Gemengde berichten. Advertentien. Telegrafische berichten. of wegslaaD. Het schip kwam gelukkig wat dwars in de zee te liggen en helde naar de landzijde over, zoodat wij de booten over boord konden brengen wij waren maar twee scbeepslengten van den wal en hadden in lij van het schip iets stiller water. Ik was met 6 man in de eene boot, de eerste stuurman met de overigen der equipage in de andere. Mijn boot sloeg, toen wij een weinig van het schip verwijderd waren, door een zware zee om en zonk, wij werden alien met de zee op de klippen geworpen, ik tot drie keer, doch ten laatste kwamen wij alien gelukkig aan land. De eerste stuurman met de andere boot kwam iets beter aan wal. Wij kwamen, alien min of meer gewond, dicht bij een boerenhuis aan de kust; de menschen namen ons vriendelijk op, en gaven ons zooveel mogelijk droge kleeren en voedsel. Het stoffelijk overschot van Prof. Donders is, in tegenwoordigheid van vele vrienden en vereerders, te Baarn aan den schoot der aarde toe- vertrouwd. Tallooze kransen dekten de kist. De rechtbank van Heerenveen heeft in zake de vervolging tegen den heer J. A. Portuyn wegens opruiende woorden ingesteld, de dagvaarding nietig verklaard. In eene Dinsdag gehouden buitengewone vergadering van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen, is besloten tot eene wetswijziging in dien geest, dat in het vervolg ook dames tot lid benoemd kunnen worden. De netto winst, beschikbaar voor de aandeel- houders in het Nieuws van den Dag, bedraagt over het afgeloopen jaar f 72,000, welk winst- cijfer in de thans gehouden vergadering is goed- gekeurd. Volgens berichten uit Luxemburg wacht de regeering aldaar af wat in Nederland wordt beslist omtrent het tijdelijk regeutschap. Wanneer, gelijk te verwachten is, hier de Staten-Generaal zich met het oordeel van den ministerraad vereenigen, zal ook wel volgens de grondwet van het groother- togdom in het regentschap worden voorzien. De grondwet roept alsdan evenals de onze den naasten vermoedelijke troonopvolger tot die taak, en dat is de hertog Adolf van Nassau, tot 1866 hoofd van het toen bij Pruisen ingelijfd hertogdom en oom van 11. M. Koningin Emma. In de gemeenten, gelegen in den Tielerwaard hebben de burgemeesters zich onderling in contact gesteld om gezamelijk maatregelen te beramen tegen den overlast van vreemde bedelaars, landloopers, venters van papier enz. De hoofden der gemeenten in die streek noodigen de ingezetenen nu uit, zich zooveel mogelijk te onthouden van het geven van almoezen aan rond- trekkende bedelaars, het koopen van papier enz. van landloopers en dergelijke personen en alzoo te wilien medewerken, om die lieden uit de gemeente te weren. Volgens ontvangen bericht, is de Russische driemastschooner Stadtsmankapt. Matson, van Gent naar Palkeuberg, in Zweden, in balast, op de hoogte van Skagen gezonken, doch de bemanning gered. Dit schip was op 19 Maart van Ter Neuzen naar zee gezeild. In den morgen van den 2*3,t<:n dezer ontstond te Goole, aan de loskade brand, waardoor de daar liggende goederen en een spoorweglokaal werden vernield. De Engelsche stoomboot John Wells, kapt Jordan, van Gent gekomen en op 21 Maart van Ter Neuzen uitgegaan, langs zijde van de kade liggende, leed schade aan het dek, verschansing en rondhout door het vuur. Gisteren had alhier de aanbesteding plaats van het bouwen van een bier— en woonhuis, nabij den Oostelijken kanaalarm. Hiervoor hadden ingeschreven de heeren II. van de Velde, voor 2928 M. D. de Putter, voor 2750J. Kolijn, voor 2697 A. Klaassen, voor 2680 en P. A. Mielen, voor 2680. Alle inschrijvers waren uit Ter Neuzen. Het werk werd bij loting aan den heer P. A. Mielen gegund. Roewaclit28 Maart. Een elftal ingezetenen dezer gemeente hebben alhier eene Rederijkers- kamer opgericht onder den naam van „Tot Nut en Geuoegen." Zij stelt zich voor jaarlijks een drietal tooneelvoorstellingen te geven, waarvan de opbrengst zal strekken ten voordeele der armen. Tot voorzitter werd benoemd de heer A. J. Geerards. RECHTSZAKEN. Arrondissements-rechtbank te Middelburg. De rechtbank heeft in hare zitting van 29 Maart het volgende vonnis uitgesproken J. H. A., oud 36 j., werkman te Ter Neuzen, gedetineerd te Middelburg, is wegens brandstichting veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf, met bepaling dat de doorgebrachte tijdelijke hechtenis in rnin- dering zal worden gebracht. doende redenen niet aan dit contract houdt, heeft de reiziger recht op schadevergoeding. Het zou zeer de moeite waard zijn, te weten welke uitspraak een Nederlandsche rechtbank in deze zaak gedaan zou hebben. Een Engelschman geeft de volgende schets van het Angelsaksische ras, die even kort als juist schijnt te wezen „De ler", zegt hij,/heeft geen rust als hij niet twisten kan. De Engelschman is slechts tevreden wanneer hij zich beklaagt. De Schot voelt zich eerst recht thuis, wanneer hij in 't buitenland is. En wat den Amerikaan betreft, die is alleen gelukkig als hij in 't buitenland is, wanneer hij klaagt en als hij twisten kan." Volgens deze verklaring moet een echte Amerikaan dan wel een allerprettigst mensch wezen. De slagersknecht Cesar Schmidt uit Beieren en de smidsknecht Anton Remmert uit Ilessen, zaten gezamenlijk in het tuchthuis te Ziegenhain in Keurhessen, waaruit zij in het begin van dit jaar, na afloop van hun straftijd, werden ontslagen. Korten tijd voordat hij op vrije voeten kwam, had Schmidt een der oppassers een bankbiljet van zestig gulden ontstolen en dit op den zolder der gevangenis verborgen. Hij had voor zijn ontslag geen gelegenheid het voor den dag te halen en daarom brak hij, een paar dagen na zijne invrijheid- stelling, in het tuchthuis in, waarbij zijn vriend Remmert hem behulpzaam was en haalde het bankbiljet te voorscbijn. Hij ontkwam gelukkig, maar werd later gear- resteerd en thans door de rechtbank te Marburg op nieuw tot drie en een half jaar tuchthuisstraf veroordeeld. Zijn vriend moest de bereidwilligheid om hem een handje te helpen met zes maanden brommen boeten. dat hij zich voorgesteld had juist op dezen dag eene, jaren geleden, door den minister gepleegde godslasiering op hem te wreken die godslastermg had daarin bestaan, dat de man het beroemde oude heiligdom te fse met laarzen aan de voeten had betreden. In de Pumerender Courant van jl. Zondag lazen wij het volgende Een oppassend arbeidsman had sinds jaren het huis, waarin hij woont, met een lapje grond daarbij in huur van een vermogend heer. Overvloed had de man niet, maar hij kwam toch rond. Wie met z n handen het brood verdienen moet voor zich en eene vrouw en paar kinderen, die mag al van geluk spreken als hij de man blijft die hij is. Er kon onzen vriend dan ook overkomen, dan op een kwaden dag en uit z'n bedrijf te worden kwam er iemand, die het huis en het lapje grond den eigenaar wilde koopen. Stel u de wanhoop den huurder voor! Hij ging eens naar den eigenaar om te vragen of meneer er werkelijk over dacht het huis en het lapje grond te verkoopen. t Zou voor hem zoo vreeselijk zijn uit z'n brood- winning te worden gejaagd. Ja, dat vond de eigenaar ook. „IIoor eens hier," zeide de eigenaar, vze hebben me geld geboden, maar ik heb gedacht, ik moest het huis en het lapje grond maar liever present doen. Je bent eene eerlijke en een vlijtige kerel, en dan heb je voortaan geen angst meer te hebben dat ze je te avond of te-morgen uit je boeltje j.tgen. En zoo gebeurde 't. Onze arbeidsman heeft de wettige eigendomsbewijzen reeds welbewaard in t kabinet. niets ergers ■5 uit z'n huis gezet. Werkelijk van van Ter Neuzen, 29 Maart 1889. Het personeel der brievenbestellers alhier wordt met 1 April met een vermeerderd. Met ingaug van dien datum is aangesteld J. Oostdijk, vroeger buitenbesteller. Betreffende het zendingsfeest, dat men plan heeft alhier te houden, vernemen wij nader, dat dit feest niet in het minste verband staat met het Zuiderzendingsfeest, op 10 Juli in het Liesbosch, bij Breda te houden, maar uitgaat van predikanten, zoo der Ned. Herv. gemeenten uit dezen omtrek, als der Belgische Christelijke Zendingskerk en andere begunstigers dier zending in Belgie. Zooals ons verder wordt medegedeeld, zoude het daarvoor zoo gunstig gelegen terrein op de hofstede van den heer J. Huijssen, aan het Zwaantje, annex den straatweg, bereidwillig zijn verkregen, en men den Woensdag in de Pinksterweek tot het houden daarvan wenschen te bestemmen. Het was dezer dagen den commiezen te Breda bekend geworden dat eene partij zout, honderden ponden groot, een der zoogenaamde poorten zou binnenkomen. Eenige hunner verscholen zich nabij het punt, waar de smokkelaars de gemeenten zou- den binnentreden. Spoedig kwamen eenige mannen, naar het scheen met zware zakken beladen, voorbij; de commiezen lieten hen gaan, wetende dat de eerste troep zakken met zand zou dragen. Een poos later kwam eene tweede groep mannen, even- eens beladen met zakken, en sloegen een zijweg in. //Halt" klonk het, maar de mannen gingen door. //Halt of ik schiet." De mannen hielden stil. Na eenig tegeustreven en pruttelen werden de zakken geopend, die krullen bevatten. Ta bleau. Intusschen was de derde groep met de zakken zout ongehinderd de stad biunengetrokken. Een zeer belangrijke uitspraak werd dezer dagen door de Parijsche rechtbank gedaan. Een zekere mijnheer Thomas nam op de Parijsche ceinture-baan een kaartje naar Limours, doch miste op een tusscheustation de aansluiting, daar de trein te laat aankwam. Om het doel zijner reis toch op den bepaaldeu tijd te bereiken, nam hij een rijtuig en eischte daarna van de spoorwegmaatschappij betaling van de daardoor ontstane kosten, bedragende 30 francs. Er ontstond een proces en de recht bank besliste ten gunste van den klagerzij ging bij de behandeling uit van de stelling, dat de maatschappij door het geven van een kaartje, met den reiziger een contract gesloteu heeft, waarbij zij de verplichting op zich neemt, hem tegen betaling van een vastgestelde som, binnen een bepaalden, in de spoorboekjes opgegeven tijd, naar een bepaald station te brengen. Wanneer zij zich zonder vol- Lachenal beheerschte het publiek. Men beefde voor hem, want hij was weer opgestaaner ont stond licht, waar duisternis heerschte. De spits- vondigheden en schijngronden der aanklacht weken, de verbaasde rechters en gezworenen oudervroegen hun geweteu en gevoelden, dat de waarheid die ze meenden in handen te hebben, hun ontvluchtte. Hoe zou dat alles eindigen Mijne heeren, ging de verdediger met donderende stem voorl, wanneer ik voor u spreek, ik, dien de ziekte uit deze ruimte verbannen heeftwanneer ik, ofschoon haast stervende, mij voor uwen rechter- stoel gesleept heb, dan was dat, omdat wellicht ik alleen u een licht kon doen opgaan over de zaak en u voor dwaling behoeden. Eene dwalingJa, mijne heeren, ik herhaal dat woord. Eene aangeklaagde staat voor u, zij is onschuldig. Indien gij haar veroordeelt, begaat gij eene misdaad grooter dan die, welke gij haar ten laste legt. Catharina Figeart is onschuldig, ik zweer het u. Bewijzen harer onschuld roept gij. Geeft mij eerst bewijzen harer schuld. De akte van beschuldiging wemelt er van, antwoordt gij. De voorzitter heeft in zijne rede alles opge- somd en ze op eene wijze gegroepeerd, dat er aan geen twijfel te denken valt. Ik laat aan het groote talent van den voorzitter recht wedervaren, maar in deze zaak heeft hij niets bewezenik zal al deze bewijzen, het een na het ander, omver- werpen. Welke zekerheid, fluisterde men, welke overtuiging. Ik zal kort zijn, mijne heeren, zeer kortde daadzaken spreken zelf en behoeven geen bewijs. Eene vrouw is hier aangekiaagd van een afschuwelijke misdaad. Wie is deze vrouw Gij ziet het, mijne heeren, en de aanklacht zegt niet het tegendeel een zacht, vlijtig, getrouw meisje. Zij heeft slechts vrienden en geene vijanden, en wanneer zij geld heeft, geeft zij het aan hare oude, arme tante. Aan de goedheid paart zij eenvoudeen bewijs daarvoor is hare terugkomst naar Frankrijk, het ware immers gemakkelijk geweest te blijven, waar zij was. Een verder bewijs is haar zwijgen en hare hardnekkige weigering om zich te verdedigen, alsof zij voor andere personen het licht der waarheid vreesde. Dit eenvoudige meisje is dus van eene misdaad beschuldigd, waartoe sluwheid, bedorven- heid, en eene in het kwade verharde ziel vereischt worden. Gij ziet reeds de zedelijke onmogelijkheid van zulke handelwijze in, als men ze met het karakter vergelijkt, waaraan men haar toeschrijft. Beschouwen we nu de feiten, of bij de zedelijke onmogelijkheid ook nog de absolute komt. Waarop steunt voornamelijk de beschuldiging Op brieven, die door haar onderteekend zijn, op eene in haar bezit gevondene som geld op hare onverwachte vlucht en het wegblijven gedurende twaalf jaren. Dat zijn de eenige bewijsstukken, ik moet bekennen, mijne heeren, ik vind ze zwak en onhoudbaar, zoodat ik mij verwonder, dat ze toereikend genoeg gevonden worden, om zulk eene zware straf, als de doodstraf is, te vorderen. Omtrent het vermoorden van graaf Mori, minister van onderwijs van Japan, worden de volgende bizonderheden gemdld De minister was juist bezig zich te kleeden om zich naar het paleis des Keizers te begeven, ten einde de plechtige afkondiging van de nieuwe grondwet bij te wonen, toen een jongmensch werd aangediend die hem eene belangrijke mededeeling wenschte te doen. De secretaris wilde hem niet bij den minister toelaten en zelf weten van welken aard de mededeeling was. Nadat de jonge man lang geaarzeld had, vertelde hij te zijn gekomen om den minister te waarschuwen, dat een aantal ontevreden studenteu, die tegen den minister gekant waren, op dezen dag een aanslag tegen hem in den zin hadden. De secretaris bracht dit bericht aan den minister over, die on tevreden te kennen gaf, dat hij aan dergelijke onbesterade gegevens geen gewicht hechtte, waarop de secretaris weder naar beneden ging om verdere vragen te doen. Op dit oogeublik kwam de minister in voile uniform de trap af en toen hij voorbij het vertrek kwam, waar beiden zaten, zeide de secretarisvDat is de jonge man Deze kwam de kamer uit, trad op den minister toe en begon zijn verhaal opnieuw. Eensklaps vatte hij hem met den linkerarm om het lijf en stiet hem een scherp kenkenmes diep in het onderlijf. Weinige seconden later spleet een policie-beambte, die steeds het rijtuig van den minister vergezelt, met een sabelslag het hoofd van den moordenaar, die dadelijk dood nederstortte, terwijl de minister zijne vreeselijke verwonding nog vier en twintig uur overleefde. De moordenaar was eerst 25 jaren oud en onder- geschikt ambtenaar aan het ministerie van landbouw. In papieren die bij hem gevonden werden, bleek Deze brieven Welke brieven Zijn ze van haar Wat bewijzen ze Kunnen ze niet door een ander geschreven of gedicteerd geworden zijn door een man, die haar ongeluk zocht? Dan was ze alleen maar een werktuig. Men luisterde ademloos en gevoelde, dat de verdediger met vaste schreden voortging. Nauwelijks gunde hij zich tijd om adem te halen en ging voortDoch waarom zoek ik zoo ver? Dit meisje heeft deze ontwerpen van brieven niet geschreven, ze zijn niet van hare hand; daarvoor blijf ik borg Mijnheer Lachepal, onderbrak hem de president ga niet zoo ver in uwe verdediging De aange klaagde heeft wel steeds hare schuld ontkend, maar niet de echtheid van deze in hare kamer gevon den brieven. Ik weet niet, hernam Lachenal, waarom zij daarover gezwegen heeft, maar ik verklaar, dat de brieven niet van hare hand komen. Vraag haar, mijnheer de voorzitter. Nu had een klein tooneel plaats, dat veel opzien baarde in de zaal. Op de vraag des voorzitters bleef Catharina zwijgen. Antwoord dan toch, zeide hij, hebt gij deze brieven geschreven Antwoord riep Lachenalvrees niets en zeg de waarheid. Het meisje zag den president en Lachenal beurtelings aan en spraknooit heb ik die brieven ontvangen of geschreven ze zijn niet van mij. Men heeft ze echter met uw schrift vergeleken en beweerd dat ze van u afkomstig zijn. Daar begrijp ik niets vanmaar ik verklaar, dat ik nooit aan eenen heer, met name Emile, geschreven heb of heb wilien schrijven. Catharina zeide dit op eenvoudigen, bedaarden toon, die zeer te haren gunste sprak. (Wordt vervolgd.) Te Chicago, in Noord-Amerika, liet een rijk bewoner van Boston eeu huis van veertien verdie- pingen bouwen, om door het verhuren er van veel geld te verdienen. Die nieuwe toren van Babel ligt thans in puin. Nauwelijks toch was de veer- tiende verdieping gereed of het geheele gewrocht stortte in elkander, omdat de fundeering door de zwaarte was weggezonken. Gelukkig gebeurde het iuvallen op Zondag; op een werkdag zou het tal van menschenlevens hebben gekost, want 125 arbeiders werkten aan het gebouw. Een zonderling voorval, dat te Frankfort a/M. heeft plaats gehad, wordt door de Kl. Pr. mede gedeeld Dinsdag werden twee jongens aan de Eschenheimerpoort door een man met een laugen grijzen baard aangesproken, die hun verzocht in een nabij zijnde bakkerij een broodje voor hem te halen. De jongens gaven aan het verzoek van den ouden man, die niet dan met moeite kon loopen, bereidwillig^ gehoor en werden ieder met een appel beloond. Een der jongens nam den appel mede naar huis en toen de vrucht daar werd door midden gesneden, vond men binnen in gebroken naalden, speldeknoppeu, stukkeu van stopDaalden, met haken voorzien, enz. Wanneer de knaap van de vrucht gegeten had, zou de dood ongetwijfeld het gevolg zijn geweest. Hoe het den auderen jongen gegaan is, heeft men nog niet te weten kunnen komen. Men vermoedt, dat de grijsaard, die de kinderen met opzet en zonder eenige aanleiding aan zulk een gevaar blootstelde, krankzinnig was. Ook te Worms moet eenige dagen geleden een dergelijke misdaad zijn gepleegd. 's Grave ullage, 29 Maart. Tweede Kamer. De discussien over de arbeidswet en de regeling van den aroeidstijd zijn voortgezet. De commissie van rapporteurs stelde voor om den arbeidstijd van jeug- dige personen van 16 tot 18 jaar niet te beper- ken de heer Fabius om dispensaties door Gede- puteerde Staten te doen verleeuende heer De Geer om het maximum van den werktijd voor jeu<r- dige personen en vrouwen te bepalen op 11 uur maar de regeling van aanvang en einde over te laten aan fabrikantende heer Heldt kinderen van 12 tot 14 jaar als arbeidstijd 9 uur te stellen. De heeren Borgesius en Roell bestreden sterk het amendement van den heer De Geer. De dis- cussie liep niet af. INGEZONDEN S T U K K E otn voor maximum van Mijnheer de Redacteur Mag ik door middel van uw blad de aandacht vestigen op het feit, dat in de laatste dagen onze stads- en kerkklok het volstrekt niet eens zijn met de verlrekuren van spoor en boot. uren zij wat vbor, zonder te spreken over de talrijke malen dat zij onwillig zijn hoorbaar 't uur aan te geven 't kon nog. Nu zijn ze steeds achter en bewaren soms een bewonderens- waardig stilzwijgen. Menig reiziger ondervond daarom de onaangename gevolgen van de nukken onzer klokken. Ter Neuzen, 29 Maart 1889. Uw dienaar, GREGORIUS. De ondergeteekende betuigt zijnen hiirtelijken dank aan alien, die hem op 27 dezer van hunne belangstelling blijk gaven. E. H. WORTMAN. Zaamslag, 29 Maart 1889.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1889 | | pagina 2