Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2433. Zaterdag 8 September 1888. 28e Jaargang. BKIvEND.MAKING. DE BLINDE EN ZIJN KIND. KERMIS' Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. Hit bind verschljnt IMnsdag- en Vrljdngavond bij den nitgever P. J. VAN DE SANDE te Ter Nenzen. te TER NEUZEN op de gewone wijze van Mann- dag 17 tot Zaterdag 22 September 1888. Ter Neuzen, 31 Augustus 1888. Burgemeester en Wethouders aldaar, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. JPolitieU. Overzicht. Mag men Zankoff, den voormaligen minister- president van B'llgarije, gelooven, dan zijn Rusland en Duitschland het volkomen eens over de Bul- gaarsche kwestie. Hij heeft Von Giers er over gehoord en spreekt den partijgenooten te Sofia moed in. Volgens hem kan men de pers niet vertrouwen. Wij hopen niet, dat die Zankoff weer de eerste viool in den Bulgaarschen staat zal spelen, we zouden hem niet eens gaarne op de Mookerheide zien. Veeleer hopen wij, dat men dien onruststoker buiten de Trojaausche poort, of liever buiten de ijzeren poort zal houden. De Russische bladen hebben het nog altijd druk over het bezoek van Crispi aan Von Bismarck. Zij beschimpen de ,/liga" en geven maar niets te gelooven van rust en vrede, daar de //liga" zich bereid houdt om op te treden voor de staten, die openlijk de internationale verdragen schenden, waarorn diezelfde //liga" de kiemen des oorlogs in zich draagt. Vooral Italie's optreden in de Bulgaarsche en de Massowah-kwestie wordt sterk gegispt. In Fankrijk daarentegen wordt een zeer gerust- stellende toon aangeslagen. De Minister-president Floquet en de Minister van marine Krantz (foei, wat 'n Duitsche naam) die te zamen een bezoek brachten aan het oefenings-eskader, hebben beiden te Hyeres het woord gevoerd. Krantz verzekerde, dat de oefeningen geenerlei oorlogszuchtige beteekenis hadden, en dat men zich slechts had willen over- tuigen, of de vloot op een gegeven oogenblik gereed kon zijn, en dat bleek goed. Frankrijk wilde geen oorlog en dat zei Floquet ook. Deze gaf ec.hter Boulanger nog een veeg uit de pan. De republiek was ook niet bevreesd voor binnenlandsche vijanden, zooinin voor de openlijke reactie als voor in het duister werkende pogingen tot omverwerpen van het bestaandezei Floquet. Toch breugt het Boulangisme nog al eenige beweging, zelfs de honden doen mee. Een jong advocaat heeft zijne beide honden geleerd te jankeu, als zij den naam van den generaal hooren noemen. Deze beesten staan in kennis van zaken misschien niet minder hoog, dan de menigte, die den raddraaier op zijne tochten met hare //vive's" naroept. Henri Rochefort is nog een der weinige radikalen, die Boulanger zijn getrouw FEUILLBTON. Uit de mededeelingen van een Londenschen politie-beambte. 1.0) Ik hoorde slechts haar ontzettenden angstkreet, en op hetzelfde oogenblik ontving ik een slag op het hoofd, waardoor ik bewusteloos ter nederzonk." »Het was de blinde," merkte ik op, en ledigde haastig mijn glas. ,/Neen, het was de blinde niet," antwoordde de Portugees, en verviel eenige minuten in diep stil- zwijgen. IV. *Toen ik ik weet niet na hoe langen tijd weder ontwaakte," ging hij eindelijk voort, scheen het mij toe, alsof ik droomde. Ik voelde een doffe pijn in het hoofd, een soort van kloppen en hameren in mijne slapen. Ik wreef mijne oogen uit en betastte mijn hoofd, maar ik bemerkte, dat ik goed wakker was, dat men mij het hoofd ver- bonden had en ik sterk gebloed moest hebben. Langzamerhand werden mijne gedachten volkomen helder. gebleven. Hij beweert dat de andere wijze van stemming in het voordeel van den generaal zal zijn, omdatmenhem dan in verschillende arrondissementen kandidaat zou stellen, verder beweerde hij, dat Boulanger zich thaus nergens meer kandidaat zou stellen, behalve te Parijs bij eene eventueele vacature. Bij het uitbreken van eenen oorlog, meent Rochefort, zal met geweldigen aandrang de aanstelling van Boulanger tot opperbevelhebber door het volk ge- eischt worden. Toen men Rochefort vroeg, waarorn Clemenceau, die den generaal eigenlijk heeft uitge- vonden, zich van hem heeft afgewend, antwoordde Rochefort eenigszins verlegen //Toen ,/il Perugino" zag, dat hij door zijn leerliug Rafael werd overtroffeu, is hij waarschijnlijk op dezen jaloersch geworden en heeft hij niet veel goeds meer van hem gezegd." Wat zou Rochefort wel gezegd hebben, wanneer men hem gevraagd had, waarom hij, de veteraan in den strijd tegen het keizerrijk, thans heulde met het werktuig der Bonapartisten Het moet wel waar zijn, dat de Czaar ontevreden is op zijn schoonbroeder, den Koning van Grieken- land, die niets wil weten van de benoeming zijns broeders, Prius Waldemar, tot Vorst van Bulgarije, omdat die benoeming tot familie-onaangenaamheden aanleiding zou geven. T Zal evenwel niet veel geven, of zoo'n Koning van een miniatuurstaatje voor of tegen iets of iemand is. De Koning van Zweden heeft den jongsten zoon des Duilschen Keizers ten doop gehouden, die de Zweedsche namen Oskar Karl Gustav Adolph ontving, waarop de Zweedsche monarch nog al trotsch was, want bij zijne aankomst te Malrnoe in zijn eigen land ging hij het dadelijk verklikken. Bij ge- legenheid van den doop heeft de jonge Keizer eenige vrome ontboezemingen zijns overleden groot- vaders bekend gemaakt, waaraan de Duitscbe pers zich gaat verkwikken. Prinses Sophia van Pruisen, op eene na de jongste zuster van den Duitschen Keizer, is verloofd met den Kroonprins van Grieken- laud. Een tegenwicht voor den invioed van Frankrijk en Rusland te Athene ,/Wie u aan den rechter wang slaat, biedt hem ook de linker," dat is gesproken voor een achttiental eeuwen. Niet alzoo, zegt John Bull, wij zeggen het onzen Amerikaanschen neven rondruit. Hij is zeer verbolgen over de aangekondigde represaille- maatregelen door Cleveland, en betreurt het, dat de goede verhouding tusschen twee groote mogend- heden is opgeofferd aan een kleingeestig partijbelang en herinnert Cleveland, dat Canada de kanonnen en de pantserschepen van Engeland achter zich heeft. Intusschen doet Cleveland zijn voordeel met de minder goede gezindheid van John Bull, daar alles wat eenigszins sympathiseert met de Ieren, op zijn zijde treedt bij de aanstaande stemming voor een president. Nu, Cleveland dient aan te blijven Ik bevond mij in een soort van gewelf, maar niet alleen. Er waren buiten mij nog zes of zeven personen tegenwoordigtwee van hen zaten te teekenen, de anderen waren aan een pers en aan verscheidene tafels bezig. Al was het vermoeden ook niet dadelijk in mij gerijpt, zoo kon ik toch uit hunne gesprekken wel opmaken, dat hier papierengeld werd nageraaakt. Ik hield de oogen gesloten, om hen in 't geloof te houden, dat ik nog sliep of bewusteloos ter nederlag. ,/Gij zult het nog beleven," sprak de eene, die zonder bezigheid aan de pers stond een lange, magere gestalte met een door de pokken geschonden galgentronie, en die er als een geestelijke uitzag gij zult het nog beleven, dat wij door dit meisje in 't ongeluk komen. Ik heb het onzen oude reeds eenmaal gezegd, dat hij zijne dochter in ons geheim, 't welk hij zoo zorgvuldig voor haar ver- borgen houdt, moest inwijden en haar mij tot vrouw geven. Ik zou haar wel zoo weten te behandelen, dat haar de lust verging, hier of daar uit de school te klappen, zoodat wij in veiligheid verder konden werken. Maar ik kwam bij hem aan 't verkeerde kantoor. Hij huilde als een wolf en dreigde mij in stukken te scheuren, als ik nog eenmaal met hem over het meisje durfde praten. Nu, om de deern, die ik van kindsbeen af ken, en waarop ik nu eenmaal, ik weet zelf niet hoe, gek ben, heb ik zijne onbeschofte uitdrukkingen geslikt, maar Het Haagsche Dagblad kan ten stelligste ver- zekeren, dat het geeerbiedigd Hoofd van den Staat geheel hersteld is en zich zeer wel gevoelt. Als een bewijs daarvan kan het feit strekken, dat Z. M. zich dezer dagen geruimen tijd onderhield over de belangen van handel en industrie. Yooral ten platten lande gebeurt het niet zelden dat het moeilijk valt geschikte personen te vinden, die bereid zijn de dikwijls niet aangename betrekking van armmeester te bekleeden, te meer omdat dergelijke betrekkingen in den regel of laag of in 't geheel niet bezoldigd worden. Yandaar dat de benoemende colleges, hoewel bewust dat het ongewenscht is, daarvoor nog al eens de toevlucht nemen tot neringdoenden, die meestal zoodanige benoeming om geldelijk voordeel gaarne aannemen. Dat voordeel bestaat daarin dat de bedeelden dan de wekelijksche bedeeling, in plaats van in geld, waarop zij aanspraak hebben, in wiukelwaren ontvangen, waartegen zij, bevreesd als zij zijn voor vermindering of onttrekking der bedeeling, zich niet durven verzetten, zelfs al worden die waren hun hooger aangerekend of al is de hoedanigheid er van minder dan in andere winkels. In zoodanige gevallen wordt alzoo een zijdelingsche dwang uitgeoefend op de bedeelden om in bepaald aangewezen winkels hunne benoodigdheden aan te scbaffen. Daar de Regeering zich thans bezig houdt met het verzamelen van gegevens omtrent de gedwongen winkelnering, is het wenschelijk dat ook boven- medegedeeld misbruik hare aandacht niet ontga. In de gisteren gehouden zitting van het gerechtshof te 's Gravenhage heeft de adv.-geu. Mr. Telders de bevestiging gevorderd van een vonnis der rechtbank te Middelburg, waarbij twee personen, de een schipper te Wemeldinge en de ander zonder beroep, wonende te Yerseke, veroordeeld zijn ieder tot 7 jaren gevangenisstraf wegens diefstal van 1930 aan bankpapier en verschillende munt- specien ten nadeele eener weduwe te Goes. Hun verdediger, Mr. A. D. W. de Yries, vond geen aanleiding om een enkel punt van verlichting voor bekl., die om barmhartigheid voor hunne vrouwen en kinderen verzochten, aan te voeren. Hij refereerde zich eenvoudig aan's rechters oordeel. Het Hot zal a. s. Zaterdag uitspraak doen. Die verdient watOp 20 September a. s. zal voor de Rechtbank te Haarlem behandeld worden de zaak tegen C. J. B. te Landsmeer, zich noemende en schrijvende handelaar in effecten enz. enz., maar eigenlijk niets anders dan oplichter van beroep. Een uitgebreid onderzoek is aan deze zaak voorafgegaan en niet minder dan 37 getuigen, alien slachtoffers 't zal nu veranderen, en ik hoop, dat ik ook op u zal kunnen rekenen." Ik kon er niet aan twijfelen, dat hier sprake was van den blinde en zijne dochter; mijn. hoofdpijn was plotseling verdwenen, ik voelde ze ten minste niet meer, en ademloos luisterde ik verder naar de gesprekken der verdachte gezellen. //Wat wilt ge doen, Blaff?" vroeg een klein kereltje met kromme beenen en een hoofd als een bulhond, die eveneens aan de pers bezig was. z/Wat ik doen wil? Hetzelfde, wat ik hoop, dat ook gij doen zult. Gij weet, wat ik deed, toen deze patroon met de dochter van onzen oude een tete-h-tete had. Zij heeft hem zeker in huis geboegseerd, want het is een hupsche knaap, zooals ge ziet, en ik vertrouw haar niet, al moge zij zich nog zoo onschuldig voordoen. Ik heb reeds lang de lucht gekregen, dat zij achter den rug van den oude coquetteert, en daarom goed opgepast. Daar ik als hoofd des huizes een tweeden sleutel van den kelder heb, die tot ingang van de woning des ouden dient, sta ik dikwijls, wanneer ze te huis komen, op de wacht, en daar loopt me diebruine baviaan regelrecht in den val. Ik had hem dadelijk wel den genadeslag gegeven, als de kleine heks hem niet met haar lichaam gedekt en door haar geschreeuw den oude er bij gelokt had. Zij verbond hem zoo knap als een chirurgijnik echter nam Brunsworth ter zijde en herinnerde hem aan onze statuten, tengevolge waar van ieder, die tegen onzen van dezen oplichter in 't groot, zullen worden ge- dagvaard. 't Is in T algemeen belang te hopen dat dit persoontje voor zeer geruimen tijd onschadelijk wordt gemaakt. Voor de rechtbank te Amsterdam stonden Dinsdag terecht drie beruchte valsche munters 1°. Jan Hendrik Mevius, 26 jaren oud, van Amsterdam, broodbakkersknecht 2°. Anton Karel Holl, 32 jaren oud, mede Am- sterdammer, meubelmaker en winkelier in sigarenen 3°. Willem Frederik Smitshuyzen, 27 jaren oud, Amsterdam mer en houtdraaier. Het in voorraad hebben en uitgeven van valsche munt worden aan Mevius te laste gelegd, in het bijzonder het uitgeven op drie bepaald aangewezen tijdstippen en plaatsen. De beide anderen staan terecht als de vervaar- digers der valsche stukken en tevens wegens het in voorraad hebben er van. Beiden zouden zich daarmede al sinds 1886 onledig hebben gehouden de bemoeiingen van Mevius met het uitgeven zijn eerst in 1887 begonnen, voor zoover de justitie kon ontdekken. In dit belangrijke strafproces moeten niet minder dan 78 getuigen worden gehoord, waarvan reeds eergisteretunorgen aan 45 verlof werd gegeven zich tot Donderdag te verwijderen. Bij het getuigenverhoor kwamen telkens de over- tuigingsstukken te berde, die in het bezit der beklaagden waren gevonden. Zoo zag men daar- onder petroleum-kooktoestellen, een kacheltje, een hollen tafelpoot, verschillende hoeveelheden valsche munt, kleeren en wetenschappelijke werken, waaruit, naar het schijnt, de beschuldigden de bij hun bedrijf vereischte technische kennis hadden opgediept. Als specie bezigden zij tinnen lepels en stukken lood, die zij bijeen smolten en in gipsvormen goten. Het randschrift werd later door middel van in de Kalverstraat gekochte letterstiften in de valsche munt ingeperst. De ruwe kanten werden later weggevijld. 1 it het proces-verbaal van de muntcommissie te I trecht bleek, dat de haar ter onderzoek aan- geboden munten, behalve tin en lood, eenig koper en sporen van antimonium bevatten. Het hoofdbestuur der Maatschappij van Land- bouw in Limburg heeft aan den Minister van Wa- terstaat enz. weder een verzoekschrift gezonden om maatregelen te vragen tot opbeuring van den kwijnenden landbouw". Het hoofdbestuur blijft van meening, dat beschermende rechten onmisbaar zijn, maar in afwachting daarvan dringt het aan op practische maatregelen, waarvoor het ten vorigen jare reeds verzocht heeft 1£ a 2 ton op de staats- begrooting uit te trekken. Het wenscht dat het Rijk, door middel van rijkssubsidien aan elke provincie, zal medewerken wil onze behuizing binnen dringt, aan onsgerecht wordt onderworpen en door ons gevonnisd moet worden. Hij stemde met mij in zijn dochter moest zich verwijderen en wij brachten den patroon hierheen, want ik stond er op, hem tot aan zijn vonnis, onder mijn toezicht te houden." Ik wist dus nu, waar ik was en wat mij te wachten stondmaar alle zorg voor het lot, waar- toe ik onherroepelijk scheen te moeten vervallen vergat ik thans in den vloed der zalige gevoelens, die de gedachte in mij verwekte, dat Alice mijne wonden verbouden en mij met haar lichaam beschermd had. Ik vergat alles om mij heen en droomde mij in een paradijs, tot ik in een diepe, verkwikkende slaap viel. Toen ik weder ontwaakte, zag ik de verdachte gezellen om een tafel zitteu, den blinde boven aan. Spoedig bemerkte ik, dat deze gansche scene, dat al, wat thans, gesproken werd, op mij be trekking had. ,/Gij wilt dus dat hij sterven zal?" sprak de blinde. //Gij hebt alien voor zijn dood gestemd maar mijn veto geeft den uitslag." De blinde zweeg; de oogen" der wilde gezellen waren dreigend op mij gericht. ,/Ik stem eveneens voor zijn dood," ging de blinde voort, het diepe stilzwijgen eindelijk ver- brekende. Doch het is mijn recht, het doodvonnis op te hetfen, als hij den eed van geheimhouding zweert en als medelid in onzen bond zich laat opnemen." TER \El!ZE\SCIIE CMftJMT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1888 | | pagina 1