Gemengde berichten.
Telegrafische berichten.
TER NEUZEN, 4 Februari 1890.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-rectatbank te Middelburg.
hij
(Wordt vervolgd.)
Naar wij vernemen heeft de heer Keuchenius,
Minister van Kolonien, zijn ontslag aan Z. M. den
Koniug gevraagd.
Gistervoormiddag werd weder een Ministerraad
gehouden.
van een
van 20
moeder
bekende
Zaterdagavond kwam der politie alhier het ge-
rucht ter oore dat een dienstmeisje sedert eenige
dagen moeder was geworden, zonder dat hiervan
op gebruikelijke wijze was kennis gegeven of zonder
hulp van eene deskundige. Men verhaalde dan
ook vreemde dingen. De brigadier der marechaussee
Van den Ameele en de veldwachter Mullie acbtten
het raadzaam de woning der ouders van de ver-
dachte te bewaken zonder binnen te gaan, daar
de vader van het meisje ernstig ziek was. Den
volgenden morgen moest evenwel een ouderzoek
plaats hebben. Dit leidde tot eene treurige ontdekking.
In den regenbak werd n. 1. het lijkje gevonden
kindje, dat zooals later bleek in den nacht
Jan. 1.1. gebbren was. De ongehuwde
C. Z. werd hierop in arrest genomen en
haar bevalling.
In de eerste dagen had zij haar kind in het
bed verborgen gehouden en eerst later, toen zij
bevreesd begon te worden voor de ontdekking
moet zij het in den regenbak geworpen hebben.
Het lijkje is naar de rechtbank te Middelburg op-
gezonden om aldaar gerechtelijk geschouwdte worden.
Naar men ons later mededeelt is uit het onder-
zoek te Middelburg gebleken dat het kind geleefd
heeft. Morgen zal de verdachte naar Middelburg
gebracht worden.
Z. M. heeft het aan den kapitein-magazijn-
meester der artillerie D. van der Linden, toegezegd
pensioen op een bedrag van 1517 's jaars be-
paald en dat van D. A. van Wolframsdorff, ontvauger
der directe belastingen enz. op 1051.
Tegenwoordig zijn te Amsterdan tentoongesteld
de schilderstukken die medegedongen hebben naar
den //Willink van Collen" prijs. Een bevoegd
beoordeelaar schrijft naar aanleiding hiervan in het
Randelsblad o. a. 't volgende.
„Nu vind ik echter in N°. 23 (motto „Zoeken
en streven") veel mooiere dingen dan in't bekroonde
stuk. Wanneer de schilder van deze schilderij
eens niet aan een formaat gebonden ware geweest
en hij had de wolkige lucht hoog boven zijn tureude
visschers kunnen optrekken, dan zou iedereen zien
hoe dun en licht die lucht en welke goede hoeda-
nigheden dit doek bezitmen zou stellig de impressie
krijgen in den guren zeewind te staan."
Met genoegen kunnen wij mededeelen dat 't
bedoelde stuk van onzen stadgenoot den heer
W. J. Steenhoff is.
Kaamslag-. Gemeenteraadszitting van jl. Vrijdag den
31 Januari.
Tegenwoordig al de leden.
lo. Geschiedt mededeeling van ingekomen stukken nl.
eene verklaring van den landbouwer M. de Bruijne, dat
de gemeente ten alien tijde het recht heeft, afvoerbuizen te
doen plaatsen in de te dempen sloot aan den Axelsehen weg
b. brief van Ged, Staten met kennisgeving, dat wordt
goedgekeurd eene overeenkomst met de gemeente Axel tot
gezainenlijke bekostiging der verbindingslijnen van de op te
richten telephoonkantoren
c. verslag van den heer J. Wisse Jz„ over de gevolgen
van de verbinding des torens met de Ned. Herv. kerk met
de conclusie, om die verbinding meer samengesteld te doen
plaats hebben. Op voorstel van Burg, en Weth. werd met
5 stemmen tegen 2, die van de heeren Van de Kee en De
Kraker, besloten, nog eenigen lijd te doen verloopen, daama
nog eens opname te laten doen en eerst dan een besluit
te nemen
d. een verzoek van den heer A. Kok, hoofd der openbare
school te Othene, om eene jaarlijksche bijdrage van 5 of
f 10 uit de gemeentekas voor de aanschaffing van kinderlectuur.
De heer Van de Bee zegt, dat het hoofd der school niet
opgeeft, welke lectuur hij wil aanschaffen en dat het een
groot verschil maakt, hoedanig de lectuur is, waarop de
voorzitter antwoordt,
zal weten.
dat de heer Kok dit zelf het best
Do heer Van de Eee spreekt hierop de moening uit, om
de lectuur over te leggen aan den gemeenteraad, aangezien
romans onnuttig zijn voor kinderen. Bij hem weegt de vraag
•welke lectuur?" Wanneer dit aan de vrijheid van den
onderwijzer wordt overgelaten, is hij er hepaald tegen.
De heer Van Kerkvoort wil de keuze der boeken aan den
onderwijzer toevertrouwen, daar hij de overtuiging is toegedaan,
dat deze geen schadelijke werken zal aanschaffen.
De heer Van de Ree wil zekerheid en stelt voor, aan den onder
wijzer te vragen, welke boeken hij wil aanschaffen, welk voorstel
wordt aangenomen met 5 tegen 2 stemmen. Tegen stemden
de voorzitter en de heer Van Kerkvoort.
e. brief van den inspecteur van het telegraafwezen te
Rozendaal, dat, nu de vroegcre candidaat-kantoorhouder
C. A. van Vessem heeft opgehouden dagblad-correspondent
te zijn, de bezwaren tegen zijne benoeming als kantoorhouder
voor den telephoondienst zijn weggeruimd en met zijn ver-
vangster en localiteit wordt genoegen genomen;
f bezwaar van H. Klaassen tegen zijn aanslag in den
hoofdelijken omslag;
g. verzoekschrift van W. van Petegem c. s., om bouwgrond
van de gemeente te bekomen aan den zuidelijken kant van
het dorpsplein en een adres van adhesie, onderteekend door
ruim 70 ingezetenen.
De voorzitter deelt mede, dat den ingezetenen tot 7 Februari
a. s., de gelegenheid is gegeven, tegen den afstand van den
gevraagden grond bezwaren in te brengen.
2o. Een adres van den kerkeraad der Chr. Ger. gemeente,
houdende de vraag, of hetzelfde subsidie wordt uitgekeerd
voor verpleegden in het Christ, krankzinnigen-gesticht Veldwijk
en in de Rijksgestichten, zulks op grond, dat er in Nederland
gelijkheid in rechten behoort te bestaan voor alle godsdienstige
gezindheden.
Nadat de heer Van de Ree eenigen tijd gesproken had
over het vallen van den nadruk op een zindeel, nadat hij
gezegd had, veel verder te willen gaan en het bezwaar had
vermeld, dat te Veldwijk de verpleging 300 was tegen
die in de Rijksgestichten slechts 270, werd het voorstel van
Burg, en Weth., tot eindbeslissing hebbende, dat de raad zich
moet onthouden, eene stellige verzekering te geven, aangenomen
met algemeene stemmen.
3o. Een verzoek van C. A. van Vessem, om met ingang
van 1 Januari 1890 begunstigd te worden met de levering
(ten behoeve der gemeente) van drukwerken, papieren artikelen
en alles, wat tot het vak behoort.
De voorzitter geeft de voorkeur aan de levering doer den
heer Van de Sande, daar deze en voor hem de heer Dhont
de gemeente jaren lang uitstekend bediend heeftterwijl nu
versehillende personen de Jevering zullen hebben, wat wel
geen bezwaar is, als zij maar in staat zijn, alles in orde
te leveren.
Na de opmerking van den wethouder Van Vessem, dat er
geen contract met den heer Van de Sande bestaat, werd het
verzoek met 5 tegen 2 stemmen toegestaan. Voor stemden
de heeren Van de Ree, Van Kerkvoort, Riemens, de Kraker
en de heer Van Vessem.
4o. een verzoek van C1 Klaassen, om verhooging van
jaarwedde als doodgraver werd met algemeene stemmen
afgewezen.
5o. Een brief van Ged. Staten, houdende verzoek, om
het gevoelen van den gemeenteraad in te winnen omtrent
het denkbeeld van het polderbestuur van Groote-Huissens,
om het onderhoud van den geheelen weg van de hoofdkom
naar de losplaats aan den Kleine-Huissenspolder voor rekening
der gemeente te nemen, wanneer ingelanden van genoemden
polder genegen mochten zijn, den weg tusschen den Kam-
perschen weg en de Poonhaven te doen verharden.
De voorzitter deelt mede, dat de gemeente reeds een
groot aantal wegen in onderhoud heeft en nauwelijks bij
machte is, die goed te onderhouden, en dat bovendien de
gemeente weinig belang heeft bij de verharding van bedoeld
gedeelte weg.
De heer Van de Ree zegt, dat de weg naar de losplaats
niet alleen is in 't belang van den polder, maar in dat der
geheele gemeente en dat er niets beter is voor verkeer in de
gemeente dan goede wegen.
Het voorstel van hurgemeester en wethouders, om niet te
bewilligen in dat van het bestuur van den Groote Huisssns-
polder, werd met 5 stemmen tegen 2, die van de heeren
Van de Ree en Riemens, aangenomen.
6o. Eene af- en overschrijving en wijziging in de be-
grooting voor 1889 werd goedgekeurd.
7o. Op voorstel van den heer De Kraker werd, na mede
deeling door den voorzitter, dat de Rijksveldwachter Koene
steeds eene jaarlijksche toelage uit de gemeentekas ontving,
besloten, genoemden veldwachter f 30 toe te staan voor ge
houden toezicht in 1889.
8o. Werd besloten, den grond aan de losplaats van den
Kleine Huissenspolder te doen weghalen, desnoods om niet.
9o. De heer Van de Ree vraagt, op grond, datdenieuwe
schoblwet de gemeentebesturen tot hefting van schoolgeld
verplicht, of het dagelijksch bestuur al met een voorstel tot
sohoolgeldheffing gereed was, welke vraag ontkennend werd
beantwoord met de opmerking, dat de bedoelde wet geen
termijn hiervoor gesteld heeft.
lOo. De wethouder Van Vessem vraagt, wanneer het
adres in werking moet treden van zijn zoon, wat de levering
van drukwerk, enz. aangaat, waarop de heer Van de Ree
voorstelt, dit te doen ingaan op 1 Febr. 1890. Dit voorstel
werd verworpen met 3 tegen 4 stemmen.
Voor stemden de heeren Van de Ree, De Kraker en
Van Vessem.
Op voorstel van den heer Van Kerkvoort werd vervolgens
besloten, den dag van ingang te bepalen op 1 April e. k.
Niets meer te behandelen zijnde werd de vergadering
gesloten.
Hoofdplaat. De school heeft de vorige week eene
geduchte reiniging ondergaan. Eenige inalen is
men in gebreke gebleven met dien schoonmaak.
De non-activiteit der kachels is opgeheven.
Een tweetal onderwijzers richtten zich half
Januari tot den Commissaris des Konings om be-
taling hunner jaarwedde. Sinds Juli ontvingen ze
geen cent. Hun verzoek, op zegel nog al, bleef
tot hiertoe onbeantwoord.
Assen, 4 Febr. Tot lid der Eerste Kamer is
door de Provinciale Staten van Drenthe met 24
van de 30 uitgebrachte stemmen benoemd de heer
Mr. A. E. J. Nijsingh te Meppel.
De rechtbank heeft in hare zitting van 4 Februari
de volgende vonnissen uitgesproken.
J. S., oud 25 jdienstknecht te Ossenisse, is
wegens mishandeling veroordeeld tot 7 dagen ge-
vaugenisstraf.
1°. L. H., oud 22 j2°. L. L., oud 18 j.,
3°. C. v. H., oud 22 j., alien te Kapellebrug
(Clinge,) zijn wegens mishandeling veroord. ieder
tot f 5 boete of 5 dagen hechtenis.
In zake P. G., oud 48 jaar huisvr. van J.
v. E., te Clinge, geappelleerde van een vonnis van
het kantongerecht te Hulst, waarbij zij ter zake
van invoer van vleesch is veroordeeld tot f 1 boete
of 1 dag hechtenis, is het vonnis van dat kanton
gerecht met te nietdoening van het appel vernietigd,
doch alleen voor zoover verzuimd is de verbeurd-
verklaring van het in beslag genomene uit te
spreken en het vonnis overigeus in stand gehouden
met verbeurdverklaring van den in beslag genomen
emmer en het vleesch.
volkomen. Wel twijfelde hij, of Hendrik, die geen
arbeid gewoon was, wel lang het werken zou
volhouden, maar hij wilde hem niet verder afraden.
Hendrik had op hem vertrouwd, nu zou hij
hem ondersteunen en helpen, zooveel hij kon.
Sla toe zei hij, Hendrik de hand toestekend.
Wij zullen het wel met elkaar vinden. Wilt ge
het als knecht bij mij probeeren, ik zal u geen
hinderpalen in den weg leggen, volhard daar
nu bij
Ik zal volhardenverzekerde Hendrik en hij
verwonderd zouden zijn, als ze vernamen dat
bij George's vader in dienst was getreden.
Na weiuige oogenblikken stond hij voor Grietjes
woning. Zijn inweudige blijdschap had zijn bleeke
wangen rood gekieurd. Hij gevoelde zijn hart
niet meer Duivel!
hooren! Ik
Teg toe. Alleen een ding wou ik nog vragen
N.beek op, mijn jongen
koopsor aan uw zoon, dat hij mij
Dat woord wil ik niet meer
tie! meer verdrageu
zult ge niet meer hooren Ge staat nu
lijne bescherming en ik zal u beschermen
een ieder, zoolang gij ordelijk en geregeld
Gij kunt nu dadelijk hier blijven en werk
bevalt. Ik zal u niet aanzetten en
k
L
onder
tegen
leeft.
zoeken, dat u
het is hier niet noodig zoo hard te werken.
Hendrik vond dat goed. Het was hem na het
doen van dezen stap wel duizend pond lichter.
Mocht de uitvoering van zijn besluit hem moeilijk
vallen, hij schrikte daarvoor niet terug, want het
ontbrak hem niet aan kracht.
Toen hij de kamer van den landbouwer verliet,
bleef hij in de deur staan om nog iets te vragen
maar hij zweeg. Hij wilde naar Grietje vragen,
hij voelde zich tot haar getrokken. Zoo gauw
mogelijk Hep hij het dorp door naar haar huis.
Het was hem nu onverschillig of de lieden hem
verwonderd nazagen. Hij wist, dat ze nog meer
sneller kloppen, als in een groot gevaar. Zou zij
kunnen vermoeden, dat hij zoo nabij haar was
Zou zij aan hem denken
Haastig stapte hij de kamer binnen. Achter
de kachel zat Grietje ineengekrompen. Verschrikt
sprong zij op, toen zij hem zag, met starende
oogen zag zij hem aan. Wat was zij veranderd in
dien korten tijd Haar wangen waren bleek en
ingevallen. Stokstijf en met hangend hoofd stond
zij daar. Hendrik kon zich niet inhouden. Grietje
Grietjeriep hij en daar vloog zij op hem toe en
klemde hem in hare armen. Zij bedekte hem met
kussen en brak in een zenuwachtig snikken los.
Gij leeft? Gij leeft? Neen niet doodriep
zij en omhelsde hem telkens weer opnieuw. Wat
reeds dagen lang in haar hart besloten was geweest
wat zij als afgestorven had betreurd, dat kwam nu
in voile kracht te voorschijn. Te vergeefs trachtte
Hendrik haar wat tot bedaren te brengen. Het
deed haar goed, dat zij kon uitweenen. Toen zij
wat bedaard was, ging hij naast haar zitten, haar
hand in de zijne houdende, en vertelde haar alles
wat er gebeurd was: hoe hij verwond bij den hout-
vester was verpleegd en nu als knechtbij George's
vader in dienst was getreden om een nieuw leveu te
beginnen. Al vroolijker en blijder stond haar ge-
laat onder zijn verhaal.
Een kruier te Amsterdam, zoo lezen wij in
het N. v. N., die een kar vervoerde, waarop vier
kisten met patronen geladen waren, werd, ofschoon
zichzelf geen kwaad bewust, door de politie in
arrest genomen. Toen men op het bureau gekomen
naar het door hem gepleegd misdrijf onderzocht,
werd hem medegedeeld, dat hij niet had voldaan
aan de bepalingen, vastgesteld voor het buskruit-
vervoer. Op de kar bad een witte vlag, waarop
het woord ^Buskruit", moeten prijken. De kistjes
waren afkomstig van het fort in de Bylemer en
bestemd voor het stoomschip Prins Frederik
Daarheen zijn de patronen onder geleide van de
politie vervoerd. Hoe even wel kistjes patronen
van een onzer forten afkomstig, zonder militaire
bedekking op transport komen, is ons een raadsel.
De varkensslagers te Haarlem hebben den
strijd aangebonden tegen het Amerikaansche spek,
enz., en eene vereeniging opgericht met het doel
om, na rechtspersoonlijkheid aangevraagd te hebben,
zich te wenden tot de hooge regeering met het verzoek
om den invoer van Araerikaansch spek, reuzel en
ham te verbieden, of, als dat niet kan, er een
invoerrecht van te heffen of, als ook dit niet
mogelijk is, eene wet te maken, waarbij wordt
bepaald, dat, evenals bij de margarine, duidelijk
moet worden bekend gesteld, dat men Amerikaansche
waar en geen Nederlandsche koopt.
Was het niet ergens in Noord-Holland, dat
een nieuw benoemde commandant van een bataillon
rustende schutterij per advertentie zijne officieren
ten eten vroeg, omdat hij geen andere betere manier
wist om persoonlijk met hen kennis te maken
Wij dachten, dat zoo iets alleen mogelijk was bij
de Nederlandsche rustende schutterij. Doch in
Portugal doet zich zulke verhouding ook bij het
leger voor. De garnizoens-commandant maakte
met eenige officieren zijne opwachting bij den
nieuwen minister van Oorlog en verzekerde dezen
van zijne aanhankelijkheid en die zijuer oinringende
officieren voor het stamhuis en de regeering. Toen
de minister hem vroeg of deze ook de gevoelens
zijner andere officieren waren, antwoorddedegeneraal,
dat hij dezen niet kende. Men heeft hem spoedig
vervangen door een ander generaal, van wien men
hoopt, dat hij beter op de hoogte van zijn officiers-
korps zal zijn.
In het laatste jaar is de prijs der steenkolen
verbazend toegenomen. Het verschil van nu met
vroeger is geklommen van 25 tot 50, zelfs 100
pCt. Dal dit eene aanzienlijke onkostenvermeer-
dering voor groote inrichtingen, fabrieken enz.
met zich brengt, ligt voor de hand. Zijn wij wel
ingelicht, dan is bij versehillende groote fabrieken
de steenkolenpost in hare boeken met een h twee
ton per jaar vermeerderd, en bij de Imperial Gas
Association is het bedrag zelfs met een half millioen
gulden gestegen. Slechts een gedeelte daarvan
wordt terug gevonden in den hoogeren prijs der
cokes, zooals onze huismoeders dezen winter met
schrik hebben ontwaard. Een andere teleurstelling
is, dat onder deze omstandigheden op verlaging
van den gasprijs wel niette rekenen valt. Trouwens
in steden, die eene gemeente-gasfabriek bezitten en
wier gasprijs werd aangehaald als een voorbeeld
van goedkoopte, is of wordt die prijs reeds verhoogd.
Wat zijn de oorzaken van deze prijsstijging der
steenkolen? Zij zijn velen. In alle landen stijgt,
met bevolking en de nijverheid, het steenkolen
gebruik. Steden zetten zich uit, nieuwe fabrieken
worden opgericht, nieuwe spoorwegen aangelegd,
nieuwe bootlijnen geopend. Voor dit alles zijn
steenkolen noodig, maar niet enkel voor werken
des vredes.
De groote militaire mogendheden houden er
belangrijke steenkolenparken op na voor hunne
spoorwegen en schepen. Amerika, Engeland, Duitsch-
land, Frankrijk vergrooten hunne oorlogsvloten, en
de kleine landen als Portugal en Nederland doen
mede aan de algemeene beweging en zoo neemt
de vraag naar steenkolen steeds toe.
En wat staat er tegeuover? Verminderde steen-
kolenproductie. Uit alle steenkolenlanden hoort
men van werkstakingen in de mijnen, en als de
arbeiders het werk hervatten, geschiedt dit gewoonlijk
voor meer loon en korteren werktijd.
In sommige districten arbeiden zij slechts 8 uur
daags, welke tijd nog verminderd wordt door
het afdalen en opstijgen uit de mijnen, waarmee
soms een uur verloren gaat. Het gevolg is dus
verminderde opbrengst en vermeerderde productie-
kosten.
Er bestaat weinig vooruitzicht, dat in dezen
toestand verandering zal komen. De hooge prijzen
zullen echter doen omzien naar andere braudstoffen
of zuiniger gebruik, en menige nuttige uitviuding
zal onget.wijfeld er door in het leven worden
geroepen.
Donderdag morgen liep de visschersboot
N.-Dame-de-Lourdes van Gravelines, de haven van
Duinkerken binnen, met vijf man aan boord, deel-
makende van de bemanning van een Hollandschen
driemaster, die in zee vergaan was.
Deze driemaster is de Jantje, van de haven van
Delfzijl, 400 ton metende, kapitein Doompaul.
Dat schip was op reis naar Cardiff met eene lading
hout. De bemanning bestond uit 11 koppen.
Rood 5 ure 's raorgens bevond zich de Jantje
op eenige mijlen ten noordwesten van Duinkerken; als
een speelbal der woedende golven werd het schip
heen en weer geslingerd, toen opeens eene monster-
achtige golf de brug wegsloeg, en de stukken op
de bakboordzijde geslingerd, deden het schip geheel
op zijde hellen.
Geene kans ziende het schip weer recht te
brengen, gaf de kapitein bevel de booten in zee
te laten. Dat ging niet zonder de grootste moeite,
en verscheidene matrozen werden door de golven
in zee geslagen en verdwenen. De kapitein, die
op de plaats stond, waar vroeger de brug was,
werd door eene golf in zee geslagen, welke tevens
het schip geheel deed kantelen.
Slechts 5 tnanuen hadden in de booten kunnen
plaats nemen de overigen, de kapitein, de eerste
en tweede stuurmsn, de kok, de zoon van den
kapitein en de zoon van eenen zeeman waren
verdwenen.
Meer dan eens meenden de schipbreukelingen
op hunne beurt door de zee te zullen verzwolgen
worden. Eindelijk, roud 8 ure's morgens, bemerkten
zij een zeilzij deden noodsignalen en weldra
kwam de N.-Dame-de-Lourdes bun ter hulp.
Met veel moeite kouden zij de van koude ver-
stevene schipbreukelingen opnemen en zij waren
nog geene lijken op het strand
gered.
Tot hiertoe zijn
gevonden.
Uit New-York wordt dd. 14 dezergemeld:
,/Onlangs hadden in de stad Wooster in Ohio een
aclittal jonge dames van 14 tot 16 jarigen leeftijd
zich te verantwoorden wegens versehillende ver
grijpen en misdadeu. De chefs dezer jeugdige
bende van outlaws zooals zij in de Amerikaansche
politietaal heeten waren de 15-jarige Hattie
Lang en de een jaar oudere Minnie Suijder. Deze
beide meisjes, die persoonlijk wegens inbraak en
roof waren aangeklaagd, scheuen van het ware
karakter harer afschuwelijke daden volstrekt geen
begrip te hebben. Zij verklaarden, dat zij in den
beginne hare kleine bedriegerijen en diefstallen
slechts voor de grap, minder om er voordeel uit
te trekkeu dan wel uit leedvermaak gepleegd hadden.
Zij noemden hare vereeniging daarom de club der
duivelinnen en gaven zich zelven den titel van
„opperste der duivelinnen". Spoedig echter wijzigde
zich de werkkring van deze fraaie club en breidde
zij zich uit. Men zocht allerlei avonturen en
versmaadde het ook niet daarmee voordeel te
behalen. Zij begonnen met het aanranden en
berooven van kinderen maar ten laatste waagden
zij het zelfs, bij nacht in juwelierswiukel in te
breken en volwassen mannen, die iets of wat boven
hun theewater waren te overvallen en te bestelen.
Bij een dezer laatste kuuststukjes werden de
jonge dames gesnapt en gevangen genomen. De
beide ,/oppersten der duivelinnen" werden elk tot
twee jaar gevangenisstraf veroordeeld, terwijl de
rechter de jongere verleide ,/Ongeschiite duivelinneu"
naar een verbeterhuis zond.
Op den Central-Pacific spoorweg zijn tijdens
de jongste sneeuwstormen 3 looneelgezelschappen
ingesneeuwd, waarvan er een veertien dagen lang
van alle gemeenschap met de buitenwereld was
afgesueden. De arme menschen hadden aan alles
behoefte en leden zeer van de koude.
Sedert eenigen tijd lagen twee schoonbroeders,
rijke landbouwers te Watervliet, Gilles en Verberek-
moes, in ruzie, omtrent eene kleinigheid. In de
laatste tijden had Gillis dikwijls erge bedreigingen
geuit tegen zijn zwager, bedreigingen die hij Zaterdag
avond ten uitvoer bracht.
Over een drietal maanden brandde eene hooimijt
van Verberckmoes af. Onmiddellijk vielen de ver*
moedens op Gilles.