argang.
1349 -12 Msi - 1839.
12 Ml
12 MET
f- ---»
Nil. Hollandlaat den Lofzang rijzfn
Tot waar uw verste grenzen stnanl
Lijud moet ge uw tronwen llondsgml prijxen,
Die u, na zooveel gnnstliewijzen.
Deez' schoone Heilzon op deed gaan.
Ah een Hoofd van 't Huisgezin
Jubel viert, wat dng van zegen
Treedt ge dan zijn feestkring in,
Liefde en bljfdschap lanht u tegen I
Toeh nog hcerlijker de dag,
Ah heel 't Volk, nit aller woning.
Op het Jaarfeest Zqnct Kroning
In dien eenen Heer en Honing
Aller Vader zeegnen mag!
Gegroet, gegroet, gij goudene zonne, glansend
meesterstuk van den grooten Werkmau. Uwe
stralenbusselen glijden als een onmetelijke toover-
roede over het laudschap en al wat zij aanraken
ontvangt leven en glans.
Licht- en vreugdebrengster Gij spreidt uwe
guldene vleugels uit, en over woud en veld, over
berf en dal ontwaakt een nieuw leven.
Ja waarlijk leven na den dood De ganscke
natuur herleeft. Zij ontwaakt met nieuwe kracht
en tooit de aarde met de schoonste kleuren, terwijl
zij in 'thart des menschen vreugde brengt en
vroolijkheid, de sombere nevelen verdrijft en moed
stort in 't hart en hoop in den blik.
Gegroet, heerlijke Meimaand. Gij zijt de feest-
maand bij uitnemendheidde uitverkoorne van
liefde en poezie.
We weten 't wel. Reeds lang verbeurdet ge den
goeden naam, die u altijd toekwam gij waart
soms zoo arm aan zonneschijn en rijk aan ruwe
vlagen gij kondt bij wijlen November zijn. Maar
thans
Tharis wekt gij vreugde, dubbele vreugde en
blijdschap in de harteu. Bloemengeur en vogelen-
zangen maken 't harte vrij en blij en bij den
juichtoou, die allerwege weeiklinkt, ruisch in alle
stilte een danktoon aan Hem, die alleen wonderen
doet.
Nieuw leven, zoele lentelucht, duizeuden gevlerkte
toonkunstenaars alles, alles roept ons toe met luid
en jubelend feestgeschal#IIet gelaat des aardrijks
is vernieuwd."
Iloor, hoe de nachtegaal zijn gorgel ontsluit en
in zilvergalm Gods grootheid zingt.
Zie, hoe de leeuwerik hoog, altijd hooger opstijgt,
als wilde hij zijn dankende stem nader doen klinken
bij den troon des Eeuwigen
Overalallerwege, in de hutten der armen,
zoowel als in de' paleizen der rijken en grooten
der aarde is vreugde en blijdschap.
Welk eene tegenstelling bij den tijd, die achter
ons ligt
Toen alles doodsch, dor en naar! Ledige velden,
bosschen, die uitgeslorv'en scherren wateren, die
in boeien en kluisters waren geslagen.
nu alles heerlijk, vruchtbaar en groen
apes in 6en woord alles is herboren.
Welk een schoone tijd oin feest te vierenwelk
een geschikt oogenblik om 't hart lucht te geven
in dank en jubeltouen.
Zooals 'tis m de Natuur, zoo ook gaat het in
het leven der menschen, des avonds vernacht het
geween en des morgens is er gejuich
Volk van NederlandWat lange en bange dagen
hebt ge niet doorleefd, den blik gericht naar
't Vorstelijk Loo, waar ge lijdeu en dulden zaagt.
Daar lag een krachtige grijsaard op den rand
van het graf. De krachten namen af, het leven
vlood, de oogen waren dof, het verstand beneveld.
De schepter, die Hem heilig was, werd hem u.t
de hand geslagen en 't ergste werd gevreesd.
Volk van Nederland, hoe hebt ge gestaard naar
die plek in angstige spanning. Uw Koning was
krank tot stervens toe.
En daar zaagt ge op 't Koninklijk lustslot een
sombere ziekenkamer en daarin een jonge vrouwe,
die de harten harer onderdanen won door de liefde
en de opoffering, waarmede zij uw Koning, uw
Willem III, verpleegde. Zij was de zon, die den
Hoogen lijder verkwikle door haar warmte, zij
was de Engel, die tooude in den edelsten zin des
woords vrouw te zijn.
Volk van Nederland, hoe hebt ge die vorstin
bewonderd en welk een ruiine plaats hebt ge haar
gegund in uw hartGe zult Ivoningin Emma niet
vergeten, want liare liefde heeft haar naam met
onuitwischbare letteren in uw geheugen gegrift.
Eu daar zaagt ge nog meer op het vorstelijk slot
Een kind, dat vaders oogappel was en de hoop
van Nederland een kind dat in sombere oogen-
blikken de wolk wist te verdrijven van 's vorsten
voor hoofd en in liefde en toewijding met de moeder
wedij verde.
Volk van Nederland Met geestdrift staart ge
op dat kind aan wie eenmaal de teugels van 't
bewind over 't dierbaar vaderland zullen worden in
handen gegeven, en dat in haar jeugd reeds heeft
leeren bidden om t behoud van den laatsten telg
uit het dierbaar Oranjehuis.
En nn een Goddank
Wrocht de Lente wonderen in de Natuur, ook
op 't vorstelijk Loo geschiedde wat niemand durfde
hopen Onze Koning herstelde en uit voile borst
klinke thans de bede
Leve de Koning
Leve de Koningin
Leve Prinses Wilhelmina!
12 Mei! Schooner dag heeft de Nederlandsche
natie nooit beleefd, te meer omdat er alle reden
was om te veronder.-tellen, dat op dien stond het
rouwkleed haar somber tooisel zou zijn.
Veertig jaar heeft onze geliefde vorst Nederland
o-eregeerd, en in nig dankbaar gevoelt ieder hart zich
gestemd bij de gedachte aan al het goede, dat
onder Zijn bestuur is tot stand gekomen.
De gelukkige dag is eiudelijk aangebroken en
het volk, gloeiende vau liefde voor het doorluchte
stamhuis, gedachtig aan al hetgeen, 't welk het
aan Oranje te danken heeft, is even als de natuur
in feestgewaad en de blijde tonen, die overal worden
gehoord en de jubelkreten, die allerwege weerklinken,
zijn de tolk van diep gevoel, warme hulde, innige
gehechtheid.
Is het wonder, dat ons thans alles voor den geest
komt, wat Nederland was en is door en met Oranje?
Bevreemdt het ons, dat thans eerst en aller-
meest de gedachte ons doordringt, dat Nederland
en Oranje een zijn?
Ja, een in willen, een in handelen.
We herinneren ons den eersten Willem van
Oranje, die het vaderland een vrij en onafhanke-
lijk bestaan verzekerde, die goed en bloed, alles
veil had voor de vrijheid van't dierbaar vaderland.
We herinneren ons de bloedige gevechten bij
Heiligerlee, de Mookerheide, waar, in het hachelijkste
kamp, het bloed vloeide van hen die de sieraden
waren vau 'i Oranjehuis.
We denken aan een Maurits, die't bevrijdings-
werk voortzette, aan een Prederik Hendnk, die t
vrijheidsgebouw voltooide en wiens eeuw de gouden
eeuw der Republiek heette.
En we vergeten de schim niet van een Stad-
houder als Wille n III, die de balans van't Staat-
kundig eveuwicht vau Europa in handen hield, en
oppermachtig, bij 't zinken der schaie, den evenaar
greep en zijn standpunt herstelde.
En telkens als Nederland meende het zonder
Oranje te kunnen stellen, dan kastijdde ons de
roede des drijvers, dan drukte het juk ons loodzwaar
op de schouders, dan waren we slaven. Dan, dan
riep men om een Oranje en 't was of dan alles
veranderde en omkeerde. De roede werd afgeweerd,
het juk weggeworpen, de ketenen verbroken en
weer juichten we, als nu op dezen schoonen dag.
ORANJE BOVEN
Vlecht bloemen en groen tot kransen, laat de
driekleur wapperen en de Oranjevaan zich ontplooien
in de heerlijke lentelucht, want Nederland viert
feest, een feest, dat harten dankbaar steral, een
feest, dat den jubelkreet ontlokt
LEVE DE KONING
Ja, leve Willem III, de Vorst, die regeert over
een vrij land en over een volk, dat met de hechtste
banden aan hem en zijn doorluclitig geslacht is
verbonden
letters
er per
l arbeider zes
;en pond tabak
itvingen ieder
C H. Prinses
soon werd ter
en, parkwach-
k 5 flesschen
rden eergister-
e boerderij in
krentenbrood,
n ouden heer
rinses Wilhel-
erende kinde-
g en konden
hunnen kin-
ngezetene uit
e blijven, eene
eftigeu plaats.
3t //Nieuws"
10 een villa
.et voldoening
dat hij deze
erlaten.
haar vertrek
teld, daar zij
jf onderviudt.
ihotel gemas-
me patienten
regel om de
;e vertrekken
le vorstin in
hare dochter,
lelijk verblijf-
l ad res aan
nheid van het
12 Mei
geweest als
d te noemen,
m staan, alien
inavond. Hj
de Prinses do
Ds. llattink
ming besloten
treeks 2 uur
Geen enkele
e bezoeksters
aats-Courant
aren op ver-
den door vele
■graafkantoor
rafist bediend
ds het ware
haar steunen
;elukkig ma-
en elkander
ragen, helpen
n overvloedig
hoe die ook
*den uit het
luwelijk ver-
stad eene
naar eens in
aasten luister
van het huis
de toekomst
ret vooral bij
i nauwkeurig
idigheden te
zelden slecht
me verlatene,
deze wereld,
Bwonder, want niet alleen de godsvrucht,
maar ook de zoo menschelijke nieuwsgierigheid
had velen, vooral vrouwen, naar het bescheiden
kerkgebouw gedreven, om daar een ongewoon
schouwspel bij te wonen.
In de nabijheid van het altaar had een zeven-
geen
voorkeur hunne keuze vestigden op jongedochters
uit dit huis, omdat zij overtuigd zijn van uwe uit-
muntende opvoeding, van uwe braafheid en dege-
lijkheid. Met groote gerustheid heelt de directie u
aanbevolen, omdat zij durlt verwachten, dat gij trouwe
echtgenooten, goede huisvrouwen zult worden.
ocu cccucic nis ucgeiijK.e tenting. Z/1J Zijn
aan edele planten gelijk, docli misschien te zwak
in de stormen der wereld, daar zij dezen
vreemd zijn gebleven in haar stil en kalm ge-
meenschappelijk ouderliuis. Weest haar daarom
tot steun in alle omstandigheden des levens en
van het lot. Met bange vreeze treden zij in zeker
ider van het
vonueuugsuuis aiscueia van naar pieegkindereu,
gaf ze vermaningen, wenschte haar geluk met haar
intrede in de wereld, die zij tot nog toe slechts
van verre hadden gezien en smeekte den Hemel,
dat de huwelijken gelukkig mochten uitvallen.
Met roerende woorden sprak de grijze priester
de pas sehuwde mannen toe en hield hen de