw zoon, dat hij mij Dat woord wil ik niet meer tie! meer verdrageu zult ge niet meer hooren Ge staat nu lijne bescherming en ik zal u beschermen een ieder, zoolang gij ordelijk en geregeld Gij kunt nu dadelijk hier blijven en werk bevalt. Ik zal u niet aanzetten en k L onder tegen leeft. zoeken, dat u het is hier niet noodig zoo hard te werken. Hendrik vond dat goed. Het was hem na het doen van dezen stap wel duizend pond lichter. Mocht de uitvoering van zijn besluit hem moeilijk vallen, hij schrikte daarvoor niet terug, want het ontbrak hem niet aan kracht. Toen hij de kamer van den landbouwer verliet, bleef hij in de deur staan om nog iets te vragen maar hij zweeg. Hij wilde naar Grietje vragen, hij voelde zich tot haar getrokken. Zoo gauw mogelijk Hep hij het dorp door naar haar huis. Het was hem nu onverschillig of de lieden hem verwonderd nazagen. Hij wist, dat ze nog meer sneller kloppen, als in een groot gevaar. Zou zij kunnen vermoeden, dat hij zoo nabij haar was Zou zij aan hem denken Haastig stapte hij de kamer binnen. Achter de kachel zat Grietje ineengekrompen. Verschrikt sprong zij op, toen zij hem zag, met starende oogen zag zij hem aan. Wat was zij veranderd in dien korten tijd Haar wangen waren bleek en ingevallen. Stokstijf en met hangend hoofd stond zij daar. Hendrik kon zich niet inhouden. Grietje Grietjeriep hij en daar vloog zij op hem toe en klemde hem in hare armen. Zij bedekte hem met kussen en brak in een zenuwachtig snikken los. Gij leeft? Gij leeft? Neen niet doodriep zij en omhelsde hem telkens weer opnieuw. Wat reeds dagen lang in haar hart besloten was geweest wat zij als afgestorven had betreurd, dat kwam nu in voile kracht te voorschijn. Te vergeefs trachtte Hendrik haar wat tot bedaren te brengen. Het deed haar goed, dat zij kon uitweenen. Toen zij wat bedaard was, ging hij naast haar zitten, haar hand in de zijne houdende, en vertelde haar alles wat er gebeurd was: hoe hij verwond bij den hout- vester was verpleegd en nu als knechtbij George's vader in dienst was getreden om een nieuw leveu te beginnen. Al vroolijker en blijder stond haar ge- laat onder zijn verhaal. Een kruier te Amsterdam, zoo lezen wij in het N. v. N., die een kar vervoerde, waarop vier kisten met patronen geladen waren, werd, ofschoon zichzelf geen kwaad bewust, door de politie in arrest genomen. Toen men op het bureau gekomen naar het door hem gepleegd misdrijf onderzocht, werd hem medegedeeld, dat hij niet had voldaan aan de bepalingen, vastgesteld voor het buskruit- vervoer. Op de kar bad een witte vlag, waarop het woord ^Buskruit", moeten prijken. De kistjes waren afkomstig van het fort in de Bylemer en bestemd voor het stoomschip Prins Frederik Daarheen zijn de patronen onder geleide van de politie vervoerd. Hoe even wel kistjes patronen van een onzer forten afkomstig, zonder militaire bedekking op transport komen, is ons een raadsel. De varkensslagers te Haarlem hebben den strijd aangebonden tegen het Amerikaansche spek, enz., en eene vereeniging opgericht met het doel om, na rechtspersoonlijkheid aangevraagd te hebben, zich te wenden tot de hooge regeering met het verzoek om den invoer van Araerikaansch spek, reuzel en ham te verbieden, of, als dat niet kan, er een invoerrecht van te heffen of, als ook dit niet mogelijk is, eene wet te maken, waarbij wordt bepaald, dat, evenals bij de margarine, duidelijk moet worden bekend gesteld, dat men Amerikaansche waar en geen Nederlandsche koopt. Was het niet ergens in Noord-Holland, dat een nieuw benoemde commandant van een bataillon rustende schutterij per advertentie zijne officieren ten eten vroeg, omdat hij geen andere betere manier wist om persoonlijk met hen kennis te maken Wij dachten, dat zoo iets alleen mogelijk was bij de Nederlandsche rustende schutterij. Doch in Portugal doet zich zulke verhouding ook bij het leger voor. De garnizoens-commandant maakte met eenige officieren zijne opwachting bij den nieuwen minister van Oorlog en verzekerde dezen van zijne aanhankelijkheid en die zijuer oinringende officieren voor het stamhuis en de regeering. Toen de minister hem vroeg of deze ook de gevoelens zijner andere officieren waren, antwoorddedegeneraal, dat hij dezen niet kende. Men heeft hem spoedig vervangen door een ander generaal, van wien men hoopt, dat hij beter op de hoogte van zijn officiers- korps zal zijn. In het laatste jaar is de prijs der steenkolen verbazend toegenomen. Het verschil van nu met vroeger is geklommen van 25 tot 50, zelfs 100 pCt. Dal dit eene aanzienlijke onkostenvermeer- dering voor groote inrichtingen, fabrieken enz. met zich brengt, ligt voor de hand. Zijn wij wel ingelicht, dan is bij versehillende groote fabrieken de steenkolenpost in hare boeken met een h twee ton per jaar vermeerderd, en bij de Imperial Gas Association is het bedrag zelfs met een half millioen gulden gestegen. Slechts een gedeelte daarvan wordt terug gevonden in den hoogeren prijs der cokes, zooals onze huismoeders dezen winter met schrik hebben ontwaard. Een andere teleurstelling is, dat onder deze omstandigheden op verlaging van den gasprijs wel niette rekenen valt. Trouwens in steden, die eene gemeente-gasfabriek bezitten en wier gasprijs werd aangehaald als een voorbeeld van goedkoopte, is of wordt die prijs reeds verhoogd. Wat zijn de oorzaken van deze prijsstijging der steenkolen? Zij zijn velen. In alle landen stijgt, met bevolking en de nijverheid, het steenkolen gebruik. Steden zetten zich uit, nieuwe fabrieken worden opgericht, nieuwe spoorwegen aangelegd, nieuwe bootlijnen geopend. Voor dit alles zijn steenkolen noodig, maar niet enkel voor werken des vredes. De groote militaire mogendheden houden er belangrijke steenkolenparken op na voor hunne spoorwegen en schepen. Amerika, Engeland, Duitsch- land, Frankrijk vergrooten hunne oorlogsvloten, en de kleine landen als Portugal en Nederland doen mede aan de algemeene beweging en zoo neemt de vraag naar steenkolen steeds toe. En wat staat er tegeuover? Verminderde steen- kolenproductie. Uit alle steenkolenlanden hoort men van werkstakingen in de mijnen, en als de arbeiders het werk hervatten, geschiedt dit gewoonlijk voor meer loon en korteren werktijd. In sommige districten arbeiden zij slechts 8 uur daags, welke tijd nog verminderd wordt door het afdalen en opstijgen uit de mijnen, waarmee soms een uur verloren gaat. Het gevolg is dus verminderde opbrengst en vermeerderde productie- kosten. Er bestaat weinig vooruitzicht, dat in dezen toestand verandering zal komen. De hooge prijzen zullen echter doen omzien naar andere braudstoffen of zuiniger gebruik, en menige nuttige uitviuding zal onget.wijfeld er door in het leven worden geroepen. Donderdag morgen liep de visschersboot N.-Dame-de-Lourdes van Gravelines, de haven van Duinkerken binnen, met vijf man aan boord, deel- makende van de bemanning van een Hollandschen driemaster, die in zee vergaan was. Deze driemaster is de Jantje, van de haven van Delfzijl, 400 ton metende, kapitein Doompaul. Dat schip was op reis naar Cardiff met eene lading hout. De bemanning bestond uit 11 koppen. Rood 5 ure 's raorgens bevond zich de Jantje op eenige mijlen ten noordwesten van Duinkerken; als een speelbal der woedende golven werd het schip heen en weer geslingerd, toen opeens eene monster- achtige golf de brug wegsloeg, en de stukken op de bakboordzijde geslingerd, deden het schip geheel op zijde hellen. Geene kans ziende het schip weer recht te brengen, gaf de kapitein bevel de booten in zee te laten. Dat ging niet zonder de grootste moeite, en verscheidene matrozen werden door de golven in zee geslagen en verdwenen. De kapitein, die op de plaats stond, waar vroeger de brug was, werd door eene golf in zee geslagen, welke tevens het schip geheel deed kantelen. Slechts 5 tnanuen hadden in de booten kunnen plaats nemen de overigen, de kapitein, de eerste en tweede stuurmsn, de kok, de zoon van den kapitein en de zoon van eenen zeeman waren verdwenen. Meer dan eens meenden de schipbreukelingen op hunne beurt door de zee te zullen verzwolgen worden. Eindelijk, roud 8 ure's morgens, bemerkten zij een zeilzij deden noodsignalen en weldra kwam de N.-Dame-de-Lourdes bun ter hulp. Met veel moeite kouden zij de van koude ver- stevene schipbreukelingen opnemen en zij waren nog geene lijken op het strand gered. Tot hiertoe zijn gevonden. Uit New-York wordt dd. 14 dezergemeld: ,/Onlangs hadden in de stad Wooster in Ohio een aclittal jonge dames van 14 tot 16 jarigen leeftijd zich te verantwoorden wegens versehillende ver grijpen en misdadeu. De chefs dezer jeugdige bende van outlaws zooals zij in de Amerikaansche politietaal heeten waren de 15-jarige Hattie Lang en de een jaar oudere Minnie Suijder. Deze beide meisjes, die persoonlijk wegens inbraak en roof waren aangeklaagd, scheuen van het ware karakter harer afschuwelijke daden volstrekt geen begrip te hebben. Zij verklaarden, dat zij in den beginne hare kleine bedriegerijen en diefstallen slechts voor de grap, minder om er voordeel uit te trekkeu dan wel uit leedvermaak gepleegd hadden. Zij noemden hare vereeniging daarom de club der duivelinnen en gaven zich zelven den titel van „opperste der duivelinnen". Spoedig echter wijzigde zich de werkkring van deze fraaie club en breidde zij zich uit. Men zocht allerlei avonturen en versmaadde het ook niet daarmee voordeel te behalen. Zij begonnen met het aanranden en berooven van kinderen maar ten laatste waagden zij het zelfs, bij nacht in juwelierswiukel in te breken en volwassen mannen, die iets of wat boven hun theewater waren te overvallen en te bestelen. Bij een dezer laatste kuuststukjes werden de jonge dames gesnapt en gevangen genomen. De beide ,/oppersten der duivelinnen" werden elk tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld, terwijl de rechter de jongere verleide ,/Ongeschiite duivelinneu" naar een verbeterhuis zond. Op den Central-Pacific spoorweg zijn tijdens de jongste sneeuwstormen 3 looneelgezelschappen ingesneeuwd, waarvan er een veertien dagen lang van alle gemeenschap met de buitenwereld was afgesueden. De arme menschen hadden aan alles behoefte en leden zeer van de koude. Sedert eenigen tijd lagen twee schoonbroeders, rijke landbouwers te Watervliet, Gilles en Verberek- moes, in ruzie, omtrent eene kleinigheid. In de laatste tijden had Gillis dikwijls erge bedreigingen geuit tegen zijn zwager, bedreigingen die hij Zaterdag avond ten uitvoer bracht. Over een drietal maanden brandde eene hooimijt van Verberckmoes af. Onmiddellijk vielen de ver* moedens op Gilles.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1890 | | pagina 2