Telegrafische berichten.
Gemengde berichten.
Ter Neuzen, 2 April 1889.
Gisteren morgen, omstreeks acht ure verspreidde
zich door onze stad een droeve mare. Weder was
een werkman op het spoorwegterrein overreden.
En dit was helaas waarheid. De werkman M. de
Bruin, vader van zeven kinderen, nog alien zeer
jong, was verleden jaar van Sliedrecht naar Ter
Neuzen gekomen. Daar, in Holland was voor liem
en ziju ialrijk kroost geen brood maar in Ter
Neuzen inisschien wel en om naar Amerika
te gaan was bet gezin „te arm," want dat kost
wel honderd gulden en dat brackt hun ,/inboedel"
niet op.
Zij waren dus gelukkig bier te wezenen al
konden zij niet in een steenen woning, zooals alle
werklieden, bun kroost en eigen lijf voor koude
en weer ubergeri' (want dit is bet woord) al
moesten zij zich getroosten met een planken keet,
voor huisvesting zij waren, scboon arm zeer
arm, gelukkig. De man verdiende hoewel niet
altijd, genoeg om den zijnen het weinige maar
het noodige te geven.
Gisteren morgen was de brave werkman weder
zeer vroeg op het terrein aanwezig, om kolen
te lossen. Men was als naar gewoonte bezig met
het rangeeren der treinen ledige en voile waggons
werdeu voorbij de plaats der lossing door geweld-
makende machinen getrokken en "gestuwd. Om
van het stoomschip naar de bergplaats der kolen
te komen, moet men over twee lijuen. Vele werk
lieden waren bij 't heen en weder rijden der machine
toch even overgeloopen. Ook hij deed dit
maar helaas De machine trof hem, wierp hem
ter aarde en sneed hem als ;t ware de beide beenen
alOntzettend schouwspelJuist kwarn zijn
dochtertje met koffie en een boterham't kind
riep erbarmelijk om g vader"
Diep getroffen namen zijne kameraads hem op
en brachten hem naar zijne vrouw.
Wat daar om ging in die planken woning kunnen
wij niet beschrijveu. 't Zij genoeg dat de arme
man na een lijden van eenige1 uren bezweek, eene
weduwe achterlatende met zeven zeer jeugdige
kinderen.
Na het ongeval vervoegde zich het werkend
personeel van de los— en laadplaats van den spoor-
weg alhier ten huize van den heer Burgemeester,
verzoekende dat door tusschenkomst van de be-
voegde autoriteit doeltreffende maatregelen zouden
genomen worden om de vele ongelukken te voor-
komen, daar deze volgens hunne meening ontstaai
door het ondoordachte rijden en verplaatsen van
locomotieven en wagenszonder de vereischte
voorzorgen.
Het gevolg hiervan was dan ook dat gisteren-
middag de justitie uit Middelburg hier is gekomen
tot onderzoek dier zaak hierbij zijn verschillende
spoorwegbeambten gehoord.
De justitie vertrok heden morgen naar Middel
burg, terwijl het lijk van den ongelukkige heden
morgen in het ziekenhuis op de Wal door Dr. "Van
Nes geschouwd werd.
Aan wie de schuld van dit ongeluk
Wij weten het niet maar hopen dat de
waarheid hier aan 'tlicht zal komen. Dit is zeker,
er is een vrouw weduwe geworden en zeven arme
kinderen vaderloos.
Veel wordt gegeven voor de weezen uit Vlissingen,
voor die uit Ellewoutsdijk, en we kunnen dit niet
genoeg prijzen. Maar thaus hebben we iets in
onze nabijheid te doen.
Hij wordt krankzinnig riep men in de menigte.
Gabrielle was in onmacht gevallen, alle advocaten
staan op, Snellen op Lachenal toe en willen hem
verhinderen, voort te gaan.
Ik heb zoo even het door u beschrevene blad
aan deskundigen voorgelegd, en weet ge, wat ze
verklaard hebben, zeide de president tot Lachenal.
Wel? vroeg deze kuchende en wilde blikken
rondwerpende.
Dat het slechts een en dezelfde hand kon zijn,
welke dit laatste blad en de gevonden brieven
geschreven heeft.
Zeker, ik zeide het u immers, riep hij met
schuimenden mond, dat de bewijzen valsch, onge-
rijmd waren, dat ge daar eene onschuldige voor
u hebt, dat ik even goed de dader kon zijn als
een anderIk Waarom ik niet eerder dan
deze vrouw
Zwijg dan tochfluisterde hem eene stem in
't oor. Hij wendde zich tot eenen ambtgenoot,
die hem dezen raad gaf. Wat heb ik gezegd?
vroeg hij. Toen zag hij om zich geen, begreep,
dat hij verloren was en riep uit zenuwachtig lachende:
Ha, heb ik genoeg onzin gezegd Daarna zonk
hij onder eenen vreeselijken gil ter aarde en een
bloedstroom kwam uit zijnen mond.
Stilte beval de politie te midden der algemeene
beweging.
De president stond opMijne heeren, zeide hij,
na de woorden, die we zoo even gehoord hebben,
ben ik van de onschuld der aangeklaagde overtuigd,
en ik beveel hare onmiddelijke invrijheidstelling.
Een levendige bijval vergezelde deze woorden
daarna ging hij voort: In naam der wet bevelen
wij de gevangenneming van den heer Charles
Lachenal hier tegenwoordig.
De gerechtsdienaren wilden reeds de hand aan
hem slaan.
Het is niet noodig, zeide de Dominikaner, die
bij Lachenal stond.
Laten alien, die medelijden hebben met de vrouw
en de arme kinderen, thans medewerken om het nijpen-
de gebrek dat elken dag voor de deur staat te weren
Door gansch Nederland wordt voor de weezen in
Vlissingen gezorgd, laat geheel Ter Neuzen zorgen
voor de kinderen der arme weduwe in zijn midden
en zoo spoedig mogelijk.
't Zal wel onnoodig zijn onzen lezers op te
merken dat van de overdreven berichten van oproe-
rige beweging onder de werklieden met de
noodige illustratie versierd en gretig door enkele
bladen opgenomen geen woord waar is.
De geleerde redactie van de Gazette van
Eecloo is razend gebeten op een „bladjeuit het
4e en een dito uit het 5e. Het eerste ^bladje" (stijl
Eecloo'sche) durft het ondernemen de Eecloo'sche
te wijzen op zijn overdreven leugenachtige berichten,
het andere dreef den spot met zijn model-Neder-
landsch. Wij gelooven bijna dat we een dier
n bladjes" zijn, ofschoon wij van fatsoenlijke lui
verwachten, dat, wanneer zij ons bespreken, zij dit
in onze tegenwoordigheid doen, m. a. w. dat
wanneer de redactie van de Gazette van Eecloo
iets aan ons adres heeft, zij er ons inede in keunis
stelt. Het geheele relaas opnemen Wij hebben
te veel eerbied voor den smaak onzer lezers
alleen 't slot.
z/Ha, Zeeuwsche i/blad/es" »maden, vitten, lasteren
op dat veld volgen wij u niet En daaronder
//Met 1 April korat eene nieuwe „nurtafel''
op de lijn MaldeghemBreskens in voege."
Arme lezers die zulk een kost slikken moeten
Ten slotte dit. Ondervindt de Gazette van Eecloo,
dat zij in de streek, die zij de hare noemt, /,achter-
uitgedrongen" wordt door een vreemde, dan moeten
wij haar inderdaad beklagen, maar ook beleefd-
heidshalve den raad geven toch zoo niet met de
nachtschuit aan te komen
De heer T. Verbeek, ambtenaar alhier, is
met ingang van 1 Mei verplaatst naar Nieuwe
Niedorp (N.-H.)
Zaterdag jl. werd door den bouwkundige J.
Scheele, bij den heer Koevoets, aan het station
alhier, namens den WelEd. heer P. de Keijser van
den Berge te Leuven, bij inschrijving aanbesteed
Het bouwen van een woonhuis op de houtter-
reinen nabij het kanaal Ter Neuzen—Gent, met
bijlevering van alle materialen.
Hiervoor hadden ingeschreven de heeren M. D.
de Putter, voor 1095; P. A. Mielen, voor 1085;
Joris Kolijn, voor f 1064; M. Kiaassen, voor f 1050
en II. van de Velde, voor f 1048. Alle inschrijvers
wonen te Ter Neuzen.
In de eerste helft der maand Maart zijn door
het postkantoor alhier de volgende oubestelbare
brieven verzonden, aan de adressen van G. Met-
selaar te Amsterdam J. C. Meeuwsen te Rotter
dam Anna Heye te Antwerpen.
Bevorderd tot docter in de rechtswetenschap-
pen, aan de hoogeschool te Leiden, de heer J. A.
Schagen van Leeuwen, geboren te Delft.
De Nederlandsche tjalk Jacoba Petronella,
schipper, A. van Gelder van Boom naar Axel be-
stemd en geladen met metselsteen, is bij Hansweert
op de hoogte van de kroonboei no. 14, gezonken.
De opvarenden zijn gered.
Znunislii<r, 2 April. Voor de vaceerende betrek-
king van onderwijzeres in de nuttige handwerken
aan de school in den Groote—Huissenspolder hebben
zich slechts twee sollicitanten aangeineld.
Iluntenisse. Bij de op 27 Maart te Wolfaarts-
dijk plaats gehad hebbende aanbesteding van het
maken van een nieuwe havendam, bestemd voor
los- en laadplaats aan het veer aldaar, van wege
Toen wendde hij zich tot den rechters en sprak
Deze ongelukkige heeft aan de inenschehjke ge-
rechtigheid en aan de wet zijne schuld betaald,
mijne heeren deze misdaad ontgaat uweu werkkring.
De schuldigen hebben hunne aardsche straf door-
staan en de laatste misdadiger verschijnt op dit
oogenblik voor God
Dood fluisterde huiverend de menigte, als door
den bliksem getroffen.
J a, dood herhaalde de monnik en knielde naast
den overledene, die in de armen van Gabrielle
rustte, neder. Wie gelooft, bidde voor zijne ziel
Den zelfden avond wandelde eene in 't zwart
gekleede dame door de in duisternis gehulde kerk
Saint-Etienne.
Een priester trad op haar toe, en zij knielde
naast hem neer. Hij bad met haar. Lang bad zij
en toen zij opstond, was zij nog even bleek, maar
gelaten in haar lot.
Ik keer in mijne eenzaamheid terug, om te
werken en te bidden, sprak de priester die vroeger
Landregarde heette en eens aan liefde en geluk in
dit leven geloofd had. Wat u betreft mijne
dochter, keer terug in de wereld, waar uw kind u wacht!
Ik heb het u beloofd, maar niemand dan aan
God en mijn kind, zij voorlaan mijn leven gewijd,
ook dezen eed leg ik aan uwe voeten neer.
Hij geleide haar tot aan het portaal. Daar knielde
Gabrielle nog eens neer en de Dominikaner, wiens
schoon ernstig gelaat van heilig geloofsvuur straalde,
sprak over haar, die hij eens zoo bemind, om wie
bij zooveel geleden en van wie hem de misdaad
van een ander voor immer gescheiden had, eenen
laatsten zegenwensch uit, zoo rein en innig, alsof
hij dien aan zijn stervende moeder geschonkeu had.
E I N D E.
het Waterschap Oud-Wolfaartsdijk, was de laagste
inschrijver de heer P. J. Verbist, te Hontenisse,
voor /"4298, aan wien het werk is gegund. De
begrooting beloopt 4770.
's Gravenliage, 2 April. Vereenigde zitting. Bij
monde van den heer Mackay werden aan de kamers
overgelegd de verschillende adviezen betrekkelijk
den toestand des Koningsdaaruit blijkt, dat de
geneesheeren verklaard hebben, dat een chronisch
lijden, suikerziekte en nierontsteking, den Koning
op dit oogenblik buiten staat stellen, zich met
staatszaken bezig te houden. Volgens medische
ondervindiug is in de naaste foekomst geene ver-
andering hierin te verwachten. Of de toestand zoo-
danig weder zal verbeteren, dat de Koning de
regeering weder zal kunnen waarnemen kan niet
met voile zekerheid worden beoordeeld.
Daar de Minister Mackay ten overvloede per-
soonlijk aan den Raad van State dezen toestand
in alle bizonderheden heeft bevestigd, adviezeerde
deze zonder uitstel tot bijeenroepen der Kamers.
Na een woord van diep leedwezen, door den
Voorzitter uitgesproken, is de beslissing tot morgen
2 uur verdaagd.
RECHTSZAKEN.
Arromlissements-rechtbauk te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 2 April
de volgende vonnissen uitgesproken
J. M., oud 21 j schipperskuecht te Ter Neuzen,
is wegens mishandeling veroordeeld tot 7 dagen
gevangenisstraf.
J. K, oud 24 jdijkwerker te Zaamslag, is
wegens mishandeling veroord. tot 45 dagen gevaus.
J. M. P. B, oud 13 j., en M. P. J. B., oud
14 j., beiden zonder beroep en wonende te Hulst,
zijn wegens beleedigiug de le ontslagen van rechts-
vervolging de 2" veroord. tot 5 boete of 5 dagen
hechtenis.
C. L. d. W., oud 18 j., werkman te Sint Jansteen,
is wegens diefstal veroord. tot 7 dagen gevang.
W. W., oud 42 j., werkman te Zaamslag, is
wegens diefstal veroord. tot 14 dagen gevang.
1°. A. W., oud 19 j., j. d p° oud
15 j., werklieden, 3°. P. J., oud 12 j., 4°. C.
L. v. E., oud 13 j., 5°. A. E. v. E., oud 15 j.,
en 6°. J. G. H., oud 14 j., alien zonder beroep,
wonende te Ter Neuzen, zijn wegens diefstal
veroord. de le en 3e ieder tot 14 dagen en de
anderen ieder tot 7 dagen gevang.
Onder de vele oplichterijen, door den »Leid-
schen millioenen-heer" gepleegd, wordt aan de
Haarl. Ct. het volgende staaltje uit Utrecht mede-
gedeeld, waar hij winkelbediende was. Zijn slacht-
offer was eene hoogst fatsoenlijke, doch niet met
aardsche goederen gezegende juffrouw. Deze dame
verkuerde veel ten huize van een farailielid van het
jonge mensch, was agentesse voor eene Overijselsche
linuenfabriek en kreeg als zoodanig de Opdrac'nt om
den voorraad van lijfgoed, beddegoed en verder
huishoud-linnen voor den rijk geworden R. B. in
orde te maken. Zij ontving van hare fabriek een
voorraad goed tot een bedrag van pi. m. f 700,
en raaakte de verschillende goederen in orde, elk
stuk geborduurd met de adellijke rangkroou van
,/jonkheer", en daaronder een monogram van de
letters R. B.
Betaling voor het aldus gemerkte lijf- en huis-
raad-linnen geschiedde natuurlijk niet, en de fabri-
kant eischt thans betaling van de dame, die daardoor
in groote ongelegenheid is geraakt.
Te Yerseke werd Vrijdag de openbare ver-
kooping gehouden van een oesterput, steiger en
loods en het pachtrecht van 3 zaai-perceelen, behoo-
rende aan de in staat van liquidatie verkeerende
oester-maatschappij de Bank van Yersekealles
werd te zamen verkocht voor den prijs van 30.
Of ook de lust tot oesterkweeken gedaald is
Een viertal knapen, die zich met diefstal
onledig hielden, zijn der Rotterdamsche politie op
de volgende wijze in handeu gevallen Nadat de
kaashandelaar G. aan den Schiedamschen Dijk, had
bemerkt dat vier rolletjes ceuten, te zamen een
waarde van vier gulden, uit zijn toonbanklade waren
ontvreemd, hield hij den volgenden avond nauw-
keuriger toezicht. Weldra zag hij in den winkel
een knaap op handen en voeten langs den vloer
kruipen de jongen werd dadelijk door G. gegrepen
en aan de politie overgeleverd, die hem ondervroeg
en vernam dat hij met drie andere jongens den
vorigen avond de insluiping had gepleegd. Twee
van hen waren spoedig in zijn gezelschap, en de
vierde werd aangehouden, toen hij zoo brutaai
mogelijk aan het politie-bureau kwam vragen, „of
zijn kameraads daar soms waren p" De oudste van
dit veel belovend viertal, dat de ontvreemde vier
gulden totaal had opgemaakt en er in het politie-
bureau over zat te schertsen, //dat ze naar Ommer-
schans moesten, is twaalf, de jongste slechts vijf
jaren oud
Onlangs overleed de kluizenaar bij Valken-
burg. Er zijn thans een honderdtal sollicitanten
naar deze betrekking, die door den graaf de Villers,
eigenaar van hermitage en kapel, wordt vergeven.
Voor hen, die het nog niet wisten, blijkt hieruit
genoeg dat men bij den heremiet van Valkenburg
niet uitsluitend te denken heeft, gelijk weleer, aan
een persoon, die de wereld moede of uit minachting
voor de aardsche dingen zich daar in afzondering
terugtrektmaar aan iemand die „aangesteld"
wordt om zich te belasten met het schoonhouden
der kapel en het onderhoud van den weg, en als
belooning vrije woning erlangt in de kluis en
het tuintje, dat er bij is, mag bewerken.
Dezer dagen stierf te 's Gravenhage een
vrouw. De zoou wist dat zijn moeder in het bezit
was van geld, dat hij echter niet vond.
Doch wat bleek
Dat de dokter, die zijn moeder behandelde, van
haar had weten te verkrijgen, dat ze haar heele
bezitting, bedragende 6500, aan hem afstond,
tegen een wekelijksche uitkeering van 20 gulden
zoolang zij leefde en vrije geneeskundige behandeling!
De uitkeering werd eens gegeven, maar voordat
de tweede week van uitkeering verscheen, was het
mensch dood en de dokter dus in het bezit van al
het geld.
De zoon meende, dat de dokter daarvan ten
minste de begrafeniskosten wel kon betalen, maar
zelfs dat weigerde hij. Toen werd de weg van
rechten ingeslagen en kwam de dokter bij den
rechter voor den dag met een briefje, waarin de
vrouw 10 h 11 dagen voor haar dood aan hem
haar bezitting had afgestaan. De heeren rechters
achtten dit echter niet voldoende, en de dokter
werd verplicht dadelijk 1000 aan den zoon ter
hand te stellen en verder elk kwartaal 500,
totdat het bedrag van f 6500 ten voile aan den
wettigen erfgenaam is teruggekomen.
De heeren rechters beloofden den dokter stipte
geheimhoudiug.
Wij meenen juist (zegt R. v. A., waaraan wij
dit outleenen), dat dergelijke dingen niet geheim
mogen blijven, en zouden den Officier van Justitie
wel eens willen vragen of hij niet op de gedachte
is gekomen, het lijk te laten opgraven en schouwen
Een twintigtal Duitsche knapen in een dorpje
even over de grens zoo wordt uit Vlodrop aan
De N. Koer. bericht hadden 'tin de school
verbruid, en kregen daarvoor een welverdiende
straf. De meester, een vijand van slaan, liet hen
liever en uur strafpeloton loopen.
Met het verbolgenste gezicht ter wereld reikte
de meester ieder der knapen het noodige geld uit,
om drie kilo meel op Hollaudsch grondgebied te
halen, en zond hen met een barscheu groet op weg.
Na verloop van anderhalf uur hadden de leer-
lingen den strafmarsch gemaakt en deponeerde ieder
zijn drie kilo bij meester rondom den lessenaar.
Toen lachte de meester, want hij had niet alleen
de jongens gestraft maar zelf 20 maal mark of
10 mark verdiend. Dien man moet Bismarck
minister van financien maken.
Volgens uit Samoa ontvangen berichten is
de eilaridengroep geteisterd door een vreeselijken
orkaan. De Duitsche oorlogsschepen Adler, Olga
en Eber en de Amenkaansche oorlogsschepen Trenton,
Vandalia en Nipsic zijn op een rif geworpen en
reddeloos verloren. Negen Duitsche offlcieren en
87 matrozen, vier Amerikaansche offlcieren en 46
matrozen zijn verdronken.
V rijdag-morgen vertrok op den gewoueu tijd,
10£ uur, de Belgische mailboot Comtesse de Elandre
van Ostende, met bestemining naar Dover. Over de
zee hing een dikke mist; op het dek van het
stoomschip kon men nauwelijks eenige meters voor
zich uit zien. De kapitein echter, de heer Hausmans,
had niets verzuimd, om de veiligheid zooveel
mogelijk te verzekeren. Aan beide boordeu waren
seiulichten uitgehangen, terwijl men bovendien
onophoudelijk de stoomfluit liet werken. Behalve
de nevel bestond niet het minste gevaar, de zee
was zelfs tamelijk kalm.
loen de Comtesse de Flandre omstreeks half
twee in den middag op de hoogte van den vuur-
toren van Ruytingen, in het gezicht van Duinkerken,
was gekomen, liet de kapitein, na overleg met
den stuurman Vermeulen, stoppen, daar hij niet
meer kon nagaan, waar hij zich be vond. Een
oogenblik daarna deed zich een geweldige schok
gevoelenhet schip was in aanvaring gekomen
met de Belgische postboot Princesse Henriette,
onder bevel van den kapitein Wafelaer en den
stuurman Stokkers. De Comtesse de Flandre werd
achter de raderkasten letterlijk doorgesueden. Ten-
gevolge van den schok barstte een der stoomketels,
waardoor kapitein Hausmans en stuurman Vermeulen
terstond het leven verloren. Onmiddelijk zonk
het geheele voorschip met alien, die er zich bevonden,
doch het achterste gedeelte werd boven water
gehouden door de watervrije schotten, waardoor
de passagiers en de matrozen, die zich daarop
bevonden, nog tijd kregen zich te redden.
De princesse Henriette bewara slechts geringe
schade. Haar gezagvoerder liet onmiddellijk al het
mogelijke in het werk stellen, om de drenkelingen
te redden, terwijl ook de bootsman en een inatroos
der Comtesse de Flandre, die op het achtergedeelte
van het schip stonden en alle tegenwoordigheid van
geest behielden, daarbij hulp verleeuden. De booten
werden uitgezet en 19 van de 23 passagiers der
Comtesse de Flandre behouden aan boord gebracht.
Onder de geredden bevonden zich ook prins Jerome
Bonaparte en diens secretaris Brunet, die aan boord
van het verongelukte stoomschip waren geweest.
De prins ontving een lichte kneuzing aan het
voorhoofd, doch bekwam overigeus geen letsel.
Zelfs het valies, waarin Jerome zijn kas had ge-
borgen, werd ondanks den mist nog opgevischt.
Overigens werd weinig van de Comtesse de Flandre
gered. De mail, met een geldswaarde van bijna
500,000 francs, ging geheel verloren. De Princesse
Henriette kwam, met beschadigden voorsteven en
III MM I IMI I,