Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2446.
Woejisdag 24 October 1888.
28° Jaargang.
Binnenland.
A.BONNEMENT:
FEUILLBTON.
Per drie maanden biunen Ter Neuzen f 1,Franco per post: V
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika l,82f
Men abonueert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven
bushouders.
(111 A NT.
Bit
blad verMcbij (it UltiMdaj- en VriJiinjyavond bij den ultgever P.
ADVERTENTIilN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonueeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
]aar, tot veel verminderden prijs.
J. VAN DE 8ANDE t« Ter Neazen.
folitieU Overzicht.
Keizer Eranz Joseph heeft zijn eersten minister
eene schitterende voldoening gegeven voor de bijna
beleedigende wijze, waarop Keizer Wilhelm den
graaf heeft behandeld, door hem alleen niet op te
nemeu in de lange rij der dignitarissen, die met
Pruisische orden werden bedacht. Men meende,
dat de dagen van het ministerie Taaffe geteld
waren. Integeudeel, met den heer Ziemikalkowski
is het lnatste Duitsche element verdweneu uit het
ministerie, terwijl de benoeming van den graaf
Schonborn ecn triomf is voor de oud-Czechen.
Keizer Eranz laat hierdoor zien, dat hij de binuen
landsche politiek niet gaat wijzigen naar de wenschen
van zijn Duitschen bondgenoot. Daarmee is het
echter in den bonten Oostenrijkschen staat, met
zijn Duitschers, Czecheu, Hongaren, Slaven en wie
niet al, nog volstrekt geene »couleur de rose."
In Duitschland zijn de heeren Mackenzie en
Bergmaun op ieders tong en het onderwerp van alle
courantengeschrijf. De National Zeitung maakt
eene verklaring openbaar van de professoren Virchow
en Waldeyer, dat in het protocol der sectie geen
sprake is van eene holte in het abces, en dat deze
ook nooit heeft bestaan. De weefsels, door welke
volgens de brochure de cauule verkeerd zou zijn
ingebracht, werden bij de sectie normaal bevonden,
zonder eenige litteekenvorining. Het blad zegt ook,
dat Bergmann en Gerhardt geene gerechtelijke
stappen tegen de brochure van Dr. Mackenzie zulleu
onderuemen en eveumiu autwoorden. De Duitsche
regeering zal het besluit tot inbeslagneming van
Mackenzie's brochure moeteu intrekken, nu Berg
maun c.s. weigeren eene aanklacht in te dieuen.
Evenwel is een extra-nommer van de Freisinnige
Zeitung in beslag genomen. Het was getiteld
Znm 18 October. Gedenkblatt fur Kaiser Friedrich.
Het Rijksgerechtshof heeft het verzoek van den
verdediger van prof. Geffken, om den beschuldigde
op vrije voeten te stellen, afgewezen. Streng is
men in Duitschland. Niet minder dan zes Fransche
bladen zijn door de regeering van Elzas-Lotharingen
verboden, terwijl van nog andere de verspreidiug
zal worden verhinderd. Misschien worden binnen
kort ingerekend alien, die elkaar een „bonjour"
toewenschen.
In Fraukrijk kibbelt men alaan door. De pers
is in het oordeel over het herzieningsontwerp
aid us van gevoelen De Republique Franpaise zegt
„Floquet vernietigt de macht van de Kamer;" het
Journal des Debuts. „Floquet maakt de Kamer al-
machtig." Volgens den Temps gehoorzaamt de
minister-president aan geueraal Boulanger; volgens
de Presse loopt hij aan den leiband van Ferry.
De Turksche ministerraad heeft zich met de
Suez-conventie bezig gehouden en is geneigd die
te onderteekenen. Later meldt men, dat dit reeds
is geschied en op het zegel des Sultans na heeft
5)
„Het is nog niet laat," hernam Landregarde.
„Gij hadt immers beloofd, des morgeus terug te
komen
u Wie zeide u dat
,De juffrouw."
„En wie zendt u hierheen
„Mevrouw zelf, die reeds een uur lang naar u
vraagt."
Landregarde stond verbaasd. „Dr. Hugonet is
dus niet terug?" vroeg hij.
j/Neen, wij hebben hem nog niet gezien."
„Nu, ik ben dadelijk ter uwer beschikking."
Terwijl Landregarde ijverig een kleedingstuk
scheen te zoeken, wierp hij een uitvorschenden
blik op de meid. Zij was een krachtig mooi rneisje
van hoogtens achttien jaar. Haar geheel uiterlijk
nam in en deed tot een goed eenvoudig karakter
besluiteu, waaraan geen valschheid of list kon kleveu.
„Mijnheer De Fairieres is toch niet slechter
geworden 1" zeide hijterwijl hij zijn mantel
borstelde.
SI echter niet, neen."
^Heeft gij eenen goeden nacht gehad
,Tamelijk, hij. heeft langeu tijd zoo rustig niet
geslapen. Maar gisteren avond vreesden wij dat
alles zijn beslag. De Sultan wil den reizenden
Keizer ook ten zijnent ontvangen, maar deze heeft
vriendelijk voor de uitnoodiging bedankt, niet juist
omdat het den grooten heer niet past om groote
uitgaven te doen, als wel om zekeren politieken
verwarden kluwen, genaamd de Oostersche kwestie.
't Is zeer voorzichtig van den jongen Keizer voorts-
hands niet aan den Bosphorus te verschijnende
reis naar de Tiberstad is bovenst gelukkig volbracht,
maar men bereist niet altijd met zoo goed gevolg
een vulcaan.
Overigens biedt Europa oris niet veel belangrijks
ter beschouwing.
Volgens berichten uit Herat is Ishak-Khau naar
Kerbi gevlucht, een Russischen post aan de greus
van Bockhara. De troepeu van den Emir hebben
het overgebleven deel van zijn leger de wapeneu
afgenomen, zoodat de opstand gedempt is en des
Emirs gezag hersteld.
De landbouw in Brazilie is in eene inoeielijke
positie ge'oracht door de afschaffing der slavernij.
Schadeloosstelling der voormalige slavenhouders is
door de regeering afgewezen. Om deze lieden te-
vreden te stellen heeft de minister-president bij de
wetgevende lichamen een wetsontwerp ingediend
voor de oprichting van grondkredietbanken. revetis
stelde hij voor om eenige provincial), waar de stand
van den koffie-oogst de groote behoefte aan land-
bouwkrediet te voorschijn roept, krediet te verschatten
tot een bedrag van ruim 16 millioen gulden, maar
het voorstel vond in de Kamer geen gunstig ont-
haal. Nu kwam de landbouw-miuister met bet
plan voor den dag om deD landbouw door den
aanvoer van werkkrachten uit Europa te bulp te
komen, en wel om gedurende vijf jaar telken jare
aan 100,000 landverhuizers uit Europa vrijen
overtocht te verzekeren. Daarbij zou de aanleg
van spoorvvegen en van stoomvaartlijnen door rente-
garautien en subsidien worden begunstigd. Dit plan
vond toejuiching en de vertegenwoordigers van alle
provincien dingen naar het voorrecht om in de
subsidien te deelen.
De Staatscourant behelst het volgende officieel
gedeelte.
Naar aanleiding van loopende, dikwijls onjuiste
berichten omtrent den gezondheidstoestand van Z.
M. den Koning zullen, naar omstandigheden, van
tijd tot tijd berichten dienaangaande in de Staats
courant worden gegeven.
Volgens verklaring van Hoogstdeszelfs genees-
heeren is Zijne Majesteit tlians hersteld van de
catarrhale ziekte waardoor Zijne Majesteit in Aug. jl.
werd aaugetast, zonder dat deze nadeelige gevolgen
heeft nagelateu ten aanzieu van de chronische
kwaal waaraan Zijne Majesteit lijdende is. Zijne
het zonder uwe hulp met hem zou zijn gedaan
geweest."
„Waarschijnlijk Bevindt zich uw heer
reeds lang in dien toestand
Mijnheer was nooit zeer gezond dat zal wel
aan zijn zwak gestel liggen."
De dokter glimlachte. Maar hoe lang ligt
hij in den tegenwoordigen toestand
»Sedert ongeveer drie weken."
„Herinnert ge u hoe de ziekte begonnen is
»Met hoofdpijn, onpasselijkheidik weet het
niet juist."
„Met brand in de keel, ongesteldheid in de
maag en piju in het onderlijf," zeide hij, om hare
gedachten ter hulp te komen.
#Ja zoo is het!" riep zij.
„Is mijnheer De Fairieres rijk vroeg hij op
onverschilligen toon.
#Zeker, heer dokter hij heeft overal bezittingen,
pachthoeveu, kasteelen en buitenplaatsen. Maar
mevrouw heeft vroeger kolossale uitgaven gedaan,
zoodat men in de stad veel daarover sprak.
Er wordt altijd gepraat, weet gij. Maar nu is zij
heel anders. Voor eenige maanden heeft zij hare
paarden verkocht, hare rijtuigen verhuurd en het
geheele dienstpersoneel weggezonden, behalve Jan en
mij. Wij moeten nu af het werk met ons tweeen
doen." Zij stond op.
„Ik ben gereed," zeide Landregarde, „als ge u
genoeg gewarmd hebt, zullen we gaan
Majesteit neemt thans in lichaams- en werkkrachten
toe, doch de groote gevoeligheid en de moeilijkheid
van beweging vorderen zeer groote voorzichtigheid
met betrekking tot heft genieten van de buitenlucht.
De commissie van rapporteurs over het wets-
voorstel van den heer Domela Nieuwenhuis (gedwon-
gen winkelnering) heeft reeds haar eindvershg uit-
gebracht. Zij verklaart daarin, ,/iia kennis te hebben
genomen van de memorie van antwoord," door »de
gewisselde schrifturen de opeubare beraadslaging
genoegzaam voorbereid," te achten.
Daar er wegens de verlenging van den dienst-
tijd der miliciens, lichting 1883, bij eventueele
mobilisatie, personeel boven de oorlogssterkte be-
schikbaar zou blijven, is door den Minister van
oorlog bepaald, dat de overcomplete miliciens der
oudste lichting van de infanterie, bij mobilisatie,
bij de depots zullen worden iugedeeld.
Uit Zeeland meldt men aan het U. D. dat
dezer dagen een proces-verbaal is opgemaakt naar
aanleiding van het betreden, door een jager, van
een perceel land, waarop met duidelijke letters te
lezen stondy Verboden toegang." Als pachter
van het jachtrecht der gemeente, waartoe ook be-
doeld perceel behoort, vermeende hij, dat een verbod
van toegang voor hem niet bestond. Natuurlijk
trekt deze zaak groote belangstelling, want werd
er van rechtswege uitgemaakt, dat ieder eigenaar
van den grond het recht had iedereen, dus ook
een jager, den toegang te ontzeggen, dan was het
jachtrecht volkomen waardeloos, tot groot nadeel
van de bezitters daarvan.
Blijkens een rondgezonden circulaire heeft zich
te Middelburg een voorloopig comite gevormd van
een tiental dames om te trachten gelden bijeen te
krijgen tot het oprichten in die stad, in navolging
van vele groote stedeu in ons land, van een ,Te
Huis," waar meisjes uit den dienstbaren stand
wier ouders elders wonen en hier derhalve geen eigen
tehuis bebben, een aangename en gezellige verblijf-
plaats kunnen vinden, om hare vrije avonden onder
behoorlijke leiding door te brengen. Tevens zal
daaraan eene gelegenheid worden verbonden om
haar, die een dienst zoeken of tijdelijk buiten dienst
zijn, een goed en goedkoop onderkouien te bezorgen.
Een huis tot dit doel geschikt is reeds ter beschikking
en verschilleude jouge dames hebben zich voorloopig
bereid verklaard om de meisjes tijdens hare uit-
gangsavonden op eene nutttige en aangename wijze
bezig te houden. Het is te hopen dat deze zoo
nuttige zaak de algemeene sympathie zal mogen
wegdragen en het voorloopig comite door vele gel-
delijke bijdragen in staat zal worden gesteld aan
dit plan uitvoering te kunnen geven. G. Ct.
Gisterenochtend heeft de begrafenis plaats
gehad der vijf slachtoffers die bij den brand van
11. Donderdag te Middelburg zijn oragekomen. In
,/Zeker, laat ons spoed maken
Heeft mijnheer De Fairieres geene betrekking
of audere bezigheid?" vroeg hij, langzaam zijne
handschoenen aantrekkend.
Vroeger wel. Men zegt, dat hij rechter of zoo
iets geweest is; ik weet niet hoe men het noemt.
Ik weet alleen, dat hij een zwarten rok droeg met
wit en rood geboord en eenen vierkanten met zilver
gestikten hoed, ook ging hij steeds naar de zittiug
van 't gerechtshof."
Dat zal wel zoo zijn."
Zij daalden de trappen van het hotel af. Laudre
garde zou nog graag meer gevraagd hebben, maar
hij wist niet, hoe hij dat zou aanleggen, zonder
achterdocht bij Oatharina te wekkenwant ofschoon
't rneisje zeer nai'ef en spraakzaam was, scheen ze
toch zoo slim te zijn, dat ze op den duur 't doel
van Landregarde kon raden. Gaarne zou hij haar
over mejuffrouw De Fairieres gesproken hebben;
maar hoe te beginnen? En dat niet alleen. Er
moet ook tijd zijn voor zijne vragen; en deze ver-
vloog met reusachtige snelheid. Zij waren reeds
op straat; Catharina liep vooruit en 'twas den
dokter nauwelijks mogelijk haar te volgen. Op
den drempel van 't huis en op gevaar al zijn geheim
te verraden, stelde hij eene nieuwe vraag, die hem
op't oogenblik hoogst belangrijk toescheen, en die hij
tot nu toe evenals vele andere achterwege had gelaten.
vWie is toch die jouge heer, welken ik in't voor-
bijgaan gezien hebr"
twee lijkkoetsen werden de lijken in twee kisten
in de eene de 24-jarige juffrouw en in de an
dere de vier kinderen naar de R. C. begraafplaats
op den Seisweg overgebracht. Aldaar werd door
den pastoor eene trefl'ende toespraak gehouden, die
op de talrijk aanwezigen een diepen indruk maakten.
In twee volgrijtuigen waren gezeten de vader der
kinderen, benevens de broeder der juffrouw en ook
hij, die met laatstgenoemde spoedig had gehoopt
in den echt te zullen tredenvoorts nog enkele
vrienden.
Als een kleine bijdrage tot de kennis der
theorie en der praktijk van het duel, dieue de
de volgende ware geschiedenis
Voor een 20tal jaren viel het voor in een
buitensocieteit, dat twee heeren, in burgerkleeding,
twist kregen over zitplaatsen. Van het eene woord
kwam het andere en eindelijk een scheldwoord.
Onmiddellijk werden de kaartjes gewisseld en nog
vdor den nacht waren de eerste stappen voor een
duel genomen. De morgen bracht echter licht aan.
Het kwam uit, dat de eene heer een hoofdofficier,
de andere een tweede luitenant was en het
wetboek van het duel schijnt voor te schrijven,
dat zoo'n hooge meneer met zoo'n lage niet mag
duelleeren De getuigen stelden toen vast, dat
beide heeren elkander op een publieke plaats
veroutschuldigingen moesten maken, echter in dezen
vormA moest verklareu, dat, had hij geweten,
dat B. officier bij het Ned. leger was, het leelijke
woord door hem niet zou gebruikt zijnen B.
moest verklaren, dat, had hij dezelfde wetenschap
gehad, door hem geen aanleiding tot den twist zou
gegeven zijn.
Moraal onbehoorlijke dingen doen en onbe-
hoorlijke woorden spreken schijnt burgermenschen
geoorloofd, militairen daarentegen niet. Voorts
ofschoon de militair een voldoening eischt voor een
beleediging, schijnt de militaire rang uitspraak te
doen over de wijze waarop zij al dan niet gegeven
wordt. Eindelijk, in burgerkleeren mag men vrij
grof zijnin militaire tenue niet
Twee commissies uit de werkloozen, door een
honderdtal personen vergezeld, gingen Vrijdag te
Amsterdam, na een meeting in het Volkspark, bij
den Burgemeester mondeling over den werknood
klagen. Zij verklaarden geen werk en geen brood
te hebben en vroegen werk om brood te kunnen
krijgen.
De Burgemeester autwoordde o. a., dat in dit
jaar van gemeentewege reeds 10 bestekken meer
zijn aanbesteed dan het vorige jaar, dat de gemeente
dus doet wat zij bij machte is te doen, om het
door haar benoodigde werk te doen uitvoeren.
Voor onderstand verwees hij hen naar het burgerlijk
armbestuur.
Op de vraag, of de werkloozen arbeid mochten
gaan vragen bij de werkgevers, zeide de burge-
Welke jouge heer?... Laat ons spoed maken,
mijnheer; de juffrouw zal mij beknorren."
Zij waren reeds de binnenplaats gepasseerd en
de meid stond halverwege de trap.
„De jonge man, die gisteren bij mijn bezoek
tegenwoordig was."
„Ha, ik weet wien gij bedoelt."
Zij opende vlug de deur van de groote sombere
zaal, waar mevr. De Fairieres den vorigeu avond
den jongen arts ontvangen had.
»flet is mijnheer Lachenal. Treed binnen, als
u belieft! Ik moet naar de keuken."
„Onaangemeld
„'t Is waar ookZij opende een tweede deur
en riep: ^Mijnheer de dokter."
Landregarde bevond zich spoedig tegenover de
vrouw des huizes, welke hem een glimlach toewierp,
en hem voorgaande naar 't ziekenvertrek zeide
»Kom binnen, mijnheer, gij wordt vurig verwacht."
Hij liet zich door dien gemaakten lach, zoo
't scheen, nifet misleiden. Bedaard ondezocht hij
den zieke, wiens toestand bevredigend was en ver-
klaarde hem na een tweede onderzoek buiten alle
gevaar, mits zijne bevelen stipt werden nagekomen.
Inderdaad was de heer De Fairieres zoo zicht-
baar gebeterd, dat men haast zou getwijfeld hebben,
of men denzelfden man voor had, die gisteren
zieltogend lag. De zieke kon zich nu reeds op-
heffen en recht houdenhij zag rond en een flauw
lachje zweefde op zijne lippen. Waarschijnlijk had