Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
mm
No. 2521.
Zaterdag 13 Juli 1889.
Gemengde berichten.
29e Jaargang.
1 J
Ter Neuzen, 12 Juli 1889.
Kanton Oostburg. Onze streek wordt in dezen
tijd als naar gewoonte bezocht door eene oude dame,
die met kaar gevolg, hoe klein dan ook, van plaats
tot plaats trekt en door velen met blijdschap wordt
begroet.
Wat is het menseh veranderd, in dien langen,
langen tijd, dat zij hare jaarlijksche bezoeken aflegt
Want even zeker als het is, dat zij reeds vele jaren
op de schouders torst, even gewis is het, dat zij er
thans walgelijk en onoogelijk begint uit te zien
De ouderdom heeft baren rug gekromd, hare
huid gerimpeld, haar voorhoofd doorploegd en haren
gang waggelend en wankelend gemaakt. De God
gewijde zangen waarvan zij eertijds de lucht deed
weergalmen en de tempelwanden deed dreunen, zijn
vervangen door vaak onzedelijke liederen, of door
de zulke, wier inhoud laf en zouleloos is. De
plechtige ommegang, die telken jare ter harer eer
gehouden werd, heeft plaats gemaakt voor een on-
zinnig hossen en dringen door een menigte, die
geen eerbied meer heeft noch kan hebben voor de
oude sukkel.
In haar gevolg waren in lang vervlogen jaren
ernstige mannen, eerwaardige priesters, stille kloos-
terlingen nijvere huismannen en eerzame poorters en
thans maar genoeg, we hebben 't gezien en
't wordt er van jaar tot jaar niet beter op, want
orgeldraaiers en liedjeszangers zijn om maar iets te
noemen slechte voorbeelden op 't chapitre huwelijks-
trouw en kinderopvoeding, om nog te zwijgen van
't geen in de jeneverpaleizen al zingende wordt ver-
teerd, wat door genoemde muzenzonen al draaiende
en gillende is gewonnen.
En toch niettegenstaande dit alles heeft de
oude dame nog veel aanbidders onder beiderlei kunne
en is het getal van hendie haar gaarne be-
hielden nog zoo gering niet te noemen. Immers
in gemeenten waar men trachtte de poorten voor
de grijze toeriste te sluiten, bleek het maar al te
dikwijls en somtijds op zeer krachtdadige wijze, dat
het volk haar liefhad terwijl sommigen haar wel
wilden buitenhouden, indien maar een andere, een
betere, jaarlijks hare plaats kwam vervullen.
Welnu, de oude is ook hier geweest.
't Was kermis.
En waarlijk de kermis zij is een oude dame, die
er niet erg fleurig meer uitziet. Zij moest reeds
lang bijgezet zijn in 'tgraf van 't verleden, edoch
niet zonder te erkennen de gewichtige diensten, die
zij vroeger bewezen heeft.
Veel was er op de kermis niet te zien, te hooren
was er weinig en wat er was beteekende niet
heel veel.
Kleine en groote kinderen konden te paard en
per boot de wereld ronddraaien, terwijl den dans-
lustigen ruimschoots gelegenheid was gegeven hun
hart eens op te halen.
De leden van het schuttersgilde alhier gaven
een schieting, waarbij onderscheidene prijzen waren
te behalen.
De heer Verver, die zich als fotograaf in Oostburg
heeft gevestigd, maakte een fotografie van de leden
van bovengenoemd gilde, waarvan de keurige be-
werking zijn atelier alle eer aan doet.
Een concert door 't muziekgezelschap van St.
Margriete alhier gegeven, lokte tal van bezoekers,
zoodat het ook hier was,/Elk wat wils."
Tot een volgend jaar is ook deze drukte weer
achter den rug. Ieder keert zoo zoetjes aan naar
zijn arbeid weder en hoopt weeral op de pret, die
nu nog komen moet.
Biervliet, 10 Juli. In de vergadering van aan-
deelhouders te Gent op 5 Juli 11. van de Naamlooze
Maatschappij van den straatweg van IJzendijke
naar de Belgische grens, is aan het comite voor den
aanleg van een stoomtramweg Schoondijke-IJzen-
dijke—Eecloo, met algemeene stemmen vrijdom van
tolrecht toegekend aan het ontwerp van dien weg.
Men schrijft uit Friesland aan het Utrechtsch
Dagblad. Men kan zich nog wel eens vroolijk
maken, al is 't verbazend warm en stilletjes.
De kalme rust werd dezer dagen door een tragisch-
komisch voorval verstoord.
't Was nl. marktdag geweest. Een paar rondtrek-
kende marktkramers hadden hunne zaakjes gedaan,
en de een, een koopman in manufacturen, garen
en band, was zelfs zoo gelukkig geweest, drie gulden
te verdienen. Zijn kameraad, een fabrikant en
venter van papieren molentjes, was minder fortuin-
lijk, maar beiden begaven zich toch tevreden en
vroolijk huiswaarts, wel te verstaan naar een slaap-
stede.
Daar wachtte een jonge donkeroogige vrouw, de
//bruid" van den eersten marktkramer, waarmede hij
zeer „vertrouwelijk," maar nog niet //getrouwd"
leefde. Hij gaf haar de drie gulden, en ging toen
welgemoed een luchtje scheppen, in het zalig be
wustzijn eener welvolbrachte taak en daad.
Doch ziet, de arglistigheid der vrouwen is groot,
en deze mooie jonge vrouw, die nu tijdelijk door
haren veel verdienenden, maar weinig mannelijk
schoon bezittenden marktkramer verlaten was,klemde
zich met vrouwelijke teederheid aan den weinig
verdienenden, doch meer aantrekkelijken collega
vast, en deze, tegen zulk een aanval niet bestand,
wiegde zijn geweten in slaap, en verdronk zijn
vriendschapsgevoel in ettelijke glaasjes „klare", in
deze bezigheid door zijn hartediefje getrouwbijge
staan. Daar rolden de zuur verdiende drie guldens
henen.
Doch, o noodlotnauwelijks buiten Bachus'
tempel gekomen, ontmoet hen de bedrogen brui-
degom. Deze ontsteekt in woede, valt op de
trouwelooze vrouw aan en mishandelt haar, zoodat
zij bewusteloos op den grond valt en een geneesheer
ijlings toeschiet.
Dan, eene zachtere, milde stemming maakt zich
van zijn gemoed meester en op de bewustelooze
wijzende, galmt hij op theatralen toon tegen de talrijk
toegestroomdeomstanders: //Daar ligt nu mijn levens-
geluk, daar ligt nu mijne aangebedene En ik had
haar zoo innig lief; zij is mij meer waard dan mijn
leven, en nu heb ik haar vermoord, o, ik ellendeling,
doodt mij, doodt mij
En ziet, een paar gedieustige armen werden vaardig
over hem. Te midden van zijne hartroerende toe-
spraak was een forsche gespierde kerel op den
z/vrouwenbeul" toegesprongen, en met een slag lag
hij naast zijne beminde, bezwijmde... en dronken
bruid.
Dan, het tooneel verandert weder. De bezwijmde
komt bij en stort in hare dronkenschap heete tranen
over hare trouweloosheidde bedrogen minnaar
ontvangt allerlei lieve namen, een teedere omhelzing
volgthet derde bedrijf is afgespeeld.
Een vierde zal het blij-eindend treurspel besluiten.
Bruidegom en bruid staan op, en zoo goed en kwaad
als het kan, begeven zij zich naar eene aan het
einde der straat gelegen herberg, door den ,/Dritte
im Bunde" gevolgd, die evenzeer weder in genade
wordt aangenomen. Terwijl de vrouw daar door
welwillende handen in het orde brengen van haar
gehavend toilet geholpen wordt, zetten de beide
collega's thans ook in de liefde zich aan
een tafeltje, en onder het genot van een frisch glas
bier wordt weder //eeuwige vriendschap en kame-
raadschap" gezworen.
Te Helder is het volgende romantische
verhaaltje in omloop. Een zeemilicien bezocht een
der kermistenten en zag, tot zijn verbaziug, zijn
zusje op het tooneel. 't Meisje was voor 'n paar
spoorloos verdwenen en moest dus gestolen
Aanstonds deed hij pogiugen om de vermiste
u te krijgen. De kerinisreizigers verzetten
zich en wisten 'tkiud haastig weg te moffelen.
Een makker van den milicien had evenwel de
politie in den arm genomen. Door haar krachtig
geholpen, werd het meisje weldra gevonden en
't is aan de ouders teruggezonden.
In het spel moesten terstond alle werkzaamheden
gestaakt worden.
De Haarl. Ct. meldt van 10 Juli uit Haar-
lemmermeerHeden reed een rijtuig van de
Amsterdamsche Omnibus—Maatschappij langs Hoofd-
dorp en Nieuw—Vennep. Tusschen den Venneper—
en Lisserweg bevond zich op den hoofdweg een
jongen van pi. m. 10 jaar, die een kinderwagen
duwde. Deze jongen werd in het njtuig getild,
waarmede men rechtsomkeert maakte en weder
langs Hoofddorp heenreed. Naar men beweert, is
het jongenlje door zijne moeder, die met een ander
leeft, tegen den wil van haren wettigen alhier
wonenden man weggevoerd.
Een droevig ongeval heeft eergisterenavond
ongeveer zes uur op de rivier voor Slikkerveer
jlaats gehad. De zeilboeier //Insulinde" is door
een windhoos met de opvarenden omgeslagen, door-
dien de boot lag vastgemeerd en nog eenig zeil
ophad. Tal van booten waren onmiddelijk ter hulp
bereid, maar door de dikke lucht en den hevigen
wind, was 't onmogelijk hulp te verleenen. De
schroefstoomboot //de Valk" slaagde er in den boeier
op te werken en zonder verwijl toog men aan
't pompen, in de hoop de opvarenden, de heer G.
von Lindern, van Alblasserdam, met zijn zoon en
knecht, Cornelis Kortland, in de kajuit te vinden
waar zij voor het hevige weder een schuilplaats
ladden gezocht en hen zoo mogelijk nog in't leven
te behouden.
In deze hoop werd men teleurgesteld 't schijnt
dat de ongelukkigen er door 't water uitgespoeld
zijn.
Gisterenmorgen is het lijk van den zoon opgevischt
en men gaat met dreggen naar de andere lijken
nog steeds voort.
Twee jongelingen uit het dorp B. giugen
Zondag een wandeling doen naar een naburig dorp,
jaren
zijn.
terug
om zich wat te vermaken. Op hun terugreis kwam
een hunner terecht in een droge sloot en bleef
liggen. De ander wandelde door en kwam terecht
in eene sloot vol water, dat hem tot aan de borst
reiktehij wandelde een groot eind door het water,
en ontdeed zich toen van zijn kleeren, uitgezonderd
zijn hemd, en ging nog eens denzelfden weg door
het water terug. Uit het water gekomen zijnde,
besloot hij zich huiswaarts te begeven, en liep
verkleumd van koude met niets anders aan dan
het natte hemd, huiswaarts. Toen hem gevraagd
werd „waar is uw goed zeide hij ,/daar zal
ik morgen wel omgaan", en „waar is uw kame
raad ,/die ligt daar en daar in de sloot", waar
hij ook werkelijk is gevonden.
Wat de drijfveer van deze zonderlinge daad is
geweest, werd niet gemeld.
Het Bataviaasch Nieuwsblad vertelt het vol
gende De ingenieur bij den Waterstaat, de heer
Scheffer, heeft een paar malen de administratie der
Ned.-Ind. Tramweg maatschappij beboet voor f 25,
wegens het harder rijden dan reglementair was
toegestaande administratie heeft dat verhaald op
haar personeel.
Dat personeel nu wreekt zich gruwelijk.
Zoodra de ingenieur Scheffer in den tram stapt
rijdt dat voertuig niet langer, het kruipt langs
den weg. Geen half verwoest karretjes paard heeft
zoo stijve beenen of het loopt den „in voile vaart"
zijnden tram triomfantelijk voorbij en laat hem ver
achter zich.
Passagiers, die de reden van dien langzamen rit
niet kennen, veronderstellen, dat er geen stoom
genoeg in den ketel is, en spreken daar schande
van, Geen nood De machine heeft stoom genoeg
om als het noodig was, in vliegende vaart naar
de stad te rijden, en nauwelijks is dan ook de heer
Scheffer bij het waterstaatskantoor, hoek gang Keta-
pan uitgestapt, of met lustige vlugheid gaat het
verder. Het gebeurde echter, dat de booze ingenieur
heelemaal mee ging naar de stad, de tram kroop
in slakkeugang heel Molenvliet af tot het Stadhuis-
plein. Ook toen dachten vele reizigers, dat er geen
stoom was en zij stelden reeds de vraag of men
over de bruggen zou kunnen komen. Jawel Toen
de heer Scheffer in de stad uitstapte, zette de
machinedrijver den klep open en liet hij den stoom
in groote witte wolken ontsnappen. Hij had na-
tuurlijk nu veel te veel voor het kleine eindje
naar 't station
Intusschen heeft deze wraak van de //kleinen"
den heer S. tot een waar schrikbeeld gemaakt voor
tramreizigers.
Dezer dagen stak een werkman, die op den
Eilfeltoren een lek aan eene buis soldeerde, nieuws-
gierig het hoofd vooruit om te zien hoe een der
elevators werkte en werd letterlijk onthoofd.
Het hoofd viel op eene vrouw, die aan den voet
van den toren hare beurt afwachtte om op te stijgen.
Onder dagteekening van 21 Juni wordt uit
New-lork aan de Haarl. Ct. geschreven, dat zekere
Tunis Labree den vorigen dag te Paterson (N.—Y.)
zijn leven op het schavot heeft gelaten. Hij was
eenige maanden geledeu uit Rotterdam herwaarts
gekomen, vergezeld van Keetje van Tintle. Hij
had zijne vrouw achtergelaten, en beweerende dat
hij van haar gescheiden was, huwde hij Keetje.
Hij bleek echter een leeglooper te zijn, deed eigenlijk
niets als kostwinner, en zijne nieuwe vrouw moest
met wasscheu en ander dagwerk den kost voor
aeiden winnen. Spoedig was zij moede van haren
mans ijdel leven, en verhuurde zich als dienstmeid.
Labree scheen dit niet te bevallen, herhaaldelijk
verzocht hij haar weder bij hem terug te keeren,
doch tevergeefs. Ten laatste bezocht hij haar eenige
weken geleden, en onder voorwendsel haar op ver-
snaperingen te vergasten, lokte hij haar uit het
mis waar zij diende en bracht haar toen een mes-
steek toe. Zij vluchtte tot een harer vriendinnen,
doch hij wist ook daar binnenshuis te komen en
opnieuw bracht hij haar messteken toe, totdat zij
bezweek. De booswicht wist zich uit de voeten
te maken, doch werd spoedig gevat, gekerkerd en
onderging de doodstraf. Een der Hollandsche
jredikanten, te Paterson gevestigd, bad met hem
op het schavot.
Eindelijk is het den bekenden Amerikaansehen
vuistvechters Sullivan en Kilrain gelukt in de Ver-
eenigde Staten een rustig plekje te vinden, waar
zij elkaars krachten konden meten. Reeds sedert
maanden reisden beide kampioenen, door hun vrien-
deu en wedders begeleid, de republiek rond, maar
de politie volgde hun spoor, ten einde den strijd
te verhinderen. Ten slotte werd de politie toch
verschalkt en gelukte het den boksers slaags te
raken, en wel bij Richburg, in den Staat Mississippi.
Zoodra het bekend werd, vertrokken extra-treinen
uit New-Orleans, die duizenden nieuwsgierigen naar
lichburg brachten.
Sullivan, tot dusver de champion, is dit gebleven.
Na een langdurigen hardnekkigen strijd, waarin
beide reuzen elkaar uren achtereen beukten, bleef
Sullivan overwinnaar, nadat 75 rounds waren uit-
gevochten. Kilrain's lichaam zegt de Herald
zag bont en blauw, maar Sullivan had slechts enkeie
schrammen en blauwe plekken gekregen. Daarente-
gen leed Sullivan aan hevige maagpijnen.
Kenmerkend voor den hartstocht der Amerikanen
voor dergelijke vechtpartijen is het feit, dat het
bureau van de Herald te New-York letterlijk bele-
gerd werd door belangstellenden, die, toen het bekend
was, dat de strijd had plaats gevonden, den uitslag
kwameu vernemen. Te Boston, Sullivan's geboor-
teplaats, was het drukker op straat dan bij een
verkiezing, zoodat de politie alle moeite had om
destraten, waar couranten uitkwamen, open tehouden
voor het gewone verkeer. Ook te Philadelphia,
Baltimore, Cincinnati, Chicago, ja zelfs te San
Francisco heerschte dezelfde beweging. Overal
waren s avonds extra uitgaven der bladen verspreid,
doch deze konden niet in zoo grooten getale worden
aangevoerd, of ze waren terstond weg. Groote
sommen zijn op beide kampioenen gewed. De
weddenschap was 7 voor Kilrain tegen 10 voor Sul
livan. Men wist dat Sullivan sterker was, maar
velen verwachtten, dat Kilrain door zijn vlugheid
en taaiheid het langer zou kunnen uithouden dan
de reusachtige Ier, die daarbij in den laatsten tijd
niet zeer geregeld had geleefd. Kilrain's nederlaag
komt zijn brainer, den Engelschen Eox, op 26,000 gl.
te staan, want behalve den inzet van 18,000 gl.,
moet hij ook de reis betalen voor Kilrain en zijn
secondanten, waartoe ook de Engelsche champion
Mitchel behoorde.
De autoriteiten in Louisiana wisten natuurlijk water
voorviel, doch zij lieten de boksers met hun vrienden
rustig vertrekken, nadat zij beloofd hadden den
strijd niet in Louisiana te doen plaats hebben. De
leden van den gemeenteraad van New-Orleans
zonder uitzondering, maakten toen gebruik van de
gelegenheid en woonden het gevecht bij, nu dit
in den staat Mississippi werd geleverd. In het
geheel waren ongeveer 200 verslaggevers tegenwoor-
dig, die de beide vuistvechters steeds hadden gevolgd
en zich nu haastten den uitslag per telegraaf naar
alle zij den te melden.
2EETIJ DINGER.
Van 9 tot en met 11 Juli zijn in deze haven
binnengekomen om aan den spoorwes alhier te
lossen en te laden
9 Juli. Eng. stoomb. Dotterel, kap. Dunn,
van Liverpool met stukg. Noorsche stoomb.
Formica, kap. Torense, van Bilbao met menerie.
10 Juli. Eng. stoomb. Windsor, kap. Baxter,
van Leith met stukg. 11 Juli. Duitsche stoomb.
Alboin, kap. Rosenthal, van Hernosand met hout.
Eng. stoomb. Baider, kap. Bollton, van Bilbao met
menerie. Belg. stoomb. Princesse Clementine, kap.
De Pauw van Bilbao met menerie. Eng. stoomb.
River Lagan, kap. Namare, van Londen met stukg.
Van 9 tot en met 11 Juli zijn uit deze haven
vertrokken na aan den spoorweg te hebben gelost
en geladen
9 Juli. Eng stoomb. Nina, kap. Lumsden, naar
Sunderland ledig. 10 Juli. Eng. stoomb. River
Derwent, kap. Richards, naar Londen met stukg.
Eng. driem. sehoener Germania, kap. Kearon, naar
Londen met phosphate. Zweedsche brik Prins Oscar
Fredrik, kap. Back, naar Helsingborg met ballast.
Eng. bark Ganges, kap. Rock, naar Liverpool met
ballast, 11 Juli. Noorsche stoomb. Formica, kap.
Torense, naar Grimsby ledig.
In deze haven zijn binnengekomen bestemd voor
Gent:
9 Juli. Eng. sehoener Leader, kap. Bisson, van
Marennes met menerie. Fransche sehoener L. C. E.,
kap. Perot, van Marennes met menerie. 10 Juli.
Eng. stoomb. Bordeaux, kap. Giles, van Londen
met stukg. Duitsche stoomb. Rival, kap. Heeckt,
van Riga met hout, Noorsche bark Gladiator,
kap. Helgesen, van Svartvik met hout. 11 Juli.
Deensche stoomb. Bornholm, kap. Jensen, van Libau
met vlas en haver. Eng. stoomb. Newbattle, kap.
Jaffray, van Archangel met hout. Eng. stoomb.
Falcon, kap. Marlin, van Hull met stukg.
Uit deze haven zijn vertrokken komende van
Gent:
9 Juli. Eng. stoomb. Nigel, kap. Bray, naar
Antwerpen met stukg. 10 Juli. Eng. stoomb.
Forest Queen, kap. Small, naar Goole met stukg.
Eng. stoomb. Ouse, kap. Eyre, naar Goole met stukg.
Eng. stoomb. Galatea, kap. Lumley, naar Londen
met stukg. Russisehe bark Appellonia, kap. Jansson,
naar Elseneur met ballast. 11 Juli. Eng. stoomb.
Dotterel, kap. Dunn, naar Liverpool met stukg.
Eng. stoomb. Ancona, kap. Parker, naar Leith ledig.
Eng. stoomb. Benalder, kap. Davidson, naar Blyth
ledig. Noorsche brik Normande, kap. Knudsen,
naar Kragero met ballast.
Van 9 tot en met 11 Juli werden langs
de Oostsluizen alhier 29 binnenvaartuigen op
en 28 afgeschut.
Bijvoegsel van de Ter Heusensche Courant.
u
I